Het grasland- en
bouwlandgebruik op zandgrond
vraagt om verbetering
ii t
0
Ir. J. A. H. HAENEN.
Een grasmat, die aan alle eisen voldoet.
Veel boeren raken ervan overtuigd dat het aanhouden van weinig koeien een on
rendabele zaak is. Bijgaande tabel laat duidelijk zien dat in ons land het houden van
een gering aantal koeien op steeds meer bedrijven verdwijnt.
Bedrijven naar het aantal melkkoeien (mJt) per bedrijf.
jaar
19 mk.
16—19 mk.
20—49 mk.
50 mk. en meer
gem. per bedrijf
1964
89.799
51.024
20.722
401
10 mk.
1968
54.394
49.293
30.837
1253
14 m.k.
1970
36.729
42.398
35291
1.914
16 mk.
De melkveehouderij is een grond gebonden produktietak waarbij naast de produk-
tie van het vee ook de prodiuktie van het grasland dit neemt 65 van de Neder
landse cultuurgrond voor haar rekening aan zijn trek moet komen. In dit artikel
zullen enkele kanttekeningen worden geplaatst bij de produktie van grasland en bouw
land in het zandgebied.
UITBREIDING VAN GRASLAND TEN KOSTE VAN BOUWLAND
Verreweg het grootste gedeelte van onze zandgronden bestaat uit schrale ontgin-
ningsgrond, die in de bouwvoor maar weinig humus en plantenvoedende elementen
bevat. De oorspronkelijke aanwezige oppervlakte bouwland is in de loop van de laat
ste jaren op veel zandbedrijven praktisch geheel in grasland gelegd. Daarbij is de
veebezetting per bedrijf en per ha grasland sterk opgevoerd.
In Noord-Brabant zijn momenteel 1.500 bedrijven met ligboxenstal. Bij aanname
dat 500 van deze bedrijven groter zijn dan 30 ha, blijven er dan 1.000 bedrijven
over in de grootteklasse van 12 tot 30 ha met een aantal melkkoeien dat uiteenloopt
van 30 tot 60.
ruim 8 miljoen ton veevoer komt ongeveer 75 op rekening van de varkens en het
pluimvee. De bedrijven in de provincies Noord-Brabant, Limburg, Gelderland en Over
ijssel hebben ruim 80 van de Nederlandse varkens- en pluimveestapel. Het vee heeft
slechts een gedeelte van de mineralen uit het krachtvoer nodig. De overtollige mine
ralen worden met de urine en de mest uitgescheiden. Zolang er op zandbedrijven nog
fosfaat- en kalikunstmeststoffen worden aangekocht is het technisch en economisch
gezien voordeliger de dierlijke mest op het eigen bedrijf aan te wenden en deze mest
niet naar elders af te voeren. Op de zandbedrijven kan zo de natuurlijke kringloop
worden gesloten.
TEVEEL ZANDGRASLAND HEEFT EEN SLECHTE GRASMAT
De grote hoeveelheden drijfimest en ook de mest, die het weidende vee op het gras
land deponeert, verstikken pleksgewijze de grasmat. Op deze humeuze, dus vocht-
houdende, plekken, kan zelfs op schrale zandgrond het oppervlakkig wortelende on
kruid muur, welig tieren. Bij korte en nog meer bij langere droogteperiodes wordt de
groei van onkruiden als kweek, paardebloem en ridderzuring, die dieper wortelen dan
de goede grassen, bevorderd. In droge perioden kunnen dergelijke onkruiden door hun
diepe beworteling nog wel bodemvocht opnemen en zij profiteren hierbij ook nog van
de sterk opgevoerde stikstofgiften. Bij de huidige graslandexploitatie heeft de grasmat
het zwaar te verduren en het is derhalve niet verwonderlijk dat de kwaliteit van het
zandgrasland op veel bedrijven nog steeds verder achteruit gaat.
GOEDE AANLEG VAN GRASLAND STELT HAAR EISEN
Bij het inzaaien van grasland hangt het slagen ondermeer af van de ontwatering
en de bemestingstoestand van het betreffende perceel. Bouwland wordt door de ploeg
voortdurend gekeerd en zo worden de meststoffen over de hele bouwvoor verdeeld.
- w m Ut*- -
5' - <y
1 - ir -
r..,. -•
Deze grasmat had al jaren eerder moeten zijn gescheurd.
Ridderzuring, muur en paardebloem passen niet bij een goede bedrijfsvoering.
Op het grasland is de kunstmeststikstofgift van ruim 100 kg zuivere stikstof per ha
successievelijk opgevoerd tot 300 400 kg. Door opvoering van de veedichtheid is de
hoeveelheid mest en urine, die het vee tijdens de weideperiode op het grasland depo
neert, dienovereenkomstig toegenomen. Op bedrijven waar het vee gedurende het
gehele jaar op stal c.q. in de melkstal wordt gemolken, is het aan te bevelen het melk
vee 's nachts op stal te laten. Hierdoor komt er in die weideperiode globaal de helft
minder mest en urine op het grasland. De kans dat het gras in die mate gaat stinken,
dat het weidend vee het minder smakelijk vindt, wordt daardoor minder groot.
Bij slecht weer in de voorzomer, zoals nu ,in 1972, blijft de melkproduktie dan ook
bjeter op peil. Verder behoeft het vee maar één keer per dag te worden opgehaald,
hetgeen de arbeidsorganisatie vereenvoudigt.
DOOR HOGER KRACHTVOER VERBRUIK OP HET BEDRIJF
MINDER KUNSTMEST NODIG
Van 1960 tot 1970 is het verbruik van krachtvoer in ons land toegenomen van 4,6
miljoen ton tot 8,2 miljoen ton hetgeen neerkomt op een stijging van 80 Van de
Zodra het grasland is ingezaaid vervalt niet alleen het ploegen maar de gehele grond
bewerking.
De kunstmest en dierlijke mest komen slechts tot enkele centimeters diep in de
grond. De gevolgen hiervan zijn duidelijk merkbaar in de verdeling van de planten
voedende stoffen over de bouwvoor. In zijn brochure WISSELBOUW noemt dr. Fran-
kena de volgende uitkomst voor de fosfaattoestand in blijvend grasland: het P-citroen-
cijfer is voor de bodemlagen 02 cm; 24 cm en 46 cm respektievelijk 32; 22 en
17. In het bijzonder vragen die voedingsstoffen, welke zeer langzaam door de grond
bewegen zoals kalk en fosforzuur speciale aandacht bij de aanleg van grasland.
Overblijvende wortelonkruiden als kweek, pardebloem, ridderzuring e.a. vormen
bij graslandvernieuwing ook een grote handicap. Door dergelijk onkruidrijk grasland
enige jaren als bouwland te exploiteren kunnen genoemde onkruiden worden uitge
schakeld. Deze hoofdzakelijk mechanische bestrijding van wortelonkruiden is op zand
grasland alleen mogelijk door scheuren. Na inzaai van nieuw grasland is in veel ge
vallen het gehele perceel vlak na opkomst reeds bezet met zaadonkruiden. Een lang
werkend chemische middel, dat onwerkzaam is tegen grassen, maar wel alle zaadon
kruiden doodt, zou vooral bij de begingroei de aanslag van het grasland sterk ver
beteren.