de CVrouw
DE KLEINE ARK
11
Redactiecommissie
Bond van Plattelandsvrouwen
Voor Zeeland:
D. KugelSwart, Poortvliet
Voor Brabant:
A. J. M. RoosenschoonStolk, Halsteren
BOEKBESPREKING
Nu het verhaal van De Kleine Ark, van Jan de Hartog
verfilmd is, en het zich afspeelt in onze provincie, ge
ven wij in het kort de inhoud weer. In de eerste dagen
na de watersnoodramp van 1953 zwierf De Hartog, als
oud-marineman zich thuisvoelend op het water, enkele
dagen over het verdronken land van Schouwen-Duive-
land. Hoofdfiguren zijn twee weeskinderen die een te
huis gevonden hadden in de pastorie van ds. Grijpma.
Tijdens de oorlog, die nog niet zo laing geleden hier
ook woedde, waren de ouders van Jan Brink door
een bom gedood, eni dominee trok zich het lot van de
kleine wees aan. Later nam hij nog een weesmeisje
uit Indonesië aan, de kleine Adinda
De kerk van ds. Grijpma is oud en de gemeente
klein, zodat er geen koster is en dominee dus genood
zaakt is zelf de Mok te luiden. Daar de touwen ver
sleten zijn moet de oude man de wenteltrap van 96
treden opklimmen om met twee hamers op de klok
te slaan. Doof en duizelig strompelde de man daarna
weer naar beneden. Begrijpelijk, dat hij de kinderen
toen ze groter werden elk met een hamer naar boven
stuurde om de gemeente op te roepen. Zo werd de
klokkekamer een soort speelkamer van Jan en Adinda.
'Vrijdag was in de pastorie erwtensoepdag, en ter
wijl zij hun soep lepelden, hoorden zij het groeiend
gefluister van de wind in de olmen rond het huis. Ge
durende de nacht groeide het gefluister aan tot het
bruisen van de branding, om tegen zonsopgang steeds
meer aan te wakkeren. Toen de kinderen uit school
kwamen, vlogen de dakpannen hen om de oren. Weer
was het tijd om te eten, maar terwijl zij gingen zitten,
zag Jan, dat de lamp zachtjes hing te slingeren. Hij
keek er naar en zei: „Kijk eens". „Ssst", zei vader,
„laat ons bidden", en Jan bad: „Here zegen deze spijs
en drank", maar niemand had aandacht voor 't maal.
De lamD bleef slingeren, en storm en regen geselden
het raam. Alleen het was geen regen, maar zeewa
ter, dat over de dijk werd geblazen. De wind werd
steeds heviger en moeder zuchtte: „Een echte orkaan.
Arme zeelui".
Opeens vloog de deur open, en daar stond Pietera,
de veldwachter, de stormband van zijn pet om zijn
dikke kin. „Goeien avond samen", zei hij, „neem me
niet kwalijk dat ik stoor, dominee, maar de burge
meester wil dat het alarm geluid wordt".
Moeder sloeg haar handen aan haar keel, en de kin
deren straalden. „Grote apostel", zei dominee. „Wat
gebeurt er?" De vloed komt nog steeds opzetten. Alle
jannen moeten naar de dijk, om zandzakken te leg
gen. Het is springtij vannacht en het water staat al
aan de kruin van de dijk", zei Pieters. „Kom kinde
ren", zei dominee. „Ik breng jullie naar de toren, dan
kunnen jullie de Mok luiden, en jullie zijn daar vei
lig".
Toen ze eindelijk boven kwamen, bulderde de wind
in de galmgaten, en de dieren zaten angstig in een
hoek. Ze hamerden zo hard en zoveel als ze konden op
de klokken, maar hun hartjes bonsden van angst, zo
griezelig was het geluid van de storm.
Overmand door moeheid vielen ze tenslotte in
slaap, maar midden in de nacht werd Jan wakker. Hij
dacht dat 'hij moeder hoorde roepen: „Kinderen, kin
deren", maar de wind huilde harder dan ooit.
Toen kwam er een geluid, dat hem klaar wakker
maakte van schrik. Een geklepper van vleugels met
een angstaanjagend gekrabbel en geritsel, en daar
sprong iets op de rand van de kist van Ko. Het was
Prins, de haan uit het Mppenhok, die door moeder
in de toren was gezet. Hij wachtte af of moeder ook
kwam, maar na enig gestommel hoorde hij een harde
bons en toen niets meer. Jan viel weer in slaap, en
toen het dag werd kraaide de haan. Hij was weer wak
ker, en keek naar buiten, maar hij wist niet wat hij
zag. Er was niets dan water. „Adinda", riep hij. „Kom
eens Mjken, het dorp is weg". Ze geloofde het niet,
maar toen Jan zei dat de dijk doorgebroken was, was
ze ook meteen wakker. De pastorie was helemaal weg,
en waar eerst een straat was geweest, voer nu een
schip. Op de daken zaten overal mensen. Prins werd
agressief, en viel de kinderen en de andere dieren aan.
Adinda riep om vader en moeder, maar kreeg geen
antwoord. Jan haalde zijn schouders op en keek eens
naar beneden. Eerst wilde hij het niet geloven, maar
toch was 'het zo. Onder aan de trap lag het lichaam
van moeder, bewegingloos. In een poging om naar de
kinderen te gaan, was zij gevallen, en niet meer ©"ge
staan. Dit was wel het ergste verdriet, dat zij moeder
niet meer konden helpen.
Dan zien ze ineens een klein woonark je tegen de
toren klotsen, en ze willen proberen daar op te ko
men. Ze hebben ook geen eten meer en wie weet vin
den ze daar wat. Na veel mislukMngen komen ze met
Bassie, hun hondje, Ko, een konijn en Noisette, de
onafscheidelijke poes op het scheepje, dat verlaten
blijkt te zijn. Wel vinden ze er eten voor henzelf en
de dieren. In hun ogen is het een sprookjeswereld, zo
klein is alles. Dan gaat de Meine ark drijven en ze
zien van alles: verdronken paarden en koeien, omge
waaide bomen, en huizen zonder daken. Van boerde
rijen wapperen witte vlaggen, en waar het dak nog
heel is, zitten er mensen op, die wat roepen. Er kwam
een Mein vliegtuig met een man erin die naar hen
zwaaide, maar hij vloog door.
Verder ging het over het water naar Nieuwerland
en Dreischor, waar overal mensen van de daken ge
haald werden.
Het vertelt verder wat de kinderen aan boord alle
maal meemaken en ze komen in Bruinisse, waar de
vluchtelingen opgevangen worden. Steeds meer vis
sers komen met geredden aan. Het lijkt wel of de
hele Nederlandse vloot in Zeeland is. Nu komen de
kinderen op een hospitaalschip, waar alle mensen op
zoek zijn naar familie. Er zit een groep mannen te
praten, en Jan hoort hoe een van hen op zoek is naar
zwervende kinderen, een jongen en een meisje, de
laatste is een halfbloedje, zegt de man. Het zijn de
kinderen van de dominee van Ouderkerk. Hij hoort
dat vader nog in zijn dorp is. Hij besluit om hoe dan
ook terug te gaan naar Ouderkerk, en vertelt alles
aan Adinda. Samen verstoppen ze zich in een op de
kade staande Mst, die aan boord gebracht wordt van
een schip, dat weer naar hun dorp teruggaat. Als het
schip op zee is, wordt de Mst opengedaan door een
NED. BOND VAN PLATTELANDSVROUWEN
UITSLAG HANDWERKWEDSTRIJD 1971-1972
PROVINCIE ZEELAND
In verband met de beschikbare plaatsruimte nemen
wij alleen de eerste prijzen op. RED.
VRIJ BORDUREN
Klasse A: Wandkleed: mevr. Jansen-van Wigmont,
Zuidzande; mevr. LuteijnLuteijn.
KRUISSTEEK
Bordekleedje: mevr. De Vlieger—Wage, Breskens.
klasse B: Kaart: mej. Jeronimus, Vlissingen.
Klasse C: Gordijntje: mej. Davidse, Kortgene.
MACRAMÉ
Klasse C: Ceintuur: mevr. Van der Meulen, Hoek.
Schemerlampje: mevr. Buyze—Verstrate, Zuidzande.
TENNERIFFE
Klasse B: Kussen: mevr. Dalebout—Koster, Haam
stede; Wandversiering: mevr. Dalebout—Koster.
Haamstede.
TAPISSERIE
Klasse B: Schaaretui: mevr. Dalebout—Koster,
Haamstede.
Ingezonden: 91 stuks Bekroond: 45 stuks, waarvan
10 x le prijs; 11 x 2e prijs; 20 x 3e prijs en 4 x eer
volle vermelding.
man, die gezien heeft dat ze erin kropen. Als later het
scheepje door het gat van de dijk vaart, zien ze hun
dorp weer, en daar ligt ook nog hun woonarkje. Over
de dijk lopen twee oude mannen, gevolgd door ma
trozen, die kisten dragen. In één van hen herkennen
ze vader. „Vader", gillen ze. Een van de mannen
kijkt op. Hij twijfelt, maar steekt toch zijn hand op,
om dan weer door te lopen. „Daar gaat ie, dat is va
der", roept Jan. Ze meren vlak naast het woonarkje
af, en de kinderen springen aan land. Zo vlug ze
kunnen baggeren ze door de modder, en halen de
begrafenisstoet in. Ze springen tegen vader op, maar
moeten zich rustig houden. Dan vraagt vader: „Waar
is moeder?" De kinderen antwoorden: „Ze is in de
toren en we denken dat ze dood is, maar we hebben
de dieren nog wel". Dan blijkt dat vader nu bezit
genomen heep van het woonarkje. Ze blijven nu bij
hem, ondanks storm, regen en sneeuw, tot iedereen
het rampgebied moet verlaten, en zij in El'burg ko
men, bij een vriend van vader.
Na vier maanden komen ze weer terug. De kerk
en de toren staan er nog, maar daar omheen zijn nu
barakken gebouwd voor de gezinnen van de dijkbou
wers, die hier nu wonen. Straten zijn er niet meer,
alles is modder. Vader neemt de Mnderen bij de
hand, en ze gaan naar het kerkhof, het enige plekje
dat al wat opgeknapt is. Onderweg plukken ze de
bloemen van zeedistels.
Langzaam lopen ze langs een rij nieuwe graven, en
lezen de namen op de kruizen. Dan staan ze stil, en
leggen hun bloemen aan de voet van een heuveltje.
De hond is hen gevolgd, evenals de poes met zijn jon
gen. Het woonarkje is er nog, en gedrieën gaan ze
er nu wonen. De andere morgen is hetzondag, en de
kinderen hollen uit hun ark je naar de toren, en en
kele minuten later klinkt het vrolijk gelui van de
klokken. Uit de barakken komen mannen en vrou
wen met psalmboekjes in de hand, en gaan naar de
kerk. Langer dan gewoonlijk luiden de Mokken over
het nu herwonnen land.
J. VOS
HUISHOUDSCHOOL „PRINSES JULIANA"
ZIERIKZEE
INAS-LEERLINGEN DEDEN EINDEXAMEN
Onder het toeziend oog van de Rijksgecommitteerde
mevrouw T. Oudeman—ten Heuvel hebben 61 meisjes
op 12, 13, 14 en 15 juni hun laatste, mondelinge examen
afgelegd. Allen deden dit met succes en konden dus het
diploma in ontvangst nemen.
De namen der geslaagden zijn:
E. A. W. M. den Boer, J. den Boer, M. J. v. d. Broek,
A. J. W. Dogger, P. A. van Dongen, A. C. Jonker, C. M.
A. B. Klippel, A. M. Kramer, E. J. Quist, C. H. v. d. Ras-
sel, M. Rotte, C. P. Viergever, J. Schot en P. V. W. Ver-
kaart te Zierikzee; M. Bal, A. Schot en W. C. Verwijs te
Bruinisse; S. G. Hanse, C. Matfchijsse en C. V. D. Schelde
te Brouwershaven; C. Slager te Burgh; M. J. Hameete te
Dirksland; M. A. Quist en J. C. Vermaas te Dreischor; G.
Boot, J. A. Geklof, T. M. Landegent, K. Th. Landman,
A. F. Plaating en J. L. v. d. Zande te Haamstede; C. T. D.
Vogelaar te Herkingen; H. E. G. Temmink te Goederede;
J. L. de Bil en L. C. Boot te Kerkwerve; W. C. bij de
Vaate te Looperskapelle; E. M. Blok, W. C. Kasteleijn,
A. Krijgsman en J. I. C. du Pree te Middelharnis; C. J.
van Eennaam; W. A. v. d. Male, C. P. v. d. Wielen en
M. J. v. d. Wielen te Nieuwerkerk; L. C. de Blonde te
Noordgouwe; J. K. de Bonte, J. C. van Dam, A. M. Pip-
ping en E. A. van 'Putten te Ooltgensplaat; T. Bierings
te Oosterland; M. Akershoek, K. v. d. Bok, J. v. d. Kloos
ter, E. A. Mastenbroek en C. Rijnbrand te Ouddorp; A. E.
Bouwman en J. A. de Vos te Renesse; W. van Popering
te Stellendam; J. W. de Jonge te Scharendijke; M. O. J.
de Jonge te Schuddebeurs; M. C. Boot te Westerschou-
wen en A. v. d. Hoek te Zonneirrcaire.
De leerlingen hebben voor de volgende beroepen ge
kozen: 14 verpleegster, 7 ziekenverzorgster, 10 kraam
verzorgster, 8 bejaardenverzorgster, enkelen dokters
assistente, gezinsverzorgster, kinderbescherming terwijl
een aantal nog geen keuze heeft gemaakt.
GESLAAGDEN „DE VLIEDBERG" TE MIDDELBURG
'Dezer dagen behaalden de volgende leerlingen het
einddiploma van de Chr. Lagere Land- en Tuinbouw
school „(De Vliedberg".
Diploma A: J. Abrahamse te Terneuzen; R. de Klerk,
L. Manni en 'L. Walhout te Middelburg; P. v. d. Maas en
J. v. Soelen te Souburg; P. Wisse te Meliskerke; H. Krij
ger te Riggekerke; C. Verhulst te Nieuw- en St. Joosland.
CHR. MIDDELBARE LANDBOUWSCHOOL
MIDDELBURG
GEDIPLOMEERDE LEERLINGEN OP 21 JUNI 1972
B.-opleiding: H. J. Dekker te St. Laurens; A. den
Engelsman en A. Schout te Vlissingen; Joh. de Feyter
te Lewedorp; W. Gideonse te Veere; J. W. Janse te Ar-
nemuiden; L. de Kok te J. Stouten te Kerkwerve; W.
Maljaars te Domburg; J. B. C. v. d. Putte en A. H. de
Visser te Souburg; L. P. Reynierse en M. J. Rottier te
Biggekerke; P. Verhulst te Westkapelle.
E-opleiding: J. C. Davidse te St. Laurens; M. de Visser
te Aagtekerke.
Gewoon diploma: J. Baayens te Arnemuiden; J. Be-
suyen en P. de Witte te Koudekerke; M. Corré, E. Melse,
J. Minderhoudi en L. Willemse te Aagtekerke; J. Delfos
te Vlissingen; A. Dieleman, C. de Kam en L. v. d. Moere
te Kamperland; P. v. Dis en A. Maas te Serooskerke; B.
v. Dijk en A. v. d. Meule te Souburg; J. Janse te Oost-
kapelle; C. Koppejan te Zoutelande; C. Lorier te Sint
Laurens; J. de Buck, C. Reynhout en K. Wielemaker te
Middelburg; S. de Visser te Meliskerke; A. v. Dis te
'Nieuw- en St. Joosland.