Rendabele produktie van vleesstieren KORTE WENKEN 8 De laatste maanden bereiken ons veel vragen over het waarom en de wijze waarop wij proberen de le vensvatbaarheid van onze bedrijven te verbeteren met behulp van de produktie van vleesstieren. Ten einde U te informeren, en zo vele vragen te voorko men, het volgende. INLEIDING In de jaren 1969, 1970 en 1971 werden praktijkproe ven genomen met instantvoer bij de voeding van vleesstieren. Het instantvoer werd op initiatief van de Groenvoederdrogerij „Zeeuwsoh-Vlaanderen" aan gemaakt. Het instantvoer is een brok; het is samen gesteld met droge pulp (ca. 40 en kunstmatig ge droogde luzerne (ca. 25 Daarnaast werd om vol doende ZW en vre in juiste verhoudingen te krijgen tapioca-ampasmeel en soyaschroot toegevoegd. De re sultaten verkregen met deze brok waren zowel voe- dertechnisch als bedrijfseconomisch voor de proef bedrijven gunstig. Tevens werd vastgesteld dat de produkten pulp en luzerne tot grotere waarde kon den worden gebracht. Het zijn bedde produkten die indirect van het akkerbouwbedrijf afkomstig zijn. In de toekomst zou zo mogelijk tapioca-ampasmeel ver vangen kunnen worden door gedroogde aardappelen. PRODUKTIE VAN VLEESSTIEREN I De perspectieven zijn, juist voor de produktie van vlees van hoge kwaliteit, niet ongunstig. Ook op mid dellange termijn gezien. We noemen hier de te ver wachten vraag en aanbod verhoudingen en de struc turele ontwikkelingen in de melkveehouderij. Een en ander moge ook blijken uit stimuleringsmaatregelen, genomen in de E.E.G. en in Nederland. Te verwachten is dat een rendabele stierenmesterij kan plaatsvinden bij voldoende grote omvang. Het kan een belangrijke neventak zijn op akkerbouwbe drijven of op gespecialiseerde bedrijven. De akker- bouwbedrijven bieden in dit opzicht goede mogelijk heden. Men denke aan gebouwen en arbeidsbezetting en arbeidsbenutting. De instantbrok biedt tevens de mogelijkheid om met relatief weinig arbeid een ta melijk grote eenheid rundvee per man te houden. Hierbij behoeven de overige bedrijfsonderdelen niet te worden aangetast. In verband met hetgeen hier boven is opgemerkt heeft een werkgroep besloten de mogelijkheden te onderzoeken om in samenwerking met de Groenvoederdrogerij tot voldoend grote een heden per bedrijf en in totaal te komen. UITGANGSPUNTEN EN UITWERKING In de werkgroep, die nu bestaat uit circa 18 perso nen, heeft vanaf het begin van het onderzoek naar de mogelijkheden voorop gestaan dat: 1. een rendabele, dat wil zeggen bedrijfseconomisch verantwoorde, produktie van vleesstieren op de bedrijven de rentabiliteit van het gehele bedrijf dient te verhogen; 2. gezocht moet worden naar wegen om in nauwe samenwerking met de Groenvoederdrogerij B.V. de rendabiliteit van de stierenmesterij zo groot mogelijk te doen worden; 3. dat in een integratie met het instantbrok-produ- cerende bedrijf alleen kan geeschdeden op basis van: a) dat levering van arbeid en gebouwen door de deelnemende ondernemers zelf geschiedt. Voor wat betreft de financiering van de ge bouwen zijn contacten gelegd met de Centrale Raiffeisenbank/Boerenleenbank; b) de Vleesproduktie in voldoend grote eenheden geschiedt op basis van instantvoer; c) levering van credieten vanwege de Groenvoe- derij B.V. voor de kalveren en het instantvoer tegen een normale rentevergoeding. In dit verband mag worden opgemerkt dat ook bestaande mengvoederindustrieën en verkoop organisaties belangstelling tonen voor de fi nanciering van de vleesproduktie. 4. dat centrale aankoop van kalveren en afzet van slachtrijpe dieren, alsmede gezamenlijke inkoop van overige voedermiddelen aanzienlijk voorde len kan bieden; 5. de eenheden per bedrijf minimaal zo groot zijn dat 100 slachtrijpe dieren per jaar kunnen wor den afgeleverd. Daarbij dient een passende tech nische en bedrijfseconomische begeleiding van bestaande instanties gerealiseerd te worden; 6. dat het geheel op contractuele basis voor een aantal jaren moet kunnen plaatsvinden en moet vastliggen. SLOTOPMERKINGEN Tot nu toe is de werkgroep zich nog steeds aan het oriënteren. Een heel belangrijk aspect hierbij is wel: hoe zou een kern kunnen functioneren met betrek king tot de aan/koop van kalveren, de technische uit voering van de mesterij en de gebundelde afzet. Naar de mening van de werkgroep is het zo dat er wanneer eenmaal gestart is vry eenvoudig op een be paalde manier en tot een zeker maximum uitbreiding is te realiseren. Tenslotte mag men verwachten dat ook vleespro ducenten, die in bestaande situaties reeds een een heid hebben dikwijls op enigszins andere basis, hier van voordelen kunnen hebben. Onzerzijds worden adviezen ingewonnen bij het Consulentschap voor de Akkerbouw en de Rundvee houderij te Goes, het Proefstation voor de Rundvee houderij, afdeling vleesproduktie te Wageningen. Er zijn verder directe contacten, ontstaan met het Mï- nistrie van Landbouw en Visserij. De werkgroep hoopt op deze wijze duidelijk te heb ben gemaakt welke de ontwikkelingen zijn. Het ge heel is nog in het stadium van uitgebreide studies naar de mogelijkheden. Het is daarbij gebleken dat kleine studiegroepen het doeltreffendst kunnen wer ken. Mocht het desondanks uwerzijds worden ge wenst, dan verzoeken wij u zich schriftelijk in ver binding te stellen met „De werkgroep", Ringdijk Z 20, Cadzand, De werkgroep Vleesstieren- produktie Zeeuws-Vlaanderen C. A. R. - ZEVENBERGEh VOOR EEN GOEDE DRAINAGE van kleibouwland moeten de drainbuizen minstens 1 m diep liggen. Op veel percelen voldoet de drainage niet aan deze eis, waardoor het land een groot gedeelte van het jaar te nat is. Dit geeft acheruitgang van de struktuur, moeilijkheden bij de grondbewerking en te lage op brengsten. Het is nu een geschikte tijd voor het ma ken van plannen om tot een betere ontwatering van het bou/wland te komen. BIJ HET AANLEGGEN van een nieuwe drainage moet de grondwaterstand lager zijn dan de hoogte waarop de buizen komen te liggen. Meestal is dit in juli, augustus en september het geval. Bij een te hoge waterstand geeft het leggen van nieuwe drain- reeksen een sterke verdichting van de grond rondom de buis, waardoor de afvoer van het water wordt belemmerd. Komt drijfzand voor, dan spoelt dit bij een te hoge waterstand in de buizen. EEN WEEK VOOR DE BLOEI is blauwmaanzaad dankbaar voor een overbemesting met stikstof. Zeer speciaal geldt dit voor de percelen die een wat schrale stand hebben. Per ha is 200 a 300 kg kalksalpeter nodig. De kosten van de overbemesting worden door een hogere opbrengst ruimschoots vergoed. TOPROL IN AARDAPPELEN is ook in het afgelo pen jaar pleksgewijs opgetreden. Of het ook dit jaar weer het geval zal zijn, is niet te voorspellen. De oor zaak van dit verschijnsel is nog steeds een duistere zaak. U kunt het voorkomen door rond de langste dag te spuiten met 2 kg of liter purathion per ha. Deze bestrijding is te combineren met een bespuiting tegen de aardappelziekte. DE COMMISSIE VOOR FYTOFARMACIE heeft de beslissing genomen dat dalapon niet meer mag wor den gebruikt voor rietbestrijding in suikerbieten. Het residu van dalapon in koppen en blad is dermate hoog dat het ongeschikt geacht wordt -voor veevoer. U bent dus gewaarschuwd. DE VOORDELEN VOOR HET SPUITEN van vloei bare N.P meststoffen zijn: een betere verdeling dan bij centrifugaal en pertdelstrooiers, weinig wielspo ren in het land en arbeidsbesparing en verlichting. De vloeibare N genaamd Urean bevat per 100 l 39 kg N. Daar is een N.P. oplossing die per 100 l 15 kg N en 50 kg P2O5 bevat. Door deze 2 oplossingen te mengen kan men elke willekeurige samenstelling maken. ALS REGEL DOET DE PEULBOORDER in vroege doperwtenrassen geen schade. Vooral bij de late ras sen ligt dit wel even anders. Controleer deze gewas sen dan ook regelmatig langs de kanten van het per ceel wanneer de oudste peulen beginnen te zwellen. Denk bij het spuiten wel aan de veiligheidstermijn. STAMSLABONEN bestemd voor de groene pluk behoeven onder normale weersomstandigheden en bij gebruik van gezond zaaizaad niet gespoten te worden tegen vlekken of vetvlekkenziekte. Vlekkenziekte Jcan bij enkele vatbare rassen als Prelude en Simplo toch wel voorkomen. Treft U zieke planten aan spuit dan met Zineb of Maneb. DE WILDE HAVERVERORDENING is U bekend. Ook zonder deze verordening moet het U een doom in het oog zijn de ijle pluimen boven de gewassen te zien uitkomen. Zodra U ze in het oog krijgt, verwij der ze dan, voordat er kiemkrachtig zaad op de grond komt. HET DROGEN VAN GRASZAAD is geen eenvou dige zaak als het moet gebeuren met ventilatoren bestemd voor adrdappelbewaring. Houdt U aan de voorschriften zoals b.vde lucht niet meer dan ld°C opwarmen, bij hoog vochtgehalte een storthoogte van 30 cm en de eerste 2 dagen niet opwarmen. Regel matig controleren en ook omscheppen om koekvor- ming te voorkomen zijn zeer belangrijke punten. VEEHOUDERIJ HET BESTE GRAS voor het inscharen van het vee is 1012 cm lengte. Bij lang gras is de voederwaarde lager en krijgt men veel vertrarppingsverliezen, ook de melkgift daalt zodat extra krachtvoer nodig is. Pro beer groeitrappen te krijgen, zodat U steeds bij de juiste lengte kunt inscharen. WARM WEER bevordert de vermenigvuldiging van de bacteriën. Daarom moet in deze tijd van het jaar extra aandacht besteed worden aan de reiniging van het melkg er eedschap. Voor de reiniging is secuur wer ken met warm water met de juiste dosering van het reinigingsmiddel noodzakelijk. Lagere klasse van de melk kost veel geld. SLOOTKANTEN MAAIEN is niet alleen een nut tige maar ook een noodzahelijke bezigheid. Stelt U dit te lang uit dan gaat het machinaal maaien moeilijker en de onkruidzaden verspreiden zich over het perceel. U bent dan het doel voorbij geschoten omdat het kwaad is gebeurd. VEEL VEEHOUDERS hebben hun tijd begrepen en zijn overgegaan tot uitbreiding van de melkveestapel Dit heeft tot gevolg dat de voederwinning aan deze uitbreiding moet worden aangepast. Kunt U van het eigen bedrijf niet voldoende ruwvoer winnen, leg dan nu reeds contacten voor aankoop. IN VEEL GRASLAND ziet men ridderzuring welig groeien, ook op de percelen die gemaaid worden. Na het maaien schiet de ridderzuring weer uit. Als de planten dan een lengte hebben van 2030 cm is de tijd aangebroken voor een bestrijding met M.C.P.P. Ook de muur kunt U met deze bespuiting terugdrin gen. ALS U HET HOOI WILT VENTILEREN moet inschuren bij een droge stof gehalte van minstens 65 Ventileer direkt na het inschuren en ga hiermede door totdat het hooi aan de buitenkant droog is. Overdag ventileren bij droge lucht geeft de beste resultaten Wordt het hooi echter weer snel warm dan dag en nacht de ventilator laten draaien.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1972 | | pagina 8