INFLATIEBESTRIJDINGREELE INKOMENSVERBETERING JAAR OVERSLAAN V erzekeringsplicht seizoenarbeid De E.E.G. graszaadteelt subsidie officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant zlm VRIJDAG 16 JUNI 1972 60e Jaargang - No. 3136 land en tuinbouwblad T)E economische barometer is In Nederland tot een onaanvaardbare lage stand gedaald. De werkgelegenheid loopt ernstig gevaar. Parallel hier mede natuurlijk ook de belangstelling om de land bouw te verlaten. Daardoor wordt onze structuurpoli tiek duidelijk gehinderd. Het is zeer prijzenswaardig, dat onze regering meent niet met van boven af ge dicteerde maatregelen, maar door overleg met het bedrijfsleven tot een algehele aanpak van de econo mische problemen te komen. Een inflatiebestrijding moet door de gehele gemeenschap worden gedragen. Tot nog toe zijn wij als bedrijfsleven echter nog niet verder gekomen dan de wens dat andere groepen maar moeten bezuinigen. Dat is overigens een vol slagen menselijke eigenschap, maar wij moeten wel beseffen, dat wij er met deze mentaliteit niet komen. Moet het uitgangspunt niet zijn, dat wij de reële loonsverbetering eens voor een jaar overslaan? En dan natuurlijk niet sommigen, maar allemaal! Verle den jaar is deze gedachte van landbouwzijde al eens naar voren gebracht en ik meen nog steeds, dat dit het beste uitgangspunt is. Het betekent ook, dat de regering wil de landbouw in gelijke mate delen in de bezuiniging de beloofde tegemoetkomingen op het financiële vlak moet realiseren, aldus ir. C. S. Knottnerus in zijn openingswoord bij de aanvang van de openbare vergadering van het Landbouwschap ver leden week woensdag. Ik vraag mij zelfs af, of er naast de reeds toegezeg de en ingediende fiscale verbeteringen ook nog aan het lage btw-tarief gesleuteld zal moeten worden. In Duitsland ziet men tenminste kans om daarmee het boereninkomen enigermate te verbeteren; ik meen dat hiervoor in Nederland ook alle aanleiding bestaatl I-JET grote instemming heb ik kennis genomen van het gunstige advies, dat de Sociaal-Economi sche Raad aan de minister van Sociale Zaken heeft uitgebracht over de volksverzekering tegen de gevol gen van arbeidsongeschiktheid. Gelet op het una nieme advies en eerdere uitspraken hierover door minister Boersma mogen we verwachten, dat deze nieuwe volksverzekering spoedig ingevoerd zal kun nen worden. Voor vele zelfstandigen en ex-zelfstan- digen kan deze verzekering een sociaal onrecht op ruimen aldus ir. Knottnerus. CPREKENDE over het op enkele onderdelen ge wijzigde ruilverkavelingsbeleid benadrukte voorzitter het belang van ruilverkaveling voor de structuurverbetering in de landbouw en de noodzaak tot continuering in de uitvoering van onze eigen or ganisaties mag ik verwachten, dat zij in de betreffen de gebieden al het muv. „:!,pr, doen Qm a£m de betrokkenen het bel? deze ingreep duidelijk te maken waardi enthousiasme uil verkaveling „i- - Van de overhc aile anderen d«e ïveling enig belang ;ben en dat ieus wel verwachten v> ook een P°* medewerking. Het is duidelijk, dat de voor én niet beter worden, maar dat hoeft niet 'kenen, dat de voordelen daar niet tegen op wegen. Men hoort vaak de mening, dat een ruilverkaveling zoveel moois verstoort. Men wil dan graag een be- staancfe toestand handhaven. Mag ik er toch eens op wijzen, dat de natuur nooit stilstaat, dat elke boom groeit en op een gegeven ogenblik doodgaat. Daar door is de wereld aldoor in beweging. Het huidige landschap is ontstaan door menselijk ingrijpen. Als die mens nu maar verstandig ingrijpt, kan de natuur echt wel mooi blijven. Een biologisch evenwicht, waar over herhaaldelijk gesproken wordt, is maar een zeer betrekkelijk begrip. Hetzelfde kan overigens ook ge zegd worden van eht economisch evenwicht. Deze evenwichten bestaan namelijk niet. TN dit verband vermeldde ir. Knottnerus met vol doening het in Parijs bereikte resultaat tijdens het gesprek van de zogenaamde Rijnoeverstaten. Frankrijk is bereid de zoutlozing in de Rijn te halve ren tot 3 miljoen ton per jaar, terwijl het overige deel opgeslagen zal worden. De opslagkosten, die onge veer op 10 miljoen per jaar geschat worden, zullen voor de helft voor Nederlandse rekening komen. Ge lukkig wordt nu een serieuze poging gedaan om het verziltingsgevaar weg te nemen, al blijf ik in de vraag steken of de financiering van de opslagkosten strookt met het in Nederland aanvaarde beginsel, dat de ver vuiler betaalt. Kennelijk wordt dit principe internatio naal nog niot aanvaard. Wot torugdringon van do VOf- zilting is met dit besluit zeer gediend. Toch blijven we van mening, dat overige maatregelen om de ver- zilting terug te dringen ook getroffen moeten worden. Daarover schijnen betrokken diensten niet altijd vol ledig overtuigd te zijn. Dat is gelukkig wel het ge val met de definitieve afsluiting van de Oosterschelde. Minister Drees van Verkeer en Waterstaat heeft dui delijk verklaard in alle argumentaties geen nieuwe punten te zien om de afsluiting ook maar ter discus sie te stellen. De Oosterschelde zal worden afgeslo ten en hiermee zijn wij het volledig eens! DEEDS geruime tijd bestaat er onzekerheid over de verzekeringsplicht voor de Ziektewet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Werkloosheid voor gelegenheidsarbeiders in onze be drijfstak. Dit zijn scholieren, met name van middel bare scholen, studenten, gehuwde vrouwen, meisjes, die normaliter in de huishouding van de ouders wer ken, en arbeiders met een volle dagtaak elders, die als bijverdienste enige tijd seizoenwerk in onze be drijfstak verrichten. Onlangs zijn uitspraken van de Centrale Raad van Beroep verschenen, die over deze kwestie enige helderheid verschaffen. De Centrale Raad heeft t.a.v. een aantal dergelijke gelegenheids arbeiders beslist, dat geen dienstbetrekking aanwe zig is, indien de betrokkenen zowel vrij zijn in het be palen van de tijdstippen van komen en gaan als om in het geheel niet op het werk te verschijnen, en van deze vrijheid ook in feite een ruim gebruik maken. Deze werknemers zijn dan eerst verzekerd, wanneer de arbeidsverhouding tenminste een kalendermaand heeft geduurd, en daarmede gemiddeld per dag ten minste 35 van het minimum-loon is verdiend. De verzekering gaat dan dus in aan het begin van de vol gende kalendermaand. Het is duidelijk, dat het standpunt van de Centrale Raad van Beroep werkgevers, werknemers en het A.S.F. voor grote moeilijkheden plaatst. Natuurlijk zijn er een aantal stiuaties, waarin de grote mate van vrij heid, als door de Centrale Raad omschreven, inder daad realiteit is. Daartegenover komen ook de situa ties voor, waarin de gelegenheidsarbeiders zich wel degelijk in de praktijk aan bepaalde arbeidstijden hou den. Er zijn echter vele grensgevallen. Daarom wordt de werkgever op wiens bedrijf gelegenheidsarbeid wordt verricht, geadviseerd bij het regionaal kantoor te informeren, of er voor zijn gelegenheidsarbeiders al dan niet sprake is van verzekeringsplicht. Voor gelegenheidsarbeiders, die in een kalender jaar minder dan dertig dagen arbeid hebben verricht, zal, indien zij verzekerd zijn, vanaf 1 januari 1971 de lage W.W.-premie in rekening worden gebracht. Werkgevers, die in het licht van de betreffende uit spraken van de Centrale Raad van Beroep menen in de jaren '68, '69 en '70 voor bepaalde werknemers ten onrechte premie te hebben betaald, kunnen daar van aan het regionaal kantoor van het A.S.F. mede deling doen. Na onderzoek zal dan eventueel restitu tie plaatsvinden. Vanaf 1 juli 1972 zal de EjE.G.-verordening over de gemeenschappelijke ordening van de markten in de sec tor zaaizaden van toepassing worden. In de Nieuwsbrief van die NJC.T.V. schrijft Drs. S. W. Bruinsma, secretaris Zaaizadenoommissie Landbouwschap over de steun in de sector gras- en klaverzaad. Deze zal worden verleend per 100 kg gecertificeerd zaad en waarschijnlijk reeds voor oogst 1972. Over de hoogte van de steunbedragen was nog niets met zekerheid te zeggen maar zouden op grond van de gedane voorstellen op basis van gemiddelde Ne derlandse opbrengsten neer kamen op ƒ350,— tot 650,per ha. 'De hoogte van deze produktietoeslag zal worden vastgesteld per 100 kg voortgebracht zaad, met het inacht neimen van de noodzaak om produktie en af zet op elkaar af te stemmen daarbij rekening houdend met de prijzen op de markten buiten de gemeenschap. gEREIDS zijn de graszaadsubsidievoorstellen voor de verschillende soorten zoals die door de Europese Commissie zijn ingediend, bekend geworden. Per 100 kg gecertificeerd zaad variëren deze als volgt: Voorstellen graszaadsubsidie Europ Cle kropaar 25 r.e. 90,50 rietzwenkgras 25 r.e, 90,50 schapengras 18 r.e. 65,16 beemdlangbloem 20 r.e. 72,40 roodzwen'kgras 18 r.e. 65,16 westerwolds raaigras 8 r.e. 28,96 Italiaans raaigras 8 r.e. 28,96 Engels raaigras vroeg 14 r.e. 50,68 Engels raaigras laat 18 r.e. 65,16 gekruist raaigras 8 r.e. 28,96 timothee 30 r.e. 108,60 veldbeemdgras 18 r.e. 65,16 Gerekend naar de hoeveelheden in Nederland) geteeld basiszaad en gecertificeerd zaad in het seizoen 1969/ 1970 zou de steun uit komen op gewogen gemiddeld ca. 50,per 100 kg graszaad en op basis van gemiddeld 1400 kg per ha te velde goedgekeurd elite/basis zaad dus op ruim 700,/ha. JgOAiLS bekend is die .discussie tussen de vertegen woordigers van telers en graszaadfirma's over de bestemming van de subsidie en de verwerking daarvan in de graszaadteeltkontrakten nog steeds gaande. Bij de gevoerde besprekingen stellen de kwekers/handelaren zich op het standpunt dat de subsidie gezien moet worden als een dieel van de totale verkoopopbrengsten en als zodanig in de participatie ingebracht dient te worden. Het belangrijkste argument van die kant is dat door de maatregelen de prijzen zouden dalen waardoor de firma's, omdat zij; aan de telers minimumprijzen hebben gegaran deerd, verliezen zouden kunnen lijden. Van Landbouwschapszijde is men nog steeds van mening dat de subsidie volledig aan de teler ten goede dient te komen. Een en ander is gebaseerd op de veror dening zelf, waarin staat dat de subsidie verleend zal worden bij de produktie. In de tweedie plaats zijn er tot op heden geen duidelijke gegevens beschikbaar over het al dan niet dalen van de prijzen. Bovendien zal de erken ning van de keuringsdiensten van derde landen, waardoor een prijsdaling zou kunnen optreden, zeer waarschijnlijk nog een jaar worden uitgesteld Overigens hebben enkele firma's, in afwachting van een definitieve regeling, reeds klausules in hun contracten opgenomen waaibij rekening met een eventuele subsidie is gehouden. Het gesprek wordt voortgezet. Hopelijk zullen partijen spoedig tot overeenstemming kunnen komen opdat tijdig, de voor waarden voor de kontrakten oogstjaar 1974 aangepast zijn, die alweer dit najaar afgesloten moeten worden! BI.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1972 | | pagina 1