Chemische vruchtdunning bij Cox Orange Pippin Biologisch rupsenbestrijdingsmiddel .7 Consulentschap voor de Tuinbouw Roermond J. W. WIJSHOFF Chemische vruchtdun ning bij Cox's O.P. met carbaryl is mogelijk; Het juiste tijdstip van toepassing van carbaryl zal waarschijnlijk tus sen de 3 en 4 weken na volle bloei vallen; Door de chemische dun ning werd een beurt jaar voorkomen, waar door een regelmatiger opbrengst werd verkre gen, welke over 3 jaar gerekend totaal groter was dan in het object waar geen vruchtdun ning had plaatsgehad; Door ëen sterkere vrucht rui bij het ge bruik van carbaryl worden grotere vruch ten geoogst, de maat- sortering is beter; Bij overdadige vrucht- zetting zal een chemi sche vruchtdunning voordelen bieden. Op Cox's O.P. jonger da^ti 6 jaar en op sterk groeiende oudere bo men is proefsgewijze toepassing aan te beve len, meer ervaring is wenselijk en in de toe komst kan de jaarlijk se produktie waar schijnlijk goed in de hand gehouden worden of tenminste een beurt jaar voorkomen. AP de fruitproeftuin te Ulestratten werd gedurende enkele jaren een proef uitgevoerd ter vergelijking van verschillende tijdstippen van vrucht- dunningsbespuitingen. De objecten werden over deze jaren gevolgd om na te gaan wat het effect van de dunning met carbaryl (Aarupsin) in de achter eenvolgende jaren op de zetting, de produktie en de kwaliteit was. In 1969 waren de bomen 7 jaar oud, de groei ervan was matig. De proef werd in dat jaar gestart. De objecten bestonden elk uit 10 bomen m zij kre gen de volgende behandelingen: A. AArupsin 0,15 pet., gespoten 3 we ken na volle bloei; B. AArupsin 0,15 pet., gespoten 4 we ken na volle bloei; Ov onbehandeld. Er werd plm. 1500 liter vloeistof per hectare gespoten. Vain object O zijn in 1969 twee bomen uitgevallen wegens onbetrouwbare afwijkingen. In '71 viel nog een boom uit door kankeraantas ting (in object O zijn 7 bomen over gebleven). De resultaten van 1969 zijn kort samengevat in tabel I. Conclusies: De dunnende werking van carbaryl blijkt duidelijk, zowel uit het aan tal vruchten per boom als uit het aantal vruchten per 100 bloemklus- ters. Ondanks een kleiner aantal vruch ten door carbaryl-bespuitingen is de kg-opbrengst per boom niet veel lager dan bij onbehandelde bojnen. Door de sterkere dunning groeiden de vruchten beter uit, wat blijkt uit het gemiddelde vruchtgewicht en ook uit de maatsortering. Carbaryl gaf in 1969 de sterkste dunning gespoten was (object B). De sortering was daardoor zeer goed; 71 pet. van de vruchten was groter dan 70 mm. (n/ELKE invloed de behandeling van 1959 heeft gehad op de bomen in 1970 blijkt uit de tellingen van de bloemklusters in de bloeiperiode, waaruit naar voren kwam, dat grote verschillen optraden. Ook het aantal vruchten bij de pluk en de kg-op brengst per boom werden nagegaan, waarbij eveneens opvallende verschil len bleken. Twee bomen in object A en drie in object B hadden na de bloei een te groot aantal vruchten en zijn daarom 3 weken na volle bloei bespoten met carbaryl (0,15 pet.). De resultaten van 1970 zijn kort samengevat in tabel II. Conclusies: Door de zware bloei en goede vruchtzetting in 1969 werd bij het onbehandelde object O in 1970 een beurt jaar in de hand gewerkt. Door de bespuitingen met carbaryl werd dit in de objecten A en B voorko men. Bij weinig bloemklusters, een ma tig tot slechts bloei, zoals in 1970 in object O voorkwam, groeien per bloemkuster veel vruchten uit. In 1969 was het tegengestelde het ge val in dit object: zware bloei» veel bloemklusters en weinig vruchten per 100 klusters. Bij een kleiner aantal vruchten per boom kunnen deze beter uitgroeien. Dit komt tot uiting in een hoger vruchtgewicht in de tabellen. Het resultaat van een chemische vruchtdunning mag niet over één jaar beoordeeld worden, omdat de nawerking op de produktie van een behandelde boom in het volgende jaar bijzonder groot kan zijn. Met de bespuitingen kunnen beurt jaren worden weggewerkt, wat de kolom van de kg-opbrengst over 1969 en 1970 aardig illustreert. IN 1971 werd de proef voortgezet door 'onderstaande behandeling van de objecten: A. AArupsin 0,15 pet., 3 weken na volle bloei, plm. 1000 liter/ha; B. AArupsin 0,15 pet., 4 weken na volle bloei, plm, 1000 liter/ha; O. onbehandeld. De beoordeling omvatte ook in 1971 telling van de bloemklusters per boom, het aantal vruchten per boom bij de pluk, de kg-opbrengst en een maatsor tering. De resultaten van 1971 zijn kort samengevat in tabel HL Het object O,, onbehandeld, had na het beurtjaar 1970 nu de meeste bloem klusters, wat vanzelfsprekend te ver wachten was. Na een zeer goede vruchtzetting volgde een sterke natuur lijke vruchtrui en er bleven nog ge middeld 31 vruchten per 100 bloem klusters over. In object A trad iets te sterke vruchtrui op. In óbject B kwam zeer weinig vruchtrui voor, de meeste bomen hingen daar iets te vol, maar er werd niet meer met de hand nagedund. De mindere vruchtrui in object B is misschien voor een deel toe te schrij ven aan het kleinere aantal bloemklus ters per boom, waardoor minder con currentie optrad, In tegenstelling tot in 1969 veroor zaakte carbaryl 3 weken na volle bloei gespoten nu in 1971 een sterkere vruchtdunning. Carbaryl gespoten 4 weken na volle bloei gaf minder vruchtdunning dan in 1989. Tabel I. Naarmate er minder vruchten aan een boom hangen worden deze meestal groter. Dit komt hier duidelijk tot uiting in het vruchtgewicht en het per centage van de geplukte vruchten in de maat 70 mm en op. De kg-opbrengst is een belangrijke factor. Deze kan van jaar tot jaar sterk wisselen, zodat alternerend draagjaren en beurt jaren ontstaan. Dit komt meestal voor wanneer de bomen niet wordfen behandeld. Door de chemische vruchtdunning met carbaryl ontstaat een regelmatiger produktie. terwijl deze over de drie proefjaren bovendien belangrijk beter is dan bij het object O, waar geen dunningsmiddel wend toegepast. Verder speelt de vrucht- grootte een voorname rol. Er werd der halve ook een maatsortering uitge voerd, weergegeven in tabel IV. Bij object A was het percentage be neden de maat kroet, het laagst. By ob ject B kwam slechts 39 pet. aan de maat 70 mm en op: de toepassing van car baryl 4 weken na de volle bloei heeft onvoldoende vruchtrui gegeven. Even als bij object B bleef ook bij object O 27 pet. beneden de maat 65 mm. De sterke natuurlijke rui bij het object O heeft in de hand gewerkt, dat 48 pet. van de oogst uitgroeide tot de maat 75 mm en op. Algemene conclusies na 3 proefjaren Cox's O.P. leent zich minder goed voor proefnemingen, daar vaak on betrouwbare afwijkingen optreden of kunnen optreden. Bij bepaolig van de produktie per boom over meerdere jaren komen vaak sterk wisselend-? resultaten voor die niet alleen aan de proefmiddelen te wij ten zijn De oorzaken van opbrtengstverschil- len zijn vaak mede te zoeken in een algemeen slechte gezondheidstoe stand van dit ras of in bepaalde er felijke factoren ervan Dit toont dan ook duidelijk de noodzaak aan van meer onderzoek t.a.v. gezonde en hoog-produktieve Cox's O.P. Aantal bloemklusters (gemidd. per boom) Aantal vruchten (gemidd. per boom) Kg.-opbrengst (gemidd. per boom) Aantal vruchten per 100 bloemklusters Gemidd. vruchtgewicht in gr. Percentage vruchten boven de 70 mm 0 Tabel H. Aantal bloemklusters (gemidd. per boom) Aantal vruchten (gemidd. per boom) Kg.-opbrengst (gemidd. per boom) Aantal vruchten per 100 bloemklusters Gemidd. vruchtgewicht in grammen Totale kg-opbrengst van 1969 en 1970 Tabel Hl. Aantal bloemklusters (gemidd. per boom) Aantal vruchten (gemidd. per boom) Kg.-opbrengst (gemidd. per boom) Aantal vruchten per 100 bloemklusters Gemidd. vruchtgewicht in grammen Perc. vruchten boven de 70 mm 0 Totale kg.-opbrengst van 1969 t/m 1971 Tabel IV. objekt 75 mm en op 7075 mm 5570 mm A. 261% 41% 19%* B. 11 28 34 O. 17% 31% 25% objekt A objekt B objekt O 1447 1477 1453 211 180 246 26 jO 24.6 27.1 14 12 17 123 137 110 56 17 35 objekt A objekt B objekt O 151 201 23 171 306 58 24.5 38.7 9.1 1:13 152 243 143 127 162 50.5 63.5 36.2 objekt A objekt B objekt 565 492 724 152 300 227 22.3 35.5 29.1 27 61 31 147 118 129 67 39 48 72.8 97.9 65.3 6065 mm 9% 19% 19 5560 mm 1 5 2% kroet 4 6% 6 Samenvattend in drie kwaliteitssorteringen (op maat) leidt deze tabel tot de volgende percentages: objekt A. objekt B. objekt O. 70 mm en op (kwal. I> 67 39 48% 6570 mm (kwal. H) 19 34% 25 kroet (minder dan 65 mm enz.) 14% 27 27 Ligtermoet Chemie N.V. te Rotterdam (postbus 699) komt met een bacterieel biologisch bestrijdingsmiddel Thuricide-HP voor schadelijke rupsen zowel in de fruit-, groente- als sierteelt. Het bevat als aktief be standdeel levenskrachtige sporen van de bakterie Ba cillus thuringiensis Berliner, dat zeer specifiek toxisch is voor larven van motten en vlinders, dat onschadelijk is voor andere insekten, vogels, dieren en de mens, veilig is voor bomen en planten, zelfs in onverdunde toestand en met de normale apparatuur kan worden gespoten of geneveld. Zodra schadelijke rupsen worden waargenomen dient de eerste besouiting met Thuricide-HP te wor den uitgevoerd. Indien nodig kan de behandeling om de week herhaald worden. Er moet zorg worden ge dragen, dat ook de onderzijde van bladeren geraakt wordt. Zodra rupsen het middel naar binnen krijgen worden toxinen afgescheiden, die een verlamming van de rupsen veroorzaken. De larven stoppen met vreterij en gaan na enige dagen of zelfs na langere tijd dood. Gedurende die periode zijn ze des te gevoeliger en een gemakkelijke prooi voor hun belagers. Het resultaat zal zijn naarmate de rupsen in 'n jonger stadium ver keren tijdens de bespuiting. De beste bestrijding wordt verkregen indien het middel verspoten kan worden bij temperaturen van 20° C of hoger. Te lage tempera turen kunnen het resultaat van een bespuiting nadelig beïnvloeden. De te gebruiken dosering (bedraagt 0,1 procent spuitconcentratie, en een 10-voudige concen tratie bij nevelen, dan wel 15002000 liter spuit vloei stof per are. In het algemeen kan Thuricide-HP goed met andere middelen gemengd worden verspoten. Uit zondering hierop vormen de produkten, die diazinon, dodine, lindaan en malathion bevatten. Ter bereiding van de spuitvloeistof moet Thuricide-HP eerst met een weinig water in een emmer tot een dunne pan geroerd worden. Deze pap daarna in de vereiste hoeveelheid water in de spuittank gieten. Nooit het produkt recht streeks in het water doen. Aldus Ligtermoet Chemie N.V.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1972 | | pagina 7