MAAIDORSERS VAN 6EMEREN N.V.-AAGTEKERKE New Holland 0PRAAP- PERSEN DE 5 NIEUWE VAN Varkens 1972 Hinderwet brengt veehouders in moeilijkheden Te verwachten aanbod slachtvarkens LAYSON MAAIDORSERS VAN GEMEREN VOOR: Landbouwservicebedrijf - Tel.(01188) 1597 Filiaal: Louisastraat 3 - SLUISKIL - Tel.(01157) 377 14 VRLJ GUNSTIGE OPBRENGSTPRIJZEN VERWACHT! Bij het L.E.L is zojuist een publikatie verschenen over de bedrijfseconomische aspecten van de varkensfokkerij en -mes'- terij. Van belang is de conclusie dat voor dit jaar in de EEG een produktietekort wordt verwacht. Indien zich geen bijzon dere omstandigheden voordoen mag daarom voor de naaste toekomst worden verwacht dat de opbrengstprijzen vrij gunstig zullen zijn. |N de jaren 1960 tot 1970 is de varkenshouderij in Nederland sterk toegenomen (8,5 per jaar). De produktietoeneming was in Nederland groter dan in de fatale EEG (3,5 per jaar). In de totale EEG is de produktie gemiddeld genomen ongeveer gelijk aan de consumptie. Nederland en België hebben een produktie-over- schot. In Frankrijk, West-Duitsland en Italië is er een tekort. In 1970 bedroeg de export van Nederlandse varkensprodukten 1.460,miljoen, waarvan voor 970 miljoen naar de EEG-landen. Varkensprodukten zijn één van de belangrijkste agrarische exportprodukten van Nederland. De varkenshouderij in Nederland concentreert zich steeds meer op de zandgronden, waar thans bijna 80 van het totaal aantal varkens wordt gehouden. De weidegebie den en Drenthe blijven achter bij de landelijke ontwikkeling van de varkenshouderij. DE BEDRIJFSRESULTATEN |N de publikatie is o.a. aandacht besteed aan de resultaten in de afgelopen jaren, de verschillen in resultaten tussen de bedrijven, de verschillen in resultaten tussen de fokkerij en de mesterij, de verschillen in resultaten tussen het Oostelijk- en het Zuidelijk zandgebied en de verschillen in produktieomvang. Wat de resultaten in de afgelopen jaren betreft kan die volgende samenvatting worden gegeven. Arbeidsinkomen per worp biggen en per afgeleverd mestvarken (gld.) Fokkerij Mesterij op kosten arbeids op kosten arbeids breng zonder inkomen breng zonder inkomen sten arbeid sten arbeid 1964/'65 686 517 169 189,20 171,80 17,40 1965/'66 695 571 124 201,10 183,70 17,40 1966/'67 751 554 197 218,40 201,20 17,20 1967/'68 700 570 130 211,30 196,20 15,10 1968/'69 774 584 190 238,80 200,90 37,90 1969/'70 997 610 387 268,10 235,90 32,20 1970/'71 784 644 140 229,30 221,70 7,60 Sinds veehouderijbedrijven onder het begrip „inrichting" in de hinderwet vallen, moet iedere veehouder een hinderwetvergunning hebben. Wordt een aangevraagde vergunning geweigerd omdat een bedrijf omwonenden hindert, dan moet het ook al bestaat het 200 jaar binnen 20 dagen worden gesloten. Dat is tot dusver al me* twaalf veehouderijbedrijven gebeurd. Ir. D. S. Tuynman, voorzitter van de vaste com missie voor milieuhygiëne uit de Tweede Kamer, vertelde dit woensdag in Utrecht. Hij sprak op een vergadering van de Nederlandse Industriële Molenaars Organisatie (NIMO) over „landbouw en milieuverontreiniging". Hij zei dat deze wettelijke rege ling de veehouderij voor zeer grote moeilijkheden kan stellen. „Ik begrijp dat de regeling tegen het rechtsgevoel van vele boeren ingaat, omdat ze niet alleen betrek king heeft op nieuw te stichten bedrijven", aldus ir. Tuynman. De kans op een „gene raal pardon" voor alle bestaande bedrijven is volgens hem echter niet groot. Een pro bleem is, dat veel bestaande bedrijven langzaam worden ingesloten door woonwijken, zodat steeds meer burgers zich over stankoverlast zullen beklagen. Een oplossing kan zo zei ir. Tuynman misschien worden gevonden in een „deodorisant" voor mest- en andere stalluchtjes. Een vergunning kan ook worden verleend als de boer de uitgeworpen stallucht zuivert en als hij een gierkelder of een waterdichte betonnen mestplaats bouwt. Voor lozing van mest en gier op oppervlaktewater en openbare rioleringen is een vergunning nodig ingevolge de wet verontreiniging oppervlaktewateren. De vervuiler betaalt op basis van het aantal inwonerequivalenten (de vervuiling die één persoon per dag teweeg brengt). De heffing is op het ogenblik ongeveer 10,per inwoner equivalent per jaar. Ir. Tuynman becijferde, dat dit betekent dat voor een volledige lozing van mest en gier van een koe dan jaarlijks 100,voor een varken 20, en voor een kip 1,betaald moet worden. Voor een middelgroot veehouderijbedrijf komt dat al gauw neer op 4000,per jaar en voor een bedrijf met 500 mestvarkens op 15.000, Deze bedragen zijn niet op te brengen, aldius ir. Tuynman, die dan ook verwacht dat de veehouders zoveel mogelijk gebruik zullen gaan maken van mestputten of af gedamde sloten. De vervuilers hebben voorlopig de tijd gekregen om de vervuilings graad tot binnen aanvaardbare proporties terug te dringen. De bestrijding van de milieuvervuiling moet volgens ir. Tuynman worden gezien als een normale kostenfactor die in principe in de prijs van het eindprodukt moet kunnen worden doorberekend. Hij meent evenwel, dat de landbouw niet steeds in staat zal zijn om de gemaakte kosten op de afnemers te verhalen, mede met het oog op de concurrentieverhoudingen. De overheid zal dan de helpende hand moeten bieden. In maart 1972 werden 106,2 duizend zeugen gedekt tegen 104,5 duizend in maart 1971 2 Het aandeel van de jonge zeugen lag in maart 1972 (22,4 duizend stuks) nog beneden het aantal van maart 1971 (23,8 duizend stuks). Op grond van de uitkomsten van de dekkingensteekproef kan worden verwacht, aldus het C.B.S., dat het aanbod van slachtvarkens in januari 1973 860 duizend stuks zal bedragen. Het gerealiseerde aanbod van slachtvarkens bedroeg in januari 1972 806 duizend stuks. De voorlopige uitkomsten over het aanbod van slachtvarkens in maart 1972 wijzen uit dat het ging om 890 duizend stuks. Het arbeidsinkomen was in de fokkerij in 1969/'70 relatief hoog, in de mesterij was dit in 1969/ 70 maar ook in 1968/'69 het geval. In 1968/'69 konden de mesters name lijk profiteren van de stijgende opbrengstprijzen, terwijl de prijzen van de biggen pas op een later tijdstip zijn gaan stijgen. In 1970/'71 stonden de resultaten onder druk van de sterk gedaalde opbrengstprijzen en de gestegen kosten. DE KOSTPRIJZEN IN DE NAASTE TOEKOMST QP grond van de kostenontwikkeling in de afgelopen jaren zijn landelijke kost prijsberekeningen opgesteld die gelden voor gemiddelde omstandigheden bij het te verwachten prijspeil in 1972/'73. 89,70 78,40 „74,80 3,11 2,98 2,93 Kostprijs per big van 20 kg (af boerderij) Kostprijs per kg geslacht gewicht (franco slachtplaats) en bij gemiddelde kostprijs van big bij 15 fokzeugen per bedrijf bij 35 fokzeugen per bedrijf bij 75 fokzeugen per bedrijf bij 75 mestvarkens per bedrijf bij 175 mestvarkens per bedrijf bij 500 mestvarkens per bedrijf De kostprijzen liggen bij de grotere eenheden belangrijk lager, hetgeen hoofdzakelijk moet worden toegeschreven aan het lagere arbeidsverbruik per dier bij dieze eenheden. DE OPBRENGSTPRIJZEN IN DE NAASTE TOEKOMST |JE opbrengstprijs van varkensvlees in Nederland varieert onder invloed van de cyclische veranderingen in vraag en aanbod in de gehele EEG. Sinds 1967 zijn de onderlinge belemmeringen aan de binnen-grenzen van de lidstaten vervallen. Alleen op grond van veterinaire maatregelen is het nog mogelijk de grenzen te sluiten. Ver der kunnen wijzigingen van monetaire en conjuncturele aard invloedi op de opbrengst prijzen hebben. Deze factoren zijn vooral van belang voor Nederland gezien de be tekenis van de varkensexport van ons land, dat 50 van de produktie exporteert Daar voor dit jaar in de EEG een produktietekort te verwachten is kan verwacht wor den dat de opbrengstprijzen vrij gunstig zullen zijn. Deze publikatie kan worden besteld door overschrijving van 6,50 op giro no. 41.22.35 ten name van het L.E.I. onder vermelding „Zendi publikatie no. 3.32". Dat betekent: verhoogde dagcapaciteit méér productieve uren méér comfort voor de bestuurder typen 1520, 1530, 1540, 1545 en 1550... voor on overtroffen prestaties op landbouwtechnisch gebied DOELTREFFEND, VEILIG, SNEL, GEMAKKELIJK Typen: 70, 276, 286. Handige pakkenmaat, perfect van vorm. Compacte balen, stevig geperst. Goed ge vuld perskanaal met vergrote invoeropening. Minder bewegende delen, dus langere levensduur. DE OPLOSSING VAN ALLE LANDBOUWTECHNISCHE PRO BLEMEN TOPKWALITEIT DESKUNDIGE ADVIEZEN SNELLE, DEGELIJKE SERVICE

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1972 | | pagina 14