Akkerbouw
Repliek op
„Absurd"
KORTE WENKEN
11
PRODUKTSCHAP VOOR GRANEN, ZADEN
EN PEULVRUCHTEN
Met de prijsvorming van de granen blijft het dit
jaar een droevige zaak. Duidelijk blijkt dit uit het
overzicht dat gevoegd was bij de agenda van het
Produktschap voor Granen, Zaden en Peulvruchten.
Ondanks de kleine prijsverhoging, waartoe voor het
oogstjaar 1971 was besloten, blijken de gerealiseerde
telersprijzen lager te liggen dan die in het jaar 1970.
Alleen de gerst maakt daar de laatste maanden een
uitzondering op.
MARKTONDERSTEUNING ONVOLDOENDE
Van de totale tarwe-oogst heeft op eind april ruim
25 ofwel een 180.00 ton nog geen bestemming ge
vonden. Betwijfeld wordt of deze hoeveelheid nog
op een normale manier via de markt kan worden
afgezet. Naar de mening van het Produktschap zijn
de mogelijkheden om het prijsniveau voor de akker -
bouwsektor in gunstige zin te beïnvloeden, onvol
doende benut.
Dit geldt zowel voor het beleid ten aanzien van de
afzet van zachte tarwe naar de veevoersektor, het
stimuleren dus van het denatureren, als voor export
van zachte tarwe naar derde landen. Er mag aan
herinnerd worden dat het Produktschap al in een
vroeg stadium erop aangedrongen heeft de denatura-
tiepremie en de exportrestituties voor tarwe te ver
hogen.
Gezien de omvang van de produktie, niet alleen in
ons land, maar in de hele EEG, was er immers alle
aanleiding om een aktief afzetbeleid te voeren. De
bereidheid daartoe bleek evenwel in Brussel niet
aanwezig. De gevolgen hiervan hebben de akker
bouwers ondervonden, namelijk een beslist onvol
doende prijszetting voor hun produkten.
De gang van zaken in dit oogstjaar heeft weer
eens duidelijk aan het licht gebracht, dat men er
niet is met het vaststellen van prijzen. Het beleid
daaromheen zal zodanig moeten zijn dat hetgeen
dat in het vooruitzicht is gesteld, ook haalbaar is.
PRIJSBELEID 1972/1973
Na de uitvoerige discussie in de vorige vergadering
over de voorstellen, was er nu weinig aanleiding voor
een behandeling van de beslissingen, die inmiddels
zijn genomen. Deze beslissingen wijken immers maar
op enkele kleine onderdelen af van de toen bekende
voorstellen. Wel is het goed er op te wijzen dat het
besluit van de Ministerraad voor de graanprijzen be
trekking heeft op de hoogte van de basisprijzen. Dit
zijn de prijzen, die gelden in het grootste tekortge-
bied. Door hierop de vrachtkosten in mindering te
brengen, worden deze herleid tot regionale prijzen.
Aanvankelijk bestond het voornemen om deze af
trek aan te passen aan de gestegen vrachtkosten.
Voor de drempelprijzen schijnt deze gedachte nog wel
te leven, maar voor de interventieprijs zou de hui
dige situatie gehandhaafd blijven. Ook de voorstellen
tot verkorting van de interventieperiode en de ver
scherping van de kwaliteitseisen schijnen van de baan
te zijn.
MAISTEELT
Bij de agenda was ook een overzicht opgenomen
van de ontwikkeling van de maisteelt in Nederland,
zowel van korrelmais als van snijmais. Uit dit over
zicht blijkt, dat de oppervlakte korrelmais van 980
ha in 1970 is uitgebreid tot 2282 ha in 1971. Opmer
kelijk is ook dat de oppervlakte bij de maiskernen,
die in 1970 al bestonden, met bijna de helft is ver
meerderd. De ha-opbrengsten in 1971 waren door-
eengenomen wat hoger dan in 1970.
Desondanks was de financiële opbrengst toch nog
maar ongeveer 50 per ha hoger dan die van zomer-
gerst. Daarbij wordt wel aangetekend dat geen reke
ning is gehouden met de waarde van het stro van
de mais als grondverbeteraar.
Verheugend is ook dat de praktijkproeven met de
teelt in het noorden van ons land nogal goede resul
taten hebben opgeleverd. Daarbij wordt wel aange
tekend dat wij de laatste jaren uitzonderlijk mooie
en droge najaarsmaanden gehad hebben.
Bij de snijmais wordt van een overweldigende be
langstelling gesproken. Dit blijkt ook wel uit de
cijfers van de geteelde oppervlakten. In 1969 was dit
nog 4300 ha, in 1970 6400 en in 1971 13200 ha .terwijl
voor 1972 een oppervlakte van 20.000 ha wordt ver
wacht.
O.
INGEZONDEN
|N veel landbouwbladen lazen wij een stukje over de
import van aardappelen in Nederland. Naar het
schijnt verscheen dit oorspronkelijk onder de kop
„Absurd" in de „Landbode", met als auteursvermelding
„D". De teneur van dit artikeltje is dat in Nederland
geen aardappelen dienen te worden ingevoerd zolang er
voldoende Nederlandse aardappelen beschikbaar zijn.
Zelfs niet indien, zoals in het onderhavige geval, de prijs
ervan vier keer zo hoog is dan het Nederlandse produkt.
Deze stellingname op zich is zeer kortzichtig; de pu
blicatie ervan gevaarlijk en dom. Immers, Nederland ex
porteert belangrijke hoeveelheden consumptie-aardappe
len. Dit seizoen wellicht meer dan 700.000 ton. Een zeer
groot deel hiervan, in feite meer dan de helft, gaat naar
landen die zelf voldoende produceren om aan de natio
nale behoefte te voldoen. De landbouw in die landen, en
wij denken hierbij vooral aan Duitsland, reageert de
laatste tijd furieus op deze importen en stelt hardnekkige
pogingen in het werk deze import onmogelijk te maken.
Het Nederlandse bedrijfsleven en de overheid moeten
hiertegen een voortdurend fellere strijd leveren.
PUBLICATIES als bovengenoemd artikeltje maken
het voor het bedrijfsleven en overheid niet weinig
moeilijker om met succes de strijd voor een ongeremde
export uit Nederland te voeren.
Wij willen dan ook nog terloops wijzen op de exüort
van een kleine 300.000 ton pootaardappelen uit Neder
land. Een groot deel hiervan gaat naar primeurs-produ
cerende landen. De produktie hiervan moet worden ver
kocht naar het buitenland. Het zou een geweldige anti-
propaganda voor onze poter export betekenen indien
Nederland! zich op enigerlei wijze tegen de primeurs-
import zou verzetten. Op zeer korte termijn zouden
hieruit tegenmaatregelen volgen voor de afzet van ons
pootgoed.
Overigens, het ging hier niet om Egyptische aardappe
len, die zijn voor zover ons bekend dit seizoen in Ne
derland niet geïmporteerd. De primeurs kwamen uit het
E.E.G.-land Italië, Nederlands grootste klant voor poters.
^"ENSLOTTE, in A.H. winkels staan niet alleen kook-
voorschriften op de verpakking van import aard-
aDpelen, maar ook op die van de Bintjes, zowel op de
21/2 kg als op de 5 kg verpakking. Het is één van de ma
nieren waarop dit grootwinkelbedrijf, in samenwerking
met haar leveranciers, werkt aan een betere waardering
van het publiek voor de aardappel, waarvan in de eerste
plaats de teler de vruchten plukt.
Het valt verder op dat „D" als Bintje-prijs vermeldt
„ruim 30 cent per kg", terwijl op dat moment de 5 kg-
verpakking voor 1,35 in de AH-winkels te koop werd
aangeboden. Dat betekent 0,27 per kg en niet „ruim
30 cent".
Mogen wij „D" verzoeken in de toekomst wel te den
ken voor hij schrijft en éls hij schrijft zijn bevindingen
1 v'edig weer te geven. Het achterhouden van informatie
bij het vergelijken van waren is immers even erg als het
publiceren van onwaarheid. En dat zal toch niet de be
doeling van „D" zijn?
C. MEIJER N.V., Kruiningen.
C\ A. R. - ZEVENBERGEN
AKKERBOUW
WITLOF DAT REGELMATIG BOVEN IS GEKO
MEN, is goed te dunnen met een slingerdurrner. Om
7 wortels in een kg te krijgen zijn per ha 200.000
planten nodig. Dit wordt hij een rijafstand van 37V,
cm 7 a 8 planten per strekkende meter in de rij.' Bij
een rijafstand van 50 cm moeten er dan 10 planten
per m staan.
I
WANNEER HET IN DE GRANEN alleen maar gaat
om de bestrijding van de akkerdistel (stekels), moet
U nog even geduld hebben. Deze moeten voor een
goede bestrijding al flink ontwikkeld zijn en een
lengte hebben van 35 cm. Spuit tegen een hoeveel
heid van 4 l M.C.P.A. per ha bij groeizaam weer en
U bent van succes verzekerd.
IVORIN IS HET ONKRUIDBESTRIJDINGSMID
DEL in stamslabonenEen middel dat bij normale
neerslag en een juiste dosering prima^werkt. Het
laatste hebt U in de hand. Houd daar&hi rekening
met afslibbaar en het humusgéhalte van de grond.
Hoe hoger beide zijn, hoe hoger de dosering Ivorin
moet en mag zijn.
OP RIVIERKLEIGRONDEN IS KALIFIXATIE een
veel voorkomende zaak. Speciaal aardappelen kunnen
de kali opnemen. Een middel om kaligebrek in aard
appelen te voorkomen, is het geven van een overbe
mesting met 250 kg zwavelzure kali. Dit moet dan
gebeuren als het gewas 20 cm hoog is.
1
ALS BIJ UW GERST GEEN ZAAIZAADONT
SMETTING met Milstem is toegepast, controleer deze
dan regelmatig op het voorkomen van meeldauw. Is
het 3e blad van bovenaf aangetast, dan moet U spui
ten met l Calixin per ha. Eventueel kunt U dit
mengen met groeistoffen.
VEEHOUDERIJ
ELK JAAR WEER ZIJN ER IN DE WINTER een
aantal voordroogkuilen die gemakkelijk broeien en
ook schimmelvorming komt vaak voor. De oorzaak is
meestal dat het gras niet voldoende droog was bij
het kuilen. Streef naar minstens 40—50 droge stof
bij het inkuilen en voorkom natte plukken.
DE VELDPERIODE MOET VOOR VOORDROOG-
KUIL en hooi zo kort mogelijk zijn. Dit beperkt de
■verliezen, Begin daarom met schudden zodra het gras
is gemaaid. Bij goed weer is het raadzaam twee keer
per dag te schudden. Let er ook op dat alle gras goed
wordt opgeraapt.
ALS DE KOEIEN PAS BUITEN KOMEN kunnen
ze nog al eens last krijgen van schrale spenen. Dit is
pijnlijk bij het melken en het werk verloopt niet vlot.
Voorkom deze moeilijkheden door de spenen met zalf
te behandelen of te sprayen.
NIEUWE SHELL-SMEERMIDDELEN VOOR SNELLOPENDE DIESELMOTOREN
£HELL heeft na uitgebreid onderzoek nieuwe
smeermiddelen voor snellopende dieselmotoren
ontwikkeld. Deze nieuwe motoroliën Shell Myrina
Olie, Shell Rotella TX Olie en Shell Rotella SX Olie
vormen tezamen met Shell Rimula CT Olie een volkomen
nieuwe reeks smeermiddelen voor dieselmotoren. De
serie bestaat uit de navolgende produkten:
Shell Myrina olie 20W/40 en Shell Rimula CT olie
10W, 20W, 30, 40 voor opgeladen dieselmotoren.
Voor niet opgeladen dieselmotoren de Shell Rotella TX
olie 10W/30, 10W, 20W, 30, 40, 50 en de Shell Rotella
SX olie 20W/40, 10W, 20W, 30, 40, 50.
De introductie van deze nieuwe serie houdt tevens in
dat met ingang van 2 mei j.l. de vroegere Shell Rotella,
Shell Rotella T, Shell Rotella M en Shell Rimula oliën
uit de markt worden genomen.
Aan de technische informatie ontlenen wij de volgende
bijzonderheden: In de afgelopen jaren zijn nieuwe typen
dieselmotoren met een zeer hoog specifiek vermogen op
de markt verschenen. Deze motoren zijn dikwijls voor
zien van turbo chargers en vergen daardoor nog hogere
prestaties van de smeerolie. Daarbij komt dat uit econo
mische overwegingen in toenemende mate een inten
siever gebruik van de motoren wordt gemaakt met als
gevolg verzwaring van de bedrijfsomstandigheden en
daardoor hogere smeerolietemperaturen. Ook zijn er en
kele nieuwe typen diesels die door roet een wat sterkere
neiging tot indikking van de smeerolie te zien geven.
Koude Hudge kan filters en oliekanalen verstoppen met
alle desastreuze gevolgen voor de motoren van dien.
Om aan de nieuwste eisen te voldoen en mede al reke
ning houdend met de zich nog steeds wijzigende bedrijfs
omstandigheden in de naaste toekomst is deze nieuwe
serie motorolie ontwikkeld; waarbij de multigrade eigen
schappen, het behouden van het motorvermogen, een
lange levensduur en het schoonhouden van de motor ver
zekerd zijn. Een exclusieve Shell-toevoeging zorgt ervoor
dat de multigrade-soorten in de nieuwe serie (Shell
Myrina SAE 20W/40, Shell Rotella TX SAE 10W/30 en
Shell Rotella SX SAE 20W/40) hun viscositeitsklasse be
houden ook na langdurig gebruik onder de zwaarste om
standigheden. Koude start-problemen vermeden door een
DUBBELE SPREIDVINNEN VOOR VICON
TROMMELSCHUDDER
Trommelmaaiers met een werkbreedte van 1.60 m
maken grote zwaden die door een trommelschudder niet
of nauwelijks uit elkaar te schudden zijn. Om dit pro
bleem bij de Vicon Trommelschudder voor te zijn, is een
set dubbele spreidvinnen voor deze machine ontwikkeld
die met ingang van dit seizoen leverbaar zijn. Hooibou-
wers die reeds eerder een Vicon Trommelschudder aan
schaften, kunnen dit accissoire bij de Vicon dealer ver
krijgen.
Vicon te Nieuw Vennep is de enige leverancier die een
Trommelschudder in deze uitvoering kan leveren.
eveneens nieuwe toevoeging die het indikken van de
oliën, veroorzaakt door opname van roetdeeltjes afkom
stig uit het verbrandingsproces, voorkomt. Shell Myrina
Olie is nu reeds aangepast aan de verzwaring van de
motoroliespecificaties die naar verwachting in de naaste
toekomst door de motorfabrikanten gesteld zullen wor
den.