POLYRAVE 1 u r suikerbÉÈÈ k 1 SS w 5 r Grasland verbetering c.ra. ™>Urg, precisiezaad v van hoge kwaliteit KORTE WENKEN KAPELLE-tel.01102-1441 10 J. BOGERS. Vele percelen grasland geven te lage opbrengsten, omdat het grasland versleten is, te dunne stand of perceel met slechte grassen. Waarom komt matig tot slecht grasland voor? 1. Door een onregelmatige verdeling van drijfmest of wanneer te grote hoeveelheden in een keer ver strekt worden; 2. Door het rundvee te laten weiden in te lang gras en door het maaien in te oud groeistadium; 3. Door het gras te kort af te maaien; 4. Door een slechte ontwatering of droogte; 5. Onvoldoende aandacht besteden bij het inzaaien van grasland. Voor een blijvende verbetering is het noodzakelijk dat genoemde factoren ook worden verbeterd, anders heeft het weinig zin om het grasland te gaan ver beteren. Matig grasland met nog onvoldoende Engels raai- gras, kan verbeterd worden door een betere verzor ging en gebruik van het grasland. Deze verbetering duurt langer dan bij opnieuw inzaaien. Door slecht grasland te verbeteren kan de jaarlijk se opbrengst aan zetmeelwaarde met één vierde ge deelte worden verhoogd. WANNEER OPNIEUW INZAAIEN iDe beste tijd van inzaaien is in de periode van half juli tot eindi september. De temperatuur en de neerslag zijn dan meestal vrij gunstig voor een snelle aanslag van het zaaizaad, en men heeft minder groeitijdverlies. Her- inzaai na september is ook mogelijk, maar de risico's voor mislukking worden groter, naarmate het later wordt uitgevoerd. Verbetering in het voorjaar moet zo vroeg mogelijk worden uitgevoerd. In het voorjaar zijn de weersomstan digheden dikwijls ongunstig (schraal en droog weer) voor de aanslag van het zaaizaad, zodat in het jaar van inzaai meestal een zeer lage opbrengst wordt verkregen. HET INZAAIEN Voor een goede aanslag is de juiste inzaaimethode van groot belang. Voor deze aanslag is vocht zeer belangrijk zodat uitdroging van de grond voorkomen moet worden. Dit bereikt men door de grond direct na het frezen of ploegen goed aan te drukken met de trekker (spoor aan spoor). De grond moet hiervoor echter voldoende droog zijn anders bestaat de kans op structuurbederf. Bij de methoden 1 en 2 even naeggen met een lichte egge. De grond wordt dan geëgaliseerd zodat een mooi zaaibed wordt verkregen. Met een balkje achter de trek ker kan soms ook het gewenste zaaibed verkregen wor den. Ook na het inzaaien met de Lelyzaaifrees dient in het algemeen dat de grond nog extra moet worden aange drukt. Vooral onder droge omstandigheden moet dit direct na het frezen plaats hebben, zodat verder uitdro gen van de grond wordt voorkomen. VERBETERINGSMETHODE VAN GRASLAND WAAR GEEN KWEEK IN VOORKOMT 1. Frezen met Lely-frees (overtopfrees, aandrukken met de trekker, egaliseren, inzaaien met de Brillion gras- zaaimachine of andere inzaaimethode met narollen. 2. Frezen en ploegen, eggen, aandrukken met de trek ker, egaliseren en inzaaien met de Brilliongraszaai- machine of andere methode met narollen. 3. Frezen en inzaaien in één werkgang (Lelyzaaifrees- overtopfrees). Na inzaai aandrukken. kool. De voorjaarsinzaai bij deze methode is bezwaar lijk. Bij een vroege behandeling met T.C.A., en het gewas in te kuilen, kan nog najaarsinzaai plaats vin den. De kweek wordt het beste bestreden met Dala- pon en T.C.A. ZAAIZAAD EN DEKVRUCHT De aankoop van een mengsel met oranje bandlabel geeft de zekerheid dat goed zaaizaad wordt verkregen. De benodigde hoeveelheid zaaizaad hangt o.a. af van het mengsel dat zal worden gezaaid. Hiervoor kan naar de Rassenlijst voor landbouwgewassen worden verwezen. In het algemeen moet een dekvrucht worden ontraden. Alleen bij gevoeligheid voor stuiven van de grond of bij late inzaai in de herfst kan een dekvrucht wenselijk zijn. Indien een dekvrucht wordt gebruikt, verdient 610 kg Westerwolds raaigras van het landras de voorkeur. Bij late inzaai kan op droge grond 50 h 80 kg winterrogge per ha worden gebruikt. Op natte gronden moet dit wor den afgeraden aangezien de snijrogge in het voorjaar vroeg geoogst moet worden. BSBSw BEHANDELING VAN KWEEKPERCELEN A. Met Dalapon. Begin augustus het grasland kaal maken, daarna de kweek 10 dagen laten groeien zodat voldoende nieuw blad gevormd is. Vervolgens spuiten met 20 kg Dalapon bij voorkeur tegen de avond spuiten en geen regen wordt verwacht. 10 dagen na het spuiten kan de zode verder bewerkt worden volgens methode een tot en met drie. B. Uitputtingsmethode of freesmethode. Ie. keer frezen in juli met de gewone frees, rij- snelheid maximum 2 km/uur met een hoogtoeren- tal en scherpe messen op een diepte van 810 cm. na 2 h 3 weken als de kweek in het 2e. of 3e. blad- stadium is, hergroei vernietigen door frezen met gewone frees en gewone rijsnelheid. Vervolgens weer na 2 H weken frezen of ploegen waarna inzaaien volgens methode één tot en met drie. C. T.C.A. -f stoppelknollen of bladkool. Eind juli, begin augustus het kaal grasland spuiten met 50 kg T.CA. en direct infrezen met Lely-frees. Na aandrukken inzaaien met stoppelknollen of blad PERCELEN MET VEEL ONKRUID De percelen grasland die zwaar bezet zijn met ridder- zuring, krulzuring, distels, paardebloem e.d. dienen in het voorjaar voordat de gras verbetering wordt uitge voerd bestreden te worden met BEMESTING Wanneer resultaten van onderzoek bekend zijn (laag 05 cm) dde niet ouder zijn dan twee jaar, kunnen deze als richtlijn worden gebruikt. De hoeveelheid fosfaat, kali en kalk die gegeven moeten worden, dienen dan ander half maal zo hoog te zijn dan op het adviesformulier is aangegeven. Wanneer geen gegevens bekend zijn, ver- Idient het aanbeveling tijdig een grondmonster te laten nemen van de laag 0ca. 15 cm. De basisbemesting kan het beste voor de grondbewer king worden gegeven omdat zoals kalk, fosfaat en koper zich moeilijk door de grond verplaatsen. Wanneer geen grondonderzoek heeft plaats gehad kan men bemesten |met 6080 kg P205 en ca. 100 kg K20 per ha. Bij die bepaling van de hoeveelheid kunstmest dient men reke ning te houden met de bemesting die men via organische mest verstrekt. Op zandgrasland zal dan tevens 300 kg koperslakken- bloem per ha gewenst zijn, indien de laatste vijf jaar geen bemesting met deze meststof heeft plaats gehad. Stikstof is een belangrijk hulpmiddel om de groei van het jonge gras te stimuleren. De eerste snede mag ook niet te zwaar bemest worden omdat de kans bestaat dat men een te hoog nitraatgehalte in het gras krijgt. 60 kg N per ha kan als richtlijn dienen. 15 m3 drijfmest of gier bevat 35 kg N; hier moet men rekening mee houden. DE VERZORGING VAN HET JONGE GRASLAND Muur komt in jong grasland vaak voor. Deze moet bestreden worden wanneer het gras 5 cm lang is met 3 liter M C P P. per ha. D3 eerste keer wordt het grasland bij voorkeur beweid met jongvee. Dit jonge gras mag niet te kort zijn bij het ingaan van de winter; ongeveer 7 cm is een goede lengte. Vernieuwing van het grasland kost veel geld). iDaarom moet men streven naar een lange levensduur van het grasland. Een goed gebruik is daarbij noodzakelijk, dus inscharen in kort gras, maaien in niet te oud groeista dium en het goed afstellen van de maai-apparatuur, dan kan men jarenlang profiteren van de goede grasmat. C.A.R. Zevenbergen. POOTGOED VOOR DE TEELT van middenvroege en late covsumptieaardappelen behoeft niet te worden voorgekiemd. Wel is het gewenst de nu reeds aan wezige kiemen van het pootgoed af te halen. Dit af- spruiten is gunstig voor het verkrijgen van een regel matige opkomst en een toename van het aantal hoofd stengels per plant. Dit af spruiten kunt u in handwerk uitvoeren, maar ook met een af borstelmachine. DE VOORDELEN VAN SAMENWERKEN met machines zijn: gemakkelijker werken bij voldoende omvang goedkoper dan loonwerk en een gemakkelijker financiering dan bij individuele aanschaf. Deze samen werking komt veel voor bij het rooien van aardappe len en bieten. Het verdient aanbeveling combinaties te vormen voor ploegen en andere grondbewerkingen, zaaien en kunstmeststrooien. Dit zal de economische positie van uw bedrijf zeker versterken. VOOR DE TEELT VAN POOTGOED en voor vroege consumptieaardappelen is voorkiemen van pootgoed gewenst. Bij het poten mogen de spruiten hooguit 1 cm lang zijn, ze moeten kort, stevig en gr oen-blauw van kleur zijn. Voldoet het pootgoed niet aan deze eisen dan breken bij het poten de helft van de spruiten af, met als gevolg een onregelmatige opkomst. De lengte groei van de spruiten kunt u tegengaan door te zorgen voor volop licht, bakjes met lage zijwanden, een lage temperatuur en het regelmatig omstorten van de OP KLEIGROND MET EEN GOED kali- en fosfaat gehalte is het mogelijk alleen de aardappelen en bieten kali en fosfaat te geven en de granen niets. Wel moe ten de hakvruchten te samen evenveel kali en fosfaat ontvangen, als voor het gehele bouwplan is geadvi seerd. Bij een klein percentage hakvruchten in het bouwplan is het beter ook de granen wat kaU en fosforzuur te geven, om te voorkomen dat de bemes tingstoestand van de grond achteruitgaat. LUZERNE HEEFT GEMAKKELIJK last van gras sen met gevolg dat het gewas vroegtijdig moet worden omgeploegd. Straatgras, duist en ook muur is te be strijden met 5 liter Gramoxone of 1015 kg I.P.C. per ha. Het laatste middel is het goedkoopst. Toepassen wanneer de luzerne nog in winterrust is. VELE KALVEREN worden in de nazomer aange tast door longwormen. Om dit te voorkomen kunt u de kalveren op een leeftijd van minstens 6 weken laten behandelen door de dierenarts. Dit moet na 4 weken worden herhaald en de kalveren moeten dan na de laatste behandeling nog 2 weken binnen blijven. MET DIT PRACHTIGE WINTERWEER kunt u vooruit werken. Ga uw afrasteringen na, herstel deze als het nodig is, dat verlicht het werk in het voorjaar. Molshopen kunnen gesleept worden, waardoor min der kale plekken in het grasland en minder zand in het kuilvoeder. U DOET ER GOED AAN de stikstofmeststoffen vroegtijdig aan te kopen. Ten eerste is dan meestal een korting te bedingen en ten tweede kunt u er dan over beschikken als het tijd van strooien is. Als ieder een wacht met bestellen kan de levering wel eens in het gedrang komen. VERSE KOEIEN MOETEN ruim gevoerd worden. Dit heeft een gunstige invloed op de latere melkpro- duktie. Tevens is dit een goede methode om het op treden van slepende melkziekte te beperken. TIJDENS DE DROOGSTAND moeten de melk- koeien een rantsoen krijgen dat voldoende is voor de produktie van 510 kg melk. De 2 a 3 weken voor het afkalven dient dit geleidelijk opgevoerd te worden tot een rantsoen voor ongeveer 15 kg melk. EEN STUKGETRAPTE GRASZODE kan groten deels hersteld worden door het met een zware rol te rollen. Dit moet gebeuren zodra de bovenlaag is opge droogd. Als de grond te droog is geeft het weinig re sultaat.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1972 | | pagina 10