officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant IR. C. S. KNOTTNERUS OP ALGEMENE VERGADERING K.N.L.C. In dit nummer o.m.: Geringe premie verhoging in 1972 der O.V.M. Pagina 3 Omslag in de wereld- suikerproduktie Pagina 4 Huishoudelijk gedeelte K.N.LC.-vergadering Pagina 5 Telersprijzen zaaigranen Pagina 5 Als de opvolger aantreedt (V) Pagina 7 De waterleiding- tarieven in Zeeland voor 1972 Pagina 8-9 Draaimelkstal of visgraatmelkstal Pagina 10-11 Grote uitbreiding gebruik eigen beren en „De berenverordening" Pagina 12 Demonstratie afstammelingen N.-Br. zwart-bont fokstieren Pagina 13 Mechanisatienieuws Pagina 15 Vee en vlees Pagina 16 Het snel stijgende waterverbruik en het feit dat het water steeds van verderaf ge haald moet worden maakt dat (drink)water steeds duurder wordt. Vandaar het motto „Wees wijs met water"! Op pagina 7 in dit nummer wordt op de waterleidingtarieven in Zeeland die in 1972 zullen gaan gelden nader ingegaan, waarbij ook aandacht wordt besteed aan de konsekwenties daarvan voor de tuinbouw. De foto geeft een beeld van de „Waterfabriek Terneuzen' van de P.Z.E.M. zlm VRIJDAG 19 NOVEMBER 1971 59e Jaargang - No. 3107 land en tuinbouwblad DOER en tuinder willen, ter bestrijding van de u Inflatie, met hun reële inkomen best een pas op de plaats maken, maar dan op de plaats waar zij zouden moeten staan en niet op de meest achterlijke plaats van de laatste jaren. Deze voorwaardelijke be reidverklaring legde de voorzitter van het K.N.L.C. ir. C. S. Knottnerus maandagmiddag af in de algemene vergadering te Scheveningen. Uit cijfers van de Euro pese Commissie blijkt dat de landbouwprijzen de laat ste vier jaren in totaal met ongeveer 14 procent had den moeten worden verhoogd. In plaats daarvan zijn ze drie jaar lang bevroren geweest en pas het afge lopen voorjaar met twee a drie procent verhoogd. Er is dus beslist geer> tegenstrijdigheid tussen de vraag naar prijsverhogingen, die het EEG-boerensamenwer- kingsorgaan CÓPA in Brussel heeft gedeponeerd, en het aanbod der Nederlandse boeren om op gelijke ba sis met andere bedrijfsgroepen aan de inflatiebestrij- ding mee te werken. Aldus ir. Knottnerus. De ministers van landbouw schermen nu druk met valutamoeilijkheden om prijsbeslissingen tegen te hou den. Ook minister Lardinois hoewel bereid even tueel in januari zijn houding te herzien wil, terwille van het behoud van de vrije markt voor land- en tuin- bowprodukten, de monetaire aanpak voor de prijzen uit laten gaan. Maar, een situatie waarin niets gebeurt omdat men het niet met elkaar eens kan worden, leidt onherroepelijk tot optreden van de nationale regelin gen, en daarmee is de vrije markt dan verdwenen. Ook het Landbouwschap wil die vrije markt behouden, maar niet ten koste van de achteruitgang in inkomens van grote groepen in onze land- en tuinbouw. Vandaar dat het prijsaanpassing primair stelt. Ir. Knottnerus zag geen redenen om de prijsverho ging in de verschillende EEG-landen verschillend te doen zijn. Iets waaraan de EEG-ministerraad blijkbaar denkt en hetgeen te verwezenlijken zou zijn door prijs vaststellingen en valuta-aanpassingen te combineren. Er zijn echter tussen die landen geen grote verschillen in kostenstijgingen en de verschillen die er zijn hou den geen verband met waardeveranderingen van de valuta! DIJ de wijze waarop monetaire problemen worden u aangepakt had ir. Knottnerus verschillende kri tische kanttekeningen. Pariteitsaanpassing beschouw de hij als ,,een soort Haarlemmerolie", een oud, be proefd middel, dat nu echter misschien wel een ave rechtse uitwerking heeft. Als de hogere waarde van de D-mark leidt tot moeilijkheden voor een aantal zwakkere takken van landbouw in Duitsland, dan zou dat gunstig zijn voor diezelfde zwakkere bedrijfstakken in Frankrijk. De zwakke produkties kunnen dan in Frankrijk rustig doorgaan, ten nadele van de positie van de frank, terwijl in Duitsland alléén sterkere pro dukties overblijven hetgeen weer tot versterking van de positie van de D-mark leidt. De heer Knottnerus vroeg zich ook af waarom zij die invloed uitoefenen op de waardering der valuta's nu zij eindelijk de dollar niet meer vertrouwen, dan nog wel de gulden zodanig vertrouwen dat die een hogere, zwevende koers heeft dan vroeger was vastgesteld. Het lijkt er soms op dat er niet alleen in veel landen een inflatie is, dat wil zeggen dal: er meer geld wordt uitgegeven dan er goederen zijn maar dat dit ook inter nationaal het geval is. DIJ de zelfstandigheid van de boer, die velen nog zo aanspreekt, zette ir. Knottnerus een aantal vraagtekens, omdat het gevoel hier naar zijn mening meer spreekt dan het verstand. Opmerkelijk vond hij het dat de meeste personen die proberen de boer zijn zelfstandigheid als een belangrijke factor te la ten beschouwen zelf in loondienst zijn en dus zelf helemaal niet aan zelfstandigheid hangen. Aan de eco nomische kant van het boerenbedrijf wordt de zelf standigheid steeds kleiner, doordat het aantal toeleve- rings- en afzetbedrijven waartussen de boer kan kie zen steeds kleiner wordt. Verwijzend naar een rapport van de Hoofdafdeling Akkerbouw van het Landbouwschap stelde ir. Knott nerus, dat voor vrije markten geteelde produkten een te geringe bijdrage leveren aan het inkomen van de boer. Er zal duidelijk gezocht moeten worden naar produkten waar afzet voor is en gezorgd moeten wor den dat de verwerkers daarvan de concurrentie met andere kunnen volhouden. Dit geldt vooral voor gra nen, een produktengroep die bovendien door prijs- manipulaties in de EEG niet meer haar natuurlijke be stemming vindt en door uitheemse produkten wordt verdrongen. De heer Knottnerus vond het een dwaze geschiedenis: we laten onze zetmeelprodukten tot overschot worden, voeren ze af naar ontwikkelings landen om daar de honger te helpen bestrijden en laten uit die landen tapioca en andere produkten ko men om er ons vee mee te voeren! heer Knottnerus betreurde het dat Cehave NV (voortgekomen uit de Coöperatieve Handels vereniging van de Noordbrabantse Christelijke Boeren bond) zich (met de verkoop van mengvoeders) in het gebied van zustercoöperaties elders in het land heeft begeven. Als coöperaties proberen aan investerings middelen te komen door in concurrentie met andere coöperaties hun produktie uit te breiden ontstaan er overinvesteringen. En wat hebben wij bereikt, aldus ir. Knottnerus, als één coöperatie het wint ten koste van de collegaboer in andere gebieden? Daar zal men dan het verlies moeten incasseren. Maar zal dat ook tot gevolg hebben dat de produktie wordt gestaakt? In de particuliere sector geldt dit eigenlijk ook. In onze huidige kapitaalintensieve bedrijven, die met elkaar concurreren, zijn veel grotere investeringskapitalen nodig. En ook -deze investeringen worden natuurlijk door de verliezende partij in deze concurrentiestrijd gedeeltelijk afgewenteld op de producent. Natuurlijk niet helemaal. Ook de kapitaalverschaffers zullen hier een duidelijke veer moeten laten. (Zie verder pagina 3)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 1