officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant
EUROPA'S TOP TIEN
K. N. L. C.
VRIJDAG 12 NOVEMBER 1971
59e Jaargang No. 3106
land
en tuinbouwhlad
Begunstigd door het gunstige herfstweer zijn vakmensen uit de Nederlandse bollenwereld in grote aantallen
ten aanval getrokken om zo snel mogelijk, vóór de vorst invalt, de meer dan tweo en een half miljoen bloem
bollen te planten. Niet alleen tulpen, hyacinten en narcissen, maar ook grote aantallen kleinere bolgewassen.
De grond is deze zomer zorgvuldig voorbereid. Na met een z.g. „streepjeshaler" de juiste afstand uitgezet
te hebben, worden de speciaal voorbehandelde bollen op regelmatige afstanden uitgelegd en met een plant-
schopje vakkundig op de juiste diepte geplant. De bollen kunnen vóór de winter nog wortelen om een rijke
bloei rond 30 maart bij het begin van het 180 dagen durende bloemen-festijn FLORIADE 1972 in Amsterdam
te openen.
In dit, nummer o.m.:
Hoofdbestuur K.N.L.C.
vergaderde Pagina 3
Fusie boekhoud-
bureaus Goes - Bergen op
Zoom Pagina 4
Tuinbouw met: hogere
produktie door goed plant-
materiaal en het bewaren
van Golden Delicious in
België Pagina 6
Rond het bouwplan
1972 Pagina 8
De rentabiliteit van de
aardappelteelt Pagina 9
Als de opvolger aan
treedt - dan wenst hij
zekerheid Pagina 10/11
Akkerbouwschuur in
kunststof Pagina 10/11
Rundvee in de herfst,
Langs de melkweg en
Herfstenting jongvee
Pagina 13
Grote uitbreiding
gebruik van eigen beren
Pagina 14
NODIG VOOR EEN NIEUWE AANLOOP
rjE EEG-ministers van buitenlandse zaken hebben
vorige week besloten om een nieuwe conferen
tie van regeringsleiders van West-Europese landen
te doen houden. Deze keer van de Tien leden en can-
didaat-leden van de Europese Gemeenschappen, en
wel in de eerste helft van volgend jaar. De Haagse
Topconferentie ligt nog geen twee jaar achter ons,
maar van haar nieuwe elan is niets meer over. De
landbouwfinanciering werd wel geregeld, Engelands
toetreding van de EEG is zojuist inderdaad mogelijk
geworden, maar voor de rest bleken slechts mooie
woorden gesproken te zijn.
Een Top-Tien lijkt hard nodig. Althans langs die weg
lijkt West-Europa het best uit het moeras te kunnen
komen. Want daarin zit het langzamerhand wel dege
lijk. De Zes (of Tien) hebben nog geen oplossing voor
de geldcrisis. Aan de ene kant zwevende valuta's en
„liberale" neiging tot opwaardering bij redelijke ver
standhouding met Amerika. Aan de andere kant strikt
geleide, evenzeer nationale, politiek, strevend naar
meer Europese houding tegenover de dollar. Dan is
verder Nederland niet het enige land met „stagflatie"
(prijsstijging bij verminderde bedrijvigheid). Ook Euro
pa's positie in de wereld is hard toe aan herwaarde
ring, zoals dat heet. Er dreigt een handelsoorlog, Dene
marken gaf er al voet aan.
En tenslotte de politieke kant: wat doet Europa te
genover de toenadering China-Amerika en Ruslands
verdeel-en-heers-aspiraties?
De aanstaande uitbreiding van de EEG op zich zelf
brengt voorlopig niet opnieuw vaart in de zaak. Hoe
gemakkelijk is het immers in de naaste toekomst om
in de EEG^ministerraad op de rem te trappen met een
beroep op nieuwe situatie, die de EEG-uitbreiding
straks schept?
ONMOGELIJK LANDBOUWBELEID
LIET is wel te begrijpen dat het gemeenschappe
lijke landbouwbeleid, eens als motor van de
Europese eenwording beschouwd, het eerste slacht
offer is van de politieke en economische schemertoe
stand van het ogenblik. Een goede illustratie daarvan
is te vinden in de discussie over de nieuwe landbouw
prijzen voor 1 april of 1 juli 1972. ledereen is het er
mee eens, dat de landbouwrichtprijzen aanpassing be
hoeven: de landbouw zelf, de Commissie (hoewel aan
vankelijk zuinig!), de Raad, het Parlement. Toch wordt
het besluit niet genomen, omdat de geldperikelen eerst
zouden moeten worden opgelost. Zo vinden de Com
missie en de meeste regeringen.
Als men alleen, koste wat kost, de ene, vrije land
bouwmarkt in stand wil houden met daarin één prijs
peil, zit daar wel wat in. Je kijkt eerst hoeveel de ver
schillende nationale munten opgewaardeerd, dus duur
der zullen worden t.o.v. b.v. dollar of rekeneenheid.
Een tijdje geleden is al eens gesuggereerd: mark 8
gulden 4 en Franse frank 2 Als je tegelijkertijd
de prijzen in rekeneenheden b.v. zo'n 6 verhoogt,
slikken de Duitsers het misschien zonder aparte
(grens)maatregelen en de anderen krijgen min of meer
,,iets extra". Je kunt ook de rekeneenheid zelf iets
duurder maken en dan hoef je de getallen nauwelijks
groter te maken. Dit gescharrel miskent natuurlijk vol
ledig de bij de EEG-boeren alom bestaande noodzaak
om de prijzen in deze Inflatie-tijd met een bepaald
percentage verhoogd te krijgen. Daargelaten of dat
de 11 12% van het COPA zou moeten zijn, of de
te berekenen jaarlijks nodige „inflatie-correctie" met
een plus-vanwege-achterstand (zo'n 7 8 Onder
deze omstandigheden kunnen de landbouworganisa
ties niet anders dan het goed recht van deugdelijke
en tijdige prijs-aanpassing bepleiten, hoe zeer hun ook
de echte ene, vrije Euromarkt ter harte gaat.
Terugvallen op nationale steunmaatregelen zit er
ook zo maar in. En ondertussen toch een gemeen
schappelijk structuurbeleid met gemeenschappelijke
steunmaatregelen proberen? Er lijkt haast geen land
bouwbeleid meer te voeren, noch voor regeringen,
noch voor organisaties. Tot schade aan het vertrouwen
van de Europese boeren en tuinders.
NIEUWE SCHETS VAN EUROPA'S TOEKOMST
LJET is interessant te lezen welke agenda de mi
nisters van buitenlandse zaken de nieuwe top
conferentie toegedacht hebben. Het gaat niet alleen om
de bevordering van de Europese economische en
monetaire eenheid. Ook met name om de verhouding
van de Tien tot derde landen, politieke samenwerking
t.o.v. internationale kwesties, de interne politieke op
bouw van de Gemeenschap.
Het lijkt wel op een soort herziening van het EEG-
Yerdrag. Dat stelde indertijd de markt en de econo
mie voorop; na de douane-unie zouden de economi
sche en sociale gemeenschap en tenslotte de politieke
eenheid vanzelf volgen.
Dit procédé blijkt slecht te verlopen. Het ging in het
begin aardig vlot met de gemeenschappelijke markt,
de landbouw liep zelfs voorop, maar daarna is het
steeds stroever gegaan. Het was Mansholt's verdien
ste een goede motor te hebben ingezet, al is die dan
later wel erg gaan „stotteren" (forceren van te sche
matische structuurplannen). De verdere uitbouw van
de gemeenschap, logisch en noodzakelijk, haperde
echter.
De gekozen agenda voor de Top-Tien lijkt op een
evenwichtiger aanpak te duiden. De politieke kant
wordt ook van begin af meegenomen. De eigenaardige,
tweeslachtige bestuursstructuur in de EEG wordt mis
schien verbeterd (ten koste van de Commissie?) Het
is best mogelijk dat er minder supra-nationaal gedacht
zal worden, mede onder Engelse invloed. Ook, dat de
gemeenschappelijke landbouwpolitiek pas op de plaats
zal moeten maken, of misschien zelfs een paar passen
terug. Maar de huidige gang van zaken is ook niet
meer „werkbaar". Het moet eens duidelijk worden in
hoeverre we nu op een gemeenschapsbeleid dan wel
op een nationaal landbouwbeleid moeten mikken. Des
noods maar in een lagere versnelling verder met de
Europese landbouw-integratie.
STRUIKEN KAMP.