HINDERLIJKE HANDELSPOLITIEK
officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant
In dit nummer o.m.:
Agrarische werk
nemers antwoorden
Pagina 4
Uit de praktijk
Pagina 5
Energievoorziening
agrarische bedrijven in
Noord-Brabant Pagina 7
Voeren met winst
Pagina 8
Bouwkosten vee
houderijbedrijven kunnen
verlaagd worden Pagina 9
Stikstofbemesting op
grasgroenbemesters
Pagina 11
Hoe kom ik aan geld
voor de financiering
landbouwwerktuigen
Pagina 12
VRIJDAG 20 AUGUSTUS 1971
59e Jaargang No. 3094
zlm
land
en tuinbouwblad
Binnenkort beginnen weer de streek-ploegwedstrijden gevolgd door het provinciaal ploeg-
kampioenschap. In Zeeland vindt dit gebeuren op zaterdag 11 september a.s. plaats in de
Wilhelminapolder.
Ir. C. S. KNOTTNERUS
Verleden week nog moest ik als voorzitter van het
Landbouwschap melding maken van de concurrentie
die onze tomaten op de West-Duitse markt ondervon
den als gevolg van systematisch marktbederf door
Oost-Europese landen. Landen die een economisch
systeem hebben dat voor ons specifieke moeilijkhe
den oplevert.
Zij kennen n.l. geen kostprijzen en hun economie
wordt bedreven door uit te gaan van plannen. Men
heeft het plan om een bepaalde hoeveelheid te pro
duceren, een gedeelte daarvan zelf te consumeren en
een ander gedeelte uit te voeren. Tegen welke prijs
wordt ook in het plan vaak wel voorzien. Men gaat dan
n.l. uit van de op dat moment bekende marktprijs in
het land waarheen men wil exporteren. Dat door een
groot aanbod deze prijs kan zakken is gewoonlijk nog
niet tot de planmakers doorgedrongen. Maar zodra in
werkelijkheid de tomaten of wat het dan ook zijn
mag op de Duitse markt komen, blijken die tegen
die prijs niet te verkopen en dan wordt natuurlijk de
prijs verlaagd. De produktie trekt zich daar echter niets
van aan want die is voor vijf jaar vastgelegd. Dus hoe
wij ook de marktprijs verlagen om deze concurrent
kwijt te raken, het zal niet lukken. De hoeveelheid
is gepland en die zal er ook komen. Blijkbaar zijn de
voor dit jaar geplande tomaten inmiddels alles gele
verd, want de prijs trekt nu weer aen (de Oost-Euro
peanen zullen dit wel een kapitalistische truc vinden).
VOORDELIGE SAMENWERKING
De laatste tijd vinden wij in Oost-Europa een systeem
van samenwerking tussen particuliere firma' en N.V.'s
uit het westen met staatsbedrijven uit het oosten. De
bedoeling is dan, dat het westerse bedrijf z.g. kapi
taalgoederen levert, dus de investeringen verricht. Dat
wordt dan betaald en afgelost met produkten die uit
deze investering voortkomen.
Voor het westerse bedrijf een aanlokkelijke afzet
markt. Het zal zelfs steun van de overheid kunnen
krijgen, althans een credietgarantie, omdat het werk
gelegenheid schept en de handelsbalans gunstig be
ïnvloedt. De retourzendingen (tot nog toe nogal vaak
land- en tuinbouwprodukten, maar het kunnen ook an
dere zijn) doen echter juist het omgekeerde. Die druk
ken onze betalingsbalans en verhogen de concurren
tie voor een aantal Nederlandse bedrijven. Dat kan
zelfs zo'n omvang aannemen, dat daardoor bedrijven
moeten sluiten. Ik vraag me dan ook af of met een
dergelijke politiek niet het omgekeerde bereikt wordt
van wat eigenlijk de bedoeling is n.l. verhoging van
onze gezamenlijke welvaart.
De schade kan n.l. groter zijn dan het voordeel. Bij
onze agrarische producten zelfs aanzienlijk groter dan
het voordeel omdat hier zo vaak met geringe over
schotten enorme prijsdalingen kunnen optreden. En
vooral ook omdat, zoals ik zojuist al aantoonde, die
lage prijs voor landen achter het IJzeren Gordijn"
helemaal geen aanleiding is om de productie te ver
minderen of te stoppen.
Er is echter in ons bestel geen enkele instantie die
deze voor- en nadelen tegen elkaar afweegt. Wij zit
ten nog steeds in een handelspolitiek die in principe
op vrijhandel is gebaseerd. We hebben er een beetje
aan geknutseld om al te grote nadelen te voorkomen.
HANDELSBELEID AANPASSEN
Het axioma van ons systeem is dat de export be
langrijk en gezond is; dat men moet importeren van
uit het land waar het artikel het goedkoopst is. Zowel
onze importeurs als onze exporteurs zullen onze over
heid dit ook altijd blijven voorbehouden. Diegenen
die de nadelen ondervinden zijn tot nog toe niet in
staat geweest om de basis van het systeem van onze
handelspolitiek te wijzigen.
Toch geloof ik, dat het niet genoeg kan worden
benadrukt dat we met een dergelijk systeem tegen
over landen met een planmatige staatseconomie in
een nadelige positie verkeren. Wij moeten hier on
getwijfeld bij onze handelsbetrekkingen met deze lan
den veel meer rekening houden met nun stelsel en
dat betekent dat men de nadruk veel meer moet leg
gen op hoeveelheid product dan op hoeveelheid geld.
Alleen op die manier zullen wij ons eigen bestel, waar
bij de marktprijs nog steeds een functie vervult bij de
regeling van de produktie en de consumptie kunnen
volhouden.
Ik weet wel dat producenten van artikelen die zo
plotseling van achter het IJzeren Gordijn vandaan rol
len het liefst zouden zien, dat deze van onze markt
zouden worden geweerd. Maar dat lijkt mij niet reëel
wanneer men er vanuit gaat dat er een andere moge
lijkheid is. Er zijn allerlei redenen waarom men on
mogelijk die import totaal kan stoppen. Men kan ech
ter wel ervoor zorgen, althans er voor trachten te zor
gen, dat de betrokken produkten zo weinig mogelijk
schade veroorzaken dan wel dat het voor de leve
rancier onaantrekkelijk is om ze te sturen. Waarbij wij
er dan voor wat Oost Europa betreft vooral aan moe
ten denken dat een lage prijs hierbij niet zo'n belang
rijke rol speelt.