Nieuwe klap voor Euromarkt
officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant
In dit nummer o.m:
■5^ De ongevallenverzeke
ring voor inzittenden
Pagina 3
Landbouw en recreatie
Pagina 5
Nachtvorstschade in
de tuinbouw Pagina 7
Mogelijkheden en be
perkingen verbouw Neder
landse kwaliteitstarwe
Pagina 9
Kalveren ook in de zo
mer op stal Pagina 11
Meer perspectief bere
gening melkveehouderij en
akkerbouw en gegevens
over de demonstratie
Pagina 12 - 13
De HoZuBra stieren
keuring Pagina 14 en 16
zlm
VRIJDAG 14 MEI 1971
59e Jaargang - No. 3081
land
en tuinbouwblad
Onkruidbestrijding in de graszaadpercelen zal, naast het vele andere werk waarmee de boer in de maand
mei rekening moet houden, de nodige aandacht vragen.
GELD EN POLITIEK SLOPEN
BRUSSELS LANDBOUWBELEID
Land- en tuinbouw gingen voorop in de éénwording
van het kleine Europa. Het gemeenschappelijke land
bouwbeleid was de motor van de economische unie.
Dat hebben we eens gedacht.
Nu heeft die voorloper weer een goede klap gekre
gen. Zodanig zelfs dat we ons ernstig moeten afvragen
of hij nu niet de grote vferliezer is geworden. Want
het is de tweede of derde keer dat een geldcrisis
ons parten speelt en we weten wat het betekenen kan:
regelrechte afbraak van wat zo moeizaam werd opge
bouwd. De directe oorzaken van deze situatie ken
nen we.
Een echte eenheidsmarkt heeft een vrij onderling
verkeer en één prijspeil. De officiële prijzen, d.w.z. de
prijzen die van hogerhand geregeld worden (richtprij
zen, bodemprijzen e.d.) zijn daarom vastgesteld in z.g.
rekeneenheden (in feite in dollars).
De waarden van E.E.G.-geldsoorten onderling en
ten opzichte van de dollar liggen vast. De „vertaling"
van de officiële prijzen voor E.E.G.-boeren in hun
nationale geld ligt ook vast. Maar als deze geldwaarde
verhoudingen los raken ontstaan er direct moeilijk
heden. De één krijgt meer, de ander minder dan be
doeld was. Toen een paar jaar geleden de Franse frank
in waarde dalen moest (devalueren), zouden de Fran
se boeren meer (immers nu goedkopere) francs voor
hun „richtprijsprodukten" ontvangen.
Zo'n prijsstijging wilde men de Franse volkshuis
houding niet aandoen, dus werd de Franse markt op
een lager prijspeil afgehaakt van de gemeenschappe
lijke.
Toen daarna de Duitse mark werd opgewaardeerd
(revalueren), ging de Duitse boer minder, want nu
t.o.v. de rekeneenheid duurdere, marken ontvangen.
Ook hier werd de konsekwentie niet geaccepteerd.
Duitsland mocht eerst even grensmaatregelen nemen
en later toeslagbetalingen aan zijn boeren doen.
De gevolgen van de toenmalige narigheid voelen
we nu nog. De Duitse opwaardering mislukte groten
deels en de Duitse boeren moesten verder worden
geholpen tegen de kostenstijging dan Brussel via het
prijsbeleid toestaan wou.
De Fransen zijn daarentegen met hun graan- en
bietenprijs in francs nog lang niet op weer op E.E.G.-
peil en denken straks een soort nationale afroming
te gaan toepassen.
SCHRALE TROOST
Terwijl dat gemeenschapsbeleid dus nog de won
den toont van de aanvallen bij de vorige geldcirsis,
wordt er nu nieuwe verwoesting aangericht. Op zich
zelf is er in Duitsland en Nederland maar weinig reden
om aan opwaardering, revaluatie van het geld te den
ken. De bedrijvigheid stagneert, ons huishoudboekje"
is niet florissant, terwijl we graag nog veel meer aan
allerlei nuttige zaken zouden willen besteden. Waar
om dan ons geld duurder maken en de export afrem
men?
Maar het gaat vooral om de verhouding tot andere
muntsoorten en in het bijzonder de dollar. De rente
stand is hier hoog en veel Amerikaan^geld stroomt
naar West-Europa. Onze handel, ook Vboral de Duit
se, is zodanig dat er ook veel dollars verdiend wor
den.
Al die dollars worden öf ingewisseld tegen veel ge
vraagde en dus in werkelijkheid duurder wordende
marken en guldens öf worden uitgeleend en nu terug
ontvangen. De Duitse en Nederlandse „geldbestuur
ders" kunnen zodoende de geldhoeveelheden niet
meer overzien en in de hand houden, de prijzen stij
gen. De inflatie wordt zodoende rechtstreeks uit Ame
rika geïmporteerd, aangewakkerd door speculatie op
het officieel duurder worden van mark en gulden. Wat
daar tegen te doen?
Aan banden leggen van kapitaalverkeer is een mo
gelijkheid. Of het revalueren (opwaarderen) in de hoop
de verdere speculatie af te remmen. Men kan ook even
wachten met het vaststellen van een nieuwe waarde
ten opzichte van de dollar. En eerst gewoon de wissel
koers eens vrij laten om te zien waar die van zelf te
recht komt: natuurlijk een nogal onzekere zaak in het
handelsverkeer.
Dat laatste heeft Duitsland aangekondigd te zullen
doen, net als de vorige keer. De gevolgen zijn bekend:
De zwevende mark komt op een hogere waarde te
recht, dus de import, b.v. in Duitsland, wordt in mar
ken goedkoper, de export wat moeilijker. Er ontstaat
een druk op het Duitse prijspeil en Duitsland is ge
dwongen om invoerheffingen te gaan opleggen om zijn
landbouwprijzen te handhaven.
Het is een schrale troost dat Duitsland bereid was
om zijn voornemens met zijn partners in de E.E.G. te
bespreken. De Zes zouden het namelijk niet eens wor
den over een oplossing die de gemeenschappelijke
markt onverlet zou laten. Men had samen beperkingen
in het geldverkeer kunnen toepassen. Men had samen
in dezelfde mate kunnen revalueren, men had samen
een zwevende koers kunnen gaan toepassen. Het heeft
niet zo mogen zijn.
BREVET VAN ONVERMOGEN
Na het „monetaire rampjaar" 1969 was het duidelijk
dat alleen een snel één worden van de geldpolitiek,
het beslist vast blijven houden van de onderlinge geld
waarden de gemeenschappelijke markt zou kunnen
redden. Daar is hard aan gewerkt. Maar het is niet al
leen een kwestie van geldpolitiek alleen, de hele so
ciaal-economische politiek van de partner-landen is
er mee gemoeid.
Men is het eens over de toenadering in een eerste
etappe. Dat was te weinig om deze crisis het hoofd
te bieden. Het eigen belang en de grote politiek moes
ten zwaarder wegen.
De eigenlijke oorzaak van de crisis ligt over de
oceaan. De dollar zou moeten devalueren, het Ameri
kaanse leven op te grote voet, in Vietnam en elders,
het is niet verantwoord meer. De hernieuwde goed-
koop-geld-politiek daar doet dollars een beter rende
ment in West-Europa zoeken.
(Zie verder pagina 4)