Vergadering Hoofdbestu
ir der ZLM op maandag
3 mei 1971
officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant
In dit nummer o.m.:
Uit de praktijk
Pagina 5
Bezoek aan het bedrijf
van de heer Goud te Baar
land Pagina 7
Jfr Mogelijkheden van ma
chinaal bietendunnen
Pagina 9
Registratie en adminis
tratie belangrijk onderdeel
varkensfokkerij Pagina 10
Wat Liempde 1971 o.m.
biedt Pagina 11 en 17
KNLC-werkbezoek aan
Groningen Pagina 12
De rundvleesproduktie
in Frankrijk Pagina 13
De laatste jaren valt er, onder meer door de komst van de tastdunner, duidelijk een hernieuwde belang
stelling voor het machinaal dunnen van bieten waar te nemen. Op de mogelijkheden van dit machinaal dun
nen en welke manier onder bepaalde omstandigheden de voorkeur verdient wordt in een artikel op pagina
9 in dit nummer nader ingegaan. De foto geeft een beeld van het prototype van de pneumatische tast
dunner in aktie in een zeer fors ontwikkeld gewas
zlm
VRIJDAG 7 MEI 1971
59e Jaargang - No. 3080
land
en tuinbouwblad
I N het kader om bij toerbeurt aandacht te beste-
den aan de verschillende kringen die het werk
gebied van onze vergrote" ZLM omvatten, werd j.l.
maandag de vergadering van het Hoofdbestuur te
Hulst gehouden. Na het afwerken van een uitvoerige
agenda in de ochtend werd 's middags een excursie
in en om Oost Zeeüws-Vlaanderen gehouden tot in
het aanliggende Belgische gebied. Daarbij kwam in
het bijzonder het accent te liggen op een aantal van
de vele problemen die de laatste tijd rondom dit ge
bied aan de orde zijn en waarbij industrialisering, Ös-
senisse, Baalhoekkanaal, Land van Saeftinge, enz. op
de voorgrond treden. Als gastheer trad het Kringbe-
stuur van de kring Hulst der ZLM op en zowel kring
voorzitter J. W. Scheele en kringsecretaris P. G. de
Bruyn als de burgemeesters van Hulst en Ossenisse,
P. J. Molthoff en mr. M. Somers, zorgden in de bus
sen voor de nodige deskundige toelichting. Ook dit
keer bleek weer dat het zich ter plaatse op de hoogte
stellen van de situatie een beter inzicht in de proble
matiek geeft dan door geschreven nota's.
1 N zijn openingswoord van de H.B.-vergadering
woes voorzitter ir. J. Prins nogmaals op de
tegenvallende resultaten van oogstjaar 70/71, in het
bijzonder op de slechte financiële opbrengst van de
consumptieaardappel, één van de belangrijkste akker-
bouwprodukten voor het zuidwestelijk kleigebied. Zeer
teleurstellend voor de akkerbouwsector noemde ir.
Prins ook de onlangs te Brussel gevallen besluiten
die geen werkelijke inkomensverbetering voor de
akkerbouwer tot gevolg zullen hebben. Aan de nijpen
de situatie die al sinds jaren het „goede" zelfstandig
agrarisch bedrijf kenmerkt zal daardoor geen verbete
ring komen. Door dit soort besluiten en door het uit
blijven van harmonisatie op monetair en fiscaal gebied
worden nationale maatregelen uitgelokt en dreigt een
fundamentele aantasting van het EEG-landbouwbeleid.
Niettegenstaande dit negatieve geluid wees de voor
zitter echter ook op enkele positieve punten in de
Brusselse besluiten, bijvoorbeeld die inzake het struc
tuurbeleid.
Alhoewel nog onvoldoende te overzien, omdat de
uitvoeringsbesluiten nog tot stand moeten komen, (het
geen nog wel de nodige tijd zal duren) lijken de af
spraken die men in principe heeft gemaakt om de
concurrentievervalsing t.a.v. verschillende nationale
steunmaatregelen binnen een bepaald tijdschema te
harmoniseren en regelingen daarvoor op te stellen,
hoopgevend.
Nog moeilijk te overzien achtte ir. Prins, in hoe
verre de voorgestelde steunmaatregelen voor ontwik
kelingsbedrijven voor onze bedrijfstak van betekenis
zouden kunnen zijn. Met name het verstrekken van
rentesubsidies, waar onze Minister van Landbouw
steeds afwijzend tegenover heeft gestaan, kan in de
daarvoor in aanmerking komende gevallen enig sou
laas bieden. Van betekenis kan ook zijn hetgeen over
de producentengroeperingen is aanvaard. Vooral voor
de akkerbouwsector kan e.e.a. van belang zijn indien
deze groeperingen ingebouwd worden gezien in de
bestaande coöperatieve en particuliere afzetorganisa
ties die wij in Nederland reeds kennen. Een winstpunt
is ook dat coöperatieve instellingen onder deze pro
ducentengroeperingen kunnen vallen.
I NGAAND op de situatie in Nederland, wees de
voorzitter op de uitspraken van Dr. Zijlstra in
het jaarverslag van de Nederlandse Bank en de zor
gen die daarin tot uiting komen ten aanzien van de
voortgaande inflatie en overbesteding.
Op de nieuwe regering rust de zware taak om een
en ander in goede banen te leiden. De conclusie van
het rapport van de Commissie Van Soest, waaruit het
fiscaal behandelingsverschil blijkt tussen de oude
dagsvoorziening van zelfstandigen en loontrekkenden
bevestigt een reeds lang gesignaleerde situatie. Uit
de kosten voor de schatkist om dit onrecht recht te
trekken en die op 500 600 miljoen jaarlijks wor
den geraamd, blijkt dat globaal in de afgelopen reeks
van jaren door de land- en tuinbouw jaarlijks 150
200 miljoen gulden te veel aan belasting werd betaald!
De rechttrekking van dit onrecht en de kwestie van
de grondbank zullen enkele van de primaire zaken
moeten zijn die door de nieuwe regering moeten wor
den aangepakt.
ONTWIKKELINGEN IN DE EEG
WOORAL voor de akkerbouw zijn de resultaten
van het Brusselse overleg erg teleurstellend.
Jarenlang heeft men het prijspeil bevroren, terwijl ver
der alles in beweging was. Aldus mr. J. F. G. Schlinge-
mann in zijn overzicht betreffende de internationale
landbouw. Spreker wees er op dat hierbij het gebrek
aan eensgezindheid bij de EEG-partners een grote rol
heeft gespeeld. De Italianen hebben namelijk geen be
lang bij hogere landbouwprijzen en de Franse boeren
hadden nog een extra verhoging te goed in verband
met de devalualie, zodat van de twee grote landen
geen steun werd ontvangen.
Zo waren b.v. alleen West-Duitsland en Nederland
voor verhoging van de suikerbietenprijs; de anderen
voelden er weinig voor. In dit verband is het verheu
gend dat het COPA presidium kort geleden heeft be
sloten dat er naar zal worden gestreefd in het vervolg
eensgezind naar buiten te treden.
Van het structuurbeleid moet men zich geen gou
den bergen voorstellen. De resolutie die hierop betrek
king heeft, kan zeer uiteenlopend worden uitgelegd.
Er wordt thans ijverig op gestudeerd, maar voor de
Nederlandse boer zit er waarschijnlijk weinig in, om
dat onze bestaande regelingen beter zijn dan hetgeen
in Brussel is voorgesteld. Wat betreft de rentesubsi
dies zitten er echter ongetwijfeld kansen. Tot nu toe
heeft onze overheid steeds geweigerd om rentesubsi
dies te verstrekken, hoewel die elders in de EEG wel
voorkomen*. Nu komt de zaak op dit punt echter anders
te liggen en het is raadzaam hier met goede voor
stellen op in te haken.
(Zie verder pagina 3)