officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant K. N. L. C. SCHIJN BEDRIEGT Bij de viering van haar 62e verjaardag vandaag 30 april, bieden wij Hare Majesteit Koningin Juliana onze hartelijke gelukwensen aan. Gaarne spreken wij de wens uit dat zij deze heuglijke dag nog vele jaren temidden van gezin, land en volk zal mogen vieren. VRIJDAG 30 APRIL 1971 59e Jaargang - No. 3078 land en tuinbouwblad leder jaar opnieuw kan men in de niet-agrarische pers lezen, zodra de gegevens betreffende de finan ciële positie van landbouwbedrijven gedurende het afgelopen jaar weer bekend zijn geworden, dat het zo slecht nog niet is gesteld met het inkomen, dat in de landbouw wordt verdiend. Toch. heeft de inkomensontwikkeling in de Neder landse land- en tuinbouw de agrariërs de laatste jaren beslist geen reden gegeven tot juichen. Integendeel. Praktisch iedere land- of tuinbouwer heeft direct in zijn beurs kunnen merken, wat het betekent, dat de prijzen die hij voor zijn produkten ontvangt gelijk zijn gebleven, terwijl de kosten van de bedrijfsvoering re gelmatig sterk zijn gestegen. Interessant is in dit verband daarom de studie, welke één dezer dagen bij het L.E.I. is verschenen over de financiële positie van landbouwbedrijven. De cijfers hebben betrekking op 661 bedrijven in het boekjaar 1967/68 en op 729 bedrijven in 1968/69 en een korte samenvatting van dit rapport werd in het vorig num mer van dit blad opgenomen. Het lijkt nuttig eens wat nader bij de resultaten van deze studie stil te staan. Immers de cijfers in deze studie, kunnen snel aanleiding geven tot misverstand. ARBEIDSINKOMEN IS ONDERDEEL VAN GEZINSINKOMEN Duidelijk blijkt uit deze studie, dat de financiële po sitie van het bedrijf niet los kan worden gezien van de financiële positie van het gezin. In de meeste gevallen blijkt n.l. het inkomen waarover het gezin kan beschik ken slechts voor een deel afkomstig te zijn uit het arbeidsinkomen van de ondernemer. Onder het ar beidsinkomen van de ondernemer wordt daarbij ver staan het netto-overschot uit het bedrijf, dus hetgeen met de exploitatie van het bedrijf wordt verdiend, plus het berekende loon van de ondernemer. Dit arbeids inkomen is eigenlijk een juiste maatstaf voor de renta biliteit van het bedrijf. Maar het totale inkomen waar over het boerengezin kan beschikken bestaat niet al leen uit dit arbeidsinkomen van de ondernemer. Ook de boerin en de kinderen hebben op het be drijf gewerkt. En het inkomen, dat hiermede wordt ver kregen komt bij het gezinsinkomen. Indien men de meewerkende kinderen ging uitbetalen, dan zou daar mede het gezinsinkomen worden verminderd. En hier zijn geen geringe bedragen mee gemoeid. Het be rekende loon van de boerin bedraagt gemiddeld ƒ3000 per jaar. Op de weide- en gemengde bedrijven in de zand gronden zijn deze bedragen zelfs nog hoger. Het be rekende loon van de meewerkende kinderen, dat ech ter niet is uitbetaald, maakt een nog groter bedrag uit dan het loon van de boerin! En hiermede zijn we er nog niet! Want bovendien wordt nog bij het gezinsin komen geteld de niet-uitbetaalde rente, de niet-uitbe- taalde pacht en de privé-inkomsten. Dat maakt in to taal een groot bedrag uit. In het Noordelijk, Oostelijk en Centraal Zandgebied waren bij de eigenaarsbedrijven deze overige inkom sten (dus berekend loon boerin niet-uitbetaalde loon van meewerkende kinderen niet-uitbetaalde rente en pacht privé inkomen) zelfs hoger dan het arbeidsinkomen van de ondernemer. Op de meeste gemengde bedrijven op de zandgron den was het netto-overschot zelfs negatief. Dit be tekende, dat in het arbeidsinkomen van de onder nemer het berekende loon voor die ondernemer niet volledig werd vergoed! VERONTRUSTENDE ZAAK Een zeer verontrustende kant van deze zaak achten wij het feit dat .blijkbaar in vele gevallen meewerkende kinderen niet worden uitbetaald. Vooral wanne-r het een meewerkende zoon betreft, die later het bedrijf wil gaan overnemen, kan deze handelwijze voor hem zeer vervelende gevolgen hebben bij de verdeling van de boedel. Vaak komt het er dan op neer, dat deze meewerkende zoon heeft meegeholpen om het aan deel van eventuele broers of zusters te vergroten. INKOMENSBESTEDING Ook met betrekking tot de inkomensbesteding kun nen een paar dingen worden opgemerkt. Eén van de opvallendste zaken is wel het feit, dat de betaalde premies voor ziekte, ongeval, overlijden en oudedags voorziening laag waren. In de besparingen en daarmede in de toeneming van het eigen vermogen moet dan ook zeer beslist een zekere risicodekking worden gezien voor ziekte, over lijden en oude-dag. Tevens zijn in het vermogen en in de toename hiervan latente loonaanspraken v? meewerkende kinderen begrepen. VERSCHUIVING VAN HUIDIGE MOEILIJKHEDEN Op vele bedrijven waren de bedrijfsuitkomsten slecht. Op 1/3 deel van de bedrijven leverde het be drijfsvermogen een negatief rendement op. Dank zij de overige inkomsten (niet-betaalde arbeidskosten van meewerkende gezinsleden, niet-uitbetaalde pacht en rentekosten en privé-inkomsten) kon er echter ook op deze bedrijven veelal nog worden gespaard. Deze overige uitkomsten waren gemiddeld per bedrijf ruim 9.000,-— in 1967/68 en ruim ƒ10.000,— in 1968/69. Door het niet volledig uitbetalen van meewerkende kinderen verschuift men echter een deel van de hui dige moeilijkheden naar later! ir. B. J. VAN DER TOOM. In dit nummer o.m.: Agenda Algemene Vergadering O.V.M. met het jaarverslag over 1970 op Pagina 2, 4 en 5 12 en 13 mei werktuigendagen Liempde Pagina 11 en 14 De maand mei op het Z.W. landbouwbe drijf Pagina 12 en 13 r De teelt van stamslabonen Pagina 8 Een hypermodern glastuinbedrijf Pagina 9 Verlate aardbeienteelt met gekoelde wachtbedplanten Pagina 10 Melkvee 's nachts opstallen Pagina 15

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 1