officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant OOST ZEEUWS-VLAANDEREN EEN VRAAGTEKEN ZWARE VERANTWOORDELIJKHEID VOOR MINISTER LARDINOIS VRIJDAG 26 FEBRUARI 1971 5öe Jaargang - No. 3070 land en tuinbouwblad In dit nummer o.m.: Uit de praktijk Pagina 5 - Biedt de spruitkool- teelt perspektief voor akkerbouwbedrijf Pagina 6 Enorme overproduktie van peren in Italië Pagina 7 Ziektekostenverzeke ring: Waar gaal dal heen? Pagina 17 Kontraktteelt stamsla- bonen op akkerbouw bedrijven Pagina 19 Ned. kontrakttelers vergaderden Pagina 20 ■3j( Teelt van voeder gewassen Pagina 21 Naar het zich laat aanzien zullen de veranderingen in de landbouw en in de produktietechniek zich in een versneld tempo blijven voortzetten. Ir. J. A. Haenen gaat op pagina 8 op de hiermede samen hangende problemen nader in. De foto geeft een indruk van modern materiaal dat voor ©en rendabele inzet nog grotere oppervlaktes vraagt dan waarmee we nu vertrouwd zijn. Voor de vrouw Pagina 29 Het ordenen van de ruimte is een moeilijke bezig heid. Deze constatering lijkt overbodig, maar toch kunnen wij ons voorstellen dat vooral ook diegenen, die de aktiviteit van de ruimtelijke ordening daadwerkelijk moeten bedrijven, zoals bestuurderen van gemeenten en provincies, de moeilijkheid van een en ander voor al zuchtend erkennen. De ene keer immers is de nieuwe ontwikkeling de maatregel op dit gebied streekplan of bestemmingsplan al lang vooruit en kan men niet veel meer doen dan deze werkelijkheid (veelal een industriële vestiging) maar intekenen op de kaart, die planologen aan het eind van de proce dure plegen te produceren. Soms ook blijkt dat een streekplan na korte tijd al weer achterhaald wordt door de werkelijkheid. Daarvan weet men bijvoorbeeld in Brabant mee te praten, waar kort geleden he* pas aanvaarde en op belangenafweging gebaseerde plan werd achterhaald door de komst van Shell naar de Moerdijk. En dan is er nog de factor dat het met deze maatregelen op het gebied van de ruimtelijke ordening in feite helemaal niet gaat om plannen, hoewel de woorden streekplan en bestemmingsplan dat zouden doen vermoeden, maar om het geven van mogelijk heden voor bepaalde ontwikkelingen, ontwikkelingen die soms helemaal niet komen. Veel gemeenten met grote bestemmingsplannen en ruime industrieterreinen weten daar van mee te praten, want de woningtoewijzing is vaak gering en de in dustrieën staan niet altijd en overal te dringen. En het is duidelijk dat men er dan ook naast zit. Hoe de problemen en missers misschien ook mogen spreken, het kan en mag geen reden zijn om het moede hoofd maar in de schoot te leggen. Al doende leren we immers en wie nuchter nadenkt zal zeker ook in landbouwkring moeten erkennen dat we in een klein land met veel mensen, veel wensen en zeer ver schillende aktiviteiten eenvoudig niet zonder een be stuur kunnen, dat tracht datgene wat noodzakelijk is daar te laten gebeuren, waar het het beste kan. We hebben geprobeerd het voorontwerp streekplan Oost Zeeuws-Vlaanderen, dat onlangs openbaar is ge maakt, in dit kader van noodzaak, belangenafweging enz. te bezien. Wij zullen maar direct erkennen dat wij in levensgrote vraagtekens zijn blijven steken. Zelfs als we in aanmerking nemen dat het hier gaat om een voorontwerp, dat terwille van de inspraak en de me ningsvorming in de openbaarheid is gebracht, lijkt het erop dat één spreekbeurt van de Antwerpse schepen Delwaide meer wezenlijke gegevens aandraagt voor meningsvorming dan de vrucht van overleg en studie die nu van Zeeuwse zijde ter tafel is gebracht. En dat terwijl van Antwerpse zijde betrekkelijk wei nig werd meegedeeld wat al niet eerder bekend was geworden. Het enige nieuws was dat het Baalhoek- kanaal van het buitendijkse inmiddels binnendijks was gepland zo onder het bittere motto, dat nu in Oost Zeeuws-Vlaanderen de ronde schijnt te doen: „Beter een boer van zijn erf dan een vogel van zijn nest". Onbegrijpelijk en onwezenlijk doet het aan een visie op de kofnende jaren te moeten bespreken, zonder de konsekwenties van het aktuele Baalhoekkanaal en de nog urgentere afsnijding van het nauw van Bath in de beschouwing te betrekken. Maar ja, wij schijnen er hier in Nederland niet over te mogen praten. Het mocht eens geld kosten. Wat is overigens de visie op het tempo van de in- TOALS te verwachten viel, heeft de Raad van landbouwministers zich de vorige week te Brus sel nauwelijks bezig gehouden met de inhoud van de prijsvoorstellen, die de Europese Commissie op aan beveling van haar lid Mansholt bij haar had ingediend. Deze werden verwezen naar de landbouwcommissie van de Permanente Vertegenwoordigers der zes re geringen ter nadere bestudering van de financiële en sociale aspecten. Een mondvol mooie woorden. In gewoon Nederlands vertaald betekent het, dat deze landbouwcommissie, waarin hoge ambtenaren van de zes ministeries van landbouw zitting hebben, de ver schillende kanten die er aan de voorstellen zitten gaat dustrialisatie? Hangt hier de planning in Oost Zeeuws- Vlaanderen niet nauw mee samen? Kortom wat zal de ontwikkelingsschets ons bren gen en hoe wordt de ontwikkeling van Sloe II en overi ge terreinen gezien? Wat is om nog maar eens een vraagpunt te noemen de huidige funktie van Saef- tinge? Kan er gezien de Antwerpse ontwikkeling op de linker Schelde-oever nog sprake zijn van natuurgebied in deze hoek? Overigens hoe beziet men deze kwestie in het ka der van de belangenafweging? De landbouw weet al lang dat het Westerscheldebekken een industrialisa- tiegebied is en heeft dat aan de tijve ondervonden. Vragen zijn er voorts over de woonfunktie van het ge bied en de mogelijkheden hiertoe bij doorvoering van Ossenisse. Door Statenleden zijn intussen over het kernpunt vragen gesteld. Terecht ons inziens. Toch hebben we de slotvraag gemist, namelijk de vraag of een verdere bespreking van dit voorontwerp streekplan nog zin heeft. Vragen te over, ja inderdaad. Zou men soms de ruimtelijke ordening hier nog moeilijker gemaakt hebben dan zij toch al is? Pr. bezien en zal trachten met een advies voor een ko mende zitting van de ministerraad voor den dag te komen. De heren ministers hielden zich voornamelijk bezig met de vraag of de prijsvoorstellen gelijktijdig met de voorstellen voor een gemeenschappelijk structuurbe leid behandeld dienen te worden of dat deze voorstel len ontkoppeld moeten worden en er eerst en wel vóór 1 april als het nieuwe melkprijsjaar ingaat over de prijsvoorstellen beslissingen moeten vallen, en daarna over de zeer vergaande structuurvoorstellen onderhandeld gaat worden. (Zie verder pagina 5) Mr. J. F. G. SCHLINGEMANN

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 1