officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant
Mansholt: begin erkenning van problemen ons commentaar
met beschamende resultaten
E.E.G.-voorstellen onvoldoende en ondoelmatig Ir-c s- KN0TTNERUS
In dit nummer o.m.:
Gesprek Landbouw
schap met minister
Lardinois Pagina 5
De teelt van knol
selderij Pagina 6
Fruitcrisis of bedrijfs
structuur? Pagina 7
Arbeid, mechanisatie
en bouwplan Pagina 8 - 9
Kan stikstofgift op
tarwe nog verhoogd wor
den? Pagina 11
Bedrijfsaanpassing in
de akkerbouwsector
Pagina 15
Nederlandse fruitteelt
zal niet verdwijnen
Pagina 17
Belangstelling voor
snijmais Pagina 18
De teelt van blauw-
maanzaad Pagina 19
Vee en vlees,
mechanisatienieuws
Pagina 20 - 21
Stikstofbemesting op
suikerbieten Pagina 21
Aardappelvoorraden
en -marktsituatie Pagina 23
Deze foto dient om de fruittelers er aan te herinneren dat aanvragen voor
de E.E.G.-rooipremie vóór 1 maart a.s. ingediend moeten worden bij de dis
trictbureauhouder. Een eventuele aanvrage betekent niet dat ook gerooid
moet worden! Zie ook pagina 7 van dit nummer.
zlm
VRIJDAG 19 FEBRUARI 1971
59e Jaargang - No. 3069
land
en tuinbouwblad
\A/E zitten, het kan kennelijk niet genoeg herhaald
V worden, in een periode dat de kosten, mede
door een soort superinflatie, in sneltreinvaart zijn ge
stegen. Dat landbouw als enige bedrijfstak door deze
economische ontwikkeling in moeilijkheden is geko
men, zou gezien de bedrijfssluitingen in andere secto
ren, teveel gezegd zijn. Maar wel is het zo dat land
bouw temidden van deze inflatie de eer heeft op het
vrijwel eenzame plaatsje in onze samenleving te zit
ten, waar de prijs voor zijn belangrijkste produkten
een reèks van jaren welbewust door de overheid op
hetzelfde niveau is gehouden. Sinds kort en ver
moedelijk voor korte duur ervaren nu in Nederland
ook andere bedrijfstakken wat dit betekent, voorzover
tenminste de prijsmaatregelen van de overheid effect
sorteren. Want de deskundigen zijn het er wel over
eens, dat het, gezien het gevaar van ongelukken in
die sectoren van de economie, niet te lang kan duren.
Tot voor kort was men kennelijk van mening dat
voor landbouw wel prijsbevriezing voor langere tijd
mogelijk is zonder ongelukken. We hoeven wat dat be
treft maar te herinneren aan de eindeloze argumen
tatie van landbouwzijde met de eigen overheid en met
Brussel voordat de erkenning kwam dat er toch wat
moest gebeuren. Nu, die erkenning is er de onge
lukken overigens ook, hoewel ze niet zo spectaculair
zijn als in de industriële sector zelfs van de zijde
van de heer Mansholt. Maar gezien de aard van zijn
voorstellen, die in maart in de Ministerraad in Brussel
behandeld moeten worden, is hij kennelijk van mening
dat je pas structuurbeleid kunt bedrijven met een boe
renstand in ernstige moeilijkheden, en moeten we bo
vendien vrezen dat deze gedachte een stuk van zijn
beleid is.
CERST nog eens even de voorstellen van de zijde
van de georganiseerde landbouw. Die kwamen
gemiddeld neer op 6 met aangepast aan een ge
wenste richting van de produktie een geringere of
hogere vraagprijq. Er is binnen de landbouw zelve
natuurlijk kritiek geweest op deze vraagprijzen. En er
zijn ook argumenten na de jaren van stilstand, die
een hoger percentage wettigden.
Maar bij dit onderlinge overleg binnen de landbouw
heeft naast overwegingen toch ook in belangrijke mate
een rol gespeeld het gevaar van het in eigen zwaard
vallen door het uitlokken van produkties, waarvoor
ook al is het tijdelijk geen plaats is.
Dus wat dat betreft geenszins een alleen maar be
zien van één aspect op korte termijn het inkomen
maar wel degelijk de marktsituatie, hoewel dat in
komen natuurlijk een zeer hoge prioriteit moet hebben.
Hoe is nu het antwoord van Mansholt? De melk
veehouderij lijkt er in eerste instantie redelijk afgeko
men. Maar de rekenmeesters hebben al aangetoond
dat uit de verhoging van de melkpoederprijs de stij
ging van de richtprijs niet is te realiseren. De gerst-
prijs met de 5 bij interventie- en richtprijs lijkt even
eens in de buurt van het gevraagde te komen. Maar
bezien we daarnaast de voorstellen voor de tarwe,
waar in feite niets gebeurt de 2 bij de richt
prijs heeft voor de boer niets te betekenen indien
ook niet iets aan de interventie gebeurt dan doemt
de vraag op: ,,ls het de bedoeling om een gerstover
schot te creëren om de boer weer verwijten te kunnen
maken?"
De verandering het verlaten van de aanvang
van de interventieperiode is ronduit een verslechtering
van de situatie. Voor het koolzaad verlaging van prijs
dus meer bieten. Voor de bieten een aanpassing
van de witsuikerprijs (gelukkig, anders moesten de
fabrieken gaan korten) en een vooralsnog onbegrijpe
lijke bepaling over de quota, die begrijpelijk maakt
dat het basisquotum wel zal verminderen.
P)E voorstellen laten we positief beginnen
betekenen de erkenning door de heer Mansholt
van zijn ongelijk. Want tegen zijn eigen argumentatie
in (overschotten, toetreding Engeland, eerst de struc
tuur) komt hij nu met bepaalde voorstellen. Het bete
kent tevens de erkenning van het feit dat het zo niet
langer kan in de economische situatie, waarin we met
deze inflatie zitten.
En deze benadering wordt nog eens bevestigd als
men in deze voorstellen de stijgende kosten in de op
slag en verwerking in belangrijke mate en geluk
kig wel honoreert, zoals uit de stijging van de wit
suikerprijs en de verhoging van de staffel bij graan-
opslag met 10% blijkt. Maar waarom die erkenning
dan niet als het om de prijs voor de boer gaat? De
voorstellen zlijn onevenwichtig en beschamend voor
een man, die zich de landbouwman van Europa wil
noemen!
Nu zal de boerenstand gespannen afwachten of de
Nederlandse Minister in Brussel zijn woorden waar
maakt. Het is bittere noodzaak.
Pr.
Verleden week heeft de Europese Commissie opnieuw prijs- en structuurvoorstellen bekend gemaakt. Zij
deed het dit keer aan het Europese Parlement. Het Europese parlement moet immers over alle voorstellen
van de Commissie zijn mening geven vóór dat Raad van Ministers over deze voorstellen besluiten mag ne
men. De ministers hoeven zich overigens van het advies van het Parlement niets aan te trekken, wel van
de voorstellen van de Commissie want zonder voorstellen kan de Ministerraad geen besluiten nemen. Willen
de ministers afwijken van het voorstel van de Commissie dan is meestal zelfs unanimiteit van de ministers
nodig.
Dat de publicatie nu in deze vorm is gebeurd heeft dus ook weer een politieke achtergrond en wij zien
voor de zoveelste maal dat de politiek bij de besluitvorming in de E.E.G. een beslissende rol speelt. Veel
meer zelfs, zou men kunnen zeggen, dan de noodzakelijkheid een gezonde landbouwpolitiek tot stand te bren
gen. (Zie verder pagina 3)