Ervaringen met toepassing
kunstmatige beregening
Intensieve teelten vereisen
goed waterbeheer
10
EEN ieder is er van overtuigd dat een goede drai
nage en het regelmatig onderhoud hiervan voor
onze cultuurgrond noodzakelijk zijn. Wateroverlast
immers beperkt de beworteling en resulteert in lage
gewasopbrengsten met een slechte kwaliteit. Dit drukt
het bedrijfsresultaat sterk naar beneden.
In goed ontwaterde polders en waterschappen is de
hoofdontwatering gemaal en hoofdwatergangen, ka
nalen, tochten, riviertjes en beken goed in orde. Op
de vruchtbare landbouwbedrijven heeft de detailontwa
tering van de percelen drainage en kavelsloten
een efficiënte aansluiting op de hoofdwatergang.
De winterneerslag, voor zover deze niet via drai
nage en perceelssloten wordt afgevoerd, verhoogt de
grondwaterstand. Het is dan nodig de overtollige neer
slag zoveel mogelijk op een snelle wijze uit te slaan.
Bij een goede ontwatering mag de grondwaterstand
in de winter bij een normale neerslag op goed gedrai
neerde percelen niet hoger komen dan 70 80 cm
beneden maaiveld.
Dergelijk goed ontwaterde gronden met een gunstig
bodemprofiel zijn in het voorjaar aanmerkelijk vroeger
geschikt voor bewerking dan slecht ontwaterde per
celen. Het land is dan vroeger onder zaad, hetgeen
voor de groei en opbrengst van gewassen zoals zo
mergranen en suikerbieten van grote betekenis is.
Na het zaaien kunnen de gewassen hun beworteling
gaan uitbreiden tot 1 m diepte en er is voldoende
bodemvocht ter beschikking voor het verkrijgen van
een goed gewas.
INTENSIEVE PLANTENTEELT
PROND en arbeid worden duurder en dit vereist
in steeds sterkere mate een intensieve planten-
produktie; wil er van een rendabel grondgebruik nog
sprake zijn. Zo geeft een graanbouwplan op het Ne
derlandse akkerbouwbedrijf een veel te laag rende
ment. In de groeiperiode van de gewassen is de ver
damping en de waterbehoefte van de planten groter
dan de neerslag. Dit heeft tot gevolg dat de grond
waterstand dan geleidelijk blijft dalen. Wanneer de
regen in bepaalde perioden te lang op zich laat wach
ten droogt de bovenste bodemlaag sterk uit. Bij mo
derne intensieve plantenteelt kan dit zeer nadelige
gevolgen hebben. Voor de opbrengst en de kwaliteit
van diverse gewassen is dit ongunstig en het kan
bovendien de bedrijfsvoering doen stagneren. Ter
verduidelijking volgen hier enkele voorbeelden:
1) in de droge bovenlaag gezaaide respectievelijk
geplante late gewassen als stamslabonen, spinazie,
op ruggen uitgezaaid witlof, kool- en knolselde-
rijplanten e.a. worden bij hun kieming en jeugd-
ontwikkeling sterk geremd of sterven af.
2) aardappelschurft zal zich op schurftgevoelige gron
den sterk uitbreiden; een en ander geldt ook voor
doorwas.
3) ondiep wortelende bolgewassen als tulpen en an
dere worden in kg-opbrengst en kwaliteit sterk
gedrukt.
4) akkerbouwmatig bedreven groenteteelten zoals
spinazie e.a., welke in de vorm van blad worden
afgeleverd moeten voor een goede opbrengst vol
doende water krijgen.
5) het rooien van gewassen als aardappelen en bloem
bollen en verder ook de grondbewerking tussen
het eerste en tweede gewas bij dubbele teelten in
één jaar, kunnen niet op tijd worden uitgevoerd
en men moet blijven wachten.
6) bij een zware veebezetting op het grasland geeft
de gestrooide stikstofmeststof na het uitscharen
van het vee geen of een te langzaam effekt op de
grasgroei (gras wortelt ondiep). Dit verhoogt de
voerkosten.
KUNSTMATIGE
WATERTOEVOER MIDDELS BEREGENING
DEREGENING kan bij een juiste toepassing de
hierboven geschetste nadelige gevolgen van een
uitgedroogde bovenste bodemlaag voorkomen. Wel
moet worden opgemerkt dat er bij beregenen op een
akkerbouwbedrijf nooit de gehele oppervlakte be
hoeft te worden beregend. Gewassen als bieten en
granen ondervinden zoals reeds vermeld is in het ge
heel geen last van een uitdrogende bovenlaag, in
tegendeel; een en ander geldt eveneens voor andere
gewassen als graszaad, koolzaad, karwij, luzerne e.d.
Voor dergelijke gewassen op goede vochthoudende
gronden is en blijft beregening overbodig.
Bij intensieve plantenteelt (intensief bouwplan) is
het vereist de oogstzekerheid, hoge opbrengst en goe
de kwaliteit veilig te stellen. Dit houdt in dat de ak
kerbouwer moet kunnen gaan beregenen wanneer in
de groeiperiode de natuurlijke neerslag voor kortere
of langere tijd verstek laat gaan. Beregening bij een
intensief bouwplan is nu niet meer te missen; de
bovenaangehaalde risico's kunnen dan worden uitge
schakeld.
BIJ MODERN BEREGENINGSSYSTEEM
WEINIG ARBEIDSPROBLEMATIEK.
IJET bezwaar om kunstmatige beregening op veel
landbouwbedrijven toe te passen was de vele
arbeid, die daarvoor nodig is. Dit is nu niet meer het
geval en de hier te geven informatie is afkomstig van
de proefboerderij de „Waag" te Creil N.O.P. Op deze
boerderij, die niet ligt op droogtegevoelige grond, is
Ir. J. A. H. HAENEN,
Consulentschap Akkerbouw en Vee
houderij - Zevenbergen.
Het in onze goede polders en wa
terschappen aanwezige ontwate
ringssysteem kan ook gebruikt wor
den voor wat erin laat ten behoeve
van intensieve plantenteelten. De in
dit artikel hierover verwerkte ge
gevens hebben betrekking op niet
droogtegevoelige gronden met een
goed bodemprofiel. Vanzelfspre
kend is zout of brak buitenwater
voor inlaat in kavelsloten onge
schikt.
indertijd een beregeningsinstallatie middels buizen
en sproeiers aangeschaft om bij de verbouw van con
sumptie-aardappelen schurft te voorkomen. Dit voor
jaar is daar de „buis-slang" beregening doorgevoerd.
Dit betekende een enorme verbetering in de bedrijfs
organisatie t.w. arbeidsbesparing en arbeidsverlich-
ting.
Op bedrijven waar een buisberegeningsinstallatie
aanwezig is, is de investering voor het overschakelen
naar de „buis-slang"-beregening niet hoog n.l.
3.500,a 4.000,Deze, in vergelijking met veel
andere investeringen, lage investering vergroot de
gebruiksmogelijkheden van de reeds aanwezige be
regeningsinstallatie sterk. Voor verdere bijzonder
heden hierover kan verwezen worden naar een vorig
artikel „nieuw type akkerbouwbedrijf" in het num
mer van 27 augustus 1970.
GOED ONTWATERDE POLDERS EN
WATERSCHAPPEN KUNNEN UITKOMST BIEDEN
IN dergelijke gebieden is wateroverlast gemakke-
lijk te vermijden en het land kan vroeg „onder
Bij het schrijven van dit artikel zijn
de regeninstallaties veilig opgeborgen
en hebt U op uw bedrijf mogelijk weer
overlast van water. De jaren 1969 en
1970 zullen de geschiedenis ingaan
als droge zomers met een periodiek
vochttekort voor grasland en akker
bouwgewassen. Hoe aangenaam een
droge zomer overigens ook mag zijn,
de grazige weiden smeken als het
ware om water.
Water, vaak vergruisd, maar in
tijden van droogte de enig ontbreken-
Consulentschap Akkerbouw en
Rundveehouderij - Zevenbergen.
A. M. VAN DER VEEKEN.
de en fel begeerde groeifaktor. Dit
blijkt telkens opnieuw uit de rage
om beregeningsinstallaties die ont
staat gedurende een aanhoudende
droogteperiode.
Ofschoon berekening op zich niets
nieuws is, betekent de aankoop van
een regeninstallatie voor het indivi
duele bedrijf een belangrijke verande
ring en aanpassing, wil de installatie
rendabel zijn. Het kan daarom zijn
nut hebben op de ervaringen met be
regening wat nader in te gaan.
Koppeling met canvasslang aan bovengrondse le
AANKOOP EN KOSTEN INSTALLATIE
De aankoop van een regeninstallatie vraagt een in
vestering van 1200,tot 1500,per ha en soms
meer. Wanneer uit open water kan worden beregend is
dit bedrag aanmerkelijk lager. Omgerekend in jaarlijkse
kosten aan afschrijving, rente van het geïnvesteerde
kapitaal, energieverbruik en onderhoud beloopt het al
gauw een gemiddeld bedrag van 200,per ha. Bij
moeilijke waterwinning, kleine oppervlakten en ongun
stige kavelindeling zelfs meer dan dit bedrag. Het is
goed hiermede bij de besluitvorming omtrent het al of
niet aankopen van een beregeningsinstallatie, rekening
te houden en tijdig inlichtingen in te winnen. Met enige
verbazing constateert men tijdens een droogteperiode
herhaaldelijk een stormloop om apparatuur. Puttenboor-
ders kunnen het werk dan lang niet aan, terwijl de lever
tijd van de materialen soms weken op zich laat wachten.
Het gevolg is dat er inmiddels weer veel droogteschade
is geleden. Bij bezoek aan de bedrijven blijkt dan dik
wijls dat reeds lang gerijpte plannen aanwezig zijn, doch
dat een nieuwe droogteperiode de doorslag moet geven.
Wanneer U plannen hebt, bekijk en bespreek deze ge
durende de winterperiode. U hoeft dan niet meer mee
te doen aan de verdringingsrace in het hoogseizoen.
DIREKTE OPBRENGSTEN
I
In droge jaren ligt de opbrengst van grasland op
droogtegevoelige zandgronden globaal 1.000 kg netto
zetmeel waarde per ha lager dan in jaren met voldoende
en meer gespreide neerslag. Bij extreem droge jaren en
de meest droogtegevoelige gronden is het verschil in
opbrengst veel groter. 1.000 kg netto zetmeelwaarde a
0,40 betekent een verlies van 400,per groeiseizoen
in een droog jaar. Bij beregeningskosten van 200,per
jaar worden dan door de dcrekte meeropbrengst van de
beregening de kosten voor twee jaar betaald. Het werk
aan de beregening besteed, is dan nog niet betaald. De
winst moet komen van extreem droge jaren en door de
bedrijfszekerheid die een regeninstallatie biedt door het
opvangen van kleinere droogteperioden die elk jaar voor
komen. De veehouder is in staat een meer vastomlijnd
gebruiksschema van zijn grasland te maken. De koeien
behoeven hierbij niet in te lang (doorgeschoten) gras te
lopen. De angstige gedachte aan een onverhoopte droog
teperiode, en daardoor grasschaarste, hangt dan niet
meer boven het hoofd.
VERDERE VOORDELEN
Inplaats van voordelen is het voorkomen van verdere
nadelen waarschijnlijk juister gesteld. Veel graslanden
die niet beregend worden, hebben de afgelopen twee
jaar sterk van de droogte geleden, waardoor die kwali
teit in ernstige mate achteruit is gegaan. Door de dichte
veebezettingen wordt het grasland intensief betreden.
De grasvoorraad is meestal minimum waardoor de
koeien vaak in zeer kort gras worden ingeschaard. De
goede cultuurgrassen krijgen geen kans om te groeien
en mosten het onderspit delven. De groene spruiten
worden bij herhaling te snel afgegraasd. Zelfs kweek-
gras heeft het met een dergelijke uitputtingsmethode nog
moeilijk.
Een dichte veebezetting betekent veel urinelozingen
per eenheid oppervlak. Deze lozingen geven de alom be
kende brandplekken in het grasland. Het water uit de