Nogmaals:
Het mechaniseren van
witlofworteloogst
Een regenjas
8
Tuinbouwoons ul ent schap - Goes,
F. VADER.
Alhoewel wij de vorige week reeds
een artikel plaatsten over het machi
naal rooien van witlofwortelen deze
week nog een bijdrage hierover waar
in op enkele punten nog nader wordt
ingegaan.
Evenals bij de teelt van verschillende andere tuinbouw-
gewassen neemt ook bij de teelt van witlofwortelen de
belangstelling voor het mechaniseren van de oogst toe.
Het rooien met de hand is een tijdrovende bezigheid en
moet bovendien dikwijls onder minder gunstige omstan
digheden worden uitgevoerd. De laatste jaren zijn er
verschillende methoden ontwikkeld om de wortels ma
chinaal te rooien. Een bezwaar daarbij is dat de opper
vlakte per jaar, vergeleken met andere rassen, slechts
klein is. In Nederland bedraagt de beteelde oppervlakte
de laatste jaren 2200 ha witlof wortelen, in België
10.000 ha. Een groot gedeelte van deze oppervlakte
wordt nog geteeld op kleinere percelen die niet voor
machinaal rooien geschikt zijn. Hierdoor is het dus voor
een machinefabrikant weinig aantrekkelijk om speciale
machines te construeren, omdat de afzetkansen te klein
zijn. De speciale machines die er zijn, zijn dan ook be
trekkelijk duur, waardoor ze alleen rendabel zijn als er
grote oppervlakten mee gerooid kunnen worden.
HANDROOIEN
^LS de wortels met de hand worden gerooid, zijn er
toch ook al mogelijkheden om het werk te ver
lichten. Dit kan gebeuren door vóór het rooien de wortels
te lichten. De lichter bestaat uit een horizontaal mes dat
de wortels op 18 cm lengte afsnijdt. Aan de achter
kant van het mes zitten drie of vier ijzeren staven van
20 cm lang, die enigszins omhoog lopen, zodat de af
gesneden wortels even opgelicht worden.
Het lichten wordt ook wel gedaan met een ploeg waar
van het rister verwijderd is. De wortels worden dan door
de schaar afgesneden en opgelicht, maar komen vervol
gens weer rechtop op dezelfde plaats terug.
Naast een arbeidsbesparing van 10 geeft het lich
ten ook een arbeidsverlichting. Een voordeel van het
lichten is ook dat de wortels, bestemd voor de vroege
trek, eerst in de grond kunnen besterven zonder dat er
kans is voor uitdrogen of te sterke zonbestraling op de
wortels. Een ander voordeel van lichten is dat alle wor
tels op dezelfde lengte zijn afgesneden, wat gemakkelijk
is bij het opzetten.
MACHINAAL ROOIEN
gIJ velen gaat echter de voorkeur uit naar volledig
machinaal rooien. De bewerkingen die hierbij
moeten plaatsvinden, kan men terugbrengen tot twee
onderdelen, n.l.: 1. loof verwijderen; en 2. wortels ver
zamelen.
1. Het loof verwijderen
Het blad moet zodanig worden verwijderd dat 2 tot
5 cm van de bladstelen op de wortel blijft staan, om
dat hierin het groeipunt zit waaruit de krop moet
groeien. In de praktijk hoort men dikwijls de mening
dat de kop zo klein mogelijk afgesneden moet wor
den, omdat anders de kans op rot in de kuil groter
wordt. Uit proeven en ook uit praktijkervaringen
blijkt echter dat dit verband er niet is. Het rot wordt
meestal veroorzaakt door de schimmel Sclerotinia.
Dit is een typische zwakteschimmel, d.w.z. ze treedt
op als de wortel om een of andere reden zwak is, b.v.
door rooi beschadiging, vorstbeschadiging of een te
gulle groei. De invloed van meer of minder bladresten
is slechts gering.
Het blad van witlofplanten staat meestal rechtop. In
de loop van de zomer en herfst sterven de buitenste
bladeren af, die dan op de grond gaan hangen. Dit
geeft de meeste moeilijkheden bij het verwijderen.
Ook komen wel zgn. rozetvonmige planten voor; hier
bij groeit het blad langs de grond. Dit komt het meest
voor bij de teelt op vlakveld, vooral als de stand wat
dun is. Bij de teelt op ruggen komt dit vrijwel niet
voor. Bij deze planten is het moeilijk om het blad er
goed af te halen.
Het verwijderen van het blad kan op verschillende
manieren gebeuren. In de eerste plaats wordt er dik
wijls een maaikneuzer gebruikt. Door de snel rond
draaiende klepels wordt het blad er afgeslagen.
Door het hoge toerental ontstaat er een luchtstroom,
die het blad opzuigt. Hierdoor wordt ook veel van het
neerliggende dode blad meegenomen, vooral als het
droog is.
bestaat uit een cirkelzaagschijf die het blad afsnijdt
en opzij gooit. De hoogte wordt ingesteld met twee
sleepijzers die aan weerskanten van de wortels over
de grond schuiven en tevens ook het neerhangende
blad oplichten.
2. Het rooien van de wortels
DE wortels moeten zodanig uit de grond komen dat
ze weinig beschadigd zijn en er niet te veel grond
meer aan zit. De lengte van de gerooide wortels moet
1518 cm zijn. Er zijn enkele speciale witlofrooi-
machines in de handel, n.l. een Nederlandse machine
van B.A.V. in Oudenbosch en een Belgische machine
van d' Hooghe. Deze kunnen op lichte grond op vlak
veld geteelde wortels rooien. Ze zijn ook te gebruiken
bij ruggenteelt. Om de aanschaf van deze machines
rendabel te maken, moeten ze een grote oppervlakte
kunnen rooien. Dit zal alleen te bereiken zijn door
loonwerkers of een combinatie van grote telers. In
Zeeland zijn de oppervlakten over het algemeen te
klein en te veel verspreid om een aanschaf van zo'n
machine mogelijk te maken. Men kan het daarom
meer zoeken in reeds aanwezige machines, n.l. aard
appelrooiers. Omdat de witlof oogst toch na de aard
appeloogst komt, kan dit zonder bezwaar. De be
langrijkste wijziging die aangebracht moet worden is
Tegelijkertijd rooien en toofarsnijden door montage van een kleine cirkelmaaier op de rooier zo mogelijk
bevestigd aan een parallellogram om oneffenheden van de grond te volgen.
De diepte wordt ingesteld door steunwielen. Als de
wortels op ruggen staan, moeten meestal grotere
steunwielen worden aangebracht. Om goed werk te
kunnen leveren moet de grond goed vlak liggen. Bij
ruggenteelt neemt men meestal twee ruggen tegelijk
mee, die dan ook even hoog moeten zijn. De maai
kneuzer werkt dus apart van de rooimachine. Bij an
dere methoden is het apparaat voor het verwijderen
van het blad aan de rooimachine of de trekker ge
koppeld. Meestal werkt het dan naast de trekker of
rooier, soms voor de rooimachine. Het voordeel hier
van is dat een rij tegelijk behandeld wordt en dat de
trekkerbestuurder zicht op het apparaat heeft en het
zo nodig kan bijstellen. Voor een goede werking is
het vereist dat de rijafstanden onderling steeds goed
moeten zijn.
Een dergelijk aan de trekker bevestigd apparaat kan
ook een maaikneuzer zijn die speciaal voor dit doel
is gemaakt. Een dergelijk apparaat wordt gemaakt
door de Lignie's Mechanisatiebedrijf N.V. te Herkin-
gen. De hoogteinstelling hiervan gaat hydraulisch.
Door de loonwerker F. van Peperstraten te Achthui
zen is een apparaat gemaakt aan die rooimachine. Dit
dat de rooischaar smaller gemaakt moet worden. Het
verwijderen van het loof kan met een maaikneuzer
of met een in het voorgaande genoemd aanbouw-
apparaat gebeuren.
Omdat de witlofwortels langwerpig zijn, zijn de aard-
appelrooimachines met opvoert rommel minder ge
schikt. Goede ervaringen zijn opgedaan met b.v. de
Amac-rooier. Deze machine is eenvoudig aan te pas
sen door de twee buitenste beitelscharen te verwijde
ren en de schijven naar binnen te zetten. Bij rooi*
machines waar de diepte geregeld wordt met een dia
bolonol zal deze verwijderd moeten worden. Er zal
dan een andere diepteregeling aangebracht moeten
worden.
Om witlofwortelen te kunnen oogsten met een aard-
appel rooi machine is het nodag dat de wortels op rug
gen staan. Mén zal dan reeds in het voorjaar bij het
opbouwen van de ruggen de voorbereidingen moeten
treffen om in het najaar goed te kunnen rooien. Het
maken van deze ruggen zal zeker zoveel aandacht
moeten krijgen als het maken van ruggen voor aard
appels, omdat het rooien meestal later in de herfst
onder slechtere omstandigheden moet plaatsvinden.
We leven steeds sneller. De ontwikkelingen op aller
lei gebied ziin nauwelijks bij te houden. Wat voor
enkele jaren nog als vaststaand gold, is nu totaal ver
ouderd. Dit is ook zo by onze bedrijfsgebouwen. In de
naoorlogse jaren zyn schuren gebouwd die nu uit een
oogpunt van arbeidsrationalisatie nauwelijks meer de
naam van bedrijfsgebouw waard zijn.
Toch voldeden deze schuren op het moment van
bouwen aan de toen geldende moderne eisen.
De gedachte bij de nieuwbouw van bedrijfsgebou
wen gaat thans veel meer uit naar een opzet waar
aanpassingen aan nieuwe ontwikkelingen zonder al te
veel moeite en kosten kunnen plaatsvinden. Hierbij
komt sterk het zogenaamde „regenjasprincipe" naar
voren. Dit wil zeggen dat de buitenkant van het ge
bouw één geheel is en dat slechts dient om weers
invloeden buiten te sluiten. Alles wat verder in de
schuur aan cellen of boxen wordt aangebracht maakt
geen deel uit van de constructie van de buitenwanden
en het dak. Mochten om één of andere reden cellen
of boxen moeten worden weggebroken, vergroot of
verplaatst, dan kan dit gebeuren zonder dat het ge
bouw zelf verandert. Een ander punt is de benutting
van het gebouw. Een bloembollenschuur is bijvoor
beeld een duur hulpmiddel. Bijna negen van de twaalf
maanden wordt ze nauwelijks gebruikt. Wanneer het
mogelijk zou zijn het gebouw voor meer doeleinden
te gebruiken, dan zou dit een aanzienlijke kosten
besparing geven. Hierbij denken we dan aan de ge
combineerde bloembollengroenteschuren terwijl ook
de z.g. schuurkassen een poging in die richting zijn.
Wat betreft de ontwikkelingen met het fust ziet het er
naar uit, dat we in de nabije toekomst geleidelijk
overschakelen op stapelkisten. Wanneer we hiermede
rekening houden, zullen we hoger dan tot nu toe moe
ten bouwen.
Tenslotte de keuze van materialen.
Tot voor kort was baksteen alleen zaligmakend en
in een aantal gemeenten stuit het gebruik van andere
materialen voor buitenwanden nog op weerstanden.
De laatste jaren zijn echter een aantal bouwmate
rialen in de handel gekomen die duurzaam, goed iso
lerend en redelijk in prijs zijn.
Bouwen zonder tevoren grondig te overleggen, kan
veel geld kosten. Heeft u nieuwbouwplannen, zorg
dan dat u zich vroegtijdig zo goed mogelijk oriënteert,
zodat u op de hoogte bent van alle mogelijkheden.
We zullen u 'hierbij graag behulpzaam zijn.
Voor degenen die hiervoor speciale belangstelling
hebben is op aanvraag en zolang de voorraad strekt,
een door medewerkers van het consulentschap sa
mengesteld schunenbouwrapport verkrijgbaar. Aldus
het Consulentschap voor de Tuinbouw te Hoorn,
Pakhuisstraat 5.