officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant ENKELE GEDACHTEN OVER I E BIETENOOGST In dit nummer o.m.: Leefbaarheid en de tcekoms'i van de verede lingsindustrie Pagina 5 Tuinbouwklanken Pagina 6 Het machinaal rooien van winterwortelen Pagina 7 Mechanisatie van de witlofteelt Pagina 8 Vooruitzichten voor de fruitteelt blijven somber Pagina 9 Mechanisatie- en vee- houderijnieuws Pagina 10/11 Landbouw-loonwerk 1000 ha Pagina 12/13 Verlichting bij leghen nen Pagina 15 Kopziekte en nitraat vergiftiging en „Langs de melkweg" Pagina 17 Bietenrooier zonder verliezen Pagina 19 VRIJDAG 16 OKTOBER 1970 58e Jaargang No. 3052 land en tuinbouwblad VA/IJ staan weer midden in de suikerbietenoogst. In vv het Zuid-Westen van ons land een belangrijke periode voor de akkerbouw. Maar dat is het in alle akkerbouwgebieden van ons land. De oogst, het trans port en de verwerking beheersen de secundaire, ter tiaire en quartaire wegen, de vaarwegen en de plaat sen waar de suikerfabrieken gedurende zo'n drie maanden in vol bedrijf zijn. Met trots en voldoening kan de akkerbouwboer constateren, dat de grootste, modernste en meest efficiënte fabrieken hem toebe horen. Verenigd in de Suiker-Unie heeft de coöpera tieve verwerking haar voorlopige hoogtepunt bereikt. „Voorlopig", schrijven wij welbewust, omdat onder het dynamische bestuur en een goede directie verdere mijlpalen best te bereiken zijn en de vleugels wijder uitgeslagen kunnen worden. Dat moet ook in deze tijd van structurele omvorming van vele bedrijven in de industriële, de handels- en de verwerkingssector. Het zal een opgave zijn voor be stuur, directie en natuurlijk de leden naar verdere groei te streven. Het verlies van de coöperatieve kunstmestfabricage moet de boeren voldoende waar schuwing zijnl Moge in de toekomst deze concentra tie van suiker-producerende industrieën haar taken kunnen vervullen en tevens het contact met het ge wone lid, de suikerbietenteler, de grondstoffen leve rancier, bewaren en hem de indruk geven, dat het toch een verlengstuk is van zijn bedrijf. Dan zullen niet alleen tijden van de opgaande lijn, zoals waarin wij nu leven, kunnen worden doorstaan, maar ook stor men, die soms schade pogen aan te brengen. \A/IJ werden tot het schrijven van dit artikel over de suiker en de suikerbietenteelt geïnspireerd, omdat wij nogal wat interessante beschouwingen la zen over de suikerslag of de „Zafra" in Cuba en ook omdat de Nederlandse Minister van Landbouw zich in Brussel in E.E.G.-verband druk "heeft gemaakt over de toetreding van de E.E.G. tot de wereldsuikerover- eenkomst. Door verschillende groepen wordt het namelijk voorgesteld alsof dan èn het wereldsuikerprobleem opgelost zou zijn èn de ontwikkelingslanden die sui- ker produceren een betere prijs voor hun rietsuiker zouden krijgen. Zij die de problemen beter kennen, weten wel beter! Immers de E.E.G. zou in ieder geval als suiker-exportland worden opgenomen, dus als concurrent van de rietsuiker-exportlanden. Hun quotum, waarvoor zij nu volgens de overeen komst althans een minimumprijs krijgen bij lage we- reldprijzen, zou dus verminderd worden. De E.E.G. zou voor een deel van zijn overproduktie deze minimum prijs wel krijgen en dat deel niet behoeven te dena tureren tot veevoeder! Een overschotproduktie overi gens die niet elk jaar aanwezig is en mede veroor zaakt wordt door de 4 500.000 ton rietsuiker uit de onderontwikkelde Franse overzeese provincies! Overigens zal volgens de laatste cijfers de E.E.G.- produktie dit jaar in evenwicht zijn. Op herhaalde vra gen, waarom de E.E.G. nu bij de wereldovereenkomst moet aansluiten, die overigens nog zo lek als een mandje is, hoort men dan ook meestal slechts, dat het het prestige van de overeenkomst zou verhogen! JVAAAR terwijl hier in West-Europa de bietenoogst aan de gang is nog altijd een basis voor het akkerbouwbedrijf en er volgens ons in de wereld plaats genoeg is voor een goede bietsuiker- èn een rietsuikerproduktie, nu iets over de strapatsen van de door sommige kringen zo verheerlijkte Cubaanse communistische dictator, die aan een suikercomplex lijdt. Reeds lang streefde hij naar een produktie van 10 miljoen ton. Cijfers, statistieken en prestige spe len nu eenmaal in dat systeem een overheersende rol. Of de werkelijkheid anders is, is van later zorg. De vijfjarenplannen van de Sowjet-Unie staan ook steeds vol met cijfers en liefst met percentages! Een Rus werd tijdens de U.N.C.T.A.D.-conferentie in New- Delhi twee jaar geleden vreselijk boos, toen een Ne derlandse afgevaardigde hem voorhield dat percenta ges op zichzelf niets zeggen. Een stijging van een pro duktie of import van 100.000 ton met 30 is veel min der dan een stijging met 10% van 1 miljoen ton! Maar goed, Castro moest en zou zijn 10 miljoen ton suiker oogsten en daarmede het record van 7.200.000 ton van 1952 breken. Welnu, de oogst van dit jaar Mr. J. F. G. SCHLINGEMANN. duurde bijna 12 maanden tegen normaal 6. Hij haalde het desondanks niet. De oogst bedroeg 8,5 miljoen ton, waarbij te bedenken valt, dat door deze forcering de oogst het vorige jaar maar 4,3 miljoen ton be droeg. Wanneer men de beide jaren bij elkaar optelt komt men dus niet aan het record van 1952. ("J ROTE inspanningen van de Cubaanse economie en het volk zijn voor deze volslagen onecono mische prestigeslag nodig geweest. Wel kan het land zijn verplichtingen aan de Sowjet-Unie, namelijk de levering van 5 miljoen ton dit jaar, nakomen. Maar het land, dat eens de parel der Antillen genoemd werd vanwege zijn natuurlijke rijkdommen, staat voor zijn economische ondergang. Daarbij komt nog, dat de Russen via hun satellieten, die ook geen lid zijn van de wereldsuikerovereenkomst, met deze rietsuiker dumpen onder de minimumprijs. Alles werd in Cuba opgeofferd aan deze suikerslag. Meer dan 800 miljoen dollar werd in de fabrieken ge ïnvesteerd. Russische oogstmachines, die niet deug den, werden vervangen door eigen uitgedachte, de libertadoras, maar deze kunnen nog slechts geringe oppervlakten bestrijken. Terwijl een goede, geschool de arbeider 4000 kg riet per dag snijdt, werden door de vele stadsvolontairs veel en veel lagere presta ties geleverd. Een aan deze grote massa's gesneden suikerriet onaangepaste transportorganisatie veroorzaakte gro te verliezen, daar het suikergehalte van suikerriet, dat normaal 12% is, spoedig daalt tot 3 5 Zo mis lukte de sedert 1964 door Castro voorspelde 10 mil joen ton. Daar bovendien door het inzetten van grote aantallen arbeidskrachten de overige produktie, zowel in de agrarische als de industriële sector, verwaar loosd werd, is het land er slechter dan ooit aan toe. Uit dit alles moge opnieuw de les getrokken wor den, dat men wel veel van boven af en centraal op papier kan zetten, maar dat het individuele mensen zijn, die het moeten doen. Wij hebben dan ook zo'n idee, dat onze Westeuropese en onze Nederlandse suikerbietenoogst normaler verloopt!

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1970 | | pagina 1