een
is een prijsbewuste en een goede keus...!
Varkensmesters, weest op uw hoede!
Melkveevoeding
in het najaar
„Ons ideaal: Brabantse varkens
vóór de winter schurftvrij"
„Meer biggen door een goede
berigheid-kontrole"
11
C. DEN ENGELSEN,
Specialist voederwinning.
Consulentschap Akkerbouw en
Rundveehouderij - Goes
IN het najaar verkeert het melkvee, zolang het nog
niet is opgestald, onder de meest ongunstige
levensomstandigheden van het gehele jaar. Het kli
maat wordt kouder en natter; de grasgroei vermin
dert en 'het nog beschikbaar gras gaat ook in kwali
teit achteruit. Bijvoeren wordt dan nodig en dat ge
beurt ook. Maar gezien de vele veldwerkzaamheden
op de bedrijven is het wel moeilijk voldoende aan
dacht aan de koeien te geven. De melkproduktie
daalt in deze periode op de meeste bedrijven tot de
laagste van het gehele jaar. De produktiedaling gaat
veelal sneller dan op grond van het verloop van de
laktatieperiode mag worden verwacht. De melkvee
houders, die lid zijn van een melkcontrolevereniging
en waar nog minstens 8 koeien worden gemolken,
kunnen het verloop van de te snelle produktiedaling
aflezen op het uitslagformulier dat ze elke drie we
ken ontvangen. Daarop staat sedert begin augustus
van dit jaar, links onderaan, de standaardproduktie
van de koppel koeien vermeld, alsmede de stan
daardproduktie van enige «voorgaande proefmelkda-
gen. De standaardproduktie van een koppel koeien
is een omrekening van de melkgiften van de diverse
koeien op de produktie van een denkbeeldige koe
die 8 jaar oud is in de tweede maand na het kalven.
Zo'n nieuwmelkse 8-jarige koe die voldoende pro-
duktief is kan vlot 30 kg melk geven. Voor goed ge
voederd behoorlijk produktief melkvee zal derhalve
de standaardproduktie op circa 30 uit kunnen komen.
WAT zien we nu in het najaar? Op vele bedrijven
gaat de opgave van de standaardproduktie van
28 a 32 begin augustus dalen tot 22 a 26 en in ver
schillende gevallen tot minder dan 20. Bij een stan
daardproduktie van 20 betekent dit dat de koeien
maar ongeveer geven van de hoeveelheid melk
die ze nog hadden kunnen geven. Bij een standaard
produktie van 15 is de dagelijkse melkgift slechts on
geveer de helft van wat de dieren nog zouden kun
nen geven.
Nu zal het altijd wel moeilijk zijn om de produk-
tiecapaciteit van het melkvee in 'het najaar geheel te
handhaven. Op sommige bedrijven wordt dit pro-
duktieverlies dermate ernstig dat men het niet meer
de moeite vindt de koeien nog te melken en men ze
daarom maar wat eerder droog zet. Dat leidt tot nog
meer produktieverlies.
Voor elke melkveehouder is het belangrijk om
produktie- en veelal ook conditieverlies, mits dit op
een niet te dure wijze te verwezenlijken is, zoveel
mogelijk te voorkomen.
IIET verdient aanbeveling ervoor te zorgen dat de
koeien ook in het najaar steeds voldoende voer
van goede kwalitiet ter beschikking hebben en voorts
te voorkomen dat het vee onnodig lijdt van natte
kilheid. Het laatste betekent dat het voor de koe ge
wenst is 'haar tijdig, toch zeker 's nachts, op te stal
len en daar voldoende droog voer van voldoende
kwaliteit bij te voederen.
Dat bijvoeren gebeurt wel. Meestal door het ver
strekken van suikerbietenkoppen en -blad. Het verse
winddroge produkt is zeer geschikt voor melkvee.
Helaas is het produkt veelal te nat, dikwijls ook ver
ontreinigd met grond en soms is het zelfs ten dele
rot. Het oxaalzuur kan een mede oorzaak zijn voor
het optreden van diarree. Voorts heeft verse bieten-
loof dat binnen vijf uur voor het melken wordt ge
voederd de onaangename eigenschap een bietenloof-
smaak en -reuk aan de melk te geven.
Naast 20 a 30 kg suikerbietenkoppen en -blad per
dag, komt op stal het bijvoeren van hooi en droge
pulp of niet te eiwitrijke mengvoerbrokjes in aan
merking. Ook het voeren van wat stro kan, maar
heeft wel 'het bezwaar dat de voederwaarde vat
laag is.
Tijdig opstallen, in elk geval 's nachts, en een kwa
litatief voldoend hoogwaardig rantsoen is ook in het
najaar noodzakelijk voor het handhaven van produk
tie en conditie van de koeien.
GEZONDHEIDSDIENST VOOR DIEREN
IN NOORD-BRABANT EN ZEELAND
HURFT is een huidziekte, die geen grote, di-
rekt aanwijsbare schade veroorzaakt. Door de
beschadiging van de huid kunnen echter andere ziek
teverwekkers het lichaam binnenkomen. Bovendien
worden de varkens onrustig, waardoor groei en voe-
derverbruik ongunstig beïnvloed worden. Daarom is
het van belang deze ziekte te bestrijden.
OORZAAK:
Schurftmijt. Deze is met het blote oog niet zicht
baar. Deze myt graaft gangen in de opperhuid. De
vrouwelijke mijten leggen dan hierin eieren, die na
5 dagen uitkomen en na weer 5 dagen volwassen
zijn, zodat zij zelf eitjes kunnen leggen. In de huid
kunnen de mijten 36 weken in leven blijven.
Verschijnselen: Jeuk en huid veranderingen. Deze
beginnen als kleine puistjes, die later overgaan in
korsten en schilfers en tenslotte een huidverdikking
geven, zodat plooivorming en haaruitval optreden.
Dit is vooral op weinig behaarde plaatsen en daar,
waar de korsten en schilfers moeilijk zijn af te schu
ren, zoals in de oren, in de liesstreek en aan de voor
zijde van de achterpoten.
BEHANDELING:
Hiervoor zijn goede schurftmiddelen verkrijgbaar.
Hokken bezemschoon maken.
In een schone rugspuit het schurftmiddel met
lauw water aanmaken zoals voorgeschreven.
Alle grotere varkens goed nat spuiten en even
tueel met een borstel nawrijven. Biggen beneden
3 weken niet behandelen. De hoogdragende zeu-
gen kan men het beste behandelen vóór zij in het
kraamhok komen (zie onderwerp 8).
Vloeren en wanden goed bespuiten met dezelfde
oplossing.
Na de behandeling moeten de dieren van een dik
ke laag stro voorzien worden.
Deze volledige behandeling moet na 5 dagen her
haald worden, omdat bij de eerste behandeling
alleen de mijten gedood worden en niet de eieren.
Dus, wanneer men het 's maandags doet, moet
men het 's zaterdags herhalen. Men moet niet lan
ger wachten, omdat anders al weer nieuwe eitjes
gelegd zijn.
Zo'n dubbele behandeling moet men 3 x per
jaar toepassen. Het beste kan dit gebeuren vóór
de winter (einde oktober), na de winter (begin
maart) en in de zomer (begin juli). Bij deze be
handeling dienen de beren, de gelten en de zeu
gen zonder biggen behandeld te worden.
Wanneer men op deze wijze de schurft bestrijding
ter hand neemt, krijgt men op de duur meer een
voorkóming van schurft dan een bestrijding.
llIET aantal worpen per zeug per jaar is één van
de maatstaven voor de rentabiliteit van het be
drijf. Dit wordt m^de bepaald door het regelmatig
berig worden van de zeug. Het op tijd berig worden
kan men 'bevorderen door:
de zeug vroeg bij de biggen weg te halen (op
6 weken).
de zeug te verplaatsen; niet naar een stal met zo
gende zeugen, liefst niet naar een stal met drach
tige zeugen, zo mogelijk naar een aparte stal voor
guste en berige zeugen.
de zeug op de dag van het Spenen geen voer en
weinig water te geven en haar daarna dezelfde
hoeveelheid voer te geven als vóór het spenen
(3^—5 kg).
enkele zeugen gelijktijdig van de biggen weg te
halen.
Een goede kontrole op de berigheid is zeer belang
rijk. Dit kan men doen met of zonder een zoekbeer.
JJNKELE facetten van deze berigheid zijn:
meestal treedt berigheid op tussen 46 dagen na
'het spenen.
deze berigheid is van korte duur; meestal 12
dagen.
vaak zijn de verschijnselen onduidelijk; de hierna
genoemde verschijnselen kunnen alle tegelijk
voorkomen, doch ook is het mogelijk, dat slechts
één symtoom is op te merken:
op mensen afkomen die het hok binnengaan.
luisteren met scheve kop.
„Oren-spel".
enigzins hees geluid (dus andere toonhoogte).
vaak geen vergroting van de kling.
'het aanwezig zijn van slijm in de kling (in
50% der gevallen).
stareflex bij druk in de flanken en drukken op
de rug.
na het opwekken van de stareflex zijn dieren
moeilijk van de plaats te krijgen.
eetlust is verminderd.
De berigheid bij gelten en de berigheid bij zeugen
die zijn opgebroken, onderscheidt zich van de
berigheid, direkt na het spenen. Bij deze varkens
ziet men een vóórbronst, die zich manifesteert in
de roodheid en het gezwollen zijn van de kling
gedurende enkele dagen (17 dagen). Ook de
berigheid duurt langer.
0 Zeugen laten dekken of insemineren op de eerste
dag van „het staan".
Varkenspest is een ziekte, die vaak samenhangt met de biggenprijs, hier en in het buitenland.
Een lagere prijs in het buitenland betekent import van biggen.
Import van biggen geeft een grotere kans op varkenspest.
Momenteel schijnt er in Duitsland een overschot aan biggen te zijn en dus stromen de biggen de grens over.
Blijf dus waakzaam!
VUULJLJUUUUULJV- - - m'wmmm ui_iv'livI/l_l\/LJUILJLJV'LJUUUU
JC H J. H O E G E N D I J K H O F
IHDJ HANDELMAATSCHAPPIJ N. V.
Doetinchem - Emmeloord - Middenmeer - Finsterwolde - 's Heer Arendskerke - Dronten