13 DE NIET TOEGEREKENDE KOSTEN PER HA CULTUURGROND Groep III Groep IV Groep V Omschrijving Berekend loon ondernemer Berekend loon gezinsleden Betaald loon Werktuig- en trekkerkosten Loonwerk Paardekosten Groenbemesting Berekende en/of betaalde pacht Onderhoud grond en gebouwen Algemene kosten en auto Totaal niet toegerekende kosten groep I groep II 1.006 479 585 299 39 232 297 410 28 20 17 2 10 12 313 262 33 25 163 164 ƒ2.491 1.906 De loonkosten drukken wel zeer zwaar vooral voor groep I. In vergelijking met voorgaand jaar zijn de loonkosten met ongeveer 100,afgenomen. De lonen zijn wel met ruim 8 gestegen, doch door een sterke vermindering van het aantal gewerkte uren is een daling van de loonkosten mogelijk ge werden De werktuigen en trekkerkosten lopen per groep nogal uiteen. De grotere bedrijven beschikken over een veel grotere inventaris zodat de kos ten per ha toch nog ruim 100,hoger zijn. In 'het totaal is er een verschil van bijna 600, BEDRIJFSRESULTAAT PER HA CULTUURGROND Omschrijving groep I groep II Gemiddeld saldo rundvee en akkerb. Saldo varkens en loonwerk Totaal Niet toegekende kosten Bedrijfsresultaat 1.877 516 1.742 205 2.393 2.491 1.947 1.906 neg. 98 41 De bedrijfsresultaten zijn niet best. Door intensiever grondgebruik en een grotere bijdrage van de veredelingssector in groep I is het totaal saldo bijna 450,hoger per ha dan in groep II. De niet toegerekende kosten zijn ech ter bijna ƒ600,per ha hoger. Het verschil in bedrijfsresultaat is hierdoor 139,ten nadele van groep I. In het vorige boekjaar was het verschil veel groter doordat de bijdrage van de veredeling van kleinere betekenis was. Deze resultaten zijn gebaseerd op pachtbases. Voor een eigenaar gebruiker kunnen de resultaten belangrijk lager liggen door de hogere rente en grond en waterschapslasten van de grond. Voor de boer is er loon als kosten berekend. Door dit bedrag bij 't bedrijfs resultaat op te tellen verkrijgt men het arbeidsinkomen van de ondernemer. Dit bedraagt resp. 12.123,en 14.895,Voor de meewerkende vrouw en/of kinderen is er ongeveer 8.000,ingecalculeerd. Er is een verschil per groep, maar de verschillen tussen de bedrijven onderling zijn nog veel groter, de uitersten ruim 30.000,Deze grote verschillen zijn het gevolg van opbrengstniveau, productieomvang per man en de kosten. Een voorbeeld hiervan is de gemiddelde melkopbrengst per koe die van de 5 bedrijven met de hoogste productie 5268 kg bedraagt en van de 5 bedrij ven met de laagste productie 3409 kg per koe. Een goede productie per dier of per ha enerzijds en anderzijds lage kosten per eenheid leidt tot goede bedrijfsresultaten. De factor arbeid neemt een groot deel van de kosten voor haar rekening. Door een voldoende productie- omvang per man is het mogelijk de kosten per eenheid op een redelijk ni veau te houden. Om de meerdere dieren enz. toch goed te verzorgen moet de gebouwensituatie en het machinepark aangepast zijn. Door de technische ontwikkeling zal de aanpassing aan de gewijzigde omstandigheden door moe ten gaan zodat de dure arbeid vervangen kan worden door doelmatige ge bouwen en werktuigen. BEDRIJVEN MET OVERWEGEND AKKERBOUW De oppervlakte grasland en dus ook de rundveehouderij, neemt op deze bedrijven een ondergeschikte plaats in. Heel vaak is (het dan ook nog rund- veemesterij. Voor de weergave van de resultaten in de navolgende tabellen zijn de 5 groepen akker bouwbedrijven teruggebracht tot 3, te weten een groep met een bedrijfsoppervlakte tot 30 ha, van 3050 ha en boven 50 ha. De groepen I en II werden hiervoor reeds besproken. Oppervlakte bouwland in ha 17.65 37.10 55.73 Oppervlakte grasland in ha 2.48 2.47 3.43 Aantal melkkoeien per bedrijf 3.4 1.2 0.5 Aantal volwaardige arbeidskrachten 1.5 2.2 2.7 granen in 38.— 40.5 43.— aardappelen in 14.5 18.— 15.— suikerbieten in 22.— 20.— 21.— Nieuwwaarde dode inv/ha 1.952 1.847 2.014 Zoals elk jaar blijken ook nu weer grote ve. schillen tussen de individuele bedrijven wat betreft de oppervlakte per man, de intensiteit van het bouw plan en de nieuwwaarde van de dode inventaris. Hoewel op een aantal bedrijven in de groepen III en IV uien of witlof is opgenomen, is toch vaak 'het kleinere bedrijf niet veel intensiever dan het grotere. Voor een verhoging van de brutogeldopbrengst per man, dus voor het verkrijgen van een beter inkomen, zou dit zeker het geval moeten zijn. NIET TOEGEREKENDE KOSTEN IN G LD/HA CULTUURGROND Groep III Groep IV Groep V Berekend loon 863 366 215 Locn vreemd personeel 108 264 344 Totaal arbeidskosten 971 630 559 Werktuigkosten 420 312 363 Algemeen loonwerk 17 17 13 Groenbemesting 17 20 24 Berekende op bet. pacht 234 314 329 Onderhoud grond en gebouwen 24 18 11 Diversen 200 158 149 Totaal 1.943 1.459 1.448 Het valt op dat de totaal niet toegerekende (of vaste) kosten per ha het hoogst is in de groep III, dus de bedrijven tot 30 ha. Dit verschil van 500,per ha wordt veroorzaakt door de hogere arbeids-, werktuigen- en diverse kosten. Dit moet de bedrijven in deze groep toch wel aan het denken zetten. In vergelijking met vorig jaar zijn de arbeidskosten weer gestegen. Het sterkst in de eerste groep, n.l. van ƒ831,per ha naar ƒ971,in de tweede groep, slechts met 27,per ha. Hetzelfde doet zich voor bij de werktuigkosten. In groep III een stijging van 346,per ha naar 420, in groep IV van ƒ305,naar 312,per ha. TOTAAL BEWERKINGSKOSTEN Groep III Groep IV Groep V Werk door derden (incl. bestr.middelen) 409 Werktuigkosten 420 Arbeidskosten 971 413 312 630 306 363 559 Totaal bew.kosten 1.800 1.355 1.228 Bij vergelijking van de cijfers met die van vorig jaar blijkt dat totale bewerkingskosten 200,per ha zijn gestegen bij groep III, doch iets afge nomen bij groep IV. Wanneer we bedenken dat deze kostenpost meer dan 50 bedraagt van de totale kosten, dan is het belangrijk de bewerkings kosten goed onder controle te houden. MARKTBARE GEWASSEN Wintertarwe groep III groep IV groep V kg opbrengst/ha prijs per 100 kg Geldopbrengst incl. stro 4990 34,77 1966,— 5041 34,98 2006,— 5030 35,76 1971, Consumptie-aardappelen kg opbrengst/ha prijs per 100 kg Geldopbr engst/ha 27583 11,30 3193,— 38507 11,18 4276,— 35565 12,16 4063,— Suikerbieten kg opbrengst/ha prijs per 100 kg Geldopbrengst/ha (incl. koppen) 52935 61,08 3389,— 54008 62,45 3505,— 52475 61,59 3319, WINSTBEREKENING IN GLD/HA Groep III Groep IV Groep V Saldo akkerbouw 1.704 saldo rundveehouderij 2.541 gem. saldo akkerb. rundveehouderij 1.829 saldo varkens/loonwerk 245 totaal saldo 2.074 niet toegerekende kosten 1.943 1.860 1.664 1.848 1.848 1.916 1.459 1.790 792 1.733 110 1.843 1.448 netto-overschot Totaal arbeidsinkomen ondernemer 131 17.043 457 27.484 395 33.283 Het totaal saldo wordt op de kleinere bedrijven behoorlijk opgetrokken door het hogere saldo rundveehouderij en varkens. Het netto-overschot is het laagst. Hoewel het totaal saldo per ha op de grotere bedrijven lager is, is het netto-overschot per ha hoger en door de grotere bedrijfsoppervlakte het arbeidsinkomen duidelijk hoger. Met nadruk willen wij stellen dat het arbeidsinkomen nog niets zegt over het werkelijk te verteren inkomen, omdat hierbij de vermogenspositie van de ondernemer een grote rol speelt. Hier is een overzicht gegeven van ge middelde uitkomsten van groepen bedrijven. De onderlinge verschillen per bedrijf zijn veel groter. Een reden temeer om voor het eigen bedrijf goed na te gaan of arbeid, werktuigen, bouwplan en oppervlakte wel goed op elkaar zijn afgestemd.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1970 | | pagina 13