VRIJDAG 3 APRIL 1970
58e Jaargang No. 3023
officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeTand en noord-brabanf
EEN CONSTRUKTIEF BELEID GEVRAAGD
r\E grote onrust echter wordt ongetwijfeld
veroorzaakt door het feit, dat de individuele
ondernemer thans ook zijn invloed op het prijsbe
leid dat door de overheid sedert jaar en dag ge
voerd wordt verloren ziet gaan.
zlm
land
en tuinbouwniad
In dit nummer o.m.
Premie levensverzeke
ring in beweging Pagina 3
Wilt U t.z.t. een C.A.O.
7071 Land- of Tuinbouw
ontvangen Pagina 4
Rekenles en de ossen-
en stierenmesterij
Pagina 7
Transportschade bij
varkens Pagina 7
Welk voedergewas,
snijmais of voeraardappe-
len Pagina 8
K.N.L.C. rekent op gun
stig melkprijsbeleid
Pagina 15
De slechte weersomstandigheden hebben een aanzienlijke vertraging van de voorjaarswerkzaamheden toi gevolg.
Door de late zaai- dan wel pootdata zijn de kansen op een optimale oogst reeds grotendeels verkeken. Nu zijn de
kwaliteit van het zaai- en pootgoed en een juiste toepassing van de chemische bestrijdingsmiddelen van nog groter be
lang om nog een redelijke opbrengst van de gewassen te verkrijgen. Op enkele aktuele zaken wordt op pagina 9 in
gegaan, terwijl in „De maand april op het akkerbouwbedrijf" op pagina 12 en 13 ook vele nuttige adviezen zijn verwerkt
-J
Mr. J. F. G. SCHLINGEMANN
CEN koud en nat begin van het voorjaar en
L bijzondere onrust onder de boerenstand.
Deze beide ongunstige faktoren kenmerken de pe
riode van het jaar 1970, waarin het zaad aan moe
der aarde moet worden toevertrouwd om te ont
kiemen en te groeien tot de vruchten, die straks
over enige maanden de beloning van het werk en
de ondernemerschap van de boer zullen bepalen.
Van oudsher weten wij, dat de faktor weer door
ons mensen niet beheerst kan worden. Trouwens
na dit koude begin komen er andere weken en alle
kansen op goede opbrengsten, goede zowel als
kwade, zitten nog in het pakket der mogelijkheden.
De onrust, die verleden week culmineerde in de
lege beurzen actie, is ook niet het gevolg van het
weer. De oorzaken hiervan schuilen elders. Voor
een groot deel misschien wel in een gevoel van
onmacht. Onmacht om die andere faktoren, die in
komen, welvaart en welzijn voor de landbouwonder
nemer zo sterk bepalen, te beheersen of te beïn
vloeden.
Immers hoe machteloos voelt de individuele boer
zich niet tegenover vraagstukken als beheersing
van de produktie en aanpassen van de produktie
aan de vraag. Hij heeft geleerd, dat zijn inkomen
hoofdzakelijk afhankelijk is van de grootte van zijn
eigen produktie. In ons land heeft hij geleerd zijn
produkten zo geconcentreerd mogelijk af te zetten
via zijn eigen coöperatieve instellingen. Maar ook
deze zijn nog onmachtig om het aanbod aan de
vraag aan te passen. Alleen in de groentesector is
dat in het verleden gelukt, maar ook hier doen
zich mede door de schaalvergroting andere ont
wikkelingen voor. Individueel kan hij ook de vraag
niet beïnvloeden. Het is een taak voor zijn afzet
organisaties, die zeker op het gebied van de sales-
promotion van landbouwprodukten nog veel moe
ten leren, maar daar in sommige sectoren reeds
grote vorderingen in hebben gemaakt.
Vóór het gemeenschappelijke E.E.G.-landbouw-
prijsbeleid in werking trad werden hier jaarlijks de
prijzen van een aantal van de belangrijkste produk
ten, in overleg tussen minister en georganiseerde
landbouw vastgesteld. Nauwkeurige kostprijsbere
keningen, waarin beide partijen vertrouwen hadden,
dienden als grondslag voor de prijsvaststelling. De
boeren leefden en werkten mee aan dit systeem,
dat door hen zelf gekozen voormannen was op
gezet en dat door de overheid was aanvaard. Als
een gewenste prijsverhoging niet geheel gehono
reerd werd, was dat vervelend! Maar óf er was
een begrijpelijke reden voor óf men ging als het
ware in beroep bij het parlement. Kortom het ge
hele proces speelde zich af binnen een overzien
baar kader.
JUIST van deze gehele procedure is bij het
vaststellen van de E.E.G.-prijzen niets over.
Alle goede kanten ervan, zoals kostprijsberekenin
gen, waaraan de boeren meewerkten, zoals een
open gesprek tussen bewindsman en landbouw-
voormannen, eventueel gevolgd door een debat in
de volksvertegenwoordiging, ontbreken thans vol
ledig.
Daarentegen lezen wij tegenwoordig, dat de heer
Mansholt, die door vele eenvoudige ondernemers
in de zes landen als dè voor het landbouwbeleid
en dus voor de prijzen en dus voor het inkomen
van de boerenstand verantwoordelijke man wordt
gezien, prijsverlagingen voorstelt! Dit in een tijd,
waarin het toch al achterblijvende inkomen verder
wordt aangetast door kostenstijgingen enerzijds en
waardedaling (inflatie) van het geld anderzijds! De
35,3 cent voor een liter melk van 1970 is lang niet
meer 35,3 cent, vastgesteld in 1966 door de toen
malige Raad van ministers.
A LS reden voor deze verlagingen wordt niet
opgegeven een huidige kostprijsverlaging,
maar een kostprijsverlaging die over 10 jaar zou
optreden, wanneer de helft van zijn collega's ver
dwenen zal zijn en een aantal andere kostbare maat
regelen zijn doorgevoerd hetgeen bovendien nog
uiterst twijfelachtig is. Het inkomensverlies van nu
wordt nergens gecompenseerd. Bovendien leest en
hoort de individuele boer door de stuntelige ma
nier, waarop de grote landbouwproblemen door de
Brusselse instanties wereldkundig zijn gemaakt,
overal, dat zijn volk meent, dat hij en zijn produk
tie niet meer nodig zijn, dat hij te duur werkt en
zich niet voldoende aan de moderne tijd heeft aan
gepast. Dat hoort hij dan nog van lieden, die in
ernst menen, dat de suikerbietenteelt wel door de
voederbietenteelt vervangen kan worden! Die wel
aardige verslagjes kunnen maken, maar van het
onderwerp geen verstand hebben. En dat terwijl
hij zich al 20 jaar aan het aanpassen is.
rjEZE prijsvoorstellen van Mansholt worden
dan eindeloze malen en eindeloos bespro
ken in een Raad van Landbouwministers, die het
nergens meer over eens kan worden. In de laatste
vergadering kwam geen enkel akkoord tot stand
over een regeling voor de wijn, waarover men uren
twistte. Zowel Frankrijk, Duitsland en Italië waren
er tegen, eikaars wijn op te drinken, als wij het
althans goed begrepen hebben. Maar het beteken
de ook dat over de andere zaken het handhaven
(Zie verder pagina 3.)