De maand
april
op het
landbouw
bedrijf
12
ÈL &ÉÉÜi
TER bestrijding van zaadonkruiden is hier DNOC,
mits tijdig toegepast, het aangewezen middel
De bodemherbiciden Certrol ES en Afasit-Hoe 2913
kunnen ook in zomertarwe, nog al wat schade geven
en zijn daarom minder aan te bevelen. Tribunil is
in zomertarwe nog in onderzoek.
Bij een gewaslengte van 12 cm kan tegen zaad
onkruiden ook gespoten worden met 3 liter ioxynil/
MCPA of 3 liter ioxynil/MCPP. Gewaarschuwd
moet worden tegen het gebruik van TBA in zomer
graan. De kans op schade is onverantwoord groot.
Tegen klein hoefblad zal waarschijnlijk de combi
natie ioxynil/MCPP/MCPA het meest op zijn plaats
zijn.
GROENBEMESTERS EN LUZERNE
ALS voorwaarden voor een geslaagde teelt van
klaver als groenbemester kunnen o.a. genoemd
worden: vroege zaai in wintertarwe voor half
ZOMERGRANEN
BIETEN
VEEHOUDERIJ
CR wordt steeds minder zaad per ha. gebruikt,
L daarom is het zeker bij een wat latere zaai
uitermate belangrijk dat het zaad voldoende vochtig
ligt om vlot te kunnen kiemen. Naar een goed vlak-
liggende slechts enkele centimeters diep losgemaak-
UET einde van de stalperiode is al weer spoedig
aangebroken. Het vee in de weide betekent
minder werk en goedkoper voer. Het rendement
van de stikstofbemesting is in de voorzomer het
grootst, daarom moet de wintervoorraad uit de
AARDAPPELEN
L. N. BAX
Consulentschap Akkerbouw
en Rundveehouderij - Goes
te bovenlaag moet daarom worden gestreefd. De
zaadjes kunnen dan voldoende diep en toch op de
vaste grond gezaaid worden. Vooral bij droog
schraal weer tijdens de opkomst is het noodzake
lijk na te gaan of er schade is van de vroege akker
trips. Een bespuiting met parathion is niet duur.
Daar we meestal weinig plantjes kunnen missen is
dit vlug verantwoord.
Wat de teelt van bieten in gerooide boomgaarden
betreft is gebleken dat de kans op schade door de
nog in de grond aanwezige simazin, vrij klein is.
Op een viertal percelen is daartoe de grond op de
aanwezigheid van dit middel onderzocht. Wel moet
er rekening mee worden gehouden dat, wanneer
door andere ongunstige factoren de weerstand van
de bieten afneemt, ook deze kleine hoeveelheden
simazin schadelijk worden. In die gevallen dat door
een slechte structuur of kalktoestand de omstan
digheden toch al minder geschikt zijn, kan men
dan ook waarschijnlijk beter géén bieten zaaien.
Op koude slempige grond of na het gebruik van
pootgoed dat niet aan hoge eisen voldoet is het
ineens hoog aanaarden bezwaarlijk.
DE wintertarwe zelf zowel als de muur en ka
mille zijn dit voorjaar laat op gang gekomen.
Dit houdt in dat in vele gevallen met DNOC zal
kunnen worden volstaan. Bij het zaaien van klaver
is men al vrijwel zonder meer op dit middel aan
gewezen. Zijn muur en kamille al iets meer ont
wikkeld of komen er naast zaadonkruiden ook
grasjes voor, dan is het gebruik van Tribunil of
Certrol Eptapur Speciaal beter op zijn plaats. Na'
het* gebruik van een bodemherbicide bleek op de
proeven in 1989 er echter wel een wachttijd van 3
weken in acht genomen te moeten worden voordat
een groenbemestingsgewas gezaaid kon worden.
Overigens is in het verleden wel gebleken dat de
slagingskansen van klaver en luzerne onder dek-
vrucht wintertarwe bij inzaai na half april sterk
afnemen. Dit betekent dat deze ondervruchten al
leen een redelijke slagingskans hebben na een
DNOC-bespuiting of op die percelen waar voor 25
maart een bodemherbicide is toegepast.
Bij de teelt van grasgroenbemester is er iets
meer ruimte, daar deze meestal in de 2e helft van
april gezaaid worden.
Bij het gebruik van MCPP of MCPA/TBA is de
teelt van klaver niet mogelijk, gras kan dan wel
worden ingezaaid. De drievoudige combinaties van
deze groeistoffen geven in het algemeen minder
opbrengstderving dan de enkelvoudige. Klein hoef
blad kan bestreden worden met 2.5 liter 2,4-D
per ha. Ter bestrijding van dit lastige onkruid zijn
de laatste jaren echter ook goede resultaten ver
kregen met 3 liter ioxynil/MCPP 2 liter MCPA
per ha. Deze laatste combinatie is per ha 30,
duurder maar aanmerkelijk veiliger voor het gewas.
Gespoten dient te worden bij vrij zonnig weer en
niet te lage temperatuur, bij voorkeur boven 10°C.
In beide gevallen verbetert een nabehandeling
14 dagen later met MCPA het resultaat. Degenen
die een CCC-bespuiting als cultuurmaatregel willen
toepassen, kunnen het gewas reeds vanaf stadium
5 20 cm lengte) met dit middel behandelen.
De wintertarwe heeft meestal eind april stadium
5 reeds bereikt. Bij deze vroege toepassing is een
hoeveelheid van 2 2V* liter CCC reeds voldoende.
De bestrijding van distels kan beter uitgesteld wor
den tot half mei.
april en in zomergraan niet later dan het 3 4-
bladstadium. Verder mogen de onkruidbestrijdings
middelen de klaver niet beschadigen en dient de
dekvrucht niet te zwaar te zijn. Kan men aan deze
voorwaarden voldoen dan heeft men voor weinig
kosten een prima groenbemester. Is er echter een
bestrijding van klein hoefblad nodig of kan niet
tijdig gezaaid worden, dan is een grasgroenbemes
ter beter op zijn plaats. Als grasgroenbemester kan
gebruik worden gemaakt van Italiaans raaigras,
tetra- of diploïde selecties of van Engels raaigras de
rassen Reveille of Barvestra. De zaaikosten zijn van
beide grassoorten ongeveer gelijk. De hoeveelheid
wortels van Engels raaigras is ongeveer gelijk aan
die van het Italiaanse raaigras. Uit onderzoek is
gebleken dat ook de binding van de grond door de
wortels van Engels raaigras niet onder doet voor
die van Italiaans raaigras. De iets geringere hoe
veelheid bovengrondse massa van Engels raaigras
kan wat gemakkelijker onderploegen tot gevolg
hebben.
Minder bovengrondse massa betekent dat geen
snede geoogst kan worden voor kuilvoer of kunst
matig drogen en dat eventuele onkruiden zich na
de oogst van de dekvrucht beter kunnen ontwik
kelen dan in Italiaans raaigras. Bij de aanschaf
van zaad voor een grasgroenbemester dient er op
gelet te worden dat het zaad gekeurd is. Het vrij
zijn van zaad van duist en kweek is bijzonder
belangrijk en vrijwel in alle gevallen is de be
treffende firma ook in staat zaad dat aan deze eis
voldoet, te leveren. Op de label wordt deze garantie
echter (nog) niet afzonderlijk aangegeven.
Voor luzerne is vlas de beste dekvrucht. Wordt
met een bodemherbicide gespoten, dan geeft Venzar
de minste beschadiging aan de luzerne. Luzerne ge
zaaid onder graan mag ook in een later tijdstip
niet gespoten worden met MCPA. De kans op scha
de is dan namelijk bijzonder groot.
IA/ANNEER de grond voldoende droog is, en niet
alleen de dunne bovenlaag, maar tot op een
diepte van 10 a 12 cm kan tot het poten van aard
appelen worden overgegaan. Voldoet de grond niet
aan deze eis, dan kan beter gewacht worden in
plaats van de zaak te verknoeien. Worden de aard
appelen wat later gepoot onder goede omstandig
heden, dan is de opbrengst beslist niet lager dan
wanneer onder minder goede omstandigheden vroe
ger was gepoot. Wel gaat de betekenis van het
voorkiemen een meer belangrijke rol spelen naar
mate de pootdatum later wordt.
De verzorging na het poten dient er op gericht
te zijn de groeiomstandigheden zo gunstig mogelijk
te maken. Bij het gebruik van bodemherbiciden
dient men er rekening mee te houden dat door het
meteen op hoogte rijden van de ruggen de bezwaren
van zwak pootgoed, een kleine maat pootgoed, een
minder goed pootbed of een besmetting met rhizo-
tonia zich sterker doen gelden. Vooral op koude,
slempgevoelige grond kan dit een reden zijn om
dit op hoogte brengen toch maar in enkele keren
te doen plaatsvinden om zich zodoende van een
vlotte opkomst te verzekeren.
Mechanische onkruidbestrijding zonder op-
brengstdepressie is mogelijk mits de bewerkingen
op het juiste moment worden uitgevoerd. In de
praktijk komt het echter nog veelvuldig voor, dat
onder warme droge omstandigheden en vrij laat
in het seizoen door de aardappelen wordt gereden,
In deze gevallen was een chemische onkruidbe
strijding goedkoper geweest. De chemische midde
len welke in aardappelen gebruikt kunnen worden
zijn in te delen in 3 groepen:
1. Kort na de laatste keer aanaarden: langwerkende
middelen met bijna geen contactwerking, linuron
Aresin - Patoran - Aarduron.
2. Vlak voor of tijdens opkomst: kortwerkende mid
delen DNOC. Bij consumptieaardappelen is spui
ten, als reeds een gedeelte boven staat, géén be
zwaar. Bij pootgoed moet dit beslist afgeraden
worden.
3. Kort voor opkomst: mengsels of langwerkende
middelen met contactwerking, AAlinoc, Ivorin,
Topogard of een mengsel van DNOC met 2 kg
Patoran. Deze laatste groep heeft als voordeel
dat de hoeveelheid bodemherbicide belangrijk
lager is dan bij de onder 1 genoemde middelen
(minder kans op groeiremming) terwijl de kleur
stoffen het reeds aanwezige onkruid „meenemen".
weid
maa:
Ut
drijv
beke
bel aj
Bem
gras]
ziekt
Wel
Daar
dig
anti!
het i
hoge
kopz
Hoe later de zaaitijd hoe groter de kans op droog liggend zaad. Fijn zadige gewassen vragen daarom een
vlakkige grondbewerking.
opper-