was daartegen eertijds een schuur (mogelijk paardestal) gebouwd, die later is afgebroken. Aan de zuidwestgevel zijn hiervan nog sporen te zien. Ook op de eerder aangehaalde kaart van Hat- tinga liggen huis en schuur aan elkaar in de zelfde richting, n.l. evenwijdig langs de noorde lijke dijk van de polder. De indeling der woning is bepaald door een dwarsgang in het midden. Aan de zuidwestzijde daarvan liggen het voorhuis (de mooie kamer) en het achterhuis (woonkeuken), daartussen in de lengterichting de bedsteden en de spinde. Aan de andere zijde van de gang bevinden zich de keldertoegang, de zoldertrap, de op kamer en een grote slaapkamer. De zolder van het huis was voorheen één open ruimte met vakken voor de berging van het graan. Later werden er enkele slaapkamer tjes getimmerd. De graanopslag op de zgn. „piezel" is reeds lang uit de tijd. De ramen in het woonhuis zijn wat de oor spronkelijke vorm betreft het best bewaard ge bleven in het bovengedeelte van de noordooste lijke kopgevel. Zoals op één der foto's te zien is zijn ze verdeeld in een boven- en onderge deelte, resp. voorzien van 2 maal negen kleine vensters en dubbele luiken voor de onderste helft. De daaronder gelegen drie grote ramen hadden oorspronkelijk dezelfde constructie, doch werden in de Tweede Wereldoorlog door bominslagen in de omgeving verniel^ en later in enigszins moderner vorm weer hersteld. Ook de ramen in de overige gevels zijn niet meer de oorspronkelijke, of ze zijn later aange- brachtj zoals aan de zuidwestelijke korte gevel, na afbraak van de voorheen daar aangebouwde schuur. OUDE WANDTEGELS ^EZE zijn in het woonhuis nog vrij over vloedig aanwezig. In de eerste plaats in het voorhuis en wel aan drie wanden. Aan de gangzijde is het volle muurvlak bekleed met 18e eeuwse tegels in blauw. De afbeeldingen zijn zeer gevarieerd en vertonen o.a. huisjes, scheep jes, dieren, bloemen, landschappen, enz. De stijl en afwerking der voorstellingen is over het EEN „KERKHOEVE" DE LANDBOUWSCHUUR Fraaie blauwe tegels met schepen en vissen (achterhuis 17e eeuw), Tegel in blauw met boogschietende meerman (of min?). Schuur-mestputzijde met staldeuren en lage mendeuren. De zuidkant van het woonhuis met toegang tot de gang cn de ramen va» de mooie kamer. algemeen, zoals bekend uit die periode, minder perfect en weinig artistiek. Tussen de twee zijramen treffen we eveneens deze tegels uit dezelfde periode aan, echter met een enkele uitzondering, n.l. één tegel in blauw met in een cirkel een afbeelding van Christus aan het kruis, met links en rechts een vrouwen figuur. In de hoeken zijn de bekende ossehoorris aangebracht. Verder bevinden zich in dit muur gedeelte nog enkele 17e eeuwse blauwe tegels met vissen en één met een meerminafbeelding. De derde wand in deze kamer is die met in het midden de schoorsteen. Links en rechts daarvan bevinden zich naast de smalle ramen 18e eeuwse tegels met daarin links een tableau van 6 tegels voorstellende een hond met hals band, waarin de naam „Snapop". Rechts van de schoorsteen is eveneens een 6-tegelig tableau aanwezig met de afbeelding van een kat. De beide tableaux zijn evenals de omringende tegels uit het midden der 18e eeuw. In het achterhuis (woonkeuken) bevinden zich ook nog vele tegels. Behalve blauwe zijn dit ook tegels met paarse afbeeldingen uit de 18e eeuw in veel verschillende voorstellingen zoals vogels, viervoeters, bloemen, gebouwen, landschappen, e.d. Daartussen treft men ook enkele blauwe 17e eeuwse exemplaren met bloemmotieven aan. "fUSSEN de beide ramen aan de noordzijde komt een vlak met uitsluitend zeer in teressante midden-17e eeuwse blauwe tegels voor. Daaronder een aantal met zeer goede tekeningen van ruiters en musketiers... Verder komen voor spelende kinderen, vissen, meer minnen en zeilschepen. Eén tegel van wat jon* gere datum valt hier op door de daarop ge tekende koopvrouw met daarboven geschreven „Een stuijver een vloermat". Het geheel der wandtegels in deze woning vertegenwoordigt een vrij goed' overzicht over de periode ca. 1640 tot 1770. Ze zijn dan ook in verband met veranderingen en verbouwingen op verschillende tijdstippen aangebracht. SCHOUWSTUKKEN 20WEL in het woonhuis als in de woon keuken bevindt zich een schouwstuk boven de haard. In het eerste geval is dat ge schilderd door B. van den Dries in 1874. Het stelt voor Christus op de Olijfberg en draaft als tekst: Lucas 22, Vers 42, waaronder Vader neemt deze kelk van mij weg, maar niet mijn wil maar den Uwen geschiede In de achterkamer is op de schouw de voor stelling van Maria Hemelvaart aangebracht, Datering en naam van de schilder zijn niet lees-» baar, terwijl ook het onderschrift niet meer te ontcijferen is. Waarschijnlijk is dit stuk van dezelfde hand als het vorige. HST is onbekend wanneer deze is gebouwd, doch vast staat wel dat ze voorgangers heeft gehad. Niettemin is deze houten schuur met rieten dak toch uit een periode, waarin van enige mechanisatie van het boerenwerk nog geen sprake was. Een bijzonderheid is dat aan de zijde van de vroegere mestput zowel staldeuren als men deuren aanwezig zijn. Deze laatste zijn lager dan die aan de voorzijde van de schuur als ge volg van het feit, dat de rieten dakrand ter plaatse ongeveer 5 planken verder doorloopt* Het dak is aan de beide korte weegen" (wan den) voorzien van een zgn. schild (driehoek vor- mig bovendeel). IN de 17e en 18e eeuw werden door de Katholieken op Zuid-Beveland noodge dwongen de zolders en woonkamers van vele boerderijen voor kerkdiensten gebruikt. Ook de Kaneelpolderhoeve behoorde tot deze „kerk* hoeven". Een lijst van 1792 vermeldt er 25 in het zuideliik deel van Zuid-Beveland (het ge bied van Ellewoutsdijk, Driewegen, Oudelande, 's-Heer Abtskerke, 's-Gravenpolder en Hoede* kenskerke). Op de lijst, die de namen der be* woners aangeeft, komt ook die van de eigenaar der KaneelDOlderhoeve voor. Dat is Lauwerus Adrlaanse Reijnout, die tot april 1796 op de hoeve woonde. Op heel Zuid-Beveland waren er in die tijd bijna honderd boerderijen waar door de katho* lieken kerkdiensten werden gehouden. (Zie verder pag. 11)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 9