M MA h k Mil vMil lb hi
En toch weer
Kerstfeest.
i'
r\AAROM moeten we niet hautain of radeloos
over de kribbe heenkijken. Want op het
kerstfeest wordt er gezongen voor ons allemaal
dat God de were;d niet wil laten stikken in haar
onrecht en misdaad, maar roept in Zijn liefde, ver
geving en heil, waarin wij ook elkaar kunnen vin
den.
jNDERDAAD. Het hele „bedrijf" is reeds in
volle gang om er iets moois van te maken.
De feestverlichting is al aangebracht, de reklame
en de etalages liegen er niet om en de kerstbomen
worde- op de pleinen in grote getale aangeboden.
De kersttoespraken liggen al persklaar om straks
op de verschillende samenkomsten en bij de kerst
diners te worden uitgesproken. Zelfs het donkere
jaargetijde werkt en er aan mee om in huis en in het
gezin een gezellige sfeer te scheppen.
Al die dingen om ons heen zijn de onmiskenbare
tekenen dat de kerstdagen in aantocht zijn. En we
mogen <*ns er best op verheugen, want het is een
gezellige tijd van het jaar. In een radio-reportage
werd aan willekeurige voorbijgangers gevraagd:
„Wat betekent kerstfeest voor u?" Bijna iedereen
antwoorder „Een stukje huiselijke gezelligheid" of
„Een beetje warmte in een koude wereld".
En inderdaad, dat zijn ook waardevolle dingen
ïn een wereld die zo leeg is aan gemeenschap.
JVAAAR is dit nu de enige verwachting van het
,vl kerstfeest? Heeft dat nog enige verbinding
met het gebeuren, waarvan het Evangelie spreekt,
het oebeuren in de stal? Kunnen we in al die din
gen nog de verwondering terugvinden van de Kerst
nacht? Heeft de Adventstijd ons nog iets gehoipen
om wat dichter bij Jezus te komen? Zijn we wat
meer geattendeerd op die vreemde boodschap, die
God ons in het kerstfeest wil meegeven?
Of leven we met al die voorbereidingen onge
merkt en vanzelfsprekenr aan het grote Licht voor
bij?
We vagen het maar aan elkaar en het Ts ook
goed het jezelf af te vragen.
Stel u voor, kerstfeest vieren!
Dat betekent, dat we Gods werk voor ons niet
moeten zoeken tussen de melkwegstelsels of langs
de planeten van ons zonnestelsel, maar dat we
God tot onze huisgenoot hebben gekregen. God,
die niet langer ver en vreemd wil zijn. Een bewo
gen God, die zich heenbuigt over een lijdende we
reld en daarmee in het Kind in de kribbe zegt: „Ik
heb je lief". Die zegt: „Geloof je Me niet, omdat
er zoveel is dat je dwars zit in deze wereld en je
leven? Kijk dan: het Kind! Js dat niet genoeg? Zie
je, hoe Ik het meen?"
IA/AAR de herders het aan hebben gemerkt dat
v het kerstfeest was?
De lichtjes ontbraken en de versiering was hun
barre bestaan. Maar terwijl de wereld zweeg brak
neemt orjs als mens, zó hoort ze bij ons, dat wi
ons haar kind heeft gegeven. In dat kind heeft zij
zichzelf gegeven.
Zo doet God met kerstfeest. Zozeer hoort Hij
bij ons, zozeer is Hij met ons verbonden, dat Hij
de hemel open en zongen de engelen hun loflied
en hoorden de herders de wonderlijke boodschap
die in geen mensenhart was opgekomen, dat de
Verlosser der wereld was geboren: „Gij zult een
Kindeke vinden, in doeken gewikkeld en liggende
in de kribbe". Wij hebben van Jezus teveel een
hemelman gemaakt, die zover van ons af kwam
te staan, dat Hij met de werkelijkheid van ons be
staan weinig of niets meer te maken had. Maar
het teken voor de herders was de kribbe.
Niet de engelen, niet het licht of het gezang.
Neen, het teken waaraan ze konden zien dat het
kerstfeest voor hen was geworden: een Kind, ge
wikkeld in doeken en liggende in een stal.
Wel een verschil: ons kerstfeest en dat van de
herders! Geen sprookje maar een naargeestige
zaak. In een stal, omdat er geen plaats was voor
Gods plan in onze drukke wereld. Gods geschenk
in een Kind in doeken gewikkeld.
AA AG ik het In een beeld wat dichter bij bren
gen.
Niet lang geleden werd in een gevangenis een
bijzondere avond gegeven. Daar zaten ze bij el
kaar, enkele „levenslange" onder hen. Ook de
dochter van de direkteur was aanwezig, die haar
baby meegebracht had, omdat ze niet wist waar
ze anders met de kleine moest blijven. Op een
ogenblik moest ze even opstaan om te helpen.
Spontaan, met een glimlach, gaf ze het kind aan
een van de mannen, die daar zat. Een beetje on
handig, bedremmeld zat hij daar met het kind op
zijn knie.
Maar in latere gesprekken bleek, dat voor deze
mensen dit het moment van de avond was ge
weest; ze heeft ons haar kind toevertrouwd; Ze
ons Zijn kind geeft. Kerstfeest vieren is: verbaasd
en verwonderd Gods Kind bij je hebben, in je le
ven, in je werk, in je hele bestaan.
Willen we daar in de gezellige kersttijd niet aan
denken? 't Kan zijn. Maar toch is dat het teken:
middenin de armoede en de kou, dit Kind!
Als wij het teken mochten oprichten, zou het wel-
Rcht heel wat anders, mooiers zijn. Maar de engel
zei: als je God wilt ontmoeten, dan moet je naar
de stal gaan.
MU kan het best zijn, dat wij gezellig en feeste-
lijk het kerstfeest vieren, maar dan willen
we toch niet vergeten, dat er veler, zijn die de
warmte moeten missen, omdat ze geen huis heb
ben en honger lijden, omdat ze moeten ervaren,
dat wij vergeten zijn hen voldoende te helpen.
Dan willen we toch niet vergeten, dat er velen
eenzaam zijn, zelfs in onze dicht bevolkte wereld.
Misschien zijn er ook velen, die alles hebben wat
hun hart begeert, maar niet voor elkaar open staan
en iangs elkaar heen leven. Ze bewonen wel een
warm nuis, maar niet eikaars hart. Kijk, als het zo
is, dan kan zelfs het mooiste en rijkste toch nog
een stal zijn, koud en kil.
Dat is troosteloos, en tochop die plaats
is de Heiland gekomen om bij ons te zijn, ook in
de kilheid en leegheid van ons nette en weelderige
bestaan.
De hemel die openging is het teken niet, die is
te hoog voor ons, maar de stal het Kind dat is
vlakbij. Dan is het kerstfeest niet een schone droom
van een ver ideaal, maar een concrete werkelijk
heid.
God in de kribbe, straks: God aan het kruis.
Het is om te huiveren en te juichen. Wat een
houdingvoor God!
Maar zo doet God het, opdat wij zullen knielen
en Zijn heerlijkheid zullen zien. Als wij dit verstaan,
dan kunnen wij net als de herders terug naar
ons werk. terug in ons leven. Gewoon en toch an
ders. Dan hebben we iets van Gods bedoeiing ge
merkt en dan is het TOCH WEER KERSTFEEST...11
Krabbendijke
G. v. N.