De tulpen- en uienteelt
op akkerbouwbedrijven
28
Gedurende vele jaren is de
teelt van tulpebollen beperkt
geweest tot enkele centra en
tot een gesloten groep van
telers. Door verschillende om
standigheden begint de tul
penteelt zich thans ook bui
ten deze centra een plaats te
verwerven. Met name op een
aantal akkerbouwbedrijven en
op een vooralsnog be
scheiden aantal gemengde
bedrijven, wordt de teelt van
tulpen nu met succes uitge
oefend. Een ontwikkeling, die
voor de structuur van de
bloembollenteelt van zeer
grote betekenis kan zijn.
Ook in de uienteelt treden
belangrijke veranderingen op,
als gevolg waarvan er een
verschuiving In deze teelt
plaats heeft naar grotere he-
drijfseenheden.
Het L.E.I. heeft in d« N.O.
P. onderzoek verricht naar de
economische mogelijkheden
van de tulpen- en uienteelt
op 12 en 24 ha akkerbouwbe
drijven Wij ontlenen aan het
uitvoerige rapport dat daar
over verschenen is de volgen
de gegevens. Belangstellen
den kunnen e.e.a. bij het L.E.
I. te Den Haag bestellen.
Kosten 5,50. Giro 412235
onder vermelding: publikatie
3/4.2.
De teelt van tulpen op 12- on 24 iha-akker-
bouwbedrij ven, zoals die in de Noordoostpolder
voorkomen, heeft, mits aan een aantal voorwaar
den wordt voldaan, perspectief. Deze voorwaar
den betreffen vooral het vakmanschap van de
boer, de arbeidsorganisatie en het prijsniveau van
de tulpen.
Met nadruk wordt gesteld, dat de tulpenteelt
veel vakmanschap vraagt.
a. De grond moet zich lenen voor de tulpenteelt.
In het algemeen worden de zwaardere klei
gronden minder geschikt geacht. De voorkeur
gaat uit naar lichte, niet-slempgevoelige zavel
gronden met een voldoende diepe ontwatering.
Tulpen zijn zeer gevoelig voor wateroverlast.
b. Daarnaast zal het in vele gevallen noodzake
lijk zijn in het voorjaar enige malen te bere
genen. Men moet dus kunnen beschikken over
beregeningswater van goede kwaliteit (niet te
zout).
Op lichte zavelgronden kan deze eis worden
afgezien, wanneer na het planten een strodek
wordt aangebracht dat tot aan de oogst blijft
liggen.
c D*e ondernemer die met tulpenteelt begint,
moet zich realiseren dat deze teelt veel arbeid
vraagt. De „rust" gaat uit het bedrijf. Met name
tijdens de oogst en de verwerking in de schuur
moet er aeer veel werk worden verzet. Dit
klemt te meer daar vanaf half augustus de
oogst van de akkerbouwgewassen in toenmen-
de mate aandacht gaat vragen. Van de onder
nemer wordt dan ook verlangd dat hij een
goed organisator zal zijn. Het spreekt wel van
zelf dat hij de zekerheid moet hebben dat
voldoende losse krachten kunnen worden aan
getrokken.
d. De tulpenteelt eist een hoge graad van vak
manschap. onder dit is de teelt te riskant,
zijn de bedragen die ermee zijn gemoeid te
hoog. De boer die met tulpenteelt wil begin
nen zal zich dan ook grondig moeten inwer
ken in de problemen van teelt, verwerking en
bewaring. Daarnaast is het noodzakelijk dat
men ingevoerd raakt in de bloembollenhandel
om op de hoogte te komen van de handelsge
bruiken. Met name is van belang dat men
vaste relaties opbouwt met een aantal expor
teurs van bloembollen. Vooral voor bollen-
telers „in de verstrooiing" is dit laatste geen
gemakkelijke opgave, daar dit vooral in het
begin veel tijd en ook kosten vraagt.
e. Een zeer belangrijk punt bij de tulpenteelt is
de kwaliteit van het af te leveren produkt. Men
verkrijgt deze alleen wanneer aan de teelt
de aandacht wordt besteed die ervoor nodig
is. De meeste werkzaamheden in de tulpen
teelt zijn sterk tijdgebonden. Men kan deze
werkzaamheden niet uitstellen zonder grote
risico's te lopen.
1 Bij de huidige stand van de teelttechniek komt
bij de teelt van tulpen nog een belangrijke
hoeveelheid handwerk voor. Het uitzoeken van
het plantgoed, het ziekzoeken, op veel bedrij
ven nog het koppen van de bloemen, het op
rapen van de uitgeploegde bollen, het pellen
en het tellen van het leverbare deel van de
oogst, worden overwegend nog in handkracht
uitgevoerd.
Wanneer de tulpenteelt op een bedrijf wordt
geïntroduceerd, moet men zich dan ook reali
seren dat hiermede een grote hoeveelheid hand
werk, en voor een deel zelfs precisiewerk, ge
paard gaat. Op vele bedrijven evenwel, met
name in de akkerbouwsector, is men meer in
gesteld op mechanisch werken en zal gedeel
telijke overgang op handwerk psychologisch ge
zien een stap terug betekenen. Om deze reden
zal op verscheidene bedrijven invoering van
tulpenteelt moeilijkheden opleveren en tot te
leurstelling leiden
Een beginnende teler zal zich dan ook grondig
moeten oriënteren, en eenmaal met de tulpen
teelt begonnen, zal hij hier veel aandacht aan
moeten schenken. Tot elke prijs moet worden
voorkomen dat de tulpenteelt te lijden heeft onder
de aandacht die de andere gewassen vragen. Hier
uit volgt dat er ook nog eisen aan de arbeids
organisatie moeten worden gesteld. Invoering van
tulpenteelt betekent dan ook geen geringe belas
ting voor de boer.
Men moet zich daarbij vooral realiseren dat
bij de huidige stand van de produktietechniek
bij de tulpenteelt nog vrij veel handwerk voor
komt, dat in een kort tijdsbestek tijdens de oogst
en verwerking moet worden verricht. Men zal dan
ook over losse arbeidskrachten moeten kunnen
beschikken.
INTENSIVERING VAN BEDRIJF
DE ontwikkeling van de teelt van tuipen op
landbouw (niet-tuinbouw) bedrijven wordt
door een aantal omstandigheden bevorderd. De
volgende kunnen worden genoemd.
a. Door introductie van tulpenteelt, mits deze
deze voldoende vakbekwaam wordt uitgevoerd,
kan het bedrijfsresultaat belangrijk worden
verbeterd.
b. Op veel bedrijven kan de tulpenteelt zonder
veel bezwaar in het teeltplan worden opgeno
men. De arbeid die voor deze teelt nodig is valt
grotendeels, tussen de arbeidspieken van het
landbouwbedrijf. Voor de zeer drukke oogst
en afleveringswerkzaamheden die de tulpen
teelt meebrengt, in de maanden juli en begin
augustus, zijn doorgaans losse krachten be
schikbaar (schooljeugd tijdens de zomervakan
tie).
c. Een deel van de op landbouwbedrijven aan
wezige bedrijfsuitrusting kan mede dienstbaar
worden gemaakt aan de tulpenteelt. Daardoor
kan de introductie van deze teelt op dergelijke
bedrijven met wat minder hoge investeringen
gepaard gaan dan wanneer „van de grond af"
zou moeten worden begonnen. Desondanks zal
men ook op landbouwbedrijven zeer aanzien
lijke bedragen in de tulpenteelt moeten ste
ken.
d. Invoering van de tulpenteelt op een landbouw
bedrijf betekent een intensivering van het be
drijf. Daardoor kan worden voorkomen dat
arbeid moet worden afgestoten. In een aantal
gevallen streeft men er nl. naar door verant
woorde aanpassingen in het teeltplan de ar-
beidsbezetting van het bedrijf op peil te kun
nen houden.
e. Invoering van de tulpenteelt op een landbouw
bedrijf heeft een gemakkelijke start omdat in.
het klein kan worden begonnen. In vele geval
len gebeurt dit door zelf de "plantgoed „kraam"
op te bouwen; op deze wijze kan ervaring met
de teelt worden opgedaan. Dit is soms ook mo
gelijk door middel van contractteelt voor el
ders gevestigde kwekers. In dergelijke geval
len behoeft er nog zeer weinig te worden ge
ïnvesteerd, daar de contractgever het Plantgoed
levert en de oogst (vaak) direct van het veld
woTdt verzonden. Contractteelt stelt de boer
op uitstekende wijze in staat ervaring met de
tulpenteelt op te doen, zonder dat hij zelf daar
bij veel risico loopt.
f. Op landbouwbedrijven is doorgaans een ruime
vruchtwisseling mogelijk. De tulp stelt wat dit
betreft hoge eisen, een cyclus van 1 op 6 is
wel een minimale eis. Deze eis dient te wor
den verzwaard (1 op 8) als het afgestorven
tulpenloof niet wordt verzameld en verbrand,
doch na afloop van de teelt wordt onderge-
ploegd. Ook in verband met opslag van achter
gebleven bollen verdient het aanbeveling deze
norm aan te houden.
DE INVESTERINGEN
AP een landbouwbedrijf vraagt de invoering
vah tulpenteelt minder hoge investeringen
dan wanneer „van de grond af' zou moeten wor
den begonnen. Afgezien van het benodigde plant
goed gaat het om aanvullende bedrijfsuitrusting
De investeringen hiervoor kunnen worden be
groot op 15.000,a 25.000,mede afhankelijk
van de reeds aanwezige bedrijfsuitrusting. Op een
gespecialiseerd bloembollenbedrijf bedraagt de
investering in bedrijfsuitrusting (schuur -f in
richting, machines en gereedschap) ongeveer
ƒ40.000,-— per hectare bloembollenteelt (zonder
grond).
Daarbij komt dan nog het plantgoed, waarvoor
men op zavelgrond ongeveer 9 a 10 ton per hecta
re gebruikt. De prijzen van dit plantgoed lopen
sterk uiteen. Bij een gunstige rentabiliteit van de
teelt bewegen de plantgoedprijzen zich in stijgen
de lijn, en omgekeerd. Als gevolg hiervan kan de
waardering van een zelfde Dlantgoedkraam „in
^de tijd" aanzienlijke verschillen vertonen.