MONOHIL niet ingehuld ligt nu ook voor U klaar
en 20% goedkoper dan het pillenzaad
MONOHIL natuurlijk EENKIEMIG
Zeker zo goed verzaaibaar als precisiezaad van de meerkiemige rassen
K. N. L. C.
AARDAPPELPRIJZEN
Aandacht voor zelfstandigen
BRUSSELSE BELANGSTELLING
Men is beducht voor de voorziening met con
sumptie-aardappelen in het verdere verloop van
dit seizoen en voor het daarbij verwachte zeer hoge
prijspeil. Die beduchtheid schijnt nog niet zo zeer
in Den Haag te spelen als wel in Brussel, waar de
EEG-Ministerraad er zich al mee bemoeid heeft.
Daarbij is gebleken, dat de vijf andere landen
van de EEG veel voelen voor een voorstel van de
EEG-Commissie tot vergemakkelijking van de in
voer uit en afremming van de uitvoer naar derde
landen.
De Commissie stelt dat de oogst dit jaar 11
onder die van het vorige jaar ligt (in Duitsland
zelfs 17 Zij wil het gemeenschappelijke douane
tarief schorsen tot 1 mei 1970 en voorts twee maat
regelen nemen ten aanzien van de export naar
derde landen: binden aan uitvoervergunningen (30
dagen geldig) en belasten met een exportheffing
(ƒ7,20 per 100 kg). Bovendien zou Frankrijk dan
nog een bijzondere exportbelasting voor al zijn
uitvoer (ook naar de EEG) mogen toepassen (tot
f 2,50 per 100 kg). De reden van dit laatste zou
zijn dat Frankrijk extra prijsopdrijving ondervindt
als gevolg van de devaluatie van de Franse franc.
ONREDELIJKE BEMOEIZUCHT
Wij hebben bezwaar tegen een dergelijke voor
stel tot belemmering en regulering (stopzetten?)
van de export. We laten dan de praktische bezwa
ren van zo'n ingrijpen in het exportgebeuren (lopen
de contracten) nog buiten beschouwing.
Ons bevalt de meer principiële kant van de zaak
ook helemaal niet. Als „aan de onderkant" (zeer
laag prijspeil) niets kan gebeuren, dan ook niet
„aan de bovenkant". Er kan bij ernstige prijsval
geen bodem in de mark worden gelegd vanwege
de EEG en zijn vrije handelsverkeer. Dan zal nu
ook de EEG zich niet hebben te bemoeien met
onze aardappelexport naar derde landen. Er is
bovendien nog steeds geen EEG-marktregeling voor
aardappelen, overigens tot ons misnoegen.
De Commissie heeft tijd genoeg gehad om er
één uit te werken en voor te leggen. Minister Lar-
dinois is ook niet gecharmeerd van de Brusselse
belangstelling voor onze export. Hij heeft al ge
tracht de consument vertrouwd te maken met zeer
hoge detailhandelsprijzen in het voorjaar. Hij heeft
overigens in Brussel gesteld dat, als het dan persé
moet, alleen echte gemeenschapsmaatregelen
moeten worden genomen en b.v. ook geen natio
nale meer in Frankrijk. Zijn zulke huizenhoge prij
zen uiteindelijk in het voordeel van de teler? Mis
schien niet, maar het is wel zo, dat de akkerbou
wer dit voordelige aardappeljaar een keer hard
nodig had. Het onvoldoende gemiddelde resultaat
van deze teelt wordt er tenminste wat door op
getrokken. De telers zullen zich natuurlijk door de
hoge prijzen volgend jaar bij hun uitpoot niet van
de wijs moeten laten brengen.
Dus wat ons betreft geen ingrijpen in ons aard
appelexport. Zou een afremming of stopzetting
overigens veel uithalen gezien het aandeel van de
derde-landen in onze totale export? En tenslotte:
het zou ..iet de eerste keer zijn, als straks aan het
einde van het seizoen de situatie toch anders is
dan algemeen verwacht werd.
STRUIKENKAMP.
ONBILLIJKE BELASTINGHEFFING
IN ONDERZOEK
In januari van dit jaar werd door de Staats
secretaris van Financiën ingesteld de adviescom
missies „voor de bestudering van de belastinghef
fing van zelfstandigen in vergelijking met die van
loontrekkenden".
Hiermee werd gevolg gegeven aan een voor
nemen dat de regering in de Miljoenennota 1969
kenbaar had gemaakt. Ook boeren en tuinders
behoren tot de groep van zelfstandige onderne
mers en beroepsbeoefenaren en het spreekt wel
vanzelf dat dit initiatief van Financiën ook in
de georganiseerde landbouw de volle belangstel
ling kreeg.
Naar haar voorzitter prof. mr. J. van Soest,
kreeg de commissie in de wandeling de naam
commissie-Van Soest. In deze commissie van hoog
leraren en vooraanstaande belasting- en finan
ciële deskundigen kreeg ook zitting mr. Van Cam-
pen,. directeur van Coöp. Centrale Boerenleenbank
te Eindhoven en voorzitter van de Belastingcom
missie van het Landbouwschap.
De opdracht van de commissie blijkt wel uit
haar naam. Het ging erom na te gaan of er inder
daad sprake is van ongelijkheid in verdeling van
de belastingdruk ten nadele van de zelfstandigen,
omdat n.l. hun inkomen anders wordt besteed
dan dat van loontrekkenden, terwijl de loon- of
inkomstenbelasting dezelfde is.
Graag had de landbouw gezien dat onze in
komstenbelasting ook vergeleken werd met dat
in andere EEG-landen, maar dat ging de Staats
secretaris te ver; dan zouden zes totale belasting
stelsels in de EEG moeten worden vergeleken.
De commissie heeft~nu onlangs een hoorzitting
gehouden, waar belanghebbenden het hunne naar
voren konden brengen. Het Landbouwschap heeft
deze gelegenheid benut om zowel schriftelijk als
mondeling een landbouwstandpunt kenbaar te ma
ken. Ook in KNLC-kring is al verschillende keren
uiting gegeven aan onbehagen over de fiscale
behandeling van zelfstandige ondernemers. We
herinneren aan de discussie met minister Witte-
veen in de jaarvergadering 1968 en aan de jaar-
rede van de KNLC-voorzitter enkele weken ge
leden.
VERLANGENS VAN ZELFSTANDIGEN
We merkten al op dat de funktie en de be
steding van het inkomen bij de zelfstandige on
dernemer verschilt van de situatie bij de loontrek
kende.
De laatste kan zijn besteedbaar inkomen nage
noeg helemaal verbruiken. De zelfstandige on
dernemer echter moet een deel van zijn inkomen
in zijn onderneming steken als risicodragend ver
mogen. Hij zal niet alles wat hij nodig heeft
kunnen lenen. Het in het landbouwbedrijf ge
stoken geld heeft eén geringe overloopsnelheid
en een laag rendement.
Eigenlijk zou de belastingwetgeving onderscheid
moeten maken tussen die twee soorten besteding
van het zelfstandigen-inkomen, n.l. een deel voor
belegging in de eigen zaak en het overige deel
voor privè-verbruik. Alleen dat laatste deel zou
dan op dezelfde wijze moeten worden belast als
het inkomen van de loontrekkende. Maar voor
zo'n werkwijze zou het hele systeem van de in
komstenbelasting weer veranderd moeten wor
den en dat is geen eenvoudige zaak.
Een ander verschil tussen zelfstandige en loon
trekkende in dit opzicht ligt bij de oudedags
voorziening. De hele premie voor de pensioenver
zekering van de loontrekkende is aftrekbaar voor
de (loon)belasting. De zelfstandige kent ook een
faciliteit, n.l. deze dat hen premie van een lijf
rente-verzekering kan aftrekken. Maar de loon
trekkende kan, als hij wil ook zo'n verzekering
erbij sluiten en mag dan ook de premie aftrek
ken. Wat de zelfstandige ondernemer betreft,
wordt aan de andere kant wel gewezen op de z.g.
stamrechtvrystelling, maar de daarvoor nodige
stakingswinst kan toch niet beschouwd worden
als een doelgerichte pensioenvoorziening.
Ook hier dus een punt waarop de zelfstandige
zich t.o.v. de loontrekende onbillijk behandeld
voelt.
VERLANGENS VAN DE LANDBOUW
Bij de zojuist genoemde algemene verlangens
voegen zich dan nog enkele speciale wensen van
land- en tuinbouw. Herhaaldelijk moeten land
en tuinbouw wijzen op de ontkoombare noodzaak
om grote investeringen te doen voor de aanpas
sing en de modernisering van de „blijvende"
land- en tuinbouwbedrijven.
In deze tijd van schaalvergroting en snelle tech
nische en economische ontwikkelingen is dat een
zware opgave. Land- en tuinbouw menen, r_ ede
gezien de scherper wordende concurrentie in de
EEG, dat er alle reden is om belastingverlichting
voor de investeringen te krijgen.
In dit verband is meermalen gewezen op be
lastingvrije reservering in enigerlei vorm om te
gemoet te komen aan de financiële moeilijkheden
van de agrarische ondernemer die „mee wil ko
men".
Zo is wel een bestemmingsreserve voorgesteld
in verband met bepaalde voorgenomen investerin
gen, welke eerst onbelaste reserve later toch weer
te voorschijn komt voor de belasting. Ook is ge
suggereerd weer een soort echte onbelaste reser
vering tot een bepaald percentage van het be
drijfsvermogen toe te staan. Maar dergelijke wen
sen maakten tot nu toe geen kans.
Het financieringsprobleem in land- en tuinbouw
wordt het zwaarst gevoeld bij de jonge onderne
mer, die een bedrijf overneemt en vaak kampt
met de gevolgen van het wegvloeien van vermo
gen uit de landbouw bij vererving. Een werk
groep van het Landbouwschap heeft enkele maan
den geleden over dat financieringsprobleem ge
rapporteerd. Van zijn bevindingen is vooral be
kend geworden het idee om een „grondbank" in
het leven te roepen. De gedachte is in eerste in
stantie wel aangeslagen, maar nader overleg heeft
helaas alleen nog maar duidelijker gemaakt hoe
moeilijk het is om „aanloopfinaciers" te vinden,
Belastingfaciliteiten ter vergemakkelijking van
bedrijfsovername zijn ook meermalen gesugge
reerd. Wat de fiscale verlangens van de land
bouw betreft, wijzen we ook nog weer op het
gelijktrekken van de inkomstenbelasting in de
EEG. Gezien de grote onderlinge verschillen: in
stelsel en hoogte moeten we helaas beseffen, hoe
zeer zo'n belastingharmonisatie een zaak van lange
adem is. Maar, zo wordt gesteld, doe dan tenmin
ste iets anders om tegemoet te komen aan de in
dit opzicht nadelige positie van de Nederlandse
boeren en tuinders. Evengoed geldt dat wat de
lasten van sociale voorzieningen betreft.
VOORSTEL VAN LANDBOUW
EN MIDDENSTAND
Het Landbouwschap heeft de commissie-Van
Soest voorgesteld om belastingvrij een reserve te
doen vormen bedoeld als oudedagsvoorziening.
Die pensioenreserve kan dan worden belegd in
de eigen onderneming. Wordt het bedrijf beëin
digd dan komt die reserve weer vrij, tenzij die
via de stamrechtvrijstelling omgezet wordt in een
oudedagsvoorziening. De opvolgende zoon kan pe
riodiek uitkeringen aan zijn ouders doen zonder
dat gelden aan de onderneming worden onttrok
ken.
We laten de finesses verder maar rusten op dit
moment. Ook het Landbouwschap heeft zich daar
maar ten dele nog in kunnen verdiepen. Belang
rijk is dat op de voorgestelde wijze meer vliegen
in één klap zouden worden geslagen. Aan ver
schillende van de bovengenoemde wensen zou
worden tegemoetgekomen: investeringsreserve,
oudedagsvoorziening, bedrijfsovername. En deze
voorziening kan getroffen worden zonder dat de
hele wettelijke structuur van de inkomstenbelas
ting overhoop gehaald behoeft te worden.
Wat ook bijzonder deugd doet, is dat dit voor
stel kon worden gedaan in samenspraak met de
organisaties van midden- en kleinbedrijf. Land
bouw en middenstand hebben elk de adviescom
missie een voorstel van dezelfde strekking voor
gelegd; zij hebben gemeend allerlei kleinere wen
sen een ogenblik terzijd te moeten schuiven. Naar
onze mening deden zij er inderdaad goed aan om
zich samen vooral op het belangrijkste ount in te
zetten voor een billijker behandeling van de zelf
standige ondernemer op belastinggebied.
Naar verluidt heeft de commissie-Van Soest het
betreffende voorstel welwillend ontvangen. We
mogen goede hoop hebben dat het terug te vin
den zal zijn in het rapport van de commissie. We
hopen ook dat het rapport niet lang meer op zich
zal laten wachten. En dat dan ook op Financiën
bewindslieden zetelen die graag de politieke ver
antwoordelijkheid voor hoognodige fiscale tege
moetkomingen aan de zelfstandige op zich nemen
STRUIKENKAMP.