is a picture of health Coöperaties: HEMD NADER DAN DE ROK? smmim^swnnmm or tm mil m mm man Structuurvernieuwing Cebeco-groep 19 mal j* DRESIDENT-DIREKTEUR Ir. Y. de Boer van 1 Cebeco benadrukte in zijn inleiding, gehou den op de Algemene Vergadering, dat het in het bedrijfsleven hard toegaat en ook de Coöperaties zich daarop moeten instellen. Niet slaafs volgend, maar gericht door het belang van de land- en tuin bouw. Het mag wel weer eens worden onderstreept, dat er veel werk te doen is in een veld, waarin zo veel krachten spelen. Veronachtzaamt men deze krachten, dan loopt men de kans op verschillende punten gaandeweg weggeselecteerd te worden. Hetgeen voor de coöperaties zou kunnen uitmon den in bijv.: alleen maar wat koper en verkoper spelen in een door derden bepaald en beheerst economisch klimaat. Dat is zo'n grote kunst niet. Dat heeft voor de land- en tuinbouw maar beperkte betekenis, in ieder geval niet die betekenis, die de land- en tuinbouw in hun economische instellingen belichaamd willen zien. Terecht wordt in ons milieu door velen, zeker ook door de jongere generatie, naar voren gebracht dat de coöperatie zakelijk moet zijn. Wij moeten dit tenvolle onderschrijven, maar daaraan toevoe gen, dat die zakelijkheid moet worden betracht bin nen een coöperatief bestel, dat ook de grote zake lijke lij-en niet verwaarloost. Daar CEBECO deze eerder ontmoet dan de individuele boer en tuinder en ook eerder dan diens lokale of regionale coöpe ratie, wijzen wij daarop bij herhaling. In de klein-zakelijke praktijk voelen velen het hemd nader dan de rok. Dat wij zo vaak over de rok spreken, vloeit voort uit onze wens de land- en tuinbouw nimmer in hun hemd te zien staan. En ook de coöperaties niet. IN een door anderen beheerst economisch kli maat kunnen coöperaties een prachtig distri butie-instrument zijn voor grote industrieën en handelshuizen, een instrument dat deze laatste gaarne in hun distributiepoütiek zouden willen in voegen. Want zij, die industrieën en handelshuizen, vangen dan veel vliegen in één klap, d.w.z. veel boeren en tuinders tegelijk als klant, waarbij dan nog de aantrekkelijkheid komt dat de coöperaties goed zijn voor de betaling. De coöperaties zijn dan wat waard en kunnen dus kortingen bedingeng. Dil, alles is natuurlijk wel belangrijk, en moet blijven. Maar het daadwerkelijk meewerken door de coöpe raties, niet alleen in algemeen-economisch opzicht, maar ook groot-zakelijk, bijv. op handelspolitiek- en groothandelsniveau, naast en niet onder de an deren heeft aanmerkelijk meer waarde! Want dan kunnen de werkzaamheden dóór de boer en tuinder zelf worden gericht in plaats van dat anderen gaan richten. Wil de coöperatie gewicht in de schaal leggen, dan kan dit alleen landelijk en noodzakelijkerwijs gaandeweg meer in internationaal verband. Daar bij zullen de coöperaties speciale aandacht moeten besteden aan die schakels in de k^ten van boer en tuinder naar consument of van benodigdhedenleve- rancier tot boer en tuinder, waar zij ook werkelijk sterk kunnen zijn. INSPRAAK EN MEDEZEGGENSCHAP Over inspraak en medezeggenschap, dat ook in de totale Cebecogroep aan de orde zal komen, zei ir. Y. de Boer de volgende behar- tënswaardige woorden: „De coöperaite heeft op dit punt recht van spreken, want zij heeft al enkele tientallen jaren een belangrijke portie zeggenschaps praktijk verwerkt en wel een zeggenschaps praktijk, waarbij een groot aantal belang hebbenden betrokken was. Wie er van uit gaat, dat iedere belanghebbende op ieder moment over alles moet kunnen meebeslis sen, brengt de zeggenschap op een hellend vlak. Een onderneming die er voortdurend naar moet streven beter te zijn dan andere ondernemingen, op straffe van de kans op ondergang, kan het niet onverschillig zijn welke besluiten de massa van belanghebben den neemt. Want het gaat vooral om de kun digheid en de bevoegdheid tot oordelen. Een onderneming moet voorop blijven lopen. Waar het vooral op aankomt is, dat niet het gevoel van de massa en de opwelling van enkelingen het beleid gaan beheersen, maar dat deskundigheid en daadwerkelijke aan pak tot hun recht komen. De massa kan wel de richting bepalen waarbinnen het zakelijk gebeuren zich moet afhandelen, maar het zakelijk gebeuren zelf eist snel en concreet handelen en daar is een democratische voorbehandeling in vele ge vallen niet mogelijk;. Ik geloof dat wij het in onze CEBECO- groep dan ook zo moeten zien, dat democrati sche voorbehandeling nodig is voor het be palen van beleidsprogramma's en werkwij zen, die overigens niet vaag mogen zijn, maar concreet moeten worden aangeduid. Het zakelijk gebeuren moet steeds onder worpen kunnen worden aan een goede demo cratische nacontrole, door dit gebeuren zo wel schriftelijk als mondeling in de daartoe bestemde organen aan de orde te stellen. En wanneer wij over beleidsprogramma's en werkwijzen spreken, moeten wij er ons op instellen, dat voor een gerichte discussie daarover een goede voorbereiding nodig is." Dat is bij ons een sterke groothandels-, impor teurs- en exporteurspositie en ook een sterke in dustriële positie op mengvoedergebied, die alleen te bereiken is door het verband tussen al onze mengvoederbedrijven door middel van een lande lijk groepsbeleid te versterken. En voorts moet terreinverbreding onze aandacht hebben. IR. De Boer wees er op dat naast de schaalver groting deze terreinverbreding een tweede belangrijk element in de ontwikkeling van de CEBECO-groep heeft gevormd. Samen met de co- operaties op pluimveegebied en ook op het gebied van vee en vlees is een breed, terrein van werk zaamheid betreden, dat wordt aangeduid met het begrip verticale integratie, alhoewel deze benaming voor dit proces in ons coöperatieve milieu mis schien niet geheel juist is. Op dit terrein, waarop zich heel nuchter beschouwd een zakelijk proces afspeelt, waarbij de opeenvolgende schakels in de produktieketen beter op elkaar worden afgestemd, ligt de mogelijkheid voor derden om bepaalde ver- edelingswerkzaamheden op het boerenbedrijf te be heersen. De situatie dat opeenvolgende stadia van produk- tie of distributie door een firma kan op landbouw gebied gemakkelijk afglijden naar een onaanvaard bare situatie die we gemakshalve zouden kunnen vergelijken met het begrip gedwongen winkel nering. Een situatie die overwonnen scheen, maar die nu toch weer opduikt! Nu echter alle schakels in coöperatief verband onder de zeggenschap van de belanghebbende boeren zelf kunnen staan, kun nen deze gevaren vermeden en oe voordelen geïn casseerd worden. Ook hier blijft en is een belang rijke richtingbepalende taak voor de coöperatie weggelegd. (Zie verder pagina 33) In de Algemene vergadering van „Cebeco" op 19 december 1968 gehouden, heeft de overgrote meerderheid van de ledenverenigingen zich uitge sproken om tot een struktuurvernieuwing te komen. Na deze uitspraak in deze materie in Bestuur, Raad van Toezicht, Commissie van Advies behandeld, herzien, gewijzigd enz. enz. en in een later stadium met de leden-verenigingen overleg gepleegd. Uiteindelijk is uit al dit overleg een voorstel ter tafel r aar voren gekomen waaraan wij de volgende gegevens ontlenen, zonder ook maar enigszins vol ledig te kunnen zijn. DOEL VAN DE NIEUWE STRUCTUUR: 1. de verhouding tussen de leden-verenigingen en CEBECO zodanig te stroomlijnen, dat de markt verhoudingen wegvallen en de zaken die wor den verricht door de leden-verenigingen ener zijds en CEBECO anderzijds goed op elkaar aan sluiten; een zo doelmatig mogelijk functioneren van de totale onderneming van de groep dient hierbij verzekerd te zijn; 2. de taken die de verenigingen enerzijds en CEBECO anderzijds moeten vervullen zodanig te verdelen, dat het werk daar wordt verricht, waar dat het best en het meest doelmatig kan geschieden; 3. elke ontwikkeling te bevorderen, waardoor de leden-coöperaties tot zo doelmatig mogelijke bedrijfseenheden kunnen komen. EISEN WAARAAN DE NIEUWE STRUCTUUR MOET VOLDOEN Het voorgaande brengt ons tot een aantal con clusies met betrekking tot de eisen waaraan de nieuwe structuur moet voldoen. a. Er dient een centrale plaats te komen waar men zich gezamenlijk beraadt over de werkverdeling tussen de leden-coöperaties enerzijds en CEBECO anderzijds en waar voorstellen dien aangaande kunnen worden geformuleerd. b. Omdat het zwaartepunt van de zakelijke activi teiten van onze CÉBECO-groep bij de leden verenigingen ligt, dienen de taken die vanuit deze centrale plaats aan het apparaat van CEBECO worden opgedragen, voor rekening van de leden-verenigingen te worden uitge voerd, met andere woorden: zonder dat CEBECO te Rotterdam hieraan verliest of verdient, dus op kostenbasis. Hiertegenover aanvaarden de leden-verenigingen in beginsel afname- en le veringsplicht. c. Het overleg tussen de leden-coöperaties, dat no dig is om te komen tot een bevredigende een heid van beleid bij het verrichten van economi sche activiteiten, zowel gewestelijk als landelijk, dient aan de leden-coöperatie bindend te worden opgelegd. d. Initiatieven of handelingen van leden-coöpera ties die de leden-verenigingen gezamenlijk ver der van huis brengen wat de eenheid van be leid betreft, moeten worden voorkomen. INDELING 1. De ringindeling van de CEBECO-organisatie wordt herzien. Het aantal ringen kan aanzien lijk worden teruggebracht. Van deze ringen ma ken de A- en B-leden deel uit. (Zeer in het kort en dus onvolledig. Voor A- leden is er de verplichte afname en levering met Cebeco op kostenbasis. Voor B-leden geldt de regeling dat geleverd wordt tegen vast te stellen prijzen; voor de afzet verleent Cebeco haar dien sten tegen verrekening van kosten). Binnen de ring vormen de A-leden een district. Er is een ringbestuur (A- B-leden) en een distrlctsraad (A-leden). (Zie verder pagina 33)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 19