Deze week Een andere wijze van benadering Op het ouderlijk bedrijf meewerkende kinderen en de verplichte verzekerina 3 (Vervolg van pagina 1) MEN zal het misschien niet geloven, maar ook voor de boter is eenzelfde redenering op te zetten. Daar het zuivelvraagstuk veel ingewikkel der is dan het tarweprobleem, omdat men nu een maal van de melk verschillende produkten kan maken, willen wij volstaan met enkele feiten! Schatte de Europese Commissie verleden jaar nog dat er per 1 april 1970 een boterberg van 500.000 ton zou zijn als de Ministerraad niet ingreep, thans geeft zij zelf toe, dat deze voorraad ongeveer 320.000 a 350.000 ton zal bedragen. Nemen wij daar van de normale E.E.G. aanwezige voorraad van 120.000 ton af, dan zal er dus ruim 200.000 ton over zijn. Wel enig verschil dus! Zonder dit vraagstuk te willen onderschatten wijzen wn tevens op het feit, dat de melkproduktie volgens de cijfers van de Commissie zelve, ten op zichte van 1968 eerder iets gedaald dan gestegen is. Daarbij komt dat de slachtpremieregelingen nog moeten gaan werken! Ook in deze zuivelsector dus kan men een andere redenering opzetten! TENSLOTTE de suiker. De Commissie praat over een overschot van ruim 1 miljoen ton. Maar daarin zit ruim 400.000 ton rietsuiker van de Franse overzeese ggebiedsdelen. Voorts 120.000 ton uit Oost-Duitsland. En dan nog het overschot uit melasse. Het ver bruik van suiker neemt in de E.E.G. toe. De wereldproduktie blijft in 1968 ongeveer 1,3 miljoen ton achter bij het verbruik. Cijfers voor 19691970 zijn er nog niet. Alleen bij een zeer gunstige Cu baanse oogst zal de wereldproduktie gelijk komen met het stijgende wereld verbruik. Ziet U, lezers, dat er ook een andere benadering mogelijk is dan die van de heer Mansholt en de zijnen? Wij schreven reeds, dat de reacties van de land bouworganisaties op deze nieuwe sombere Mans- holt-nota scherp afwijzend zijn. Het Landbouwschap schreef in een brief aan de C.O.P.A., dat hoogstens enige veranderingen in de prijsverhoudingen der verschillende produkten geaccepteerd kunnen worden. Maar geen prijsver lagingen. Integendeel! Een doorberekening van da gestegen kosten voor zover die niet door een ho gere produktiviteit worden opgevangen is nood zakelijk. De Franse organisaties hebben vooral moeite om hun leden in bedwang te houden. Door de devalua tie zijn hun prijzen achteropgeraakt. Zij eisen ge lijkstelling tot de huidige E.E.G.-prijzen. Daarmede wijzen zij natuurlijk een daling af. De Belgische boerenbond aanvaardt de jongste voorstellen niet, omdat het in feite geen plan is en omdat eens te meer geen rekening wordt ge houden met de boer als mens en als dynamisch be- drijfshoofd. Een struktuurbeleid mag niet gaan ten koste van een redelijk prijsbeleid. De Belgische boerenbond klaagt de methodes aan van de Euro pese Commissie en zegt dat deze door de zaken zwart-wit voor te stellen de publieke opinie wil schokken. Ook de Duitsers en Italianen verwerpen de nieuwe voorstelling in min of meer felle bewoor dingen. Tenslotte heeft de voorzitter van het C.O. P.A. op een zeer druk bezochte persconferentie in Nieuwspoort in Den Haag ten tijde van de Europese topconferentie de prijsverlagingen voor de boeren stand onaanvaardbaar genoemd. Dit alles is in een vrij stormachtig onderhoud van het Presidium van het C.O.P.A. met dr. Mansholt bevestigd. IYE Agrarisch Sociale Fondsen te Goes zijn reeds enkele maanden bezig met het „onderzoek" naar de verzekeringsplicht van de op het ouder lijk bedrijf meewerkende kinderen. Uit reacties hierop is ons gebleken dat niet 'n ieder, die daar toe wordt benaderd, over de gevolgde gang van zaken te spreken is. Wij hoorden dat men in be paalde gevallen de indruk had dat het A.S.F. op de „premiejacht" zou zijn. Ook dat er in een aan tal gevallen een „dienstbetrekking" werd vastge steld voor diegenen die daar bepaald niet onder wensen te vallen en waarvoor in de particuliere verzekeringssector reeds de nodige voorzieningen waren getroffen. rOROP willen wij stellen dat de districts agent de hem opgedragen taak verricht. Tij dig is over deze kwestie van de verzekeringsplicht van medewerkende kinderen in ons blad de nodi ge voorlichting gegeven. Ook is er de aandacht op gevestigd dat de richtlijnen van het A.S.F. de no dige ruimte laten om zelf te beslissen of al dan niet deelneming in de verplichte sociale verzeke ring op prijs wordt gesteld. Wordt zulks niet gewenst geacht dan staat voor het bedrijfshoofd de mogelijkheid open de voor waarden waaronder een meewerkend kind op het bedrijf werkzaam is zó te regelen dat deze niet binnen de richtlijnen van het A.S.F. valt. Maar de keuze moet welbewust gedaan worden en de no dige maatregelen genomen! Worden deze nage laten, dan vindt van de zijde van het A.S.F. on derzoek plaats, en blijkt dan dat van die zijde ver zekeringsplicht moet worden aangenomen, dan ligt dat aan betrokkene! JIET A.S.F. heeft, ter voorkoming dat achteraf uitkering wordt geclaimd zonder dat vooraf verzekeringsplicht was vastgesteld en daarvoor premie betaald werd een aantal regels vastgesteld. Uitgangspunt is dat als op het ouderlijk bedrijf medewerkende kinderen op nagenoeg dezelfde voorwaarden werken als soortgelijke vreemde ar beidskrachten, er geacht moet worden verzeke ringsplicht voor de sociale werknemersverzeke ringen aanwezig te zijn. JN het kort zijn deze richtlijnen als volgt: Verzekerd is het uitwonende meewerkende kind, dat per week, maand of jaar een loon in geld ont vangt, dat tenminste gelijk is aan 75 van het tijdloon, dat ingevolge de op het bedrijf toepasse lijke C.A.O. aan een vreemde arbeider zou moe ten worden betaald. (Zie verder pag. 13) VERHOGING UURLONEN LOSSE ARBEIDERS PER 1 JANUARI 1970 Per 1 januari 1970 wordt de premie voor de wachtgeldverzekering voor losse arbeiders in de agrarische sektoren verhoogd van 5,6 tot 7>2 Daarvan betalen werkgevers en werknemers ieder de helft. Bij de afsluiting der c.a.o.'s werd voor het contractjaar 1969/1970 hiermede reeds rekening gehouden door het opnemen van een bepaling dat de uurlonen der volwassen losse arbeiders per 1 januari 1970 met 2 cent worden verhoogd en die voor de andere leeftijdsgroepen naar verhouding. De hoofdafdeling Sociale Zaken van het Land bouwschap vestigt, ter voorkoming van moeilijk heden, nog eens de aandacht op deze wijziging. IjTET volgende zijn twee delen van een voor- ±x dracht gehouden op 5 november 1969 voor de Ned. Federatie van belastingconsulenten. Eerst het begin van de voordracht. „Ik wilde enige ogenblikken met u stilstaan bij het vraagstuk van de ingewikkeldheid van de be lastingen. En ik meen daar goed aan te doen,, omdat zich de laatste jaren op dit punt gevaarlijke ten densen gaan aftekenen. Ik doel hier op de van aller lei kanten komende roep om vereenvoudiging. Dit streven naar vereenvoudiging berust op allerlei misverstanden, is ondoordacht en zou ons, zou daar aan werkelijk gehoor worden gegeven, op een ver keerde weg voeren! Tot nu toe heeft de school der vereenvoudiging nog geen enkel succes geboekt. Maar ik meen er toch goed aan te doen aan deze misschien goed bedoelde maar in wezen toch een zeker bederf in zich dragende tendensen niet alleen een halt toe te roepen maar zelfs te stimuleren tot tegenstromingen. Ik meen dat ik juist in dit gezel schap daar wel gehoor voor zal kunnen vinden. Wat betekent vereenvoudiging? Vereenvoudiging betekent frustreren van de fiscale beginselen. Hoe kan men de gelijkheid, de rechtvaardigheid tot haar recht doen komen, als niet de fiscale lasten worden verdeeld naar nauwkeurig gemeten, zo in dividueel mogelijk bepaalde maatstaven. Ik hoef dit punt niet nader uit te werken, het spreekt voor zichzelf. Ik wijs er slechts op dat dit voorstel geldt bij hoge belastingdruk, en u weet dat die druk bezig is te stijgen van 1/4 naar 1/3 van het nationale in komen. Voorts frustreert vereenvoudiging de mo gelijkheid de belastingheffing naast haar verdelen de taak ook aan te wenden als instrument voor de sociale en economische politiek. Op dit terrein staan we met de giftenregeling en de investerings faciliteiten nog maar in het begin. En het is toch bekend dat de belastingheffing een uitstekend mid del, dikwijls het enige goede middel is voor het be reiken van niet-fiscale doeleinden, door fiscalisten nog wel eens denigrerend aangeduid als nevendoel einden. Ik acht deze taak van de belastingheffing in het totale overheidsbeleid van niet geringer be lang als de zuiver fiscale. Er wordt al aangedron gen op fiscale maatregelen om gehuwde vrouwen wat meer uit hun gezin en in het economische pro ductieproces te drijven. En dan de bevordering van research. Ik noem maar een paar voorbeelden. Ik zou nog het regionale beleid kunnen noemen. Men denkt over een loonsomheffing. Maar met een flinke uitbreiding van het ambtelijk apparaat zou men ook kunnen denken aan een regionale diffe rentiatie van de direkte belastingen. Ik bedoel met name de inkomsten-, de vennootschaps- en de ver mogensbelasting. Stellig een interessante gedachte ook voor de belastingconsulenten. Veel van de pro blematiek van het internationale belastingrecht zou zich dan immers ook in de binnenlandse ver houdingen gaan voordoen. Ik denk bijvoorbeeld aan de winstsplitsing, het begrip vaste inrichting en de vaststelling van de woonplaats. Dit zou de ingewikkeldheid van de belastinghef fing vergroten, maar zou uit het oogpunt van sti mulering van de bedrijvigheid in bepaalde gebie den een goedwerkend instrument zijn." AN het slot van het betoog. „Voor ik aan het einde van mijn uiteenzetting kom, kan ik niet laten nog één punt naar voren te brengen om daar ook nog eens uw gedachten over te laten gaan. Dat is een systeem om de differen tiatie van de omzetbelasting te vergroten. U weet dat een van de bezwaren die wel eens tegen een hoge omzetbelasting worden ingebracht is, dat deze belasting voor arm en rijk vrijwel gelijk uitwerkt. Door tcriefverschillen is er wel wat verschil. Maar dat is niet groot omdat de vrijstelling en tarief ver laging niet alleen werken voor hen met lage in komens', maar evenzeer voor hen met hoge inko mens. MIJN OPLOSSING VOOR DIT VRAAG- STUIS DE INSTELLING VAN OMZETBELAS- TINGVRIJE WINKELS, WINKELS MET EEN NULTARIEFALLEEN TOEGANKELIJK VOOR CAiEGORIEëN MET LAGERE INKOMENS. De vrijstelling wordt daardoor gericht op degenen voor wie ze is bedoeld. Ik heb met deze paar zinnen dit punt natuurlijk niet uitgeput. Er zitten vele kanten aan: waar liggen de inkomensgrenzen? Moeten er ook winkels zijn met een tussentarief? Voor welke soorten goederen moet het gelden? Moet er ook een mogelijkheid worden geopend voor diensten? En nog veel problemen meer. Maar dat dit zeer veel complicaties met zich zal meebrengen is wel zeker De taak van de belastingdienst zal aanzienlijk wor den verzwaard. In deze belastingvrije winkels zul len bijv. voortdurend één of meer ambtenaren moe ten worden gestationeerd, want fraude ligt bij dit systeem voor de hand. Verder zal moeten worden gestudeerd op de gevolgen voor de concurrentie verhoudingen, hoe het evenwicht op dit punt kan worden behouden. ZO HEB IK U DAN ENKELE VOORBEELDEN GENOEMD UIT DE ONTELBARE MOGELIJK HEDEN OM ONS, ONDANKS DE JAAR VOOR JAAR INGEBRACHTE NIEUWE COMPLICATIES TOCH ALTIJD NOG TE EENVOUDIGE BELAS TINGHEFFING OM DIT PUNT TE VERVOLMA KEN. Ik heb u al gezegd, dat gezien de ervaringen, het gevaar van vereenvoudiging zeer gering is. Maar het is toch goed, en ik meen te hebben aangetoond dat het landbelang daarmee is gediend, tegen de stemmen die op onbezonnen wijze pleiten voor ver eenvoudiging, een krachtig tegenoffensief in te zet ten. Vandaag heb ik daartoe een eerste stoot willen geven. Maar op deze weg zal verder moeten worden gegaan. En ik neem aan dat daarbij op de morele en zo mogelijk daadwerkelijke steun van u allen, die hier aanwezig zijn, mag worden gerekend. Het is een eerlijke weg die daarmee wordt betreden, eerlijker dan die van de vereenvoudiging. De weg van de vereenvoudiging is een onrealistische. Maar ik heb u vandaag gewezen op een weg met toe komst: een werkelijk ingewikkelder en ondoorzich tiger belastingheffingwaardoor ook de taken van alle categorieën van fiscalisten tot een verdere ont plooiing zullen kunnen komen!" WIJ BRENGEN DE HAND ONDER HET HOOFD EN VRAGEN ONS AF WAT HIER OVER NOG ZAL WORDEN UITGESTORT I PAAUWE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 3