151 Het planten van vroege stooktomaten Welke mogelijkheden voor vorstwering bij koude kas-sla 5 L. SMITS, Consulentschap voor de Tuinbouw te 's-Hertogenbosch. In tegenstelling tot de jaren 1967 en 1968 heb ben we in 1969 weer een goed tomatenjaar ge had. Op veel bedrijven haalde men in 1968 een middenprijs van ƒ1,45 tegen 1,10 in 1968. Daar waar de kg-opbrengst niet is tegengevallen kan men terugzien op een goed financieel resul taat. De prijs hebben we uiteraard niet in de hand, maar aan de kg-opbrengst en de kwaliteit kunnen we veel doen. Om deze hoge kg-opbrengst van een goede kwaliteit te behalen, zal er aan een aan tal punten veel aandacht moeten worden besteed. FLANTMATERIAAL OMDAT 'n vroege stookteelt zo'n dure teelt is, is het plantmateriaai van het allergrootste belang. Wordt er bij een vroege koude teelt een goed afgeharde oude plant gebruikt? Bij deze teelt planten we een groeikrachtige niet te oude plant. Door het rechtstreeks zaaien op de pot, waarna overgeplant wordt in een grote of plastic pot, ont staat er een plant zonder wortelbreuk. Bij een wat hogere opkweektemperatuur is de opkweektijd korter en het aantal bladeren onder de eerste tros is dan meestal 9 inplaats van 7of er al of niet vroeg of laat geplant wordt is een kwestie van de te ver wachten groei of het tijdstip van vrijkomen van de kas. Wanneer op een opdrachtige grond een zware groei wordt verwacht is een andere plant aan te bevelen. Een oudere plant is beter in de groei te beheersen. Is de te verwachten groei matig dan is een jonge groeikrachtige plant gewenst. Verloopt de opkweek zonder storing dan is de kans op virus, kroeskoppen en voetziekten geringer. Voor het uit- planten is het belangrijk om de planten streng te selecteren. GROND EN BEMESTING ALLEREERST dient de grond vrij te zijn van ziekten zoals kurkwortel en knol. Wordt er maar een geringe aantasting verwacht dan zal zeker ontsmet of gestoomd moeten worden. Deze teelt is te duur om enige risico te lopen. De grond moet voor het planten goed vochtig zijn, maar niet te nat. De bemesting kan het beste uitgevoerd wor den aan de hand van een bemestingsanalyse. Het is daarom gewenst om allereerst de grond te laten onderzoeken door het bedrijfslaboratorium voor Grond en Gewassenonderzoek te Oosterbeek of het Proefstation voor de Groenteteelt onder glas te Naaldwijk. Aan de hand van zo'n alnalyserapport krijgt U een pantklaar advies. Vervolgens willen we er voor waarschuwen niet te veel waarde te hechten aan de reklame die er gemaakt wordt voor de organi sche meststoffen. Deze meststoffen zijn niet slecht maar wanneer de voedingswaarde wordt vergele ken met die van kunstmeststoffen zijn ze veel te duur. Als organische stofvoorziening van de grond hebben ze geen nut, omdat de hoeveelheid die per oppervlakte eenheid wordt gegeven als organische stof te verwaarlozen is. Vóór het planten kan de grond beter grofkluiterig zijn omdat de grond dan sneller warm wordt. Moeten de planten te vroeg uit de kweekkas in verband met plaatsgebrek en is de grondtempera- tuur in de kas te laag of de planten nog te klein om te worden geplant dan kunnen de planten ook eerst naast de plantgaten worden gezet. Op bedrij ven waar in het verleden uitval als gevolg van een phytophtora-aantasting is geweest, is het gewenst de plantgaten te behandelen met een 0,1 maneb- oplossing. NA HET PLANTEN Voor een goede start is het noodzakelijk dat de grond een temperatuur heeft van 15°16° C. Bovendien houden we de grond in het begin van de groei aan de droge kant. Wanneer de planten aangegoten moeten worden na 't planten, dan doen we dat bij voorkeur met lauw water via de slang. Dus niet via de regenleiding. Tenslotte streven we naar een nachttemperatuur van 15°17° C en een dagtemperatuur van 19°22° C. Naarmate we een hogere temperatuur stoken zal de oogst vervroe gen, de vruchten fijner en de produktie lager komen te liggen. Houden we een lagere tempera tuur aan dan krijgen we een latere oogst, grove vruchten en een hogere kg-opbrengst. Het is maar wat men verkiest. J. H. VAN OIJEN Consulentschap voor de Tuinbouw in Noord-Brabant. Als er in de glastuinbouw iemand zou zijn die met grote zekerheid kon voorspellen hoe de weers omstandigheden voor de komende winterperiode zouden zijn dan kon deze persoon voor vele glas tuinders van dienst zijn. Maar gezien het feit dat in het verleden de voor spellingen van de „Enkhuizer Almanak" en van de „Enschedese kapper" bijna nooit bewaarheid zijn geworden zullen we er dan ook dit artikel verder geen aandacht aanbesteden. Waar we onze aan dacht wel op richten is, hoe we in koude kassen de kans op schade door te lage temperaturen kun nen opvangen. VORSTGEVOELIGHEID EN RASSEN In dit artikel zullen we geen aandacht meer be steden aan de specifieke rassenkeus op zichzelf. De sla is immers reeds geplant. Wel willen we stellen dat er een groot verschil bestaat in vorst- gevoeligheid tussen het ene ras en het andere. Dit féit is in de praktijk ook alom bekend. Toch zien we op vele bedrijven dit najaar slarassen staan in koude kassen die eigenlijk bestemd zijn als stookslarassen. De bedoeling is duidelijk. Men wil door middel van CC>2-apparaten de sla vorst- vrij overwinteren. Op enkele bedrijven zal dit ook wel lukken, maar het merendeel van de kas sen heeft te weinig warmtecapaciteit om dit bij strenge vorst te verwezenlijken. U kunt er van overtuigd zijn dat, als men een strenge winter krijgt d.w.z. meer dan 15° C onder nul er ver schillende kassen sla zullen zijn die het zwaar te verduren zullen krijgen. Hebt U per 1500 m2 maar een C02-apparaat van 60.000 tot 80.000 caloriën dan neemt U hiermede te grote risico's doordat U het gewas op deze wij ze vorstvrij tracht te houden. In dit verband zien we dan nog maar af van de totale oliekosten die men moet maken bij een vorstperiode van b.v. 56 weken, (denk aan de winterperiode van 1962 1963. Teelt men een vorstgevoelig ras dan zal men minimaal over twee 10 liter CC>2apparaten dienen te beschikken per 1000 m2. Teelt men rassen die wel een behoorlijke mate van winterhardheid bezitten dan volgen hier eni ge tips waar U rekening mee moet houden. HET AFDEKKEN MET PLASTIC Deze methode heeft ons de afgelopen winters geleerd dat hiermede zeer goede resultaten ge boekt kunnen worden, mits men de nodige bij komende maatregelen treft. Op de eerste plaats de methode waarbij de plas tic boven de tomatendraden wordt aangebracht. Tijdens vorstvrije weersomstandigheden ligt deze plastic tegen elkaar geschoven tegen de poten. Tijdens of voor een vorstperiode van betekenis wordt het plastic uit elkaar geschoven. Men be reikt hiermede dat er zich een luchtkussen vormt tussen glas en plastic. Deze methode is zeer be langrijk op die bedrijven welke d.m.v. CCVappa- raten de sla vorstvrij trachten te houden. In eer ste instantie kan men stoken; wordt de vorst strenger dan kan men ook het plastic nog uiteen- trekken en tevens onder het plastic nog stoken. De tweede methode van plasticafdekking is die waarbij we plastic banen van 1.70 m. breedte over de sla uitrolt Deze methode voldoet goed als de sla nog klein is en de temperatuur in de kas dag en nacht on der nul blijft. Houdt U er wel rekening mee dat het gewas flink beregend wordt 1015 min.) voordat het plastic over de sla uitgerold wordt. Naarmate de grond vochtiger is des te geringer is kans op vorstschade. (Zie verder pag. 7)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 5