HET DILEMMA VAN DE AGRARISCHE ZELFSTANDIGEN VRIJDAG 5 DECEMBER 1969 57e Jaargang No. 3009 o wm '■■WMw ib-U# MM Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land- en Tninbonw en Veeteelt in Zeeland j - In dit nummer o.m.: Welke mogelijkheden van vorstwering bij koude kassla en het planten van vroege stooktomaten. Pag. 5 „Tuinbouwklanken" en „Dingen van de week". Pag. 6 Waarom de prijsverschil len bij chemische bestrij dingsmiddelen? Pag. 7 Het op de juiste wijze af stellen van trekkerploegen. Pag. 8/9 Nieuwbouw voor de Landbouwpraktijkschool te Schoondijke Pag. 10/11 Plattelandsjeugd en Markt. Pag. 18/17 De voorzitter van de kring Schouwen-Duiveland der ZLM, de heer A. J. G. Doeleman, mocht dit jaar op de al gemene vergadering van het K.N.LC. te Scheveningen uit handen van voorzitter Knottnerus de prijs van f 1000 in ontvangst nemen die het Landbouwcomité jaarlijks beschikbaar stelt aan diegene(n) die op de beste wijze de public relations van de Nederlandse land- en tuinbouw hebben behartigd. De kring Schouwen-Duiveland orga niseert ondermeer reeds een tiental jaren de uitwisseling stad - platteland waarbij leerlingen van de 4e klasse van het Huygens Lyceum te Voorburg een werkweek op de boerderij doorbrengen. Ook verzorgt de kring sinds 1964 in samenwerking met de VVV in de maanden juli en augustus excursies voor toeristen naar land- en tuin bouwbedrijven. Aktiviteiten waardoor zowel bij de jeugd als ouderen een beter inzicht in het agrarische bedrijfs leven wordt verkregen en die op deze wijze door de Landbouwcomité-prijs terecht gehonoreerd worden! Onze felicitaties! OPENINGSREDE IR. C. S. KNOTTNERUS ALGEMENE VERGADERING K.N.L.C. situatie waarin land- en tuinbouw zich mo menteel bevinden is allesbehalve gemakke lijk. Dat is niet alleen een gevolg van politieke om standigheden, maar meer nog van de noodzakelijke aanpassing aan de moderne tijd. Die aanpassing vraagt van de agrarische gezinnen meer dan velen buiten de agrarische sfeer begrijpen. Om de daarmee gepaard gaande moeilijkheden aan te kunnen is het noodzakelijk te beseffen dat men leeft in een maatschappij die waard is om in te leven. Door de veelheid van problemen die op ons afkomen, hebben we vaak te weinig tijd om daaraan voldoende aandacht te besteden. Extra moeilijk werd het ook, omdat de belang rijke besluiten van Brussel de laatste tijd even schaars als moeizaam waren. Ik hoop, dat de E.E.G.- topconferentie de mogelijkheid opent om met nieuw elan voort te werken aan een verenigd Europa. Aldus ir. C. S. Knottnerus in het slot van zijn openingsrede van de maandag j.l. gehouden alge mene vergadering van het K.N.L.C. te Schevenin gen, waarin de voorzitter van het Landbouw-Comité deze keer een aantal problemen van algemene aard aansneed. Niet dat de specifieke vraagstukken in onze land- en tuinbouw de volle aandacht behoe ven. Ik besef terdege, zo meende ir. Knottnerus, dat de moeilijkheden waarmee bijvoorbeeld de fruitteelt worstelt, zo groot zijn dat hierop uitge breid ingegaan zou kunnen worden. Op vele andere plaatsen is dat de afgelopen weken echter al ge daan er. meer met het hier nog eens herhalen, is de fruitteelt ermee gediend als op alle plaatsen waar wij ervoor gesteld worden, aan de mogelijke oplossingen de volle aandacht gegeven worden, zodat op dié wijze een zo goed mogelijk resultaat wordt bereikt! IR. KNOTTNERUS begon zijn inleiding met te constateren van het feit dat de ontwikkeling in de Z.E.G. tot staan is gekomen, ja zelfs op zijn retour is. Het feit dat een conferentie die nu in Den Haag wordt gehouden noodzakelijk was, is het meest duidelijke bewijs voor mijn stelling dat de E.E.G. is v -tgelopen. Ik bedoel hiermee bepaald niet dat de E.E.G.- landbouwpolitiek is vastgelopen. Natuurlijk zijn daar ook vele moeilijkheden, en dan bedoel ik na drukkelijk dat de conceptie van het Verdrag van Rome niet heeft gewerkt. De conceptie was deze, dat de gemeenschappelijke landbouwpolitiek en het elimineren van de onderlinge invoerrechten en der gelijke zou leiden tot een gemeenschappelijke eco nomische politiek die via de douane-unie zou uit groeien tot een economische unie met een eigen handelspolitiek, een eigen monetaire politiek met eigen middelen en begroting. In het bijzonder heb ben de monetaire problemen kort geleden duidelijk aangetoond dat de regeringen niet bereid zijn de consequenties te aanvaa. den. Het voeren van een gemeenschappelijke landbouwpolitiek is daardoor tot een onmogelijkheid geworden. Ik stel dit nog eens in alle duidelijkheid omdat vele, ook beslis sende instanties, nog niet hiervan doordrongen schijnen te zijn. De devaluatie van de Franse franc heeft al duidelijk laten zien dat door monetaire ma nipulaties de concurrentiepositie van de Franse landbouw zo maar autonoom aanzienlijk kan wor den versterkt. Wanneer dit nog niet voldoende was heeft de revaluatie van de mark ons aangetoond dat het werk van 10 jaar in één ogenblik ongedaan kan worden gemaakt. Theoretisch gezien had d:t allemaal niet behoe ven te gebeuren. Men had de prijzen in rekeneen- heden overal kunnen handhaven, maar men moet wel uitzonderlijk weinig begrip voor de werkelijk heid hebben om deze mogelijkheid serieus te nemen. Immers de Duitse boeren en tuinders zou den dan in één klap van hun netto-overschot zijn beroofd. Er waren twee mogelijkheden om de Duitse land bouw tegemoet te komen in zijn moeilijkheden als gevolg van de revaluatie. De ene was het afscher men van de Duitse markt door middel van heffin gen en subsidies aan de grens. De andere was de direkte binnenlandse subsidieverlening. Deze laat ste heeft men nu gekozen en men denkt die dant zonder concurrentievervalsing toe te kunnen pas sen. (Zie verder pagina 3.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 1