TEN ONDERGANG GEDOEMD!
Hoofdbestuurs
vergadering in het
teken van protest!
UIT HET ZLM RAPPORT
EEN VOORBEELD VAN OVERBRUGGINGSFINANCIERING
VOOR EEN FRUITBEDRIJF VAN 7 HA
4 jaar oud (ondernemer 42 jaar)
Moderne spillenaanplant - goed sortiment.
Balans 1 november 1969
Grond (7 ha)
Gebouwen (woning, schuur)
Inventaris
Opstand (op basis
investeringen)
Kas, bank. giro
63.000
40.000
12.000
105.000
37.200
257.200
Hypotheek bank (20 j.) 90.000
Leningborgst. fonds (10 j.) 58.000
Lening familie
(geen aflossing) 10.000
Eigen vermogen 99.200
257.200
Aanvrage R.Z. afgewezen wegens te hoge rente en aflossingsverplichtin
gen (aug. '69).
LIQUID ATIEW AARDE
Grond 70.000,—
Gebouwen 45.000,
Opstand 14.G00,-
Inventaris 6.000,
135.000,—
Liquide 37.200,
172.200,(tegenover 158.000 leningen)
N.B. De gevolgen van de waardedaling van de opstand komen hier wel
scherp tot uiting. Normaal was het eigen vermogen 100.000,ge
weest; nu is het 14.000,
Thans de beslissing: doorgaan en hiervoor geld lenen via overbrug
gingslening of stoppen terwijl het nog zonder verlies kan? Wordt het
laatste gekozen, dan blijft er weinig meer van het oorspronkelijke
eigen vermogen over.
LIQUIDITEITSBEGROTING 1 NOVEMBER 1969—1 OKTOBER 197«
Beschikbare middelen 37.206,—
Aflossingen f 10.300,
Rente f 12.340,
Bedrijfsuitgaven f 23.000,—
Privé - f iO.000,
Investeringen f 2.000,
57.640
Tekort f 20.000,—
Aanname: volgens 3 jaren tekort 25.000,
Totaal te lenen via
overbruggingsregeling 45.000,
Rente en aflossing van dit overbruggingskrediet vanaf 1974.
Aflossing bankleningen van 1970.
jaar rente en aflossing rente en aflossing verschil
zonder overbruggings- met 45.000,
krediet overbruggingskrediet
1969 11.650,— 11.650,
1970 ƒ21.950,— (le j. afl.) ƒ21.950,—
1971 ƒ21.130,— ƒ21.130,—
1972 20.355,— 20.355,—
1973 19.580,— 19.580
1974 ƒ18.810,— 26.685,— 7.875,—
1975 18.040,— 25.575,— 7.535,—
1976 17.270,— ƒ24.465,— 7.195,—
1977 16.500,— 23.355,— 6.855,—
1978 15.720,— 22.245,— 6.525,—
1979 14.950,— ƒ21.135,— 6.185,—
1980 8.375,— 14.235,— 5.860,—
1981 8.040,— 13.350,— 5.510,—
1982 7.700,— 12.875,— 5.175,—
1983 7.360,— 12.200,— 4.840,—
1984 7.025,— 7.025,—
63.555,—
(Rente familielening 5 bankrente IVz
OPMERKINGEN
1. Het geraamde tekort in 1969/1973 komt neer op 6500,per ha en
komt overeen met een tekort van 6Vi cent per kg over de 100 ton die
in die 4 jaar per ha wordt geplukt (4 jaar x 25 ton).
2. Volgens deze berekening worden de aflossings- en renteverplichtingen
van het 10e (1974) tot het 20e jaar (1983) verhoogd met ruim ƒ1100,
per ha, aflopend tot ca. 700,per ha. Bij een produktie van 25 ton
per ha is dat een verhoging van de kostprijs met W±3 cent per kg.
(Bij een bedrijf van bijv. 10 jaar oud zouden de rente en aflossings
verplichtingen zelfs lopmi tot het bedrijf 25 jaar oud is. Maar dan is
de fruitaanplant natuurlijk allang gerooid!
3. In totaal moet uiteindelijk door de teler ruim 63.000,meer opge
bracht worden dan wanneer geen overbruggingskrediet nodig zou zijn,
dus ruim ƒ9.000,per ha!
4 Dit bedrag moet deels „bespaard" worden in een periode, dat de aan
plant al over de top heen is; in principe moet de aanplant van het 5e
tot het 15e jaar worden afgeschreven, in dit geval van 1970 tot 1979
5. Tenzij de conjunctuur uitzonderlijk gunstig wordt, zullen de extra rente-
en aflossingsverplichtingen gaan ten koste van de continuïteit van het
bedrijf! Er kan niet of onvoldoende worden gereserveerd voor verjonging,
aanpassing en eventuele uitbreiding!
6. Bij herstel van de conjunctuur en normale (dus geen extra hoge) prij
zen, is dit bedrijf toch ten ondergang gedoemd, tenzij de aflossingen
worden kwijt gescholden.
najaarsvergadering van het Hoofdbestuur
der ZLM stond deze maal volledig in het
teken van het protest. Voorzitter Ir. J. Prins nam in
zijn openingswoord krachtig stelling tegen de laat
ste voorstellen van de Europese Commissie aan de
Raad van Ministers van Landbouw en Financiën.
Deze voorstellen zullen, als ze door de Raad van
Ministers zouden worden aanvaard, resulteren in
een verlaging van de prijzen van de belangrijke
basisprodukten (tarwe, suiker en melk) en een on
rechtvaardige verlaging van het boereninkomen be
werkstelligen. De voorstellen van de Europese
Commissie hebben kennelijk alleen maar ten doel
de kosten voor het Europees fonds te drukken, ter
wijl over het redelijk inkomen van de boer (een' van
de doelstellingen van het verdrag van Rome) niet
meer gesproken wordt.
De vergadering onderschreef volledig de woor
den van zijn voorzitter, toen deze stelde, dat deze
voorstellen ten enen male onaanvaardbaar zijn voor
de landbouw.
Het Hoofdbestuur wees er in deze op, dat de nu
voorgestelde verlagingen betrekking hebben op
produkten, waarop noch onder invloed van de zich
steeds in stijgende lijn bewegende kostenontwik
kelingen, noch onder invloed van de algehele stij
ging van het welvaartspeil gedurende de laatste
jaren enige prijsverhoging is toegepast.
LJET bestuur vroeg zich voorts af waarom de
Europese Commissie naar het instrument
van de prijsverlaging grijpt om marktordenend op
te treden en voor de zuivel niet de tijd heeft ge
nomen om het effekt af te wachten van de nog pas
kort geleden afgekondigde maatregelen als bijvoor
beeld de afslachtpremie voor melkvee, terwijl
voorts ook voor andere produkten een verandering
in de prijsverhouding tot resultaten zou kunnen lei
den met betrekking tot de overschotten.
De verg- g wees verder op de discriminatie
van d ze voorstellen ten opzichte van andere be
volkingsgroepen en vestigde er de aandacht op dat
de boer door deze voorstellen geconfronteerd
dreigt te worden met een kostenpeil en een struk-
tuur van de bedrijven, die er nog niet is. Op deze
wijze wordt de boerenstand het slachtoffer van de
besluiteloosheid van de E.E.G., die veel betere
prijsverhoudingen had moeten voorstellen, waarin
niets gedaan is aan het mededingingsbeleid en
waar alleen maar grootse struktuurplannen ter tafel
liggen!
70ALS te verwachten was, werd een groot ge
deelte van de vergadering gewijd aan de
problematiek in de fruitteelt. De voorzitter tjaf in
zijn openingswoord een overzicht van de gedane
stapr n en wees er op, dat voor het behoud van de
goede kernbedrijven meer maatregelen dringend
nodig zijn.
Uitvoerig beraadde het Hoofdbestuur zich aan de
hand van een rapport over de crisis in de fruitteelt,
opgesteld door het secretariaat. Het Hoofdbestuur
stelde zich achter de goede analyse in het rapport:
„De crisis in de fruitteelt in het licht van de nu ge
troffen maatregelen", en onderschreef de daarin
gedane voorstellen. (Deze zijn elders in dit num
mer op pagina 8 en 9 opgenomen.)
VEEHOUDERIJ
De heer Van Heijst zei in zijn mededelingen over
de ontwikkelingen in de veehouderijsector, dat
men benieuwd is op welke schaal gebruik gemaakt
zal worden van de afslacht- en omschakelingsrege
ling.
De aanvragen hiervoor kunnen in ons land wor
den ingediend van 1 tot 20 december a.s. bij de
Districts Bureauhouders. Met ingang van 1 februari
1970 zal dan met het afslachten kunnen worden
begonnen tot aan de le mei. Er bestaat ongerust
heid over de periode van afsiachten, welke met het
oog op de te verwachten prijsdruk beter kon wor
den verlengd tot 1 juni. Een tweede punt, dat de
aandacht van het Zuidwesten verdient, is de moge
lijke opheffing van de veemarkt te Rotterdam. De
brand, die in september j.l. grote schade aan de
veemarkt, het restaurant en het kantoor heeft ver
oorzaakt en de ongunstige ligging voor het verkeer
is voor de gemeente Rotterdam aanleiding geweest
na te gaan of nieuwbouw aan de rand van de stad
mogelijk was. In verband met de zeer hoge kosten
is men min of meer van dit plan afgestapt, terwijl
ook provisorische voorzieningen reeds een hoog
bedrag vereisen. Het ziet er dan ook naar uit, dat
men een keuze zal moeten gaan maken tussen Den
Bosch, Utrecht of Leiden. Utrecht zou dan wellicht
nog het meest de voorkeur genieten, omdat hier
mede goede verbindingen zijn en de markt kort bij
het grote consumptiegebied ligt.
(Zie verder pag 13)
9