15 (Vervolg van pagina 3.) Ten aanzien van de omvang van de bedrijven wordt onderscheid gemaakt tussen grotere en kleinere bedrijven. De grens lag in 1965/66 bij 81 SBS's, hetgeen in dat jaar ongeveer overeen komt met de prodüktie-omvang van één man bij een redelijk doelmatige bedrijfsvoering. In verband met de sindsdien opgetreden produktivi- teitsstijging wordt deze grens regelmatig ver hoogd; in 1968/69 werd als grens 90 BSE's aange houden. i Het bedrijfstype. Om tot een indeling op grond van dit criterium te komen worden de ver schillende produktie-richting op een bedrijf naar hun relatief belang gewaardeerd, waarbij eveneens het aantal SBE's als maatstaf geldt. De bedrijven met hoofdzakelijk aan de grond gebonden produktie onderscheidt men in ak kerbouwbedrijven, gemengde bedrijven en weidebedrijven. Voorts worden nog uitkomsten berekend voor gemengde bedrijven met rela tief veel veredelingslandbouw. Van de aldus genoemde groepen bedrijven zijn de uitkomsten in bijgaande tabellen weergegeven. Voor het jaar 1968/69 zijn ze volledig tot stand gekomen door gebruik te maken van het nieuwe systeem van be drijfskeuze. Ten aanzien van de vorige jaren is uitgegaan van het bij het L.E.I. aanwezige documentatie-materiaal. Niettemin mag worden aangenomen, dat de verkregen cijfers een betrouwbaar beeld geven van de inkomensont wikkeling ïn de afgelopen vier boekjaren. di^nt overigens rekening mee te worden gehouden dat het cijfer van 1968/69 voor deze groep be drijven nog erg onzeker is door het geringe aan tal beschikbare waarnemingen. Het inkomen van de bedrijven in het Zuidwes telijk Kleigebied is duidelijk gestegen, waarbij enerzijds de verhoging van de opbrengst van de aardappelteelt en anderzijds de daling van de to tale kosten (ca. 2 een rol hebben gespeeld. Door de toename van de verbouw van fabrieks aardappelen is het inkomen van de bedrijven in de Veenkoloniën wederom verbeterd. Ook op de gemengde bedrijven werden in 1968/69 gunstiger resultaten behaald dan in het voorgaande jaar. Voor een belangrijk deel moet dit worden toege schreven aan de zeer bevredigende gang van za ken in de varkenshouderij, alsmede aan de uit breiding van de melkveestapel op deze bedrijven. De ondernemers op de weidebedrijven ontvin gen ongeveer evenveel melkgeld per koe als in 1967/68. Tegenover een iets hogere melkprijs stond een wat gedaalde produktie per koe. De totale geldopbrengst van de melk is echter door de hogere veebezetting gestegen. Bovendien lag als gevolg van de gunstige rundveeprij zen de post omzet en aanwas op een aanzienlijk hoger niveau. Een en ander had tengevolge, dat het in komen van deze bedrijven in het algemeen enigs zins hoger was dan in het voorgaande jaar. VEREDELINGSBEDRIJVEN AP de akkerbouwbedrijven in het Noordelijk Kleigebied is het inkomen gedaald, vooral wegens lagere opbrengsten in de graansector. Er yOOR het eerst zijn de uitkomsten van twee groepen veredelingsbedrijven in het overzicht opgenomen. Het betreft hier bedrijven met meer GEMIDDELD ARBEIDSINKOMEN VAN DE ONDERNEMER dan 25 van 't aantal Standaardbedrijfseenheden (S.B.E.) in de veredelingssector. De bedrijven zijn veel sterker op de varkenshouderij geconcen treerd dan op de pluimveehouderij (aandeel op de grotere bedrijven in 1968/69 resp. 35 en 8 De uitkomsten zijn in 1968/69 met name op de grotere bedrijven aanzienlijk gunstiger ge weest dan in het voorgaande jaar. Ten dele houdt dit verband met de opgetreden bedrüfsvergro- ting. in het bijzonder voorzover het de varkens houderij betreft. Daarenboven heeft de stijging van de prijs van varkensvlees die ongeveer 10 bedroeg in belangrijke mate aan de ver hoging van het inkomen bijgedragen. DE TUINBOUW AE inkomensontwikkeling in de diverse secto- ren van de tuinbouw liep in het afgelopen jaar zeer sterk uiteen. In de inkomens van de gjpenteteeltbedrijven is een duidelijke vei'betering opgetreden. Dit geldt zowel voor de groenteteelt onder glas als voor de groenteteelt in de open grond. Het gemiddeld negatieve arbeidsinkomen op de bedrijven met gespecialiseerde fruitteelt welke na een onderbreking van drie jaren in 1968 op nieuw in het rentabiliteitsonderzoek zijn betrok ken geeft een duidelijke aanduiding van de ongunstige toestand, waarin deze bedrijfstak mo menteel verkeert. Ook de rentabiliteit van de bloembollenteelt is in het afgelopen jaar terug gelopen. Vooral het inkomen van de bedrijven in het Grootslag vertoont een scherpe daling, waar bij met name de ongunstige resultaten van de teelt van irisbollen, die op deze bedrijven een be langrijke plaats inneemt, van invloed zijn ge weest. Kleinere gemengde-, weide- Gemengde bedrijven Grotere akkerbouw en gemengde bedrijven Akkerbouwbedrijven en veredelingsbedrijven Weidebedrijven Veredelings bedrijven Gemenge bedrijven Noordelijk Zuidwestel. Veen Oostelijk Zuidelijk Boekjaar kleigebied kleigebied koloniën en Centr. zandgebied zandgebied (44 ha) (36 ha) (30 ha) (21 ha) (19 ha) 1965/66 7.350 32.700 10.450 5.600 13.500 1966/67 15.900 24.450 18.000 8.900 12.200 1967/68 19.700 20.800 25.200 8.900 13.600 1968/69 14.000 25.750 27.000 10.550 16.150 (8.050)* (13.500)* Oostelijk en Zuidelijk Weide Zand Boekjaar centraal zandgebied zandgebied gebieden gebieden) (11 ha) (11 ha) (12 ha) (11 ha) (8,5 ha) 1965»/66 5.900 9.000 9.150 7.300 7.100 1966/67 6.300 7.150 11.400 7.300 7.700 1967/68 5.000 5.900 11.100 6.650 6.800 1968/69 8.600 11.300 9.250 9.350 10.800 (5.850)* (7.300)* (5.450)* (5.950)* (8.000) Arbeidsinkomen per ondernemer, exclusief de beloning voor overuren. Arbeidsinkomen per ondernemer, exclusief de beloning voor overuren. Groenteteelt onder glas en bloemkwekerijbedrijven Groenteteelt onder glas Bloemkwekerij Grotere weidebedrijven en veredelingsbedrijven Weidebedrijven Veredelings bedrijven Boekjaar Kleiweide- gebied (25 ha) Veenweide- gebied (25 ha) Westelijk weide gebied (18 ha) Noordelijk zandgebied (23 ha) (12 ha) 1965/66 15.950 11.650 9.900 11.550 10.500 1966/67 20.050 14.550 11.900 12.950 12.300 1967/68 20.000 18.700 14.350 13.400 11.300 1968/69 22.300 20.300 16.550 12.550 19.000 (18.350)* (16.000)* (11.800)* (8.150)* (15.700*) Boekjaar 1963 1964 1965 1966 1967 1968 Het Westland 17.700 8.000 13.800 13.400 11.800 15.700 de Kring 16.500 7.600 8.900 8.000 9.800 13.200 Nrd. Limburg 14.900 8.600 14.300 Aalsmeer 15.300 15.800 19.200 21.300 18.600 18.800 Groenteteelt open grond, bloembollen- en fruitteeltbedrijven Groenteteelt Bloembollenteelt Gespeciali seerde fruit- Arbeidsinkomen per ondernemer, exclusief de beloning voor overuren. Boekjaar IJssel- Geestmer- Het Groot Bollen teeltbedrijven monde ambacht slag streek (ca. 7,5 ha) 1963 6.000 10.200 10.000 4.300 1964 5.300 - 12.900 10.400 4.100 1965 12.200 11.700 9.600 (4.600)* 1966 13.200 8.300 10.500 8.700 (3.800)* 1967 13.500 900 20.100 14.600 (100)* 1968 15.700 10.000 11.400 11.000 —600 (Vervolg van pag. 4) inlichtingen tot een tweetal firma's gewend die mede betrokken zijn bij de I.L.B. stankbestrij- dingsproeven en die op het gebied van het be strijden van allerlei onaangename geuren reeds de nodige ervaring hebben mede gebaseerd op onderzoek daaromtrent in het buitenland. Dit niet alleen in het agrarische bedrijfsleven maar op veel breder gebied o.a. in de industriële sector. Peil Nederland N.V. - Westewagenstraat 60 te Rotterdam, tel. 010-136282 maakt gebruik van nieuwe in de U.S.A. ontwikkelde agrarische en industriële deodorants. Als maskeer middelen wor den o.m. Stop A Stink, Clover Deodorant en Deo- rodant C in de handel gebracht. Voorbeelden van neutraliseermiddelen zijn Deodorant 715 en Deo dorant 527. Peil Nederland schreef ons hierover het vol gende: Vooral één onzer neutraliseermiddelen, DEO DORANT 715 (dit produkt wordt zeer binnen kort onder de naam STALFRIS op de Neder landse markt gebracht), blijkt zeer efféktief te zijn bij bestrijding van stank van pluimveehok- ken. STALFRIS wordt éénmaal per dag, ver dund met water, in de looppaden van de stal ge sprenkeld; het resultaat is, dat de onaangename geur welke door de ventilatoren wordt verspreid verdwenen is. De kosten van deze desodorisatie bedragen circa f 2,per dag voor een hok met circa 3.000 stuks pluimvee. Bij varkens- en kalverstallen zal veelal van mechanische hulpmiddelen gebruik moeten worden gemaakt. Hiertoe is een automatische in stallatie in ontwikkeling, welkenen fijne nevel van de gekozen deodorant in de" ventilatiekana len verspreidt zodat een maximum aan effekt bij de laagst mogelijke kosten bereikt wordt. STALFRIS is met zeer veel succes toegepast bij het neutraliseren van uitgereden mengmest. In sommige gemeenten geeft het uitrijden van de toenemende hoeveelheden mest reeds grote pro blemen; in het algemeen geeft deze wijze van bemesten zeer veel overlast voor de omgeving. Desodorisatie lost dit probleem, geheel op. Kos ten: circa f3,50 per m:! mest. Stop A Stink kan, als goedkopere maskeerstof, voor bovengenoemde doeleinden eveneens uit stekende diensten bewijzen. Alle in vloeibare vorm geleverde chemicaliën zijn onschadelijk voor vee en gewas. De produk- ten worden geleverd in verpakkingen van 10, 20 en 50 kg netto." P. J. Danby N.V., Leidsestraat 106-108 te Am sterdam, tel. 020-22.16.16 zijn vertegenwoordigers voor het Franse stankbestrijdingsmiddel Alamask. Van dit middel zijn verschillende soorten ontwik keld en is de keuze van het toe te passen middel afhankelijk welke geur bestreden moet worden. Voor papierfabrieken, raffinaderijen, abattoirs, voor fabrieken met dieselmotoren enz. zijn „lucht- zuiverings"-middelen beschikbaar die het leef milieu dragelijk moeten maken. De nare geuren worden door een stankmaskeerder onderdrukt. Voor de agrarische sector is o.m. Alamask CPM-N-X een stankmarkeerder waarmee goede resultaten zijn bereikt in varkensstallen en pluim- veebedrijven toegepast op basis van xh. gr. per dier/per dag, met water in een verhouding van 1 50 verdund, kan door het sproeien met een gieter in de voergang in enkele minuten het mid del toegepast worden. De lucht van de varkens of kippen wordt dan enkele uren gemaskeerd en de toèdiening moet dus wel regelmatig herhaald worden. Alamask CPM-N-X kost ca. 16,- (klein handelsprijs) de kg zodat de kosten per afgeleverd varken op ca. 1,20 gesteld kunnen worden en per afgeleverde kip op ca. 0,60. Deze bedragen zijn slechts oriënterend bedoeld. De ervaringen met het bestrijden van onaange name luchtjes zijn hoopgevend. Het voorgaande is bedoeld als informatie en geeft een voorlopig inzicht in de stand van zaken. Beide firma's we- zenn ons er op dat wij in een vroeg stadium, reeds om informatie verzochten en dat aan een uitge breide documentatie en voorlichting wordt ge^ werkt. Komt deze beschikbaar dan zullen wij hierop nader terugkomen evenals op de steeds groter wordende problemen die het mestover schot bij de veredelingslandbouw met zich mee zullen brengen! BL

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 15