Bjj de snoei van appels en peren Het machinaal rooien van witlofwortels in de praktijk 8 P. HUISSEN, Consulentschap voor de Tuinbouw, GOES. Vóór de snoet Nu de fruitoogst 1969 geborgen is en de snoei dus weer voor de deur staat, menen wij er goed aan te doen u een aantal belangrijke gedragsregels met betrekking tot deze nog steeds belangrijke cul- tuurzorg onder ogen te brengen. Vruchtbomen worden geplant met het doel daar van een vroege en hoge produktie van fruit van goede kwaliteit te verkrijgen. Om dit doe! te be reiken moet de boom worden gevormd en gesnoeid. Hierbij zijn de volgende regels van groot belang. IN DE JEUGDPERIODE Een vroege en hoge produktie wordt bevorderd door de boom in de jeugdperiode zeer weinig te snoeien. Onder „weinig snoeien" moet dan worden verstaan dat na het planten wel de harttak wordt ingesnoeid, dit soms zelfs meerdere jaren achter een, maar de zijtakken, wat het insnoeien betreft, ongemoeid worden gelaten. Met uitzondering van enkele te steil geplaatste moeten de zijtakken be houden blijven en zo nodig in de gewenste stand worden gebogen. Voor de kleine boom vorm voor appels zijn deze regels algemeen aanvaard. Vaak bevestigen uit zonderingen de regel. Ook hierbij is dat het geval. In de eerste plaats kan het bij een slechte groei verwachting nodig zijn de zijtakken het eerste ja P< zi. g€ d< d< N Pt Arbeidskosten maken vooral in de volle- gronds-tuinbouw een belangrijk deel uit van het totale kostenpakket. Vandaar de grote interesse voor de mogelijkheden die de mechanisatie biedt. Of dit nu de grondbewer king, het zaaien en de onkruid- en ziektebe strijding betreft dan wel de oogst. Het rooien van witlofwortels is zeer arbeidsintensief, vandaar dat het machinaal rooien daarvan mogelijkheden biedt tot kostenverlaging van het uitgangsmateriaal. Interessant voor onze witloftelers mits de mechanisch gerooide wortel een kwaliteitsprodukt is. in de praktijk worden voor het machinaal rooien van de witlofwortel reeds verschillen de machines toegepast. Het Proefstation voor de Groenteteelt te Alkmaar heeft nu de ver schillende gegevens hierover verzameld en de heer J. A. Schoneveld heeft deze in rap port No. 34 van september 1969 vastgelegd. Werkmethoden, werkorganisatie en kwaliteit van het werk zijn daarin voor de verschillen de machines opgenomen. Vergelijking tussen de systemen is daarbij niet mogelijk gebleken daar omstandigheden, zoals verschillen in grondsoort, stand gewas en oogstomstandig- heden, te veel uiteenlopen. Een en ander is dus bedoeld als achtergrond-informatie, waarin een overzicht wordt gegeven over de BAV witlofrooier op de hefinrichting voor kleine percelen met lichte grond. De eerste speciale witlofrooier „Agriculture Arras" nog steeds gebruikt. Zij het met een aantal v mogelijkheden bij de verschillende machines met de daarbij aanwezige omstandigheden. Een volgende stap is een goed opgezette proef op basis van onder dezelfde omstan digheden werkende machines. Met het I.L.R., I.T.T. en P.G.V. zal dit onderzoek het komen de jaar worden verricht. EISEN Op de keuze bij de aanschaf van een wit lof r ooimachine kunnen een aantal technische en economische eis -n genoemd worden, die daarop van invloed zijn. Zo moet het blad op een lengte van 1 tot 5 cm verwijderd wor den. Meer bladresten geeft kans op meer smet in de kuil. Bij minder blad loopt men de kans op beschadiging van de groeipunt. Een gelijke lengte van de wortels (13-18 cm) ver gemakkelijkt het opzetten. Ook de wortel- punt moet voldoende stevig zijn. Enige grond aan de wortels is goed ter voorkoming van uitdrogen. De investeringskosten moeten zo laag mo gelijk zijn en de capaciteit zo goed mogelijk. Daarbij behoeft een grote dagcapaciteit niet altijd de voorkeur te verdienen. Een machine met een betrekkelijk lage dagcapactieit, die onder alle omstandigheden kan rooien, kan een hogere seizoencapaciteit hebben dan een met een hoge dagcapaciteit die maar enkele dagen gebruikt kan worden. Tenslotte is bij de beoordeling tevens be trokken de mate van struktuürbederf als ge volg van het machinaal rooien. DE BEOORDEELDE MACHINES Het rapport geeft een groot aantal gegevens, o.m. betreffende de grondsoort, stand gewas, plantenverdeling, wortelgewichten en de verdeling in verschillende klassen, de gevolg de werkmethode en een tijdstudie voor elke waarneming afzonderlijk. Het zou ons te ver voeren op al deze ge- gr'ens in te gaan. Betreffende de gebruikte machines zijn de volgende gegevens van belang: B.A.V. witlofrooier op de hefr, de trekker (David Brown 35 p bladeren en rooien vindt plaats gang. Het ontbladeren geschiedt rizontaal draaiende schjjf met van een maaibalk. De hoogte w< dc~r een loopwiel, dat via een p; aan de machine bevestigd is. rooien rij wordt de grond wegg mes snijdt de wortel door en bre: hoog. De wortels worden door pennen op de achter langs de tr de enkele zeefketting gebracht grond geworpen. De zeefcapacit Investering 3200, Romas zakkenrooier. De woi door een verkleinde schaar op d gebracht en deze brengt ze op eei portketting, die de wortels omb in de zak laat vallen. Grimme éénrijige aardappelve met versvialde rooibek. Op de m door een draadspindel in hoogti len cirkelmaaier aangebracht. Dt

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 8