s
Appels, A.O.W.
en aankoopbeleid
Eenheid in het belang
van de fruitteelt
VELE PROBLEMEN IN LANDBOUW-COMITé
|_|ET hoofdbestuur van het Koninklijk Neder-
lands Landbouw-Comité was op 4 novem
ber j.l. in Utrecht bijeen voor zijn tweemaandelijk
se vergadering. Van de, zoals gewoonlijk vele, pun
ten op de agenda moeten wij in het bijzonder noe
men het fruitteeltdrama, dat uiteraard grote aan
dacht kreeg. Verder dan de verbetering van de
pensioen-inkomens en het aankoopbeleid van de
S.B.L. Van de organisatorische zaken noemen wij
het vergaderschema voor het volgende jaar, de
reorganisatie van de Nat. Coöp. Raad en de Raad
van Overleg en de (herbenoeming van de be
stuursleden van de meeste produktschappen per 1
januari a.s. Wat dit laatste betreft, ging het ook om
de vervulling van de vakatures van twee oudge
dienden, die in de akkerbouwsektor vele jaren be
kwaam en toegewijd het K.N.L.C. en de Neder
landse landbouw hebben vertegenwoordigd.
In het bestuur van het hoofdproduktschap voor
akkerbouwprodukten treedt de heer ir. M. A. Geuze
te Poortvliet terug; zijn opvolger wordt de heer J.
B. Becu te Groede. In het bestuur van het pro-
duktschap voor granen, zaden en peulvruchten
werd in de vakature-Muntinga voorzien door aan
wijzing van de heer T. Meijer Jzn te Ruigezand.
Het hoofdbestuur nam afscheid van de heer Jhr.
mr. W. H. de Beaufort, die straks gaat aftreden
als voorzitter van het U.L.G. en daarmee tevens
als hoofdbestuurslid. Hem werd dank gebracht voor
zijn vele werk ten dienste van land- en tuinbouw.
FRUITTEELT
HET hoofdbestuur had alle begrip voor de te
leurstelling, die in fruitteeltkringen heerst
over de maatregelen die de Nederlandse minister
van landbouw nam ter leniging van de nood in de
fruitteelt. De fruitteeltcommissie had zich beraden
over de ernstige moeilijkheden en een voorstel voor
verdergaande en onmiddellijke hulp voorgelegd.
Ook het hoofdbestuur sprak als zijn mening uit, dat
de huidige overbruggingsfinanciering onvoldoende
is om de in wezen gezonde bedrijven in de fruit
teelt doelmatig te helpen.
Behalve dat de bedoelde regeling verbeterd zal
moeten worden, zal ook op andere wijze direkte
steun worden geboden. Besloten werd stappen te
doen opdat het Landbouwschap dat onverwijld met
de minister van landbouw zou opnemen. Bij ge
bleken bereidheid om zulke verdergaande hulp te
overwegen zou op de kortst mogelijke termijn tot
nadere uitwerking en uitvoering kunnen worden
overgegaan.
VERBETERING VAN DE PENSIOEN-INKOMENS
HET hoodbestuur sprak zich uit voor de gelijke
behandeling van loontrekkenden en zelfstan
digen bij de besteding van beschikbare ruimte ter
verbetering van de sociale zekerheid met name in
nR is grote verontrusting over de huidige ont-
wikkeling in de fruitteelt. Het is te begrijpen
dat sommige fruittelers ongeduldig worden en on
tevreden zijn over datgene wat door de Overheid
wordt gedaan voor de fruitteelt. Men wil daarbij
tot bepaalde akties overgaan. Hoewel dit begrijpe
lijk is, is het juist onder deze omstandigheden een
eerste vereiste dat de eenheid in de fruitteelt be
waard blijft, aldus een persbericht van de drie Cen
trale Landbouw Organisaties en de Nederlandse
Fruittelers Organisatie waarin erop gewezen wordt
dat verdeeldheid de positie verzwakt en men al
leen iets kan bereiken met eensgezind optreden.
Ten aanzien van de crisis-situatie in de fruitteelt
is er voortdurend een eensgezind optreden ge
weest van 3 C.L.O. en N.F.O. Deze organisaties
hebben hun voorstellen ingebracht in de afdeling
Fruitteelt van het Landbouwschap waarna door het
Landbouwschap de wensen bij de Minister op tafel
zijn gelegd.
Zo is er een regeling bereikt op grond waarvan
overbruggingskredieten worden verstrekt, waarvan
de rentelast door de Rijksgroepsregeling Zelfstan-
de sfeer van de A.O.W.-A.W.W. Verdergaande
maatregelen in deze uitsluitend ten behoeve van
de werknemers door middel van aanvullende voor
zieningen ingevolge bedrijfs- en ondernemings
pensioenregelingen zouden door de zelfstandigen
steeds meer als diskriminatie worden ervaren. Op
grond van deze overweging werd besloten van
K.N.L.C.-zijde steun te verlenen aan een maatregel
strekkende tot verbetering van de A.O.W.-A.W.W.
pensioenen.
Het hoofdbestuur meent echter als voorwaarde
te moeten stellen, dat het inkomensbeleid van de
regering ten behoeve van de zelfstandigen in de
land- en tuinbouw erop gericht dient te blijven,
dat het hun mogelijk is de kosten van de onmis
bare sociale zekerheid uit eigen middelen te vol
doen. De premiedruk van de sociale verzekeringen
zou geen aanleiding tot onbillijkheden mogen
geven. Dit houdt in dat gewaakt dient te worden
tegen overtrekking van de solidairteitslast bij de
premieheffing.
AANKOOPBELEID S.B.L.
HET hoofdbestuur stond uitvoerig stil bij het
streven om bij het verwerven en bestemmen
van gronden in ruilverkavelingen door de S.B.L.
meer rekening te houden met niet-landbouwbelan-
gen. Het hoofdbestuur is het er, evenals de com
missie grondgebruik, mee eens dat in de moderne
ruilverkaveling tot een afweging van diverse be
trokken belangen moet worden gekomen. Hierbij
dient echter de betekenis van de ruilverkaveling
voor een landbouw-in-omwenteling voldoende
recht te worden gedaan. Dit houdt in, dat de land-
bouwbestemming van verworven grond de nodige
aandacht moet hebben. En tevens dat daarbij dan
naast kalvelafronding boerderijverplaatsing e.d.
ook de gewone bedrijfsoppervlaktevergroting zo
veel mogelijk verwezenlijkt wordt.
Het hoofdbestuur en de commissie grondgebruik
vinden het daarom ook noodzakelijk dat in elke
ruilverkaveling getracht wordt zoveel mogelijk
grond te verwerven. Hiertoe dient de toeslag bij
afkoop van toedelingsrechten verhoogd te worden
van 10 tot 15 maal de pachtwaarde ongeacht de
bestemmingsmogelijkheden van de grond. Deze
toeslag zal voorts ook al in de voorbereidingspe
riode moeten worden toegepast.
E.E.G.
UITERAARD besprak het hoofdbestuur ook het
O resultaat van het jongste overleg in de E.E.G.-
Ministerraad. Het verheugde zich erover dat in be
ginsel besloten is om de éne, vrije markt van land
en tuinbouwprodukten intakt te laten. De hoop
werd uitgesproken, dat de nog nader ten behoeve
van de Duitse landbouw te treffen maatregelen geen
inbreuk op het gemeenschapsbeleid zullen maken.
Betreurd werd dat weer niet tot besluiten t.a.v.
het melk- en zuivelbeleid kon worden gekomen.
Heirdoor wordt de kans op „paniekvoetbal" in
Brussel steeds groter. Tegen het einde van het jaar
zullen weer vele belangrijke besluiten moeten wor
den genomen. Belangrijk is dat daartoe dan vol
doende politieke wil aanwezig is. Ook de verder
gaande samenwerking op andere terreinen dan
landbouw is hierbij in het geding.
Het hoofdbestuur sprak de vurige hoop uit dat
de aanstaande E.E.G.-topconferentie juist in dit
opzicht zal slagen.
PRAKTIJKONDERZOEK
BESPROKEN werd de nota van het Ministerie
van Landbouw inzake het praktijkonderzoek.
digen wordt gedragen. De organisaties zijn van
mening dat deze regeling zich in beginsel dient te
strekken tot alle perspektief biedende bedrijven.
Vermeden moet worden dat deze regeling alleen
soulaas zou bieden voor de bedrijven die aan het
eind van hun krediet-mogelijkheden zijn. De orga
nisaties zullen de uitvoering van deze regeling
nauwlettend volgen. Alle problemen welke hierbij
eventueel zullen optreden zullen via het Land
bouwschap met de Minister van Landbouw bespro
ken worden.
EEN ander voor de fruitteelt belangrijke aan
gelegenheid is de rooipremie-regeling. De
organisaties zijn van mening, dat, indien vóór 1
januari geen gemeenschappelijke rooiregeling in
de E.E.G. tot stand gekomen zou zijn, er nationaal
een extra-rooipremie bij bedrijfsbeëindiging van 't
onderdeel fruitteelt, door de Overheid toegekend
moet worden. Uiteraard verdient de invoering van
een gemeenschappelijke rooiregeling verre de
voorkeur.
Een andere aangelegenheid waaraan de fruitteelt
belang hecht is de tot-stand-koming van een in-
voerkalender. Het Landbouwschap heeft dit aan de
Minister van Landbouw reeds geruime tijd geleden
gevraagd. Ook in dit opzicht zullen de komende
onderhandelingen in Brussel inzake de gemeen
schappelijke handelspolitiek voor groenten en fruit
ten opzichte van Derde Landen, van beslissende
betekenis zijn.
In deze nota wordt ervan uitgegaan dat er één
samenhangend en op elkaar afgestemd geheel van
praktijkonderzoek dient te ontstaan.
Daarbij dient het praktijkonderzoek via de proef
stations (akkerbouw en rundveehouderij) te wor
den geprogrammeerd en de regionale proefboerde-
rijen en proeftuinen moeten worden belast met de
uitvoering van het regionale onderzoek. Er zouden
voor de sektoren akkerbouw en rundveehouderij
een vijftiental „proefboerderijen nieuwe stijl" moe
ten ontstaan in de plaats van de huidige proef-
boerderijen. In de sektor tuinbouw zal het aantal
proeftuinen nog verder afnemen. Deze proefboer-
derijen en proeftuinen zouden tevens met de uit
voering van het z.g. consulentenonderzoek het
P.O.C.-onderzoek belast moeten worden.
De aan de Proefstations voor de akkerbouw resp.
de veehouderij verbonden exploitatietekorten kun
nen voor wat bet Rijk betreft uit de voor 1970 in
gediende begroting worden gefinancierd.
Moeilijker ligt de zaak t.a.v. de proefboerderijen
en proeftuinen. Het ministerie van landbouw heeft
gesteld dat het niet in staat is bij de financiering
van het exploitatietekort van de proefboerderijen
en proeftuinen de 50/50 basis te veranderen. Voor
het bedrijfsleven betekent dit echter een belang
rijke verhoging omdat de opzet „nieuwe stijl" qua
exploitatie aanzienlijk meer zal kosten. In het bij
zonder in die gevallen waarbij de grond moet wor
den aangekocht komt voor onoverkomelijke ex
ploitatietekorten te staan. Het hoofdbestuur achtte
een dergelijke gang van zaken dan ook onaan
vaardbaar.
RAAD VAN OVERLEG EN N.C.R.
HET hoofdbestuur verenigde zich met het voor
stel tot samenvoeging van de Nat. Coöp. Raad
en de Ned. Raad van Overleg voor Land- en Tuin
bouw. De N.C.R. behartigt de algemene belangen
van de coöperatieve instellingen. De Raad van
Overleg werkt sinds enkele jaren als samenwer
kingsorgaan van centrale landbouworganisaties en
-coöperaties, in het bijzonder met het oog op de
versterking van de marktpositie van boer en tuin
der. Door een samenvoeging, waarbij ook de cen
trale verenigingen van de coöp. handel en coöp.
industrie betrokken zijn, kan veel doelmatiger wor
den gewerkt.
Er zal een nieuw samenwerkingsorgaan van
landbouworganisaties en -coöperaties worden ge
sticht met als voornaamste doelstellingen: bevor
dering van de landbouwcoöperatie en van andere
economische samenwerkingsvormen, medewerking
aan de vorming van het landbouwbeleid en bevor
dering van een betere afzet. De naam, rechtsvorm
etc. zal nog nader worden bepaald.
VERGADERSCHEMA 1970
HET hoofdbestuur heeft voor 1970 weer zés ver-
gaderingen gepland en wel op 6 januari, 3
maart, 4 mei, 29 juni, 1 september en 3 november.
Ook zullen volgend jaar weer z.g. rayon verga
deringen worden gehouden: vergaderingen van het
dag. bestuur van het K.N.L.C. met de (dagelijkse)
besturen van provinciale landbouwmaatschappijen.
Op 26 januari wordt in Groningen een rayon
vergadering gehouden met de Friese Mij. van Land
bouw, de Groninger Mij. van Landbouw en de V.
B.B.; op 10 februari te Rotterdam met Hollandse
Mij. van Landbouw, U.L.G. en ZLM; op 23 februari
te Zwolle met D.L.G., Gelderse Mij. van Landbouw,
L.M.IJ. en O.L.M. Op 30 juni maakt het hoofdbe
stuur op uitnodiging van de ZLM een excursie in
het werkgebied van deze lid-organisatie.
Ook de problematiek verbonden aan de bestrij
dingsmiddelen, één van de grootste kosten-posten
op een fruitteeltbedrijf, is een zaak die, op voorstel
van de organisaties uitvoerig met de Minister be
sproken is. De organisaties zijn ervan overtuigd
dat de Minister al het mogelijke zal doen om aan
de wensen die er op dit terrein leven op zo kort
mogelijke termijn tegemoet te komen.
BEHALVE de vorenvermelde kredietregeling
mogen in deze mars-route-beschrijving, ook
de overige, reeds gepasseerde, mijlpalen niet uit
het oog worden verloren.
De interventie-regeling kwam op basis van klas
se I, het maximum in de rooiregeling werd ver
hoogd en in de saneringsregeling in het algemeen
werden een aantal verbeteringen aangebracht. Een
woord van erkentelijkheid aan het adres van de
Minister 'voor deze punten is zeer zeker op zijn
plaats. De aandrang tot realisatie van de overige
genoemde wensen is er zeker nietrminder om, ge
zien de ernst van de situatie in de fruitteel. Deze
noopt de organisaties eveneens, om de aanbeve
lingen uit het rapport „Toekomstperspektief van de
Nederlandse fruitteelt" op het gebied van de af
zet, nogmaals een zeer nadrukkelijk te onderstre
pen; het is de hoogste tijd dat de marktpositie van
het Nederlandse fruit versterkt wordt. Zonder de
aktieve medewerking van de Nederlandse fruit
telers kan dit echter niet slagen. Aldus de 3 C.L.O./
N.F.O.