9 TOEPASSING LEG- EN OPFOKBATTERIJEN rijver moet meer vitamine B aanwezig zijn, maar dit is een vrij goedkoop vitamine. Het is meestal wel gewenst dat het eiwitgehalte iets hoger is, vooral wanneer de kip minder voer opneemt. Het geheel is echter sterk afhankelijk van de amino* zuren-samenstelling. Het is niet gebleken dat krijt in het voeder gewenst is, het verstrekken van grit is beter maar geeft meer werk. Ook is niet geble ken dat het toedienen van maagkiezel noodzaklijk is. PROBLEMEN ROND DE OPFOK Ir. Zeelen wees er in zijn inleiding op dat het uitbesteden van de opfok aan derden de volgende voordelen geeft: geen opfokhok nodig, geen vak kennis nodig, geen arbeidstop; er kunnen meer leg kippen worden gehouden. De aankoop van hennen is in de laatste jaren zeer sterk gestegen. Uit het L.E.I.-onderzoek is gebleken dat legbedrijven, die zelf de hennen in opfok nemen, een hoger arbeidsinkomen verkrijgen. Dit onderzoek heeft tot gevolg gehad dat verschillende pluimveehouders zelf gaan opfokken. Vooral b|j grotere éénheden spelen naast een voordeliger op fok ook andere factoren een rol die mede bepalen of het voordeliger is dat de legpluimveehouder zelf gaat opfokken. Technische punten. In de opfokperiode mag de daglengte niet toenemen, deze moet afnemend of konstant zijn. Bij kunstlicht kan elke gewenste dag lengte worden toegepast. De produktie kan op deze wijze worden utigesteld, waardoor de eerste eieren een hoger gewicht hebben, maar de totale produktie in kg is niet hoger. De lichtsterkte tijdens de opfok heeft geen invloed op de legprestaties. Ontbekken. Het snavelkappen geeft nog altijd de beste garantie tegen kannibalisme. Het snavelkap pen is tijdens de opfok op verschillende leeftijden mogelijk; het snavelkappen op een latere leeftijd kan echter moeilijkheden bij de voederopname geven. Thans worden veel kuikens op een leeftijd van zeven dagen gekapt, hetgeen goede resultaten geeft. Wel moet er hierbij op worden gewezen dat niet meer dan 400 kuikens per uur worden behan deld; indien een hoger aantal wordt bereikt moet de kwaliteit hiervan in twijfel worden getrokken. Forum. Het forum onder leiding van de heer Ir. Bokx, de inleiders en de heer Devos, kreeg een groot aantal vragen te beantwoorden. Om 4 uur kon de tweede voorzitter de heer J. Huisman, de inleiders en de forumleden danken voor hun mede werking aan deze dag. Ook de standhouders wer den door hem in zijn dankwoord betrokken, omdat het succes van deze dag mede aan hen kon worden toegeschreven. op de batterij worden gehouden, ook op de batterij worden opgefokt. Hokkenbouw. Wij moeten trachten zo voordelig mogelijk te bouwen, in ieder geval moet luxe wor den voorkomen. Het is ook niet in alle gevallen noodzakelijk dat er gebruik van mechanische ven tilatie wordt gemaakt. Bij het houden van kippen op .datdeck- of trapkooien, kan in de meeste geval len met natuurlijke ventilatie worden volstaan. Vooral in het winderige Zeeland moet dit goed mo gelijk zijn. Bedrijfsvoering. Meestal maken wij gebruik van flatdeck-opfokbatterijen en is de verwarming van de kuikens geen probleem. Vooral de gaskapjes kunnen hier als verwarmingsbron dienen. Het ge bruik van de 3-etageopfokbatterij begint toe te nemen; omdat de investering per dier voordeliger is. De verwarming van de kuikens is dan minder eenvoudig. Hoewel wij ons voor luxe moeten hoe den, zou bij het gebruik van etagebatterijen cen- rale verwarming gewenst zijn. Tijdens de eerste levensweken van de kuikens gaven de eerste opfokbatterijen veel werk (drink- torens, voederbakjes, papier op de bodem) en werd als een nadeel van dit systeem gezien. Het laatste jaar is hierin verbetering gekomen door betere bo dems, betere voederbakken en de mogelijkheid dat ééndagskuikens gebruik van drinknippels kunnen maken. Licht. Als de kuikens in donkerhokken worden opgefokt en ook de legperiode in een donkerhok doorbrengen is het niet nodig dat deze dieren wor den gesnavelkapt. Als de kuikens in een hok met daglicht worden opgefokt, moet er op worden ge let dat de daglengte en lichtsterkte bij het over plaatsen naar een donkerhok gelijk is aan die van het opfokhok, anders kunnen er moeilijkheden ont staan. Het is op het proefbedrijf in Maarheze niet ge bleken dat een donkerhok voor legkippen betere resultaten geeft, dan een hok met daglicht. Het is in ieder geval gewenst dat in een hok met daglicht een zo ruim mogelijke ventilatie wordt toegepast. De meeste pluimveehouders maken hier te weinig gebruik van. Aantal dieren per kooi. Het aantal dieren per kooi is afhankelijk van de afmetingen van de kooien en voederbakruimte. Meer dieren per kooi kan meer uitval geven. Het streven is om voederbak lengte van 10 cm per kip te verkrijgen. Indien meer dieren per kooi worden geplaatst, geeft dit een be sparing op de huisvestingskosten. Uitgaande van een kooi van 40 cm voorfrontbreedte waarin 4 kip pen geplaatst worden, zal het een besparing van 25 kosten geven als in deze kooi 5 kippen ge plaatst worden. Maar het: risico neemt toe. Batter>jvoer. Het batterij voer behoeft niet duur der te zijn dan een ander volledig voeder. Als het batterijvoer de noodzakelijk totale hoeveelheid kalk bevat, kan het zelfs goedkoper zijn. In batte nig met de Zeeuwse omstandigheden op de hoogte is. Maar er mag wel worden gesteld dat de pluim veehouderij in Zeeland kwalitatief op een hoog peil staat. De verdere mogelijkheden voor de pluimvee houderij achtte hij gro^t in verband met de ont sluiting van dit gebied. De heer Ketelaars begon zijn inleiding met te stellen dat de wijze van opfok en de manier waar op de dieren tijdens dc legperiode worden gehou den, goed op elkaar moeten zijn afgestemd. Als voorbeeld hiervan werd gesteld, dat hennen opge fokt bij drinknippels later op het legbedrijf niet aan een drinkgoot geplaatst mogen worden. Moeilijk heden zijn dan niet uitgesloten, vooral wanneer deze drinkgoot centraal in de kooi is geplaatst. Het is hierbij echter niet noodzakelijk dat kippen, die ren, en daarna van kuikens bij het sorteren, mer ken, sexen, voorkomen worden. Fouten mogen daarbij niet gemaakt worden. De naam van de ver eniging staat op het spel! De „proeven" van Wis- senkerke genieten dan ook in Zeeland en ver daar buiten grote belangstelling. Op het proefbedrijf zitten meestal drie leeftijdsgroepen. De kuikens, de basisproef en de eliteproef. Elke leeftijd wordt in een apart hok verzorgd en elke groep heeft zijn eigen deskundige verzorger. De resultaten van de legperioden worden door het proefbedrijf bekend gemaakt. Uitval, aantal broedeieren, aantal eieren, ophokhennen eige- wicht, voederverbruik en de financiële uitkomsten worden in een vergelijkend overzicht verwerkt. Daarnaast prijzen voor die fokkers waarvan -met 't beschikbaar gestelde materiaal de beste eindresul taten worden bereikt. Zo was dit jaar de winnaar in de Eliteproef 1968/1969 Shaver Starcross 288 van Van Potshuizen N.V. te Wolfheze die daarvoor een wisselbeker in ontvangst mocht nemen. Winnaar van de basis- proef was de heer H. J. Teenstra te Laren met Kroon W 173 x W 22, die hem een beker opleverde. Bovans Organisatie ontving de door U.T.D. beschik bare schaal voor de regelmatigste en beste inzen dingen gedurende de 10 jaren dat het proefbedrijf vergelijkende proeven uitvoert. IN zijn inleiding „Het Proefbedrijf, voorheen en nu" ging ir. Van der Zanden in op de zorgen en moeilijkheden waarmee het proefbedrijf in de afgelopen jaren te kampen heeft gehad. Het nut van het proefbedrijf voor de fokkers achtte hij niet zo duidelijk meer als wellicht in de beginperiode gedacht werd en voornamelijk stimulerend heeft gewerkt. Voor de pluimveehouders is dit bedrijf echter van zeer groot belang. Er wordt nu over zeer goed beginmateriaal beschikt. Aan de oor spronkelijke opzet voldoet het bedrijf echter niet meer. Het is geen zuiver Zeeuwse zaak meer maar ook van belang voor pluimveehouders buiten de provincie en kan enigszins als het „toetsbedrijf" in Putten gekenschetst worden. Wil het proefbe drijf gelijke tred houden met de snelle ontwik keling van de pluimveehouderij dan zal een ver dere aanpassing aan de moderne eisen nodig zijn. De toekomst zal uitwijzen of dit mogelijk zal blijken te zijn. Ir. Ketelaars wees er in een korte toespraak waarin hij het V.P.Z. bestuur feliciteerde met het 10-jarig jubileum van het „Proefbedrijf", opdat hij voor de Zeeuwse pluimveehouderij het begin van een nieuwe versnelde periode van ont-: wikkeling meende te kunnen voorzien. Voor Zee-' land met zijn geïsoleerde ligging en geïsoleerde' vestigingsmogelijkheden zag hij goede kansen voor opi'oxbearijven. Ir. Ketelaars zegde zijn volle me* dewerking toe om te trachten de pluimveehoude rij in Zeeland verder te bevorderen en het leek hem niet onwaarschijnlijk dat de stormachtige ontwikkeling die Brabant een jaar of negen ge leden te zien gaf zich nu in Zeeland op de zelfde voet zal herhalen. Bi I

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 9