Het akkerbouwbedrijf
„Eendracht
maakt macht!"
5
Ir. J. A. H. HAENEN
Consulentschap Akkerbouw-
Rundveehouderij Zevenbergen
Niet alleen op het terrein
van de produktie blijft de
schaalvergroting zich verder
doorzetten, maar ook op het
terrein van de afzet Hierdoor
raken de produktie op het ak
kerbouwbedrijf en de afzet
steeds hechter met elkaar ver
bonden. Dit houdt in, dat de
akkerbouwers:
1. hun bedrijfsvoering moe
ten blijven aanpassen;
2. zich gezamenlijk moeten
inzetten om de afzet van
hun produkten te verbete
ren.
Bij de inzet van grote ge
specialiseerde werktuigen
moet hij samenwerken met
loonwerker en/of collega. Zo
moet hij ook op het terrein van
contractteelt en de afzet van
consumptieaardappelen sa
menwerken met zijn collega's
contracttelers respectievelijk
aardappelverbouwers.
Samenwerking slaagt alleen
wanneer de betrokkenen in
derdaad samenwerken. In
dien dit niet gebeurt en de één
laat het hierbij op de ander
aankomen, dan is het te berei
ken voordeel van samenwer
king niet haalbaar. Derhalve
„Eendracht maakt macht!"
Het lossen van uit zwad gemaaidorste conserventuinbonen
De landbouwtechniek ontwikkelt zich snel, waar
door de werkmethoden sterk aan veranderingen
onderhevig zijn. Wie zou bijv. ruim vijf jaar gele
den verwacht hebben, dat bij stamslabonen het
handplukken zou plaatsmaken voor machinaal
plukken? Toch is het nu zover. De landbouwpraktijk
is er zich van bewust, dat werkmethoden veel snel
ler verouderen dan voorheen.
LANDBOUWWERKTUIGEN
Het aantal p.k.'s per trekker neemt sterk toe.
Op het ogenblik zijn er al trekkers van 100 tot
130 p.k. Er komen steeds meer twee- en driescha-
rige ploegen. Het laadvermogen van landbouwwa-
gens is aan het stijgen van 4 a 5 ton naar 7 a 8
ton. De maaidorser krijgt een grotere werkbreedte
tot 17 a 20 voet. Naast éénrijige bonenplukmachines
komen er twee- en drierijige. Bij de aardappel
oogst worden veel tweerijige rooimachines gebruikt
en bij het bietenrooien begint het zesrijige rooi-
systeem meer belangstelling te krijgen.
CHEMISCHE MIDDELEN
Toepassing van nieuwe bestrijdingsmiddelen te
gen onkruid en planteziekten heeft de handen
arbeid bij de verzorging van de gewassen sterk
teruggedrongen. Werd aanvankelijk het onkruid
bestreden tijdens de ontwikkeling van het gewas
te velde, nu worden er steeds meer middelen vóór
opkomst van het gewas, bieten aardappelen, uien
en erwten, gebruikt om de gewassen gedurende
lange tijd vrij van onkruiden te houden.
De invoering van grondontsmetting, ondermeer
tegen aaltjes, zal mogelijk een omkeer inhouden
van de vruchtwisselingseisen. Uit het oogpunt van
arbeidsbesparing en -verlichting kan toepassing
van vloeibare kunstmest aantrekkelijk zijn.
PERSONEEL
De oppervlakte per man zal blijven toenemen.
Zo kan één man 8 ha bieten verzorgen; bij een
goed slagen van zaaien op eindafstand en machi
naal dunnen, zal deze oppervlakte nog heel wat
groter worden. De in te zetten werktuigen krijgen
ven zijn de mogelijkheden voor onderlinge sa
menwerking groter dan voor éénmans bed rij
ven. Immers naarmate het aantal deelnemende
bedrijven beperkt is, zijn de kansen voor het
slagen van onderlinge samenwerking groter.
2. Vóór de doorvoering van de mechanisatie kon
de akkerbouwer vrij gemakkelijk los personeel
inschakelen. Dit is nu niet meer zo. Wel kan
hij nu de loonwerker in zijn bedrijfsvoering
betrekken en hij heeft dan de beschikking
over personeel inclusief moderne werktuigen.
De loonwerker heeft een belangrijke plaats in
de bedrijfsexploitatie. Het is van groot belang
de samenwerking akkerbouwer loonwerker in
goede banen uit te bouwen.
3. Diverse loonwerkers gaan werken bij gemeen
te, ruilverkaveling, waterschap, provincie enz
om voor hun personeel een regelmatigere werk
verdeling (grondwerk) te verkrijgen. Zij trach
ten zo de bestaansmogelijkheid van hun be
drijf te verbreden.
4. Sommige jonge akkerbouwers al of niet in
samenwerking met een collega-akkerbouwer
vergroten hun bedrijfsomvanp door met één
of meer gespecialiseerde werktuigen bij col
lega's te gaan werken.
KOSTEN NEMEN TOE
De stijging van het loon van een arbeider hoe
wel van jaar tot jaar aan schommelingen onder
hevig, gaat regelmatig door en bedraagt 6 a 9
per jaar. De pachtprijs van de akkerbouwbedrij
ven, inclusief gebouwen, schommelt tussen 330,-
en 400,per ha. Gemiddeld stijgen de pachten
jaarlijks met 20,per ha.
Groot materieel: zes rijen bietenrooien en meteen op de wagen Belangsteling voor het machinaal dunnen (tastdunner)
De werktuigen, ook de gespecialiseerde, wor
den bij deze ontwikkeling steeds groter. De prij
zen van deze werktuigen belopen enorme bedragen.
Zo kosten een moderne maaidorser en een mobile
viner dit is een zwaddorser voor gemaaide con-
servenerwten en tuinbonen resp. circa 40 45
duizend gulden en 90 a 120 duizend gulden. Deze
bedragen doen ons denken aan prijzen van ge
bouwen voor de veehouderij. In vergelijking hier
mee worden de gespecialiseerde werktuigen ech
ter gedurende een veel kortere periode van het
jaar gebruikt (en zijn veel sneller economisch ver
ouderd! Red.).
een steeds grote oppervlaktecapaciteit. Bij deze
gang van zaken zal het aantal arbeidskrachten
per bedrijf nog blijven afnemen. De akke^bouw-
bedrijven evolueren steeds meer in de richting
van éénmansbedfijven c.q. gezinsbedrijven. De
ondergrens van deze bedrijven, die nu 20 a 25 ha
is, zal daarbij omhoog gaan. Hierdoor zullen er,
meer bedrijven moeten beëindigen.
LOONWERKER
De ontwikkeling naar gezinsbedrijven houdt
ondermeer in:
1. De betekenis van de loonwerker wordt voor
deze bedrijven groter. Voor meermansbedrij-
Globaal gesteld blijft de bruto-geldopbrengst
op hetzelfde niveau, maar gaat de kostenstijging
regelmatig door. In bijgaande tabel zijn gegevens
van L.E.I. akkerbouwbedrijven gem. 35 ha
groot uit het zuidwestelijk zeekleigebied ver
meld.
Gegevens in guldens per ha over de oogstjaren
1967 1966 1965
655 573 565
402 348 337
310 323 295
1367 1244 1197
2357 2119 2019
2664 2501 2629
(Zie verder pag. 7)
Arbeidsloon
Loonwerk
Werktuigkosten
Bewerkingskosten
Totale kosten
Bruto-geldopbrengst
1;
-