Nederlandse rundvee stamboek slaat nieuwe wegen in 11 De lader van Herrlau heeft een grote capaciteit. Deze is te benutten wanneer voldoende transportmateriaal beschikbaar is. Grotere transporteenheden zullen nodig zijn om de afvoerorganisatie bij de steeds groter wordende oogstmachines met dezelfde arbeidsbezetting rond te kunnen zetten. TWEE RIJIGE ROOIERS DE ZESRIJIGE SYSTEMEN Zowel Vicon als Stoll konden het niveau van de eenrijige rooiers niet halen. Bij Vi con werd verschil gezien tussen de beide rijen. Hier was dus sprake van foutieve af stelling. Het uiteindelijke kop werk was regelmatig, maar in zijn algemeenheid wat te diep. Van Stoll werd het kopwerk als zeer matig gekwalificeerd. Er was duidelijk sprake van onregelmatig kopwerk, terwijl er ook veelal te diep werd gekopt. De indruk was hier ook, dat de afstelling niet geheel klopte. Bij het rooien had Vicon veel verlies van bieten, alsook veel beschadigingen. Het feit, dat de rooielem enten van deze machine niet zelfzoekend zijn was nogal eens de oorzaak van het afslaan van stuk ken biet. Het totale bietverlies bestond niet alleen uit punten. Ook grotere stukken biet, die in de grond achterbleven, alsmede de afgeslagen stukken en het verlies van gro tere bieten hebben mede dit lage cijfer be paald. Stoll had ook last van puntverlies, maar dit leek hier weer een gevolg te zijn van een intensieve reiniging in de machine. Het bietverlies bij Stoll bestond uit vrij veel kleine bieten, maar ook enkele grote. Ondanks hetgeen reeds is opgemerkt bleek de Stoll op de zwaardere grond niet geheel kluitvrij te kunnen rooien. Vicon was ten aanzien van dit facet ook niet geheel onge voelig. De algemene indruk van Vicon is duidelijk gedrukt door het bietverlies. Bij Stoll speelt ook het kopwerk voor deze indruk nog een negatieve rol. Het koppen en ontbladeren was vrij licht. Dit is echter inhaerent aan het systeem. De regelmaat van het ontbladeren bij Herriau was wat groter dan die van het koppen bij de Moreau-Franquet en duidelijk beter dan het ontbladeren van Kuiken. Deze laatste heeft deze magere beoordeling te wijten aan te zwak „poetsen" van de afgemaaide bie ten. Bij Matrot was zowel de regelmaat als de algemene indruk van het kopwerk on voldoende. Het nakoppen was tengevolge van een verkeerde afstelling volledig on toereikend. De kommissie was van oordeel, dat het na- koppen van Herriau wat fors was. Plaatse lijk werden flinke schijven afgesneden HET ROOIEN De rooiers van de Franse systemen heb ben de neiging om de grond op ruggen te brengen. Bij Herriau en Moreau-Franquet was het bietverlies klein. Ten aanzien van Herriau moet worden opgemerkt dat deze rooier als een vrij star geheel zonder zelf zoekende scharen aan de trekker zit. Als niet nauwkeurig wordt gereden, kan men plotseling volledig naast de rij komen. Kuiken had nogal wat bietverlies tussen rooielement en afvoerketting. Matrot had tamelijk last van beschadiging alsook van puntverlies. De rooier van Herriau werkte wat grond in de bietenzwaden, in tegenstelling met de Moreau Franquet. Deze laatste is voor zien van een derde zeefrad, waarover de bieten de machine verlaten en als het ware op de grond worden gelegd. Het losse loof, dat bij het koppen van Moreau-Franquet bleef liggen tussen de bie ten, werd voor een deel door de rooier mee genomen en niet uitgezeefd. DE LADERS Het drietal laders: Herriau, Moreau- Franquet en Matrot, heeft een goede indruk achtergelaten. Een enkel verschilpunt is echter wel ge- konstateerd. De lader van Moreau-Fransuet had enig bietverlies door terugrollen en daarna van de machine vallen van enkele bieten. Tengevolge van een zeer intensieve rei niging had de lader van Matrot nog wat punt- en bietverlies. Samenvattend kan gesteld worden dat de demonstratie onzerzijds aan zijn doel beantwoord heeft. Er zijn verschil len geconstateerd op diverse punten. Dat deze verschillen hoofdzakelijk terug zijn te voeren tot een onjuiste afstelling of minder zorgvuldig werken, geeft in zekere zin een voldoening en wel omdat deze onvolkomendheden met weinig middelen en inspannnig zijn weg te werken. Het facet arbeidsorganisatie alsmede het transport is in het kader van deze beschouwing uiteraard niet genoemd Gezien het belang hiervan zal hierop in een later stadium worden terugge komen. Iloewel het ruim 95 jaar „oude" Nederlandse "Rundvee Stamboek, het N.R.S., zo men wil, voor zijn 42.000 leden 'n bekende en waardevolle vereniging is, kan niet worden ontkend, dat te weinig aandacht wordt besteed aan het juiste samenspel met de landbouwpers en de'dagblad pers, wanneer het gaat om het uitdragen van nieuwe gedachten, die er bij het sterk bij de fok kerij betrokken deel van het totale ledenbestaan leeft. Tot deze conclusie kwam de voorzitter van het Nederlands Rundvee Stamboek, de heer J. Leen heer tijdens een onlangs te Utrecht gehouden persconferentie. Juist in deze tijd, waarin zo licht vaardig en soms door niet ter zake kundigen ge sproken wordt over belangrijke ontwikkelingen in bepaalde sectoren, waardoor vaak een eenzijdig of onjuist beeld ontstaat, is de behoefte aan voor lichting, ook en misschien wel juist nodig voor de niet direct belanghebbenden, van groot be lang. Het bestuur van het Nederlandse Rundvee Stamboek toonde met het aan de orde stellen van dit dus wat stiefmoederlijk behandelde facet van het werk der vereniging, juist een goed begrip te hebben voor de verlangens der landbouwpers en hieraan dan ook gaarne tegemoet wil komen. De heer Leenheer wees er in zijn overzicht over hetgeen thans bij het Stamboek actueel is, op de ingrijpende en soms snel gaande verande ringen waarmede de Nederlandse fokkerij wordt geconfronteerd. De vermindering van het aantal bedrijfsgenoten in de agrarische sector heeft na tuurlijk ook gevolgen voor het aantal leden, dat bij het N.R.S. is aangesloten. In vijf jaar liep het ledental terug van 58.000 naar 42.000, waar echter tegenover staat, dat het aantal ingeschreven kal veren van het huidige ledenbestand, stijgt. Een aantal, de heer Leenheer schatte di op enkele dui zenden, kunnen als z.g. „topfokkers" worden be schouwd. aWnneer men het begrip „topfokker" niet koppelen wil aan het aantal prijzen, dat deze op tentoonstellingen en fokdagen met het rundvee behaalt, dan kan toch ook nog een grote categorie naast de meest vooraanstaanden op dit gebied als zodanig worden beschouwd. Hoor degenen, waarvoor de fokkerij in het be- langrijkste is, doch die 't Stamboek graag bij het werk der vereniging behouden wil, is thans het besluit genomen met ingang van 1 januari 1970 te beginnen met de facultatieve keuring. In het stamboekwezen is dit een ingrijpende ver andering, temeer wanneer men bedenkt, dat deze een 3-tal jaren geleden ook naar voren werd ge bracht^ doch toen geen meerderheid vinden kon. De meningen zijn nu echter heel anders komen te lig gen. De mogelijkheid van de facultatieve keuring betekent dus, dat iedere veehouder thans zelf kan bepalen welke van zijn dieren hij voor de keuring wil aanbieden. Het bestuur van het N.R.S. meent met dit voorstel, dat overigens in de alge mene vergadering van november nog bekrachtigd moet worden, aan de wensen van zeer vele le den tegemoet te komen. Men wil hiermede tevens beklemtonen, dat het N.R.S. zijn leden in staat en deskundig genoeg acht om te bepalen welke koeien zij wel of niet wensen te laten keuren. De heer Leenheer stelde, dat men reeds op veel vroeger tijdstip, zij het dan op bescheiden wijze de keuze aan de veehouder heeft gelaten, namelijk toen het door registratie voor één ge slacht werd besloten. In 1966 werd de mogelijk* heid weer verruimd, toen tot volledige dftorregi- stratie werd besloten. Men verwacht van de facultatieve keuring, die de deelname vergemakkelijkt tegen betrekkelijk geringe kosten, dat vooral de betere dieren voor inspectie zullen worden aangeboden. Voor een mindere selectiewerking is het bestuur van het stamboek niet bevreesd. De nieuwe vorm is bedoeld voor het vrouwelijk vee; ten aanzien van de stieren meent het be stuur, dat twee generaties gekeurd moeten ziin. Men wil hierdoor meer greep behouden op de ge gevens inzake exterieur. Men mag, mede gezien hetgeen het N.R.S. in de afgelopen 95 jaar voor zijn leden in het bij zonder en voor de Nederlandse veehouderij in het algemeen heeft gedaan, verwachten dat de nieuwe weg, die wordt ingeslagen, in de toekomst de juiste zal blijken te zijn. Wij kunnen hieraan nog toevoegen dat op woens dag 12 november te 10 uur in Goes de districts vergadering in Zeeland zal worden gehouden in Hotel „Centraal". De facultatieve keuring van vrouwelijke volbloeden zal daarin o.m. aan de orde komen. De jaarlijkse algemene vergadering vindt op 25 november plaats in het Jaarbeursres taurant te Utrecht, aanvang 13.30 uur. W. S.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 11