Na opbouw weer afbraak! Fruitteeltsteunmaatregelen r\E fruitteelt bevindt zich in een uiterst moei- lijke situatie. Vorig jaar is de noodklok ai geluid en de laatste weken was de stemming zo ge laden, dat er al van optochten naar het Binnenhof werd gesproken. Door de organisaties, en zeker niet in het minst door de ZLM, is met zeer veel na druk naar voren gebracht dat de toestand onhoud baar is. Met zoveel nadruk, dat blijkbaar ook „Den Haag" er van overtuigd geraakt is dat er iets moet gebeuren, als men nog fruitteelt in ons land wil overhouden. door overheid toegezegd Deze week Hl S (Vervolg van pagina 1) Nu is het heel duidelijk dat in een land met een beschaving en een demokratische gezindheid als Nederland van de overheid wordt verwacht dat zij deze bevoegdheden uitoefent na overleg met de maatschappelijke organisaties. Het valt zelfs te be twijfelen of een overheid in staat is om zonder overleg met de maatschappelijke organisaties een juiste politiek te voeren. Maar om de goede gang van zaken te waarborgen dient het beslissingsrecht bij de overheid te zijn en niet bij de organisaties. In een demokratie dienen wij de overheid te beschou wen als behoedster van het algemeen belang. Wan neer wij als staatsburgers vinden dat de overheid dat niet goed doet, dan dienen wij er voor te zor gen, langs de daarvoor bestaande kanalen, dat deze regering verdwijnt en door een andere wordt ver vangen. Wanneer iemand meent dat groe-pen van gelijk gerichte belangen hier ook een taak hebben en ik meen dit bij de voorzitter van het NVV te be luisteren dan is hij op de verkeerde weg. Dat betekent heropleving van de klassestrijd, iedere groep voor zichzelf zonder met belangen van an dere groepen rekening te willen houden. Om mis verstand te voorkomenik bepleit niet dat een groep zijn belangen niet zou mogen behartigenintegen deel! Maar ik meen wel dat het beslissingsrecht over de maatregelen die de belangen van deze groep veilig moeten stellen, in handen van de over heid moet zijn in een demokratisch land. EIGEN LANDBOUWBELANG Ik begon dit artikel met te konstateren dat ik het gevoel had dat overal periodes voor zijn. Wan neer wij nu dan blijkbaar weer in een periode van desintegratie zijn terecht gekomen, moeten wij daar ook rekening mee houden. Wij moeten niet stoppen met het konstateren van het feit dat een ander on- demokratisch optreedt en het algemeen belang vol ledig uit het oog verliest. Men moet en dat is juist het tragische van heel deze ontwikkeling een dergelijke opstelling wel navolgen, waardoor die ontwikkeling ook nog weer wordt versterkt. Op het binnenlandse vlak is dat nog niet zo eenvoudig omdat wij alleen weten dat daar de produktiever- groting ons erg in de weg zit. Verbetering van de positie van de Nederlandse boeren betekent ver betering van de prijzen en dat is eigenlijk alleen mogelijk wanneer de produktie afneemt of althans niet groter wordt. Op het terrein van de E.E.G. zijn wij dacht ik weer meer afhankelijk geworden van de machtspolitiek van de grote partners. Ook hier is een te ruim marktaanbod een grote handicap. Nu echter de grote landen ons laten zien dat men zich van het verdrag en de verordeningen niet al te veel hoeft aan te trekken, is het misschien beter dat wij dat ook niet meer doen. Al was het alleen maar om protest van Frankrijk of Duitsland uit te lokken. Het is n.l. bijzonder moeilijk om naderhand zelf datgene te doen waarvoor men een ander tot de orde heeft geroepen. Wanneer men b.v. wil voorkomen dat Frankrijk zijn grenzen sluit voor Nederlandse varkens dan moeten wij de grens eerst eens dicht doen voor Franse wijn. Dat zal dan wel niet doorgaan, maar dan gaat die sluiting voor de varkens ook niet door dacht ik. Ik noem dit maar als een voorbeeld om aan te geven dat wij van nu af aan van onze minis ter en zijn ambtenaren verwachten dat zij veel dui delijker nog rekening houden met de direkte belan gen van onze Nederlandse boeren en tuinders. In de achterliggende periode is er nog wel eens op gespeeld dat de gemeenschappelijke vrije markt ons zou vergoeden wat wij tijdelijk te kort kwamen en dat was dan ook zo. Wij moeten er, dacht ik, nu langzamerhand van uitgaan dat dit in steeds mindere mate het geval zal zijn. Vorige week (8 oktober) hebben vertegenwoor digers van het Landbouwschap, onder leiding van ir. Knottnerus, een onderhoud gehad met minister Lardinois, waarbij een aantal maatregelen zijn be pleit om verlichting in de moeilijkheden te brengen. De minister zegde steun toe en gaf tevens de wens te kennen voor een bespreking met een depu tatie fruittelers, om hiervoor zijn stanpunt uiteen te zetten en over een en ander van gedachten te wis selen. BEZOEK AAN BEDRIJVEN Deze bespreking heeft maandag 18 oktober j.l. te Bilthoven plaats gevonden. Er waren ca. 90 per sonen bij aanwezig, bijna uitsluitend fruittelers, af gevaardigd namens het Landbouwschap, de stand organisaties en de N.F.O. De ZLM was uiteraard ook flink vertegenwoordigd, namelijk met 9 man. De minister had 's morgens om zich te oriënteren een bezoek gebracht aan een drietal fruitbedrijven, resp. in de Hoekse Waard, de Betuwe en Utrecht. Hij vertelde dat hij daarbij onder de indruk was gekomen van hetgeen hij gezien had: flinke, vak bekwame kerels, goed verzorgde boomgaarden en grote oogsten (tot 5060 ton per ha) fruit van opvallende goede kwaliteit. In 't algemeen was het altijd zijn gedachte ge weest dat de meer noordelijk gelegen landen als Nederland fruit voortbrengen dat zeer goed van smaak is, terwijl de meer zuidelijke landen als Frankrijk en Italië in 't voordeel zijn met het uiter- lijk van de vruchten en de kg opbrengst per ha. Maar nu hij de zwaar beladen bomen hier had ge zien, meende hij dat ons land met zijn produktie toch ook wel goed mee kan. OVERBRUGGINGSFINANCIERING Het belangrijkste nieuws dat de minister in petto had was de bekendmaking dat er geld beschikbaar wordt gesteld om de „levensvatbare" bedrijven door de moeilijke jaren heen te helpen. Ook de Het Landbouwschap heeft zich tot de minister van Landbouw gewend, aangezien het FORMA in Frankrijk (vergelijkbaar met het Nederlandse Land bouw Egalisatiefonds) besloten heeft een subsidie te verstrekken op de appelsoort Golden Delicious. Deze subsidie bedraagt 19 centimes per kilo ge durende de periode van 15 oktober 1969 tot 15 januari 1970. Hiermee beoogt het FORMA een snel ler ruimen van de opgeslagen appels te verkrijgen, opdat de markt in de rest van het seizoen minder belast zal zijn. Het Landbouwschap protesteert met klem tegen deze maatregel, waardoor met overheidssubsidie de afzet van Franse appels wordt bevorderd. Naar het oordeel van het Landbouwschap is deze maat regel absoluut in strijd met artikel 92 van het Ver drag van Rome, dat concurrentievervalsende steun maatregelen van de lid-staten ontoelaatbaar ver klaart. Het is dan ook noodzakelijk, dat de Euro pese Commissie op grond van de bevoegdheden die in dit artikel 92 zijn neergelegd, ten spoedigste deze Franse steunmaatregel verbiedt. Het Landbouwschap rekent erop dat de Neder landse minister van Landbouw bij de Europese Commissie alle stappen zal ondernemen welke tot intrekking van deze ongeoorloofde concurrentie vervalsende maatregel zullen leiden. Het is immers zonder meer duidelijk dat bij het voortbestaan van minister is er van overtuigd dat de saneringsrege ling geen oplossing op korte termijn biedt voor die fruitteeltbedrijven, die naar structuur en om vang onder normale omstandigheden voldoende perspectief voor rendabele exploitatie bieden. Juist om deze groep bedrijven de nodige middelen voor bedrijfskrediet en levensonderhoud te kunnen ver strekken, is een „overbruggings"-regeling ontwor pen, die berust op de werking van het Borgstel lingsfonds voor de Landbouw en de Rijksgroeps regeling Zelfstandigen krachtens de Algemene Bij standswet. (Zie verder volgende pag.) een dergelijke maatregel de toch al uiterst moei lijke positie van de Nederlandse fruitteelt hopeloos dreigt te worden. TWAALF CENT SUBSIDIE VOOR FRANSE GOLDEN DELICIOUS Met de Franse subsidies loopt het zo'n vaart niet, wordt vaak van officiële zijde gezegd. Ho® bont men het daar echter kan maken, wordt weer eens gedemonstreerd door een beslissing van de FORMA, om ca. 12 cent (19 centimes) per kg sub sidie te verstrekken voor Golden Delicious die ver kocht wordt in de periode van 15 oktober 1969 tot 15 januari 1970. Als motief wordt opgegeven dat men wil voorkomen dat de markt in het voorjaar te zwaar belast wordt. Deze maatregel is enorm ingrijpend, want de Golden neemt in Frankrijk ongeveer de helft van alle appels voor zijn rekening. Er zal weer wel tegen geprotesteerdv worden en Frankrijk zal die protes ten weer wel naast zich neerleggen. Zoals steeds. Wij stellen daarom voor alle andere Franse sub sidiemaatregelen even te laten rusten en alleen deze bij voorrang aangepast ove te nemen: 12 cent subsidie per kg voor de helft van alle Nederlandse appels! Protesteren is goed, maar 't helpt toch niet! Daarom gewoon nadoen! LANDBOUWSCHAP PROTESTEERT TEGEN FRANSE STEUNMAATREGEL j~\E situatie in de fruitteeltséktor levert ons de laatste tijd nogal eens vragen op. De fiscus spreekt tegenwoordig mee in elke situatie! Nu te midden van alle misère die er in deze sektor voor komt komen ook de vragen los met betrekking tot het rooien van de opstanden. Het is wel duidelijk geworden dat velen de moed hebben verloren en het verlies van het rooien van de opstand als een onafwendbaar feit accepteren. Voor de füll-time fruitkweker is er fiscaal niet veel aan de hand. Het is praktisch zo, dat hij de laatste jaren verlies heeft geleden of een inkomen had dat beneden de belastbare grens bleef. Hij be taalt dan zomin inkomstenbelasting als premiehef fing. Ook van vermogensbelasting is hij meestal vrijgesteld omdat in de wet vermogensbelasting een bepaling is opgenomen dat NA GEDAAN VER ZOEK de vermogensbelasting wordt teruggegeven, indien Ze aanslag onherroepelijk is komen vast te staan en voor zover deze vermogensbelasting te zamen met de inkomstenbelasting meer 'bedraagt dan 80 van het inkomen van het voorgaande kalenderjaar. Dit betekent dat indien over 1967 het inkomen negatief is over 1968, gen vermogensbelasting be taald moet worden. Is het inkomen over 1968 nega tief dan is over 1969 geen vermogensbelasting ver schuldigd. Deze bepaling is beslist nog niet van algemene bekendheid, maar mag zeker niet veronachtzaamd worden. TfOOR het gemengde bedrijf met een gedeelte fruitteelt zijn er nog wel belangrijke fiscale overwegingen. Deze betreffen het verlies voort vloeiende uit het vervallen van de boekwaarde van de opstand in het jaar waarin deze wordt gerooid. De boekwaarde is vooral na de opwaardering bij het invoeren van de wet Inkomstenbelasting 1965 een bedrag dat meetelt. Dit bedrag komt in het jaar van rooien volledig ten laste van de winst. Als dus gerooid wordt in een jaar, dat overigens een goede opbrengst oplevert, betaalt de fiscus mee in het verlies, op een wijze die meespreekt. Laten wij het met een voorbeeld duidelijk maken. Een fruitteler/akkerbouwer heeft in 1969 een zeer gunstig jaar door de hoge aardappelprijzen en een inkomen van Hij heeft een boomgaard waarvan de opstand een boekwaarde heeft van 25.000,— Hij rooit en krijgt een rooipremie van 5.000, Verlies f 40.000,— 20.000,— Bedrijfsresultaat over 1969 f20.000, IET rooien moet dan beslist in 1969 plaats vin den, zodat in dat jaar het verlies op de op stand tot uitdrukking kan worden gebracht. Het verschil in het te betalen bedrag aan belas ting bedraagt ongeveer f 9.000. Dit is 45 van het berekende verlies op de opstand. In het voorbeeld is er van uitgegaan dat het boekjaar gelijk was aan het kalenderjaar. Zou het boekjaar lopen van 1 mei 1969 - 30 april 1970, dan zou het rooien in dit boekjaar plaats moeten vin den. Wij zijn ervan overtuigd dat het fiscale voordeel in generlei verhouding staat tot de voordelen die redelijkerwijs van de boomgaard zijn verwacht, maar onze taak als fiscaal-adviseur brengt mei zich mede dat wij op het bijkomstige resultaat, het rooien zo mogelijk te doen plaats vinden in een overigens gunstig jaar, de aandacht menen te moe ten vestigen! PAAUWE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 3