J
VRIJDAG 17 OKTOBER 1969
57e Jaargang No. 3002
Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land- en Tuinbouw en Veeteelt in Zeeland
NA OPBOUW WEER AFBRAAK!
Regering moet duidelijk rekening houden met belangen boeren en tuinders
In dit nummer o.m.:
Fruitteelt steunmaatre
gelen door overheid toege
zegd pagina 3
Uit de praktijk
pagina 5
Het O. en S.-Fonds en
de bijdrageregelingen sa
menwerkingsvormen en
ligboxenstallen pagina 6
Het Landbouwschap
over het initiatiefvoorstel
wijziging onteigeningswet
pagina 7
De E.E.G.-regeling
slachtpremie melkkoeien
pagina 8
Erfrecht: de 4e afleve
ring pagina 9
Mechanisatienieuws
pagina 11-12
Verzekeringszaken
de W-A.-verzekering
pagina 13
In februari van dit jaar is door een viertal leden van de Tweede Kamer een initiatief voorstel tot wij
ziging van de onteigeningswet ingediend. De indieners willen slechts de gebruikswaarde en niet de ver-
wachtingswaarde van de grond als basis van de onteigeningsvergoeding toepassen. Het Landbouwschap
heeft in een brief aan de commissie van voorbereiding uit de Tweede Kamer een groot aantal bezwaren
tegen dit (politieke) voorstel naar voren gebracht. Meer hierover op pagina 7.
Ir. C. S. KNOTTNERUS
Het lijkt er wel eens op of in de wereldgeschie
denis perioden van opbouw en afbraak elkaar afwis
selen. Na de Tweede Wereldoorlog hebben wij dan
wel een periode van opbouw beleefd, terwijl er nu
vele tekenen zijn die er op wijzen dat de mensen
moe worden en liever afbreken desintegreren
zoals men ook wel eens zegt dan opbouwen.
Na zo'n grote katastrofe als die Tweede Wereld
oorlog was, is het helemaal niet onlogisch dat
iedereen daaruit de les heeft geleerd dat een der
gelijke periode van afbraak op grote schaal tot niets
leidt. En dat een oorlog eigenlijk een overblijfsel is
uit een tijd dat alleen het bezit van land rijkdom ga
randeerde. Het ligt eigenlijk voor de hand dat men,
als men deze les weer eens bewezen heeft gezien,
geneigd is met volle kracht aan de opbouw van de
(nieuwe) maatschappij mee te werken. Hoewel de
mensen die dit alles hebben meegemaakt het mis
schien niet zo duidelijk zien, ligt het evenzeer voor
de hand dat lessen, in het verleden geleerd, door
de mensheid weer worden vergeten.
In de eerste plaats komen er nieuwe indrukken
en die van het verleden vervagen, maar in de twee
de plaats komen er ook steeds meer mensen, ook
in leidende funkties, die do ellende van die tijd niet
meer bewust hebben meegemaakt. Wij zien deze
afbrokkelingsverschijnselen eigenlijk overal. In
plaats van de bereidheid voor gemeenschappelijke
belangen eens van een specifiek eigen voordeel af
te zien wordt dit eigen voordeel weer steeds cen
traler gesteld en worden de gevolgen voor de ge
meenschap steeds minder geteld.
NATIONALE ZELFSTANDIGHEID
Het voorbeeld dat ons natuurlijk op dit moment
als landbouw direkt voor de geest komt is het
echec van de gemeenschappelijke landbouwpoli
tiek. Het probleem is natuurlijk niet zo eenvoudig
als men op het eerste oog wel eens geneigd is te
denken. Onevenwichtigheid in de moi.etaire ver
houdingen moeten nu eenmaal tot wijziging van
deze verhoudingen leiden of wij het aangenaam vin
den of niet. Dat daardoor brokken worden gemaakt
is geen reden om het niet te doen, want ook het niet
wijzigen van de verhoudingen maakt brokken maar
dan op een ander terrein. Het is dacht ik met de
jongste ontwikkelingen duidelijk gebleken, dat de
gemeenschappelijke landbouwpolitiek met één ge
meenschappelijke markt alleen mogelijk is met een
gemeenschappelijk ondersteunde munteenheid. Wil
men dit laatste niet of kan men het niet, dan is ook
die gemeenschappelijke markt onmogelijk. Het
blijkt echter voor financiële autoriteiten en regerin
gen bijzonder moeilijk om de konsekwentie van dit
feit te erkennen. Zij raken dan een gedeelte van hun
zelfstandigheid kwijt en het egoïsme is blijkbaar
sterker dan het dienen van de gemeenschap.
BINNENLANDSE MACHTSSTRIJD
Ook in het binnenland hebben wij een duidelijk
voorbeeld van deze desintegratie. Het N.V.V., ge
volgd door het N.K.V., wil niet meer meedoen aan
het loonpolitieke overleg. De vakcentrales worden
door de loonwet onder kuratele gesteld en dat
nemen zij niet. Afgezien van de vraag waarom vak
bonden niet onder kuratele zouden mogen worden
gesteld (en de hele rest van de economie, gezien
de prijzenwet en b.v. alle verordeningen van pro-
duktschappen op het terrein van de landbouw, de
ondernemers wel) is de gedachtengang ook niet
logisch. Het is een zuiver politieke beslissing ge
richt op machtsverhoudingen.
Het is een algemeen aanvaard feit dat de Neder
landse overheid leiding geeft aan de economische
ontwikkelingen in Nederland. Eén van de meest
doelmatige middelen is daarbij naast de monetaire
politiek de konjunktuurpolitiek. Deze laatste wordt
door twee machtige faktoren beïnvloed, n.l. de lo
nen en de prijzen. Wanneer men van de regering
verwacht dat deze werkelijk aktieve konjunktuur
politiek voert dan dient zij invloed te kunnen uit
oefenen op beide, zowel de lonen als de prijzen.
(Zie verder pagina 3)