Pechiney-vestiging in Sloe schadelijk voor landbouw in directe omgeving,
Verdwenen hoop voortgang E.E.G.
i november invoering slachtpremie te vroeg
Deze week
Ten aanzien van Ihet vlas is de Europese Com
missie thans met een regeling gekomen, die aan
de Raad van Ministers zal worden aangeboden. In
deze regeling wordt een hectaretoeslag voorge
steld, die de eerste maal vóór 1 januari zal moe
ten worden vastgesteld, waaruit zou kunnen wor
den afgeleid, dat het de bedoeling van de Euro
pese Commissie is de regeling te doen gelden voor
1970. Men denkt aan een toeslag van 100 reken-
eenheden, dus f 360,en voorts zou vlaszaad
gekoppeld worden aan de oliën- en vettenrege-
ling.
De toeslag per hectare zal gesplitst worden in
een directe en een indirecte steun. De Europese
vlassers enerzijds en de Europese telers ander
zijds zijn het in principe eens om de directe steun
gelijkelijk te delen. Wanneer evenwel de uitzaai
groter zou worden dan de afzet zou rechtvaardi
gen, dan is het de bedoeling de steun voor een
volgend jaar op lager niveau vast te stellen.
Ten aanzien van de graanprijzen is de situatie
thans zo, dat deze gelukkig boven de interventie
prijzen zijn uitgekomen, hetgeen voornamelijk het
gevolg is van de ontwikkelingen in Duitsland,
waardoor een behoorlijke uitvoer vanuit ons land
mogelijk is geweest tegen goede prijzen.
De recente ontwikkelingen rondom de Duitse
Mafk hebben de situatie op dit moment echter
weer geheel onoverzichtelijk gemaakt en afge
wacht zal moeten worden, welke richting binnen
kort zal worden uitgegaan.
VEEHOUDERIJ
De heer Van Heijst wees in zijn overzicht van
de ontwikkelingen in de veehouderijsector op de
afbrokkelende prijzen, zowel op de rundvee- als
op de slachtveemarkten.
Weliswaar zijn goede melkkoeien nog tegen be
vredigende prijzen af te zetten, doch er is weinig
vraag naar het guste oudere vee.
De hoop van de mesters, dat de slachtveeprijzen
verhoogd zouden worden als de melkprijs per 1 juli
jl. zou worden vastgesteld, is niet uitgekomen. Hier
uit blijkt, dat het gevaarlijk is toezeggingen te
doen, die niet worden nagekomen.
In veemesterskringen staat men nogal sceptisch
tegenover de berichten inzake de plannen tot af
slachting van 250.000 melkkoeien onder bepaalde
voorwaarden. Men is bevreesd, dat indien dit
doorgang zou vinden, de markt zou worden ver
stoord.
Hoewel het ZLM-bestuur begrip toonde voor
deze gevoelens, was men van oordeel dat deze
proef met een slachtpremie positief moet worden
bezien, gezien de zuivelproblematiek. Wel doen
zich vragen voor ten aanzien van de financiering.
Naar het oordeel van het bestuur dient het Ont-
wikkelings- en Saneringsfonds hiervoor extra
fondsen te krijgen.
Voorts was men van mening dat een invoerings
datum van 1 november te vroeg is omdat in die
periode alle weiderunderen nog niet geruimd zijn
en de aanvoeren in het algemeen het gróótste zij®
en de prijzen dientengevolge het laagst.
De gemiddelde vleesprijs was in de week van
22 tot 26 september voor Nederland 233,27 voor
rundvee en de gemiddelde E.E.G.-prijs 243,77.
De heffing is dan ook op 100 vastgesteld bij in
voer uit derde landen en bedroeg in genoemde
week 55,77 per 100 kg.
Hoewel de prijzen van de nuchtere kalveren
iets gedrukt zijn door grotere aanvoeren, blijven
deze toch goed. Hetzelfde geldt voor de vette kal-
verenmarkt, al is hier de afloop van het vakantie
seizoen van invloed.
Ten aanzien van de varkensmarkt constateert
men een vrij beperkt aanbod en vrij veel export
van levende dieren naar Frankrijk. Hierin begint
echter ook enige kentering te komen. Ook in
Duitsland liggen de prijzen wat lager dan in ons
land, die rond de 235,a 330,per 100 kg
geslacht gewicht voor klasse A in de gewenste ge-
wichtsgroep van 6880 kg liggen.
De biggenprijzen en de prijzen van de drachtige
zeugen zijn hoog en er is ook een goede vraag
naar slachtzeugen.
Ten aanzien van de zuivelsituatie bestaan er
plannen in de E.E.G. om een grotere partij melk
poeder af te zetten naar de ontwikkelingslanden
en een partij koelhuisboter tegen gereduceerde
prijs voor de binnenlandse consumptie beschik
baar te stellen.
WIJZIGING BEDRIJFSBEëINDIGINGSREGELING IN DE LANDBOUW
De minister van landbouw en visserij heeft het
besluit goedgekeurd van het bestuur van de Stich
ting Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de
Landbouw, de beëindigingsregeling op enkele
onderdelen te verbeteren.
Op gemotiveerd verzoek van de aanvrager van
de beëindigingsvergoeding kan thans het bestuur
de maandelijkse vergoeding vervangen door een
gekapitaliseerde uitkering ineens. Anderzijds kan,
eveneens op gemotiveerd verzoek van de aanvra
ger, voor de categorie aanvragers van 5065 jaar,
de vergoeding ineens worden omgezet in 'n maan
delijkse vergoeding tot en met de maand, waarin
de 65-jarige leeftijd wordt bereikt. Tot deze wijzi
ging is besloten om de uitbetaling van de beëindi
gingsvergoeding meer te kunnen afstemmen op de
bijzondere behoefte van de beëindiger.
Een tweede wijziging betreft een correctie op het
puntensysteem, aan de hand waarvan de bedrijfs
omvang wordt gemeten. Op basis van de in de af
gelopen peiiode opgedane ervaring is het punten
systeem op enkele onderdelen verbeterd. Tuin
bouw onder plat glas zal op dezelfde wijze worden
gewaardeerd als tuinbouw onder staand glas, het
geen een aanmerkelijke verhoging betekent van
het aantal punten per ha. Eveneens zijn verhoogd
de categorieën bloembollen (excl. gladiolen) en
pit- en steenvruchten, asperges, uien en koolsoor
ten. De teelt van witlof is in waardering gelijk
gesteld aan de teelt van hakvruchten. Het punten-
aantai voor witloftrekkcn zal voor elke aanvrage
door het bestuur afzonderlijk worden vastgesteld
met een maximum van 1500 punten.
De derde wijziging betreft het besluit van het
bestuur de champignonteelt onder de beëindigings
regeling te brengen. Ook voor de champignons zal
het aantal punten per aanvrage afzonderlijk wor
den vastgesteld met een maximum van 100.000
punten per ha.
Tenslotte heeft het bestuur besloten de datum
van 1 januari 1960, sinds welke de aanvrager on
afgebroken de landbouw als hoofdberoep moet
hebben uitgeoefend, te wijzigen in 1 oktober 1962.
Dit wijzigingsbesluit heeft terugwerkende kracht
vanaf 1 augustus 1969.
TOCH DUITSE HEFFINGEN OP INVOER VAN LANDBOUWPRODUKTEN
De Europese ministerraad heeft maandag op een
spoedvergadering in Luxemburg ingestemd met 'n
compromis dat de Duitse regering toch in staat stelt
heffingen in te voeren op ingevoerde landbouw
produkten ter bescherming van de Duitse boeren
tegen de gevolgen van de vlottende koers van de
Duitse mark. Zoals bekend had de Europese Com
missie de vorige week de eenzijdige Duitse maat
regelen afgekeurd, waarbij een invoerheffing van
5,5 op ingevoerde landbouwprodukten werd in
gesteld en alleen de mogelijkheid opengelaten van
een invocrstop voor bepaalde landbouwprodukten.
Alhoewel het Duitse beroep tegen deze beslissing
by het Europese hof in Luxemburg zondag werd
verworpen, hebben de discussies in de Europese
ministerraad onder leiding van de Nederlandse
minister van financiën prof. Witteveen tot de con
clusie geleid dat er onder huidige omstandigheden
geen andere noodmaatregelen dan heffingen moge
lijk zijn. De Europese Commissie heeft haar beslis
sing van vorige week woensdag herzien en mach
tigde de bondsrepubliek nu om voor de invoer van
een beperkt aantal landbouwprodukten een heffing
in te stellen van 5 De beperking van de produk-
ten waarvoor deze invoerheffing mag worden toe
gepast zal echter tot gevolg hebben dat toch circa
80 van de Nederlandse landbouwexport naar
Duitsland erbuiten zal vallen. Met name zullen de
zogenaamde dierlijke veredelingsprodukten zoals
eieren, slachtpluimvee en varkensvlees, met de pro-
dukten uit de sector groenten en fruit, niet door de
Duitse heffing worden getroffen. Deze invoerhef
fingen zullen overigens slechts mogen worden toe
gepast tot het ogenblik waarop de nieuwe bonds
regering beslist de Duitse mark weer aan een vaste
koers te binden.
JDEEDS meerdere malen hebben wij in deze
rubriek onze aandacht bepaald bij de onrust
die er op de valuta-markt heerst. De omstandig
heden gaven daartoe aanleiding en ze blijven dat
doen! In de week voorafgaande aan de Duitse
bondsdagverkiezingen namen de geldspeculaties
weer grote vormen aan. En na de verkiezingsuit
slag werden de speculaties zo hevig dat de slui
ting van de Duitse Centrale Bank het enige middel
was om de speculaties in te dammen.
In een half uur moest de Bundesbank, teneinde
de koers in de hand te houden naar schatting voor
500 millioen dollar aan steunaankopen verrichten.
In de namiddag van die dag werd bekend dat
de regering de koers van de mark zou laten „zwe
ven" tot het evenwicht was gevonden en de nieuwe
verhoudingen zouden worden vastgelegd.
De mark werd tot op het moment dat wij dit
schrijven ongeveer 5 duurder. Bovendien was er
korte tijd geleden reeds een Duitse grensbelas-
ting" ngevoerd (4% exportbelasting en 4 im
portsubsidie), zodat de Duitse uitvoer 9 duur
der en de invoer in Duitsland 9 goedkoper
was geworden.
Voor de agrarische produkten golden op grond
van de E. E. G. marktv er ordening en de grensbe-
lastingen niet.
Nu de markt „zwevendeis geworden heeft
Duitsland besloten de grensbelasting ook op de
agrarische produkten van toepassing te verklaren.
TIET is weer de oude geschiedenis. Duidelijke
afspraken en verdragen worden op zij ge
zet. De kranten schonken er zelfs grote koppen aan:
„Einde van het groene Europa" en dergelijke.
Al met al gaat men zich afvragen wie er zich
nog aan verdragen houdt.
Frankrijk heeft gedevalueerd. Het was nadelig
voor de Nederlandse boer; België en Italië hebben
de invoering van de omzetbelasting volgens het
stelsel van de toegevoegde waarde uitgesteld. Het
was nadelig voor de Nederlandse boer.
Duitsland heeft de overeengekomen koers van
zijn munteenheid losgelaten (D.M. 4,voor US.
1,en de grensbelasting ook voor agrarische
produkten van toepassing verklaard. Het was na
delig voor de Nederlandse boer.
IJ vragen ons af of dit zo voort kan gaan en
of wij zo voort kunnen gaan!
Wij lopen vooraan in het bereiken van de Euro
pese eenheid, wij vieren de overeengekomen be
lastingen in, wij houden ons aan afspraken.
Het lijkt haast of wij het doen tot onze schade,
terwijl het toch niet meer is, dan dat waartoe wij
ons verplicht hebben.
Altijd zijn wij van mening geweest, en wij zijn
dat nog, dat het nakomen van wat men is over
eengekomen een zaak is van plicht en recht, en
dat men niet kan handelen met diegenen die bij
herhaling blijk geven zich aan recht en plicht niet
te storen.
Wij vragen ons af hoe alles zal uitlopen! De
situatie in de agrarische kringen zowel in ons land
als in onze buurstaten schreeuwen om een oplos
sing.
Het is te hopen dat de aangebrachte verwondin
gen geen al te grote littekens zullen achterlaten!
PAAUWE.
-•