1 De bestrijding van rhizoctonia „Rood-Label" en sortering 25-28 mm vervalt als pootgoed L. N. BAX. Konsulentschap Akkerbouw- en Rundveehouderij te Goes De aardappelplant kan op twee manleren door rhizoctonia worden aangetast, n.l. door schimmel die in de grond voorkomt en door schimmel die zich op de knol bevindt. Om na te gaan of een partij besmet is kan men het beste een paar monsters wassen. De sclerotiën die de schimmel vormt, zijn dan als kleine vaak gitzwarte stipjes en korstjes op de aangetaste knol len zichtbaar. De ziekte wordt in hoofdzaak verspreid door de schimmel die zich op het pootgoed bevindt. Bij konsumptieteelt treedt de meeste schade op tijdens de opkomst. In het voorjaar kan bij aan wezigheid van sclerotiën op de knollen schade nog enigszins worden voorkomen door een snelle op komst te bevorderen en bijv. wat later en ondiep te poten. BESTRIJDING IN het bovenstaande is reeds vermeld dat de verspreiding van rhizoctonia in hoofdzaak voor rekening komt van de schimmel die op de ge pote knollen aanwezig is. Goed uitgangsmateriaal is dus een eerste ver aste. Ook voor konsumptieteelt geldt dat het pootgoed praktisch vrij moet zijn van lakschurft. Is dit niet het geval dan dient het pootgoed ont smet afgeleverd te worden. Bij het pootgoed be stellen is een paar cent meer per kg voor het ont smetten vrijwel altijd verantwoord Is er reeds pootgoed op het bedrijf aanwezig dat besmet is met rhizoctonia in een mate dat moeilijkheden te verwachten zijn, is een ont smetting zeer zeker het overwegen waard. Bij pootgoedteelt kan men eenvoudig geen ri- siko lopen en zal men altijd een ontsmetting moe ten uitvoeren. Het zelf ontsmetten is echter niet zo envoudig. Het betekent zeer nauwkeurig werken met gifti ge stoffen, terwijl hoge eisen gesteld worden aan de nabehandeling. De ontsmetting moet, nadat de schil voldoende is afgehard, indien het enigs zins mogelijk is in de herfst worden uitgevoerd. De kans op moeilijkheden bij de kieming is dt.n niet groot meer. Ontsmetting van knollen, die een begin van kieming (witte puntjes in de ogen) vertonen, is riskanter dan wanneer deze knollen ontsmet worden als de kiemen de ogen volledig hebben gevuld. Bij ontsmetting in het voorjaar kunnen mutantachtige afwijkingen ontstaan, die bij de pootgoedteelt de selektie kunnen bemoei lijken. De temperatuur van het water bij de dompel methoden moet 12° 15° C bedragen. Dit is in de winter moeilijk te realiseren. Moeilijkheden kunnen dus worden voorkomen door de knolontsmetting uitsluitend in de herfst uit te voeren. Het verdient steeds aanbeveling om behandelde aardappelen tijdig voor te kiemen. De gasbehandeling (met rookbommen) gaf in de praktijk dikwijls matige resultaten. Bij het ontsmetten door onderdompelen verdienen de 5 minuten-methode en de 20-30 minuten-metho de de voorkeur boven de 1 minuut-behandeling. Dompelmethoden Bij deze methoden worden de aardappelen in manden of los gestort enige tijd in een oplos sing van een ontsmettingsmiddel gedompeld. Ont smetten in zakken wordt afgeraden. Knollen die met grond zijn bedekt, moeten voor het ontsmetten worden gewassen. De aan hangende grond hindert niet alleen het binnen dringen van het middel in de sclerotiën, maar houdt tevens een deel van het middel vast. Hier door daalt de sterkte van de oplossing en wordt slechts een deel van de sclerotiën gedood. Na het wassen moeten de knollen echter eerst opdrogen omdat de ontsmettingsvloeistof beter door droge sclerotiën wordt opgenomen. Aangezien zich soms luchtbelletjes op de scle rotiën vormen, is het gewenst de aardappelen tijdens de ontsmetting enkele malen in beweging te brengen. De temperatuur van het ontsmettings- bad dient bij voorkeur 12° 15° C te bedragen. In de ontsmettingsbak dient een merkstreep te zijn aangebracht omdat na iedere behandeling voor een bepaalde hoeveelheid knollen de ont smettingsvloeistof weer tot hetzelfde peil moet worden aangevuld. De te gebruiken middelen zijn meer of min der giftig. Wees daarom voorzichtig en zorg er voor dat kinderen en huisderen er niet mee in aanraking komen. Sommige mensen krijgen als ze met de vloestof in aanraking komen, blaren op de handen. Gebruik daarom plastic of rubber handschoenen. MIDDELEN Kwikhoudende middelen Deze middelen, die volgens de hiervoor ge noemde methoden kunnen worden toegepast, ge ven een goede bestrijding van de rhizoctoniaziekte op de poters. Ook gaan deze middelen een verdere uitbreiding van droogrot tegen, in door deze ziekte aangetaste partijen, We onderscheiden: a. de poedervormige middelen Aardisan en Rhi- zolan; b. de vloeibare middelen Aardisan vloeibaar, Aretan-Nieuw en Panosil. Kwikvrije middelen De bestrijding van rhizoctonia is even goed als die van de kwikmiddelen, uitbreiding van droogrot gaan deze middelen echter niet tegen. Verder is gebleken dat na een behandeling met kwikvrije middelen kiembeschadiging kan optre den wanneer de ontsmette party tijdens de be waring vochtig wordt. De kwikvrije middelen zijn in de handel onder de namen Aardisol, Are- tanol en hirofenol. Grondbehandeling in het voorjaar Op gronden waar zelfs een knolontsmetting onvoldoende resultaten geeft, kan als aanvulling, in het voorjaar een grondbehandeling met P.C.N.B. worden uitgevoerd. Hierbij dient te worden opge merkt dat een P.C.N.B.-behandeling niet kan die nen ter vervanging van een knolontsmetting. Deze grondbehandeling kan direct voor het pe ten worden uitgevoerd. Er zijn zowel strooi- als spuitmiddelen op basis van P. C. N. B. in de han del. Direkt na het strooien of verspuiten over de klaargemaakte grond moet het middel licht worden ingeëgd. Op gronden waar een ernstige knolaantasting door gewone schurft kan worden verwacht, dient de dosering P. C. N. B. te worden verdubbeld, hoewel de hierna te noemen nadelige invloeden dan sterker naar voor komen Deze zijn: Op kleigrond moet rekening gehouden worden met een opbrengstdepressie, die gemakkelijk 10% of meer kan bedragen. De groeiremming in het begin van het seizoen kan bij pootgoed hinderlijk zijn voor een tijdige selektie. Verder is gebleken dat een P.C.N.B. grondbe handeling een lichte smaakafwijking van de knol len tot gevolg heeft, zodat toepassing van deze behandeling op voor konsumptie bestemde gewas sen evenmin zonder meer kan worden aanbevo len. Tenslotte dient men er rekening mee te hou den dat het niet mogelijk is na vroeggerooide aardappelen een vlinderbloemig gewas zoals wik ken, te zaaien als in het voorjaar P.C.N.B. wérd toegepast. H. P. BEUKEMA, D. E. VAN DER ZAAG, R. L. C. voor Hakvruchten. §INDS 1 juli 1969 heeft Nederland de regels voor het in het verkeer brengen van pootaardappe- len aangepast aan de E. E. G.-richtlijnen. In de E. E. G.-richtlijnen Is nu geen plaats meer voor een „rood- label", poters kleiner dan 28 mm en een sortering als 2840 mm. Hoe is de situatie nu WELKE SORTERINGEN ZIJN BESCHIKBAAR? De sortering 2528 mm is vervallen. Het is dus onmogelijk goedgekeurde poters in deze maat te kopen. Menigeen zal dit betreuren, maar er was geen andere oplossing te vinden. De sortering 2840 mm wordt afgeschaft en daar voor komt in de plaats 2535 mm en eventueel 3540 mm. Verder blijven de sorteringen 3545 mm, 3555 mm, 4045 mm, 4050 mm, e.a. normaal in de handeL WELKE KLASSEN ZIJN BESCHIKBAAR In de klassen S, SE, E, A en B zijn geen wijzigin gen van betekenis gekomen. De klassen S, SE en E vormen samen het basispootgoed en de klassen A, B en C noemt men gecertificeerd pootgoed. De mogelijkheid om pootgoed als rood-label" te plomberen is daarmee ook vervallen. Nu liggen de normen voor de partijkeuring in de E. E. G.-richtlijnen lager dan de door de N.A.K. toegepaste normen. Men heeft nu bepaald dat Nederland voor alle klassen zijn eigen hoge normen blijft handhaven, derhalve voor klasse C, waar voor partijkeuringen nu de E. E. G.- normen worden gevolgd. Deze normen wijken niet zo erg af van de normen die vroeger golden voor het „rood-label". De nieuwe normen voor klasse C zijn nu: Schurft: schurftschaal 3V& Beschadiging: 3 kleine beschadigingen worden niet meegerekend. Uit wendige en inwendige gebreken: gelijk aan de normen Groot waren in de afgelopen periode op de Zeeuwse veilingen de aanvoeren van peren. In ver gelijking met deze fruitsoort namen de appels een minderheidspositie in, hoewel in het eind van de vorige week de aanvoer van Cox's Orange Pippin toch groter ging worden. Wat de peren betreft waren Beurré Hardy en Triomphe de Vienne de belangrijkste rassen. Voor al Beurré Hardy was in grote hoeveelheden te koop. De oogst van dit ras is wel kleiner dan normaal maar het areaal is groot en hierdoor komt er toch een ruim kwantum aan de veilingen in deze weken, mede omdat elke teler maar graag zo snel mogelijk ruimt omdat de prijs redelijk is. De grote maten van dit ras werden verkocht tegen prijzen van 58 tot 61 cent per kg. De middel maat deed tussen 50 en 52 cent en de kleine maat werd regelmatig verkocht voor 45 tot 50 cent per kg. Triomphe de Vienne steeg aanvankelijk voor de grote en middelmaat tot tegen 60 cent per kg maar later in de week volgde een daling tot rond en iets boven 50 cent per kg. De zeer hoge tempe die vrogr voor „rood-labl" partijen golden. Aatihan* gende grond: 1 Rot: deze norm blijft zoals die voor de plombering van hogere klassen geldt. In de nieuwe klasse C worden nu ook voor eert deel de „rood-label" partijen ondergebracht. Een par tij in de klasse C kan dus een te velde en/of in die nacontrole goedgekeurde S, SE, E, A of B zijn, maar vanwege knolgebreken (bijv. schurft) in de C-klasse zijn gekomen. Het kan natuurlijk ook een C zijn die te velde of in de nacontrole als een C is gekeurd. Indien de verbruiker van dit pootgoed er prijs op stelt te weten met welke C hij te maken heeft, dan is het vaak wel mogelijk hier achter te komen bij' de keuringsdienst die de plombering verzorgde. ••w In elk geval kan men als koper verlangen dat op de koopbevestiging wordt vermeld op welke C en welk telersnummer deze koop betrekking heeft, bijv. „Klasse C, telersnummers 101, te velde goedgekeurd in de klasse E". raturen waren daaraan niet vreemd. Het fruit rijpt in een snel tempo en vooral bij de Triomphe waren er eind vorige week al verschillende rijpe partijen. Dat gold trouwens ook voor Beurré Lebrun. Dit ras was aanvankelijk opgelopen tot 28 a 29 cent per kg voor de grote en middelmaat. Later volgde een da ling tot 22 a 25 cent per kg. Rijpe partijen Bon Chretien William werden ver kocht voor plm. 15 cent per kg voor de grote en middelmaat en de kleine maat ging naar de fabriek voor 3 cent per kg toen vorige week donderdag de pereninterventie voorbij was. Beurré de Merode neemt op sommige Zeeuwse bedrijven ook nog een belangrijke plaats in. De grote maat noteerde rond 50 cent per kg en de kleine en middelmaat rond 35 cent. Clapps Favorite steeg aanvankelijk tot rond en zelfs iets boven 40 cent per kg maar in het eind van de vorige week werden er van dit ras weinig goede partijen meer aangeboden op de Zeeuwse veilingen. (Zie verder pag. 16) RUIM AANBOD VAN GOEDE PEREN IN ZEELAND

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 7