Gescharrel met konsumptie-melkprijs prijsverhoging en prijs stop Het melkvee in de herfst ii Koude, vocht en een afwijkende samenstelling of smaak van het gras hebben een ongunstige invloed op de voeropname, de produktie en konditie van het melkvee. Bij een productiedaling, vooral in de 2e helft van de laktatieperiode, is het bijzonder moeilijk de koeien weer op de melk te krijgen. Ook de gezondheid van de dieren kan onder deze omstandigheden sterk te lijden hebben. De bevruchtingsresultaten laten dan dikwijls te wen sen over. Van koeien, die bij de eerste inseminatie of dekking niet drachtig worden, zal de kalfdatum dan naar het voorjaar verschuiven. Bij ongunstige weersomstandigheden treedt ge makkelijk diarree op bij het melkvee. Dit kan een gevolg zijn van kopergebrek. In deze tijd van het jaar is het gevaar voor kop- ziekte eveneens aanwezig. Om verliezen aan pro duktie, konditie of vee zoveel mogelijk te beperken, is bijvoeen en een droge ligplaats een eerste ver eiste. Met de konsumptiemelkprijs gaat het niet goed. Op 1 april jL liep het zuivelfonds af, waardoor de regeling door het Produktschap voor Zuivel van de konsumptiemelkprijs tevens verviel. De be doeling van het zuivelfonds was de konsumptie- melker een prijs voor zijn melk te geven die over eenkwam, of zelfs gemiddeld iets beter was, dan die voor andere bestemmingen. De redenering die hier achter stak is nog geldig. Het komt n.l. de afzet van de konsumptiemelk niet ten goede als de prijs sterk wisselt. Daar de industriewaar- de van de melk gedurende het jaar aan sterke schommelingen onderhevig is, zal de konsumptie melkprijs dus een gedeelte van het jaar meer en een ander gedeelte van het jaar (de winter) min der op brengen dan de industriewaarde. Het zui velfonds zorgde voor de juiste prijsstellingen, zo dat de opbrengst juist werd verdeeld. INVLOED VAN E.E.g. Doordat in de melkverordening van de Euro pese Gemeenschap is bepaald dat geen overdracht van gelden van de konsumptiemelksektor naar de industriesektor mag plaats vinden moest deze regel worden beëindigd. De lidstaten dienen de konsumptiemelkprijs zodanig vast te stellen dat deze voor de boer niet meer dan 2 DM per 100 kg. boven de industrie- melk uitkomt. Vroeger werd ook reeds over zgn. verreken- prijs met de Minister van Economische Zaken overleg gepleegd. Immers uit de verrekeningen werd de straatprijs afgeleid en deze viel onder de kompetentie van de Minister van Economische Zaken. De grote invloed die de melkprijs heeft op de kosten van levensonderhoud is daarbij wel de voornaamste faktor, maar ook het beleid inzake de distributiekosten enz. vallen onder dit Ministe rie. Per 1 april moest dus een staatsprijs voor de F. A. VAN GTLST Consulentschap akkerbouw en Rundveehouderij Goes SAMENSTELLING WEIDEGRAS In de herfst heeft het weidegras, vooral onder natte omstandigheden, een minder goede samen stelling. Na veel regen kan het droge stofgehalte van het gras sterk dalen, soms zelfs tot 10 Dit is de helft van de normale waarde van 20 De koeien kunnen dan onvoldoende droge stof uit gras opnemen. Gemiddeld heeft een koe 15 kg dróge stof per dag nodig, dit komt overeen met 75 kg weidegras met 20 droge stof. Daalt het droge stofgehalte tot 10 dan zou een koe 150 kg nat gras op moeten eten voor de benodigde 15 kg droge stof. Dit js echter onmogelijk. Aan de droge stof behoef te is dan niet voldaan. Niet alleen het vochtgehalte, maar ook de sma kelijkheid van het gras is van invloed op de droge stofopname. Op percelen met een wat dichte, viltige zode kan, vooral bij vochtig en broeierig weer, het gras muf melk worden vastgesteld. De onderhandelingen hierover worden namens het bedrijfsleven gevoerd door het Produktschap voor Zuivel. Begrijpelijk omdat het heus niet alleen over de boerenprijs gaat. Nu een andere werkwijze moest worden ge volgd is het enigszins te begrijpen dat deze onder handelingen langer duurden dan gewoonlijk. Ook werden de berekeningswijze en de kostenfakto- ren alle in deze besprekingen betrokken. Nadat de konsumptiemelkbedrijven hun zienswijze, die gebaseerd was op de huns inziens te verwacht' ten industriewaarde, afzonderlijk hadden ken baar gemaakt, kwam het Produktschap voor Zui vel tot een prijsverhoging van 3^4 ct. op de jaar basis. Door het Ministerie van Economische Za ken is dit cijfer niet serieus bestreden. Waarom is deze prijsverhoging dan niet inge voerd? Wel, intussen was er veel rumoer ontstaan om allerlei andere prijsverhogingen als gevolg van de BTW, en besloot de regering een prijs - stop in te voeren. Zowel het Produktschap voor Zuivel als ook het Landbouwschap waren van mening dat deze prijsstop beslist niet op de konsumptiemelk be trekking kon hebben. Immers de prijs van kon sumptiemelk is nooit vrij geweest. Er is ook nooit een autonome prijsverhoging geweest. Zou er dan ook op 1 april overeenstemming met het Ministerie van Economische Zaken zijn bereikt dan was deze overeenstemming door de prijsstop - regels ook niet ongedaan gemaakt. De reden van deze verhoging zou dan immers aan de Minister volkomen duidelijk zijn. Hij was er zelf mee ak koord gegaan! De regering besliste echter an ders. Ten onrechte werden de in de nrijsstop ge noemde regels ook op melk toegepast, zodat geen verhoging werd toegestaan. Zelfs werd er als mo tief aangevoerd dat nieuwere toepassing van de regels van de zuivelverordening van de Euro pese Gemeenschap tot verlaging zou kunnen lei den. Deze redenering leidt echter mijns inziens tot de konklusie, dat de prijs van de konsumptiemelk zou moeten voorblijven om de voorziening zeker te stellen ook als de industriewaarde de komende weken of maanden mocht oplopen. Wij komen zijn. De koeien vinden het minder smakelijk a* zullen hiervan onvoldoende opnemen. Bij dergelijke weersomstandigheden is het gra» nogai eens aangetast door roest, wat zichtbaar i» door die gele en bruine plekken in het weiland- Vooral de sporen van deze schimmels leveren ge vaar op voor de gezondheid van bet vee. Zij kun nen gemakkellijk aanleiding geven tot verwerpen. Najaarsgras bevat wel voldoende eiwit, maar de zetmeelwaarde is doorgaans laag. Tevens is het arm aan ruwe celstof en gemakkelijk opneembar© koolhydraten. Wat de mineralen betreft is het Se~ halte aan magnesium en koper doorgaans laag en vooral het magnesium is moeilijk opneembaar. Kop- ziekte en diarree kunnen hiervan het gevolg zijn- In een droge en zonnige herft vallen de hier ge schetste bezwaren gelukkig erg mee. BIJVOEREN De afwijkende samenstelling van het gras. voor al het lage ruwe celstofgehalte, kan de penswer king ernstig verstoren. Bijvoeren van hooi of stro zal in dit geval gunstig werken. Krijgen de koeien deze produkten niet, dan zullen ze trachten 't ruige gras en riet langs de slootkanten af te eten. Het bijvoeren van 5 a 7 kg aardappelen of 10 a 15 kg suikerbietenkoppen en -blad per koe per dag kan in de meeste gevallen in het tekort aan zetmeel waarde voorzien. De aardappelen mogen niet te veel rotte knollen of grond bevatten. Zijn deze ruwvoerprodukten niet beschikbaar, dan kan men 1 a 2 kg droge pulp of weidekoek voeren. Het optreden van kopziekte kan men voorko men door iedere koe dagelijks één kg anti kopziek- tekoek te voeren. Bij kopergebrek de koeien 1 a 2 reepjes koper- houdende sporenkoek per dag geven. OPSTALLEN Een koe verdraagt nattigheid zeer slecht, in te genstelling tot droge kou. Is er op het weiland geen droge ligplaats, dan zal men de melkkoeien op moeten stallen. Ligt het weiland dicht by de boerderij, dan kan men in de meeste gevallen vol staan met alleen 's nachts opstallen. Bij mooi weer kunnen de koeien overdag naar buiten om gras te eten. Het bijvoeren kan dan op stal plaats vinden. Het voer wordt niet vuil en we hebben de mogelijkheid om het voer beter te ver delen, zodat iedere koe aan haar trekken komt. Beschadigingen van het weiland door voerresten of wielsporen worden dan bovendien vermeden Vooral voor de pas gekalfde koeien is het van be lang dat ze tijdig opgestald worden. Het houdt echter niet in dat het overige vee niet gunstig zal reageren op tijdig opstallen en een betere voeding. Dit. alles brengt kosten en arbeid met zich mee. De betere handhaving van produktie, konditie en gezondheid van het vee tijdens de herfst en gedu rende de daaropvolgende winter zal deze extra zorg meestal Ruimschoots belonen! Ir. C S. KNOTTNERUS. K. N. L. C dus tot een steeds wisselende straatprijs en dit is geen goede situaie. OPPORTUNISTISCH BELEID Het is mij overigens duidelijk dat de hele prijsvaststelling van konsumptiemelk van de af gelopen maanden niet is ingegeven door enige principiële instelling ten opzichte van de wijze van berekening, of de waarborg van een regel matige voorziening. Ze is zuiver opportunistisch geweest. De regering kan een stijging van de kosten van levensonderhoud niet verdragen -noch een aderlating van de schatkist. De drei ging dat een te sterke stijging van de kosten van levensonderhoud zal leiden tot loonsverhogingen die onze nationale ekonomie in gevaar brengen is te groot. Dus moeten de boeren maar minder ontvangen. Zij zullen toch wel blijven leveren, immers de industriewaarde is nog lager! M i. geeft deze redenering de boer de vrijheid bij stijgende industriewaarde de melk ook deze andere bestemming te geven. Dat zal wel weer niet naar de zin zijn van de overheid, maar het wil mij voorkomen dat hier niets anders opzit. Wanneer men de voorziening met konsumptie melk van de Nederlandse bevolking zeker wil stel len dan moet deze melk minstens hetzelfde opbren gen als zij dat bij andere bestemmingen zou doen. ONDERHANDELINGEN AFSLUITEN Als wij dan al te grote prijsschommelingen wil len vermijden dan is het noodzakelijk dat hier over afspraken worden gemaakt over langere perioden, bijvoorbeeld een jaar. Wij hebben, dunkt mij, getoond als veehouder dat wij dit willen. Wij kunnen ons er ook aan houden. Wij verwachten, dat ook de overheid zich aan zijn verplichtingen houdt. Het huidige ge scharrel met de melkprijs ondergraaft deze ver handelingen over een nieuw akkoord worden wachtingen. Het is de hoogste tijd dat de onder afgesloten. Dit akkoord zal klaar moeten zijn voordat de industriewaarde van de melk teveel oploopt. Dit is een groot veehoudersbelang. Het voorkomt n.l. te grote prijsschommelingen. Maar het is ook een groot nationaal belang. Het voor komt n.l. een grote stijging in de kosten van le vensonderhoud waarvoor de regering zo beducht is.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 11