Bestrijding wormziekten
bij rundvee
en schapen
Provinciale fokvarkensdag
in Goes
10
Stichting Gezondheidsdienst
voor Dieren in Zeeland
te Goes
Waarschuw tijdig Uw die
renarts of vraag bij de Ge
zondheidsdienst voor Dieren,
of bij de bedrijfsvoorlichter
van deze dienst, verzendma-
teriaal aan voor het opzenden
van VERSE MESTMONSTERS
voor nader onderzoek, die U
zelft kunt nemen.
Negatief mestonderzoek
sluit een infectie niet uit, een
tweede onderzoek is dan ge
wenst.
Het resultaat van het mest
onderzoek en het onderzoek
van Uw dieren door Uw die
renarts tesamen zullen uitwij
zen of en zo ja welke behan
deling aangewezen is.
LEVERBOT
MAAGDARMWORMEN
LONGWORMEN
RUNDVEE
LEVERBOTTEN. De schade door deze wormen al
leen jaarlijks in Nederland veroorzaakt bedraagt meer
dan 125.000.000,De verschijnselen zijn zelden
alarmerend en daarom zeer bedrieglijk: verminderde
melkgift, vermageren en minder in conditie, gerin
gere eetliist, iets slapper in de mest, in uitzonderings
gevallen acute sterfte.
Leverbotten zijn platte wormen welke leven in de
galgangen van de lever en deze ernstig beschadigen
(pijplevers). De botten leggen eieren, die met de mest
naar buiten komen. Hieruit ontwikkelen zich na enige
tijd, bij gunstige klimatologische omstandigheden,
trilhaarlarven, die zwemmend een leverbotslakje bin
nendringen. In de slak treedt een ontwikkeling op
die minimaal 67 weken duurt. De uit de slak
komende organismen hechten zich aan het gras en
worden door het vee al grazende opgenomen.
De opname begint, globaal gesproken, vanaf 1
augustus; maar ook eerder is dit mogelijk. Ze boren
zich door de darmwand heen en dringen de lever
binnen, trekken door het leverweefsel naar de gal
gangen waar ze uitgroeien tot volwassen botten die
eieren gaan leggen. De ontwikkeling in het rund duurt
3 k 4 maanden.
De zich door het leverweefsel borende larven,
alsook de volwassen botten in de galgangen (pijp-
lever) benadelen een goede leverfunctie, hetgeen tot
gevolg heeft: mindere ontwikkeling en groei, mindere
melkgift, mindere conditie, minder eten, te slappe
mest.
Is het bedrijf besmet (hetgeen kan bliiken uit mest
onderzoek of slachthuisbevindingen) dan is behan
deling der dieren gedurende de stalperiode noodzake
lijk.
Het advies is: behandel de dieren: 1. begin stal
periode; 2. in januari; 3. einde staltijd.
Behandeling 2 kan in minder ernstige gevallen
overgeslagen worden. Het infectiegevaar is vooral
groot in de herfst, en zeker dit jaar gezien de grote
regenval in augustus. Weidt de runderen in de na
zomer en herfst bij voorkeur niet op lage, slecht ge
draineerde percelen
In de herfst aangekochte jonge dieren kunnen be
smet zijn met leverbotten. Een behandeling al dan
niet na voorafgaand mestonderzoek achten wij ver
standig.
MAAGDARMWORMEN. Deze wormen leven in het
maagdarmkanaal van de runderen. De door deze wor
men gelegde eieren komen met de mest naar buiten.
De uit de eieren gekomen larven worden tijdens het
grazen opgenomen en groeien in ongeveer 3 weken
in het maagdarmkanaal uit tot volwassen eiprodu-
cerende wormen. De volwassen wormen beschadigen
de maagdarmwand, waardoor de vertering van het
voedsel gestoord raakt.
Een warme periode gevolgd door regen geeft op
timale kansen voor massaal uitbreken van maagdarm-
wormbesmetting. Een besmetting met deze wormen
is vooral voor kalveren nadelig. Besmette dieren blij
ven in groei en ontwikkeling achter, zitten ruig in
het haar, de mest is te slap en minder eetlust.
AdviesEen herhaalde behandeling eventueel om
de 6 a 8 weken tot direct na het opstallen in de herfst
èn het zo mogelijk brengen, na een behandeling, op
een voordien gemaaide weide om opnieuw zware be
smetting te voorkomen is de aangewezen weg.
LONGWORMEN. Deze wormen leven in de lucht-
pijpjes van de longen. Ook hier is het vooral het
jongvee dat van deze besmetting het meeste nadeel
ondervindt. Deze wormen leggen eieren, welke wor
den opgehoest en doorgeslikt. Uit het ei komt, vaak
reeds in het rund, een larve die vervolgens met de
mest naar buiten komt. In de mest zijn de eieren en
larven aantoonbaar.
Het grazende rund neemt met het gras de larven
op. Deze boren zich tot in de bloedvaten van de
darmwand en worden met de bloedstroom naar de
longen gevoerd waar ze de bloedvaten verlaten en
door het longweefsel naar de luchtpijpen trekken
waar ze uitgroeien tot volwassen wormen. De duur
van een en ander is 3 k 4 weken.
De door het longweefsel kruipende larven bescha
digen het weefsel, hetgeen zich uit in kortademig
heid, lusteloosheid en hoesten. Vaak ontstaat een
min of meer ernstige longontsteking.
De wormen in de luchtpijpen kunnen deze ver
stoppen en het omliggende weefsel doen ontsteken,
waarbij dezelfde verschijnselen optreden bi} een vaak
duidelijk ziek dier. De verschijnselen zijn duidelijk
waarneembaar na opjagen der dieren.
Kalveren, welke flink besmet zijn, opstallen in een
frisse stal en laten behandelen door uw dierenarts.
Niet van de grond af voeren. Op longwormbedrijven
verdient de voorbehoedende enting sterke aanbeve
ling.
Het vinden van wormeieren in de mest, en bij
longworm ook larven, bewijst dat volwassen wormen
in het dier aanwezig zijn. In de mest vinden we geen
wormeieren in het begin van een besmetting; dus
wanneer de larven nog niet zijn uitgegroeid tot vol-
wassen wormen. Toch kunnen de dieren dan al ziekte
verschijnselen tonen.
Op vrijdag 29 augustus hield het Varkensstam
boek voor Zeeland haar jaarlijkse fokvarkensdag.
Traditiegetrouw vond deze fokvarkensdag plaats
op de Grote Markt te Goes. Het oude stadhuis,
momenteel in de steigers wegens restauratiewerk
zaamheden en de andere, meest in voorgaande
eeuwen opgetrokken gebouwen maken van de
Grote Markt een sfeervolle plaats voor deze ten
toonstelling. Waren voor en tijdens het klaarma
ken van de Grote Markt de regenbuien niet van
de lucht, tijdens de keuringen bleef het droog
en af on toe liet de zon zich tussen de wolken
door zien.
Dat de varkenshouderij de laatste jaren, ook in
Zeeland, steeds meer in belangstelling komt bleek
wel uit de talrijke aanwezigen. Vooral geïnteres
seerde fokkers, waaronder velen van buiten de
provincie, verschillende mesters maar ook diverse
belangstellende akkerbouwers waren aanwezig.
De kwaliteit van de aangevoerde dieren was
goed. Volgens de jury, die bestond uit inspecteurs
van de diverse Varkensstamboeken, waren de man
lijke fokdieren in vergelijking tot vorig jaar aan
merkelijk beter.
SCHAPEN
LEVERBOT. Bij het schaap komen meer dan bij het
rund gevallen voor "an acute dood. De dieren sneu
velen als er grote aantallen jonge botten de lever
binnendringen. Bij de meeste optredende chronische
gevallen zijn de verschijnselen als volgt: vermageren,
grauwe kleur van de wol, ze blijven achter in de
kudde, terwijl ze minder grazen. De mest Is niet af
wijkend.
Daar er dit jaar op besmette bedrijven (lage weid^
veel slakken zijn, die voor een zeer groot percen
tage reeds in juli het volwassen tussenstadia bevat
ten, kan op dergelijke bedrijven gevaar ontstaan voor
acute sterfte.
Advies: geef de schapen nu reeds een eerste behan
deling met een leverbotmiddel en herhaal de behan*
deling om de 46 weken, waarbij de laatste behan*
deling begin mei gegeven wordt.
Schapen die alleen in de winter op besmet terrein
lopen, krijgen de eerste behandeling 3 maanden na»
dat de dieren op besmet terrein gebracht zijn.
Afhankelijk van de besmetting de behandeling her
halen iedere 46 weken (uitgezonderd hoogdrach»
tige dieren en vers afgelammerde dieren). Een laat*
ste behandeling 3 4 maanden nadat de schapen
van de besmette weide zijn verwijderd is noodzake
lijk.
MAAGDARMWORMEN. De situatie is anders da»
bij de runderen omdat oudere schapen ook nog we)
eens last van maagdarmworminfecties hebben. Vee
schijnselen: vermageren, grauwe wol, suf, niet eten,
dunne mest.
Advies: behandel lammeren iedere 4 weken, te be*
ginnen als de dieren gaan grazen, tot de leeftijd va»
1 jaar. Ooien: omstreeks het werpen, enkele weke»
voor het dekken als de conditie onvoldoende is. Ram:
enkele weken voor het dekken. Verder ieder dier dat
ziek of mager is, of wel dunne mest heeft.
LONGWORMEN. De verschijnselen treden op i»
voorzomer, herfst en winter, namelijk hoesten, slij»
mige-etterige neusuitvloei, mindere eetlust en ver
magering. Een inspuiting door uw dierenarts is <h
beste behandeling. Daarnaast een goede voeding.
Evenals voor het rund geldt ook voor het schaap
dat leverbot, maagdarmworm en longworm vaak
samen gaan.
Varkensstamboek voor Zeeland
C. W. M. BACKX
Deze constatering is bijzonder verheugend, im
mers de beer is meer dan de halve varkensstapel.
Wat de kwaliteit van het vrouwelijk materiaal be
treft was de jury van mening dat er in vergelijking
tot vorig jaar een vooruitgang was te constateren
in de ontwikkeling van de dieren. Een bemerking
werd echter gemaakt op de stand en de sterkte
van het beenwerk. Het type, bespiering in de bo
venbouw, alsmede de ruimte en vulling van het
achterstel was in het algemeen goed. Bij de selec
tie zullen we dus nog meer aandacht moeten schen
ken aan het beenwerk, waarbij we de bespiering
en de ontwikkeling echter niet uit het oog mogen
verliezen.
Voordat overgegaan wordt tot het omschrijven
van de belangrijkste uitslagen, noemen we eerst
nog de demonstratie van slachtvarkens. Hierdoor
werd het inzicht verhelderd in de huidige eisen,
die aan slachtvarkens worden gesteld. De aan deze
demonstratie gekoppelde wedstrijd genoot een
goede belangstelling. Het hoogste aantal punten
behaalden achtereenvolgens de heren: P. H. Slots,
Baexem; W. A. Kuyper, Ouwerkerk en C. Menu,
Goes.
DE CONSUMPTIEMELKPRIJS
Het is weliswaar verheugend dat thans einde
lijk een nieuwe vaststelling van de consumptie-
melkprijs in zicht is, maar het is zeer onbevredi
gend dat niet bekend gemaakt wordt op welke
gronden de overheid slechts een bepaald gedeelte
van de noodzakelijke prijsverhoging toestaat. Het
zou teleurstellend zijn, als de prijsverhoging zich
inderdaad overeenkomstig de thans bekende ge
gevens zou beperken tot 1 cent per liter. Met dit
standpunt van de hoofdafdeling Veehouderij heeft
het bestuur van het Landbouwschap zich verenigd.
Indien de overheid tot prijsverhoging met een
cent heeft besloten, zal spoedig daarna een tweede
verhoging dringend noodzakelijk zijn om de op
brengst van de consumptiemelk op zijn minst ge
lijke tred te laten houden met de opbrengst van
de industriemelk en om de voorziening met con
sumptiemelk veilig te stellen.
Per 1 april 1969 is het verrekenprijsstelsel voor
consumptiemelk vervallen, omdat prijs verevening
met de industriemelk volgens de EEG-zuivelver-
ordening niet langer toelaatbaar was. In februari
richtten de bij de consumptiemelkvoorzienmg
betrokken organisaties zich al tot de minister van
Economische Zaken over de prijsstelling van con
sumptiemelk na 1 april 1969. Het Produktschap
voor Zuivel adviseerde de minister desgevraagd
op 9 april de consumptiemelkprijs te verhogen
met 3,25 cent per liter, hetgeen in etappes ver
wezenlijkt zou kunnen worden bij voorbeeld doof
onderscheid te maken tussen zomer- en winter -
prijs.
Sindsdien hebben Landbouwschap en zuivelbe
drijfsleven bij herhaling aangedrongen op vast
stelling van een hogere consumptiemelkprijs da»
de prijs die voor 1 april 1969 gold. De overheid
stelde de beslissing echter steeds uit in het kadef
van de algemene prijsstop die op 8 april inging.
Het gevolg daarvan is niet alleen dat de prijs dié
de boer voor de melk ontvangt nadelig wordt be-
invloed, maar ook dat een regelmatige consumptie-
melkvoorziening met name in de winterperiode
in gevaar kan worden gebracht.