LANDBOUWSCHAP
Veranderingen bij de zaaizaadontsmetting
van granen
VAN HET
Planologie is levendig en mobiel
tuinder er zoveel hebben geïnvesteerd. Bij
deze formulering kijken zij wel uit om veel
geld in hun bedrijf te steken.
TE DESKUNDIG?
f)E landbouw is door het opereren van
het Landbouwschap, de gewestelijke
raden in samenwerking met de grond- en
pachtbureaus van de landbouworganisaties
een faktor geworden waarmee de plannen
makers rekening moeten houden. Het valt
zelfs te constateren dat soms de funktionaris-
sen van de overheid de vertegenwoordigers
van de landbouw zo langzamerhand te des
kundig vinden op het planologische terrein.
Het gevolg is dat men dan probeert de land
bouw wat op een afstand te houden.
„Men begint plannen op te zetten", zegt de
heer Tuynman, „zonder de landbouw er van
af het begin bij te betrekken. Slechts in een
enkele provincie blijkt men vanaf het eerste
stadium met de landbouw te willen spreken.
Elders tracht men zoveel mogelijk de zaak
afgerond op papier te zetten. Zo'n plan gaat
dan zijn eigen weg en er kan niet veel meer
aan veranderd worden.
INSPRAAK
jT\E veelgevraagde inspraak zal ook hier
niet overbodig zijn en de commissie
Planologie heeft bijgevolg een uiterst demo
cratische taak te vervullen.
„De planologie werkt op een ontzaglijk
breed terrein en heeft aanrakingspunten met
alle facetten van de maatschappij. Dat ver
ruimt de blik en maakt, dat je als landbouw
oog krijgt voor de behoeften van andere groe
peringen", aldus de heer Tuynman. „Dat
neemt niet weg dat de commissie Planologie
terdege op haar stuk staat als er landbouw
belangen in het geding zijn. En door het blote
feit dat wij tegenspel leveren komt men vaak
op de redelijke oplossing uit".
A. VAN DIJK.
afd. Voorlichting Landbouwschap.
EIET boeiende van dit werk is afge-
9911 zien van het feit dat er leuke mensen
in de commissie zitten de geweldige veel
zijdigheid. De commissie Planologie is dan
ook een heel levendige commissie, doordat de
planologie zo bijzonder levendig en mobiel
is". Zo spreekt de heer ir. D. S. Tuynman
over de commissie Planologie van het Land
bouwschap waarvan hij sinds 1 januari 1969
voorzitter is. Dit getuigt van het enthousias
me waarmee hij zijn werk verricht, terzijde
gestaan door de secretaris van de commissie
Planologie, drs. D. H. Franssens.
De oppervlakte van Nederland is niet groot,
maar er moet erg veel op gebeuren: wonen,
werken, verkeer, industrie, landbouw en
recreatie, al deze menselijke aktiviteiten heb
ben ruimte nodig. Het gaat er nu maar om
de ruimte die er is zo eerlijk mogelijk te ver
delen en op dat punt, als de plannenmakers
in ons land het potlood op de landkaart zet
ten om aan te geven wat ieders deel van de
koek is, botsen de meningen.
NIET AAN MORRELEN
r\AARMEE zijn we dan midden in de pro-
U blemen waarmee de commissie Plano
logie te maken heeft. In de eerste plaats moet
ervoor gezorgd worden dat land- en tuin
bouw niet tekort komen bij die verdeling en
als er eenmaal is vastgelegd in een bestem
mingsplan of een streekplan waar de land
bouw zich kan ontplooien, dan moet daar
naderhand niet aan gemorreld worden.
Maar: „Niets is tijdelijker dan een streek
plan", merkt de heer Tuynman op. En hij
wijst erop dat het planologische beleid, dat
zo aardig uitgestippeld leek in de tweede nota
over de ruimtelijke ordening, heel sterk een
opportunistisch karakter dreigt te krijgen.
Natuurlijk kan de ontwikkeling van een
streek niet voor alle eeuwigheid worden
voorzien en vastgelegd. Maar herhaaldelijk
wijzigen van de bestemming die de grond
heeft gekregen, is toch wel het andere uiter
ste en verhindert het goed funktioneren van
de landbouw.
Men ziet dan immers voorbij aan de „in
terne planologiedie de moderne land- en
tuinbouw steeds meer moeten toepassen. De
agrarische bedrijfstak moet verder vooruit
zien dan de eerstvolgende oogst, plannen ma
ken voor de toekomst, investeren om bij de
tijd te blijven.
BELEMMERINGEN
/"YP dit bij de tijd blijven heeft elk ge-
rucht van planologische belemmerin
gen die in de maak zouden zijn al een ver
lammende invloed. Laat staan werkelijke be
lemmeringen. Boeren en tuinders die derge
lijke belemmeringen verwachten zijn ge
neigd om het bedrijf maar zoetjesaan te laten
draaien in afwachting van de dingen die ko
men gaan en dat doet hun bedrijven geen
goed.
Het kan immers tientallen jaren duren eer
agrarische grond die een andere bestemming
in een plan heeft gekregen, ook inderdaad
aan het agrarische gebruik wordt onttrokken.
Dat betekent, dat soms een b oer eng ener atie
nog een behoorlijk bestaan zou kunnen heb
ben op een bedrüf dat tezijnertijd dient te
verdwijnen.
TIJDSLIMIET
f'/AN dat tezijnertijdzouden we af moe-
ten. Boer en tuinder moeten weten
waar zij aan toe zijn en de heer Tuynman zou
graag zien dat er een tijdslimiet werd gesteld
waarin de boer onbedreigd kan werken.
Een onaangename aanduiding in een
streek- of bestemmingsplan is: „Beperkt
agrarisch gebruik". Daar zit bij de plannen
makers vaak de gedachte achter: We kunnen
dat gebied nog weleènsvoor iets anders nodig
hebben en dan is het gunstig als we niet zo
veel hoeven te vergoeden doordat boer of
(Vervolg van pagina 6.)
ALORIN
Aarin Stuifpoeder 25 Agro-Aldrin Stuifpoe-
der 25 Aseptaldrin 25 poeder; Brabant Aldrin
25 stuif; Denka Aldrin 25 stuif; Duphar Al
drin Stuif 25 Jebodral Stuifpoeder 25 Liro
Aldrin Stuifpoeder 25 Luxan Aldrin 25
strooipoeder; Shell Aldrin Stuifpoeder 25
HEPTACHLOOR
AAheptan Stuifpoeder 25 Brabant Hepta-
chloor 25 stuif; Heptachloor 25 poeder Uni-
tas; Jebohepta poeder 25
DIELDRIN
Liro Dieldrin vloeibaar voor zaadbehandeling.
Behalve produkten die alleen een insekticide be
vatten zyn er ook combinaties van een insekticide
met kwik of thiram op de markt. Voor deze pro
dukten geldt eveneens een verbod voor toepassing
op zaaigranen.
Zaalzaadontsmettingsmiddelen die NIET meer mo
gen worden gebruikt, omdat ze tevens aldrin, diel
drin of heptachloor bevatten (toelating ingetrok
ken).
AAgranal (kwik -f aldrin); AAgradin (kwik -t-
dieldrin); Shell zaadontsmetter DK (kwik -f- diel
drin); AAbichloor-droog (kwik heptachloor);
AAchloram (thiram 4- heptachloor); AAtidrin
(thiram aldrin); Luxan TMTD/Aldrin Zaadont
smetter (thiram aldrin); Shell Aldrin/TMTD
stuifpoeder (thiram aldrin). Dit laatste middel
behoudt de toelating voor gebruik op zaaizaad van
bieten.
Het enige insekticide dat momenteel nog is toe
gelaten voor gebruik op zaaizaad van granen is
lindaan. Lindaan moet steeds kort voor het zaaien
van het graan worden toegepast, omdat anders ge
makkelijk kiembeschadiging kan optreden.
De volgende merken zijn in de handel: AAritna,
Brabant Lindagerm 20 lindaan, Duphar Lindaan
Zaadbehandeling, Luxan Lindaan 20
Gecombineerde produkten van lindaan met een
kwikverbinding zijn er niet. Wel bestaan combina
ties van lindaan met thiram voor toepassing op
rogge, namelijk AAtirit en Luxan TMTD - lindaan
zaadontsmetter.
Zaaizaadontsmettingsmiddelen (methylkwikverbin-
di: gen) die NIET meer mogen worden gebruikt op
granen, uitgezonderd op zaaigranen bestemd voor
vermeerderingsdoeleinden (toelating gewijzigd).
AAbiton-vloeibaar; Cere wet; Duphar vloeibare
droogontsmetter B (allen nog aanbevolen voor bie
ten en vlas); Panogen (bieten, vlas, koolzaad en
groenten); AAgrano-droog (vlas); Duphar Droog
ontsmetter (vlas, koolzaad en peen); AAgranal-
vloeibaar (bieten); AAgrano-S: Fertix-85 vloei
baar; AAgraton.
Van de kwikbevattende zaaizaadontsmettings
middelen zijn alleen de zogenaamde methylkwik-
verbindingen voor toepassing op granen verboden.
Het zijn de voor vogels meest giftige kwikverbin
dingen, maar landbouwkundig gezien ook de best
werkende. Dit is de reden dat de methylkwikver-
bindingen vooralsnog niet worden verboden voor
gebruik op graan dat bestemd is voor vermeerde
ringsdoeleinden (±5% van het areaal graan).
Kwikbevattende zaaizaadontsmettingsmiddelen die
nog WEL op granen mogen worden gebruikt (toe
lating ongewijzigd).
Germisan-Nat; CJermisan-Droog; Aseptasan; Ce-
resan-Nieuw: Jebosan-Droog; Orga-Abavit.
Voor de praktijk blijven er dus voor de zaaizaad
ontsmetting van granen nog voldoende kwikbevat
tende middelen over. Met uitzondering van Germi
san-Nat zijn het echter alle „poedervormige droog-
ontsmetters". Zij kunnen worden toegepast in een
ontsmettingstrommel of in een continu-werkende
machine. Niet iedere ontsmettingsmachine is ech
ter geschikt of gemakkelijk geschikt te maken voor
verwerking van poedervormige middelen. In de
praktijk zal daarom de uitvoering van de ontsmet
ting voorlopig nog wel enige moeilijkheden opleve
ren.
Germisan-Nat, dat nog maar weinig wordt ge
bruikt, is een natontsmetter. Het zaad moet na be
handeling worden teruggedroogd. Dit middel kan
niet worden verwerkt in ontsmettingsmachines voor
„vloeibare droogontsmetters".