Ernstige situatie in akkerbouw en fruitteelt
Nationale maatregelen dringend noodzakelijk
Hoe te handelen
als de pachter
komt te overlijden t
Deze week
(Vervolg van pagina 1.)
De situatie bij de lucernedrogerijen is verontrus
tend; teneinde enige verbetering voor deze sector
te bewerkstelligen, blijft het bestuur op het stand
punt staan eerst de zo noodzakelijke toeslag per
hectare toe te kennen.
AARDAPPELEN
DE vooruitzichten van de aardappels worden
op dit moment als vrij gunstig beoordeeld,
ook wat de prijsvorming betreft.
Er moet echter worden gewaarschuwd tegen
speculatie, omdat o.a. in midden-Europa grote hoe
veelheden worden verbouwd die in jaren met lage
prijzen in hoofdzaak hun bestemming vinden als
veevoeder, doch bij betere prijzen meer als con
sumptieaardappels worden verkocht.
TUINBOUW
IYE heer P. J. J. Dekker kon in zijn overzicht
U ervan gewag maken dat de groenteteeltsec
tor bevredigende prijzen te zien geeft zoals voor
diverse herfstgroenten, als bijvoorbeeld bonen, ro
de en witte kool. Ook de vraag naar sla is groot,
hetgeen bij een beperkt aanbod van natuursla
leidt tot goede prijzen.
De tomatenprijs was tijdelijk laag, met veel door
draai, doch thans is mede door een afnemend aan
bod het prijspeil weer redelijk. Men verwacht nog
een vrij grote aanvoer van natuurtomaten.
De aanvoer van komkommers is sterk terugge
lopen; het prijspeil is vrij goed.
De vraag naar uien is goed, terwijl vele partijen
geëxporteerd worden. In ons land is de uienoogst
goed en ook de kwaliteit laat weinig te wensen
over. De concurrentie van uien uit Polen lijkt als
gevolg van doogte minder groot te zijn als andere
jaren. In de fruitsector is de afzet van de appels
tot nu toe tamelijk bevredigend verlopen. Er is
grote vraag van het binnenland en er is weinig
export, omdat het prijspeil in België lager ligt, de
laatste week was in dit land al een appelcrisis.
Het aanbod van peren was groot met lage prij
zen. Mogelijk kan de prijs iets aantrekken.
Dank zij het warme weer was er veel vraag naar
zacht fruit als rode bessen, frambozen en pruimen.
Ook bramen zijn thans erg gewild, waardoor de
prijs gunstig ligt. Over het algemeen wordt in
West-Europa een grote en voor wat Frankrijk be
treft ook een goede appeloogst verwacht. Een en
ander is van meer betekenis, omdat de concurren
tiepositie van de fruitteelt in ons land door de de
valuatie van de franc nadelig wordt beïnvloed.
VEEHOUDERIJ
IN zijn overzicht over de stiuatie in de veehou
derijsector deelde de heer Van Heijst mede,
dat de devaluatie van de Franse franc ook gevol
gen zal hebben voor de veehouders, al is op dit
moment nog weinig te zeggen in welke vorm en
in welke mate dit zal zijn. Een week geleden zijn
de subsidies bij invoer in Frankrijk en de hef
fingsregeling bij uitvoer uit dit land in werking
gesteld.
Het devaluatiepercentage is vastgesteld op
11,11 voor rundvlees geldt echter een percen
tage van 7,33 waardoor het Franse rundvlees
voor de importlanden, dus ook ons land goedkoper
wordt. Deze regeling geldt ook voor het kalfsvlees.
Door deze regeling zijn de rundvleesprijzen, dia
toch al onder druk stonden wegens de grote aan
voeren en de kleinere consumptie tijdens de warm-
teperiode, onder druk komen te staan.
De prijzen zijn aan het afbrokkelen en in ver
gelijking met het afgelopen voorjaar kan men
stellen, dat deze met ongeveer ƒ1,per kg ge
slacht gewicht zijn gedaald. De gemiddelde rund-
veeprijs van de E.E.G. was in de week van 18 tot
22 augustus ƒ247,22 terwijl de Nederlandse prijs
ƒ240,66 bedroeg.
De vette kalveren worden in grote aantallen aan
gevoerd en als teken van de zeer grote vlucht, die
de kalverindustrie heeft genomen. Er wordt soms
bijna 2.500 ton kalfsvlees per week uitgevoerd; het
merendeel, namelijk 50 gaat hiervan naar Italië,
35 naar Duitsland en circa 10 naar Frankrijk.
De varkensmarkt vertoonde als gevolg van de
devaluatie een daling, doch na het bekend wor
den van de regeling in Brussel in de vorm van een
subsidie, trokken de prijzen weer aan en zijn nu
weer hoog te noemen. De moeilijkheden in de
vleesverwerkende industrie nemen toe en een van
de grootste zal dit jaar waarschijnlijk met verlies
werken. Voor de schapensector geldt geen subsi
dieregeling, doch een verwachte prijsdaling hier
voor is utigebleven. Voor het eerst sedert jaren
wordt er in de E.E.G. als totaliteit geen stijging
van de melkplas verwacht, al is dit in ons land
wel het geval.
Er wordt nog steeds meer boter geproduceerd
dan kan worden afgezet. Door de devaluatie in
Frankrijk is daar het prijsniveau gehandhaafd op
de oude francs, waardoor ze 9 a 10 lager is ko
men te liggen. Dit prijsverschil moet echter ook
worden verrekend door subsidie en heffingen. De
magere melkpoederprijs, die altijd iets boven de
E.E.G.-prijs heeft gelegen is nu aangepast aan de
interventieprijs, hetgeen een verlaging van ruim
6 betekende.
PACHTZAKEN
Deze week werden ons de volgende vragen ge
steld: „Wat kan of moet er nu eigenlijk gebeuren
indien een pachter van los land of van een hoeve
komt te overlijden? Is dan de pacht afgelopen? Hoe
moet er dan gehandeld worden met de pacht, ook
als er meerdere kinderen zijn?
Ook dit is geregeld in de Pachtwet
In artikel 54 van de Pachtwet staat, dat de pacht
overeenkomst niet van rechtswege teniet gaat door
de dood van de verpachter of de pachter. Dit be
tekent dat als de verpachter komt te overlijden, de
pachtovereenkomst gewoon doorloopt, met de erf
genamen van de verpachter.
Wanneer de pachter overlijdt en men doet verder
niets dan loopt de pachtovereenkomst gewoon door
met de gezamenlijke erfgenamen van de pachter.
Indien er bijv. een moeder met 3 kinderen over
blijft dan zijn dit de gezamenlijke pachters.
Hoe te handelen indien men liever heeft dat alle
erfgenamen pachter worden
Hierbij zijn meerdere gevallen denkbaar. Eerst
de meest voorkomende.
a. De erfgenamen zijn het er over eens dat of moe
der, of moeder en de oudste zoon (die meerder
jarig is) de pachtovereenkomst zal overnemen.
Zij vragen aan de verpachter of deze daarmee
accoord gaat. In praktisch alle gevallen zal dat
het geval zijn. Er dient dan een pachtcontract te
worden opgemaakt dat door de verpachter en
door alle erfgenamen van de pachter dient te
worden getekend. Dit contract zendt men in
drievoud naar de Grondkamer.
b. Stel dat de verpachter niet accoord gaat met de
aangewezen opvolger of opvolgers (nogmaals:
dit komt in de praktijk niet voor). In dit geval
kunnen de erfgenamen (zijnde de echtgenoot,
ieder van diens bloed- of aanverwanten in de
rechte lijn of ieder van diens pleegkinderen)
zich binnen 6 maanden na het overlijden van de
pachter schriftelijk tot de Pachtkamer wenden,
met de vordering één of meer van hen als op
volger in de pacht aan te wijzen. In dit geval
gaan we er van uit dat de erfgenamen het met
elkaar eens zijn.
c. Stel dat de gezamenlijke erfgenamen zoals bo
ven omschreven het er niet over eens zijn of
kunnen worden wie opvolger in de pacht zal
zijn. Het zou voor kunnen komen dat bijv. een
zoon en 'n schoonzoon ieder voor zich 't pacht-
reeht opeisen. Ook dan dient door zowel die zoon
als die schoonzoon binnen 6 maanden na het
overlijden van de pachter een schriftelijk ver
zoek aan de pachtkamer worden gericht om hem
als opvolger in de pacht aan te wijzen. De pacht
kamer zal in dit geval een uitspraak moeten
doen. Beter is het natuurlijk om het nooit zover
te laten komen, want dit betekent ruzie. En la
ten we eerlijk zijn: daar is nog nooit veel goeds
uit voortgekomen.
d. Ook komt het voor dat twee broers een stuk
land of een hoeve pachten. Men is zg. medepach
ter. Indien één van de broers overlijdt kan zijn
echtgenoot of de medepachter, dus haar zwager,
wederom binnen een half jaar na het overlijden
van de pachter aan de pachtkamer verzoeken
om de weduwe of de zwager als opvolger in de
pacht aan te wijzen. In zeer veel gevallen, indien
iets dergelijks zich voordoet zullen er geen
moeilijkheden zijn. Men zal dan de zaak bespre
ken onder elkaar en met de eigenaar overleggen
en trachten tot 'n goede oplossing te komen. He
laas hebben we wel eens in 'n uitspraak van 'n
pachtkamer (niet in Zeeland) moeten lezen dat
de medepachter binnen de vastgestelde termijn
van 6 maanden wel in de plaatsstelling vroeg
bij de pachtkamer en de weduwe van de over
leden medepachter niet. De pachtrechter kon
hier niets anders doen dan de medepachter in
de plaats te stellen en de weduwe niet, omdat zij
niet binnen de vastgestelde termijn in de plaats
stelling had gevraagd. Wij kunnen alleen maar
hopen doch vertrouwen dat dit in Zeeland niet
voorkomt.
Indien al deze zaken voor de pachtkamer worden
gebracht zal deze naar billijkheid moeten beslissen.
De praktijk leert dat slechts afwijzend wordt be
schikt bij deze in de plaatsstelling, indien de voor-
geselde opvolgers in de pacht geen voldoende waar
borg bieden voor een behoorlijke bedrijfsvoering.
Wij hopen dat onze vraagsteller met dit antwoord
tevreden zal zijn en dat anderen weten hoe men in
dergelijke gevallen dient te handelen.
Wij zouden hieraan toe willen voegen dat wij
gaarne bereid zijn schriftelijke of mondelinge vra
gen op het gebied van de pacht in ons Z.L.M.-blad
anoniem te behandelen. Dit indien het vragen van
algemeen belang zijn, dus waar anderen ook hun
voordeel mee kunnen doen. De beantwoording ge
schiedt dan vanzelfsprekend zonder de naam van
de vragensteller te vermelden!
J. M.
DE werkende gehuwde vrouw mag zich in een
grote belangstelling verheugen. Wij bedoelen
dan speciaal de fiscale positie. Dit jaar zijn er reeds
drie rapporten over verschenen.
Het eerste rapport dat verscheen was dat van
een commissie onder leiding van oud-minister Hof-
stra en bevatte conclusies die voor velen onaan
vaardbaar waren. Dit vooral omdat daarin tot uiting
kwam dat deze commissie weinig of geen rekening
wilde houden met de extra inspanning en de extra
kosten die het werk van de gehuwde vrouw mede
brengt. Aan de economische facetten van de werk
zaamheid van de vrouw ging dit rapport geheel
voorbij.
Nu zijn er weer twee rapporten samengesteld.
Eén door een groep Inspecteurs der belastingen.
Dit rapport is van beperkte opzet en gaat er kort
weg van uit, en nog wel zonder motivering, dat
samenvoeging van inkomens van man en vrouw
zoals dit thans gebeurt, op juiste wijze de. draag
kracht van het gezin benadert. Enige aanpassing
van de bedragen van vrijstelling is mogelijk, maar
het principe is juist en behoeft geen verandering!
Deze .belichting moet naar onze mening dan ook
als zeer eenzijdig worden aangemerkt.
TIET rapport van het N.V.V. dat 'dezer dagen is
-*-* verschenen, is veel breder van opzet. Het
rapport besteedt behalve aan de fiscale facetten,
ook aandacht aan de economische invloeden van de
arbeid van de werkende gehuwde vrouw. En
naar onze mening bevat dit rapport zeer behartens-
waardige opmerkingen en gedachten!
De vrouw neemt hoe langer hoe meer deel aan
het arbeidsproces. Dit is het geval in de bedrijven
als in afzonderlijke zelfstandige betrekkingen.
Reeds te lang heeft de fiscus er te weinig rekening
mee gehouden, welke belangrijke bijdragen som
mige gehuwde vrouwen leveren tot het inkomen
van een bedrijf. Er zijn bedrijven die zonder hulp
van de vrouw niet uitgeoefend konden worden.
Denkt u maar eens aan onze melkveebedrijven. Het
aandeel van de vrouw is daarin zeer groot en veelal
zou het zonder haar onmogelijk zijn een melkvee
stapel aan te houden. De honorering per uur die de
fiscus haar daarbij toerekent is beslist niet in over
eenstemming met haar bijdrage aan het gezamen
lijke inkomen.
TT/ IJ weten natuurlijk wel dat een andere norm
dat een urenberekening voor haar aandeel
moeilijk te hanteren is. Maar een grotere vrijstel
ling dan 1/3 deel van haar arbeidsinkomen was
ons inziens beslist verantwoord. Dit laatste gron
den wij op economische overwegingen die beslist
niet in de weg staan, dat de fiscus zijn aandeel
krijgt.
Bij een ietwat royaler fiscaal regiem zou de be
lastingopbrengst wel eens hoger kunnen zijn, om
dat een groter aantal vrouwen dan nu het geval is,
aan de produktie zouden deelnemen.
Een uitbreiding van de beroepsbevolking uit
hoofde van een groter aantal werkende gehuwde
vrouwen leidt tot een groter nationaal produkt en
tot hogere belastingopbrengsten.
Dit artikeltje is geenszins bedoeld als aansporing
voor onze gehuwde vrouwen om anders dan in het
gezin werkzaam te zijn. Het is wel bedoeld om er
de aandacht op te vestigen dat indien de mogelijk
heid en de wil tot werken er is, het zowel voor de
persoon als voor de gemeenschap een kwalijke zaak
is als fiscale maatregelen deze ontwikkeling in de
weg staan! PAAUWE.