Verschuiving
naar andere gewassen
in de N.O.P.
Fruitteelt-
bedrijven
in de N.O.P.
worden
vergroot
JN de Noordoostpolder is er al jarenlang een ver
schuiving aan de gang naar intensievere teelten.
Dat geldt zowel voor de landbouw als voor de tuin
bouw.
De oppervlakte vlas en peulvruchten liep sterk
achteruit. Lucerne is zelfs een onbelangrijk gewas
geworden, terwijl dat indertijd vroeger veel werd ver
bouwd.
Daarentegen nam de aardappelteelt sterk in be
tekenis toe. Verder werd het uienareaal^ zeer aanzien
lijk vergroot en ging men op vrij grote schaal over
op de teelt van fruit en bloembollen.
Enkele cijfers ter staving:
1959
1968
Granen
9750
ha
9020 ha
Peulvruchten
3015
530
Vlas
1260
800
Andere handelsgewassen
800
380
Consumptieaardappelen
2120
3880
Pootaardappelen
4320
4760
Suiker- en voederbieten
7270
I»
8530
Uien
240
ft
1180
Bloembollen
20
240
Fruitteelt
t»
380
Lucerne e.d.
900
70
Grasland e.d.
5890
7250
Bovenstaande gegevens hebber alleen betrekking
op de bedrijven die voor landbouw zijn uitgegeven.
Opmerkelijk is de enorme vlucht die de uienteelt
heeft genomen op de akkerbouwbedrijven. De uit
breiding zelfs 1250 ha. Het gewas wordt op circa
500 akkerbouwbedrijven geteeld, wat betekent dat
1 op de 3 boeren uien verbouwd met een gemiddelde
van 2Y2 ha per bedrijf. Het gaat dus in 't groot.
BLOEMBOLLEN ALS „LANDBOUWGEWAS"
Zeer snel gaat het ook bij de bloembollen. In de
Noordoostpolder kwam in 1959 89 ha bloembollen
voor, waarvan 69 ha op tuinbouwbedrijven. Nu gaat
men tulpen en gladiolen steeds meer ais „landbouw-
produkten" zien, want van de 465 ha bloembollen in
de N.O.P. is 373 ha te vinden op de akkerbouw
bedrijven.
Wel moet hierbij de aantekening worden gemaakt
dat een deel hiervan betrekking heeft op verhuurd
land; door 54 landbouwers wordt land verhuurd aan
specifieke bloembollentelers. Maar daarnaast worden
door 168 akkerbouwers bloembollen geteeld voor
eigen rekening. Hoe snel de uitbreiding op de akker
bouwbedrijven verloopt wordt weergegeven door de
volgende cijfers: 1959 20 ha, 1964 110 ha, 1967 175
ha, 1968 240 ha en in 1969 373 ha.
Men verwacht dat in de komende jaren de uitbrei
ding van de bloembollenteelt nog door zal gaan. In
de oude bloembollencentra van Noord-Holland wordt
geklaagd over zulke lage prijzen en dat men daar
met verlies werkt, doch bij gemechaniseerde teelt op
vrij grote oppervlakten, zoals op de akkerbouw
bedrijven in de N.O.P., schijnt de teelt nog goed ren
dabel te zijn. Dit te meer omdat de boer vergelijkt
met de opbrengst van akkerbouwgewassen.
Een argument om over te gaan tot de bloembollen
teelt is ook de werkgelegenheid. De bedrijven van
1224 ha worden aan de kleine kant geacht en door
intensieve teelten kan de beschikbare arbeid beter
produktief worden gemaakt.
Verhuren voor bloembollen is ook een aantrekke
lijke zaak, want hierbij kan men tot 2000,per ha
bedingen, mits men geschikte (lichte) grond heeft.
Er is echter thans sprake van dat dit afgeroomd zal
worden, doordat men voor grond die voor bloembol
len wordt verhuurd boven de normale pacht nog
eens 300,per ha extra zal moeten betalen, aan
de Domeinen. Dat geldt trouwens ook voor de akker
bouwers die bloembollen voor eigen rekening telen.
FRUIT UIT GRATIE
Door 45 akkerbouwers is fruit geplant; totaal 415
ha, dus circa 9 ha per bedrijf. Dit heeft zich in 45
jaar afgespeeld, namelijk van 1964 (toen aanplant op
landbouwbedrijven voor 't eerst werd toegestaan) tot
1968. De animo voor verdere uitbreiding is thans ge
ring. Men ziet momenteel meer in bloembollen dan
in fruit, wat o.a. tot uiting komt in het feit dat dit
jaar circa 150 jongeren bloembpllenonderwijs volgen.
Bij het- Rertambt der Domeinen staat men wel
willend tegenover overgang naar intensieve teelten.
Men kan zelfs zeggen dat de bloembollenteelt wordt
gestimuleerd, o.a. door rentmeester ir. J. Schuiringa.
Een paar grote landbouwbedrijven die „vrij" kwamen,
werden verpacht aan bloembollentelers van buiten
de polder.
Tenslotte kan nog vermeld worden dat de pacht
in de N.O.P. voor landbouw maximaal 300,per
ha bedraagt, voor tuinbouw max. 350,voor fruit
teelt max. 515,terwijl dus voor bloembollen
waarschijnlijk in de toekomst 300,boven de nor
male landbouwpacht zal moeten worden betaald. De
verschuiving naar intensieve teelten is (ook) voor de
verpachter voordelig.
A. v. O.
Door de „sanering" werd de gemiddelde omvang van de fruitbedrijven
vergroot van 8 tot 10 ha. Velen hebben echter 15 a 20 ha als ideaal gesteld.
|N de Noordoostpolder is thans ruim 1400 ha fruit
aangeplant. Indertijd zijn 94 bedrijven speciaal
voor fruitteelt uitgegeven met een oppervlakte van
ca. 750 ha. Later is op 28 groenteteeltbedrijven fruit
geplant (210 ha) en op 45 landbouwbedrijven (415 ha).
De bedrijven die voor fruitteelt werden verpacht,
varieerden in grootte van 5 tot 12 ha, met enkele
die nog groter waren. De gemiddelde grootte bedroeg
ca. 8 ha. Landelijk gezien bijzonder gunstig, want
7080 van de bedrijven blijft beneden de 5 ha.
DERTIG BEDRIJVEN VERGROOT
Toch is in de N.O.P. de sanering al in volle gang,
met volle medewerking van het Rentambt der Do
meinen. Van de genoemde 94 bedrijven zijn er al ca.
30 vergroot en een aantal anderen zullen ook de
kans krijgen. Vrijwel alle 5-6 ha bedrijven zijn al aan
de beurt geweest en ook een aantal 8 ha bedrijven.
Zelfs werden al verscheidene 12 ha bedrijven ver
groot.
Men begon in Marknesse, waar de oudste boom
gaarden te vinden zijn. Er kwam een landbouwbedrijf
vrij, dat grensde aan het fruitteeltgebied. Van de be
schikbare 24 ha werd 12 ha toegewezen aan 3 fruit
telers die met hun bedrijf slechts door een sloot van
de kavel gescheiden waren. Deze telers hadden een
bedrijf van 8 ha en konden dus vergroten tot 12 ha;
elk kreeg er 4 ha bij. De overige 12 ha werd toe
bedeeld aan een teler die een bedrijf had van 6 ha.
Diens bedrijf werd verdeeld tussen de buren, die bei
de ook 6 ha hadden, doch er bij de transactie 3 ha
bijkregen. In totaal werden met dit ene landbouw
bedrijf dus 6 fruitteeltbedrijven vergroot.
Dit kunstje werd nog een paar keer herhaald,
waarbij het opvalt dat steeds royaler met de bunders
wordt omgesprongen. Zo kreeg b.v. een teler met een
12 ha bedrijf te Kraggenburg een landbouwbedrijf van
24 ha toegewezen onder Emmeloord. Het bedrijf van
deze teler werd in zijn geheel overgenomen door een
collega, die 6 ha had. Deze collega verkocht op zijn
beurt zijn bedrijf weer aan een buurman, die 6 ha
had. Misschien is het moeilijk te volgen, maar bij
deze affaire werden er slechts 3 bedrijven vergroot:
1 teler met 12 ha kreeg 24 ha en 2 telers met 6 ha
kregen beiden 12 ha.
Verder waren er twee gevallen van bédrijfsbeëin-
diging (resp. wegens leeftijd en wegens overlijden),
waarbij de buren de kans waarnamen om hun bedrijf
te vergroten.
VAN DE N.O.P. NAAR FLEVOLAND
De nieuwste ontwikkeling is, dat telers solliciteren
naar een bedrijf in Oostelijk Flevoland en hun oude
bedrijf beschikbaar stellen om de bedrijven van de
buren te vergroten. Vorige jaren zijn er al enkele
uit de N.O.P. naar de nieuwere polder vertrokken en
dit jaar zijn er van de 14 bedrijven die in Flevoland
werden uitgegeven, zelfs 7 toegewezen aan telers in
de N.O.P. In de komende jaren wil men in deze rich
ting doorgaan.
Het is niet direct uit armoede dat men streeft naar
uitbreiding. Degene die met een nieuw bedrijf begint,
moet hierin weer ca. 20.000 per ha investeren. Als
men dan bedenkt dat men veelal mikt op 15 ha of
groter, is het duidelijk dat er hoge eisen aan de finan
ciering worden gesteld, ook al springt het Borgstel
lingsfonds in belangrijke mate bij.
Ook degene die het oude bedrijf overneemt, op uit
nodiging van het Rentambt der Domeinen, heeft veel
geld nodig. Tot nu toe worden de „ingeboorde" op
hun waarde geschat, met de investeringskosten als
basis. Veelal komt men thans nog op een waarde
voor de opstand die boven de 10.000,per ha ligt.
Verder moet men het huis en de bedrijfsschuur, die
voordien gehuurd werden, er bij kopen k ca f 50.000,-.
Niemand die dat graag doet, want meestal kan men
er alleen een knecht in huisvesten tegen een lage
huur, maar het is nu eenmaal voorwaarde.
STEEDS GROTER
De „jacht op bunders" komt in hoofdzaak voort
uit bezorgdheid voor de toekomst. Het bedrijf dat nu
nog groot genoeg is, zal over 5 of 10 jaar te klein
zijn, gezien de doorgaande schaalvergroting. Aldus
de redenering.
Het is ook een kwestie van „poldermentaliteit".
Een teler in de N.O.P. met 12 ha boomgaard van
slechts 4 jaar oud, ging naar Flevoland om daar op
20 ha opnieuw te beginnen. Telers in Flevoland, die
34 jaar geleden een bedrijf kregen toegewezen, sol
liciteren weer al naar een groter bedrijf al over
wegen om dit te doen. Voor niemand van het „oude
land" is dat alles onbegrijpelijk. Wie de sfeer van de
IJsselmeerpolders kent, zal zich niet verwonderen.
Het is trouwens moeilijk om te bepalen waar gezon
de vooruitstrevendheid overgaat in overdrijving. En
in elk geval kan men respect hebben voor de moed
en de ondernemerszin, die in dit alles tot uiting komt.
A, v. O.