Bedrijfsovername en de pachtwet De graanma Schotgevaar en zal er bij export van Franse granen naar andere E.E.G.-landen een intraheffing worden op gelegd en omgekeerd bij import door Frankrijk uit andere E.E.G.-landen een subsidie worden ge geven zodanig dat de Franse prijsverhoging in R. E. bij ex- en import ongedaan wordt gemaakt. NU zijn er op dit terrein nog tal van onzeker heden. Erg belangrijk is bijvoorbeeld de vraag of en in hoeverre de intraheffing met terugwer kende kracht per 12 augustus zal ingaan, dan wel dat voor de nog lopende termijncontracten een uit zondering zal worden gemaakt. Dit laatste zou be tekenen dat de. op. basis van het disagio van de franc, op termijn gekochte granen, dan nog zonder intraheffing beschikbaar kunnen blijven komen. De Hoofdafdeling Akkerbouw heeft hierbij over wogen, wanneer met de devaluatie de Franse graan prijzen in francs zouden zijn verhoogd en voor de lopende contracten eigenlijk .dezelfde situatie zal zijn ontstaan als niet de intraheffing. Het geven van compensatie voor de lopende contracten kan be tekenen dat het storende effect van het disagio over een langere termijn wordt uitgestreken. HET volgende belangrijke punt is, dat aan Duits land de zogenaamde interventie B is toege staan. Dit houdt in dat naast.de normale inter ventie, de gelegenheid wordt geboden om granen aan het interventiebureau aan te bieden voor leve ring op langere termijn. In dit geval kan de leve ring pas na 1 december plaats hebben! De inter ventieprijs plus staffel uitgedrukt in D. mark, staat dan vast. Dit betekent dat als de Mark zou revalue ren dus in waarde zou stijgen en er minder mar ken in een rekeneenheid zouden gaan de aan bieders voor interventie B geen lagere prijs (in marken) krijgen uitbetaald. Verder is bepaald dat wanneer in februari of maart wordt geleverd, een extra premie zal worden gegeven (dus boven de normale staffel) ook wan neer de aanbieder h-et graan verwerkt of exporteert naar derde landen. HET schijnt dat er in Duitsland veel gebruik van deze regeling zal worden gemaakt. Het aan bod voor direkte bestemmingen kan hierdoor iets minder dringend worden met als gevolg enige sti mulering van het algemene prijspeil in het begin van het seizoen. Er is ook enige verschuiving van het voor de verwerking en de export beschikbaar komen van het graan, dit in verband met de extra premie. De vrijwaring tegen de gevolgen van een revaluatie kan eventueel van belang zijn. HET Landbouwschap heeft direkt na het bekend worden van de regeling voor Duitsland aan de Minister van Landbouw verzocht de nodige stappen te doen om ook voor ons land de interventie B toe te passen. Hierover is nog geen beslissing genomen. Dit neemt niet weg dat er voor de Nederlandse houders van granen, te weten tarwe, gerst en rogge, de gelegenheid is tot aanbieding voor de normale interventie. Deze interventie moet in feite de bodem in de markt vormen. HET is moeilijk om in concreto aan te geven wat de interventieprijzen voor de boer precies be tekenen. Deze prijzen gelden n.l. voor de Europese standaard-kwaliteit en bij levering te R'dam, ter wijl de minimum-hoeveelheid die kan worden aan geboden is bepaald op 250 ton tarwe en 100 ton rogge of gerst. De praktijk van het geval is dat de teler normaal levert aan de coöperatie of handelaren, zodat er dan een schakel zit tussen de teler en het inter ventiebureau hetgeen inhoudt dat er tussen „af boerderij" en „franco pand Rotterdam" kosten zit ten. Behalve de vrachtkosten van de boerderij naar het pand van de handelaar of coöperatie en van daar weer naar de plaats van bestemming, zijn er ook al gemene kosten voor deze tussenschakels. Deze mar ge is natuurlijk niet precies aan te geven, en kan per streek en van geval tot geval verschillen. Ook de Europese standaard-kwaliteit is niet in het. kort weer te geven. Erg belangrijk is dat de prijzen zijn gebaseerd op een vochtgehalte van 16 De interventieprijzen zijn als volgt: (bij levering te R'dam en per 100 kg) Tarwe Rogge Gerst aug. '69 35.52 32.71 31.80 sept. 35.86 33.02 31.80 okt. 36.21 33.30 32.08 nov. 36.55 33.64 32.35 dec. 36.90 33.94 32.62 jan. '70 37.24 34.25 32.89 febr. 37.58 34.56 33.16 maart 37.93 34.87 33.43 april 38.27 35.18 33.71 mei 38.61 35.48 33.98 VOOR een goed begrip kan er op gewezen wor den dat het interventiebureau de aangeboden partij voor levering afroept, wat uiterlijk binnen 2 maanden na de aanbieding" zal plaats vinden. Er kan dan een voorschot worden gegeven waar over rente betaald moet worden. De staffel loopt tot het tijdstip van levering door, waarbij opge merkt moet worden dat de werkelijke bewaarkos- ten in de regel hoger zullen zijn dan de staffel. |>E bovengenoemde interventieprijzen kunnen dus worden vergeleken met de prijzen die de boeren kunnen krijgen. Wanneer de boer b.v. in sept. voor een gezonde partij tarwe met 16 vocht 33,60 a 34,kan krijgen is er een verschil met de interventieprijs (marge) van 1,85 a 2,25. Zon der in te gaan op de vraag hoe groot de marge in elk incidenteel geval moet zijn, kan de boer deze vergelijking met zijn afnemer ook voor gerst en rogge maken. Deze vergelijking is uiteraard wel van belang wanneer, zoals thans in het algemeen het geval is, het prijspeil tegen het niveau van de interventieprijs aanzit! (Vervolg van pagina 1.) en natte periode de temperaturen zouden gaan op lopen, wordt de schottoestand bijzonder verontrus tend. In vele gebieden is in de fase vóór de oogst de periode van deegrijpheid (van uitermate groot belang voor het wel of niet schotgevoelig zijn) door het warme weer met hoge zomerse temperaturen aanmerkelijk bekort, zodat het schotgevaar door de aanhoudende natte periode en het daardoor steeds maar moeten uitstellen van de oogst, bijzon der groot geworden is. HET Dagelijks Bestuur van het K.N.L.C., veront rust door de uit alle delen van ons land bin nenkomende berichten over het optreden van schot, heeft het mede naar aanleiding van een ver zoek van de Groninger Mij. van Landbouw nood zakelijk geoordeeld om in dit verband met klem aan te dringen op het nemen van bijzondere maat regelen. Nu toch al zo duidelijk voelbaar is hoe be perkt de bescherming van de akkerbouw al jaren lang is, kan geen verdere verslechtering van het markt- en prijsbeleid voor een basisprodukt wor den verdragen. Het dagelijks bestuur heeft ook overwogen dat vorig jaar onder soortgelijke omstandigheden speciale maatregelen ten behoeve van de Duitse graantelers zijn genomen. Het dagelijks bestuur besloot om via het Land bouwschap onmiddellijk de Nederlandse regering te doen verzoeken aan de E.E.G.-autoriteiten mach tiging te vragen om alhier een verruiming van de „schot-normen" toe te passen. Voor een denatura- tietoeslag en andere interventiemaatregelen zou den dan ook partijen met een hoger schotpercen tage in aanmerking moeten kunnen komen, zo meent het D.B. van het K.N.L.C. QVER de schotsituatie in Zeeland kan opgemerkt worden dat van het wintertarweareaal van ca. 22.600 ha volgens taxatie ca. 90 geoogst zou zijn. Hier wat meer, daar wat minder, maar gemiddeld zou er nog een 10 op het oogsten onder gunstige weers omstandigheden liggen te wachten. Wat de zomertarwe betreft is, zoals voor de hand ligt, de situatie veel minder gunstig. Van het circa 9400 ha groot zomertarweareaal zou volgens de ramingen (die overigens nogal wat uiteenlopen) 70 tot 80 nog op het veld staan. Volgens onze infor maties zou Tholen-St. Philipsland met circa 40 ge oogst het verst gevorderd zijn. Walcheren met Noord- Beveland met slechts 5 geoogst heeft het leeuwen aandeel van de zomertarweoogst nog voor de boeg. Voor de andere gebieden liggen de taxaties tussen de 15 en 20 geoogst. Behalve op legerende plekken in het gewas is er nog weinig schot geconstateerd. Men is echter be nauwd voor „onzichtbaar" schot, die bij voortduren de slechte weersomstandigheden tot uiting zal komen en de daarmede gepaard gaande kwaliteitachteruit gang. Enkele dagen goed drogend, niet te warm weer kan veel redden van de nog resterende Zeeuwse graanoogst. Warm, vochtig weer zou een enorme tegenslag betekenen, en financieel bijzonder nadelig zijn. Het Graancentrum adviseert bij verhoogd schot-, gevaar in noodgevallen wat meer droogkosten voor lief te nemen. Zodra de kans er is dus proberen bin nen te halen wat binnen te halen is BI VOORLOPIGE ZEEUWSE AREAALCIJFERS AKKERBOUWGEWASSEN Enkele weken geleden gaven wij de landelijke C.B.S. cijfers landbouwtelling mei 1969. Voor Zee land zijn deze voorlopige gegevens: ha ha 22.600 Bruine/ 9.400 Witte bonen 2.960 9.900 Koolzaad 410 1.800 Vlas 4.770 5.960 Kleiaardappelen 1.860 (met poters) 12.600 180 Suikerbieten 22.400 Voederbieten 900 Wintertarwe Zomertarwe Zomergerst Haver Groene erwten Schokkers Grauwe erwten |n het laatste half jaar werden wij bij een tiental gevallen betrokken die praktisch alle van gelijke aard waren. Iemand met een leeftijd van boven de 65 jaar heeft een stuk land gepacht. Op een gegeven moment ontving hij een aangetekend schrijven dat hem de pacht tegen de afloop van de pachttermijn werd opgezegd. Betrokkene die een opvolger had en volgens zijn zeggen deze grond onmogelijk kon mis sen zat in zak en as. Hij vroeg ons hoe te handelen. Ons advies was: richt twee verzoeken tot de pacht- kamer. In de eerste plaats, vraag bij de pachtkamer om in de plaatsstelling van uw zoon. In de tweede plaats, richt binnen een maand na dagtekening van de opzegging een verzoek tot de pachtkamer tot pachtverlenging. Om verschillende redenen werd ons eerste advies in de wind geslagen. Toen de uitspraak kwam op het verlengingsverzoek bleek dat het verzoek tot pachtverlenging niet ontvankelijk werd verklaard. Dat hij dus bij het einde van de pachttermijn de grond verlaten moest. Degene die echter zowel in de plaatsstelling voor zijn zoon, als pachtverlenging had aangevraagd, kreeg beide toegewezen. Dus zijn zoon werd pachter en deze kreeg tevens een pachtverlenging van 6 jaar. HOE OORDEELDE DE PACHTRECHTER Waarschijnlijk zal deze geoordeeld hebben dat in het geval van de vader die (ouder was dan 65 jaar) zijn maatschappelijk bestaan niet werd aangetast door verlies van het gepachte en dat het in het geval van de zoon, die de leeftijd van 35 jaar had. daar wel sprake van was. MOET IEMAND DIE OUDER IS DAN 65 JAAR FR DAN ZONDER MEER MEE STOPPEN Wij dachten dat deze vraag ln zijn algemeenheid niet zo maar te beantwoorden is. Hier spelen te veel faktoren een rol, faktoren die van deurtje tot deur* tje verschillend liggen. Wel zijn wij van mening dat men zich op een dergelijke leeftijd af moet vragen, of de opvolger de zaak, het bedrijf, de pacht, niet over dient te nemen. Dat dit nog voor velen een zaak is waar men moeilijk (misschien wel eens te moeilijk) toe overgaat is ons bekend. Tevens dient men er rekening mee te houden dat' een pachtrechter anders zal oordelen wanneer er iemand bij hem komt die een leeftijd heeft van bij de 68 jaar dan bijvoorbeeld' bij iemand van 38 jaar. WAT TE DOEN INDIEN MEN ZIJN PACHTRECHTEN WIL OVERDRAGEN AAN ZIJN ZOON OF SCHOONZOON? Men vraagt hiervoor toestemming aan de eigenaar. In zeer veel gevallen zal de eigenaar zonder meer met de overdracht akkoord gaan. Stemt deze er mee in, dan behoort er een wijzigingspachtcontract opge maakt te worden, dat zowel door de verpachter als door de oude en de nieuwe pachter wordt getekend. Dit wijzigingscontract behoort in drievoud ter goed keuring aan de grondkamer te worden voorgelegd (Zie verder pag. 15)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 3