September, de maand waarin de oogst van de granen praktisch vergeten is, maar die van de aard appelen, zaaiuien, gladiolen en het begin van de suikerbieten de volle aandacht vraagt. Eveneens dient seizoen 1970 zich reeds aan in de vorm van zaailand ploegen en eventuele grondmonstername voor de bemesting en aaltjesbezetting. Het jaar 1969 heeft zich tot nu toe doen kennen als een „ouderwetse" mooie zomer, zodat door middel van de huidige mechanisatie, de arbeids organisatie vlot kon verlopen. Zelfs zijn reeds meerdere percelen aardappelen gerooid, wat voor de betreffende bedrijven een mooie verlichting betekent van de herfstwerkzaam- heden. Er kan nu vroeg en onder droge omstan digheden voor zaailand geploegd worden. En dit is een ideaal dat niet altijd verwezenlijkt kan worden. DE OOGST AARDAPPELEN In de tweede helft van augustus zijn er veel per celen aardappelen doodgespoten teneinde deze goed op tijd te kunnen rooien. Ook is er gewerkt met de loofbrander. De indruk bestaat, dat de aardappelen vlugger dood zijn en sneller van het loof loslaten dan bij doodspuiten. Per ha kan de hoeveelheid loof sterk verschillen. Bij doodspuiten wordt als remedie hiertegen gegeven: voeg bij de laatste bestrijding van de aardappelziekte al wat doodspuitmiddel toe, bij doodbranden moet de hoe veelheid te verbranden olie worden aangepast aan de dichtheid van het gewas. Dit kan door verande ring van de oliedruk of door aanpassing van de rijsnelheid. Bij een onvolledige verbranding zal het blad gedood zijn maar de stengels zullen groen blijven. Er wordt te weinig „vuur" gegeven. Dit geeft moeilijkheden bij het rooien. Komt er zeer weinig loof voor (b.v. op een reeds natuurlijk af stervend gewas), dan kan men denken dat men niet hoeft te spuiten of te branden. Men dient ech ter niet te vergeten dat onkruid in een dergelijk gewas zich explosief kan ontwikkelen. Een tenge volge van onkruid, groen geworden perceel aard appelen kan zeker moeilijkheden bij de oogst geven. VOOR het rooien zijn diverse machines beschik baar, zowel typen als merken. Het is onmo gelijk en ook onjuist te zeggen, dat de aardappe len het best gerooid kunnen worden met dat type machine van dat merk. Op het ene bedrijf zal het rooien het beste kunnen geschieden met een één- rijige rooier met verzamelbak, op het andere be drijf met een tweerijige wagenrooier. Het is hele maal niet ondenkbaar dat voor een bepaald bedrijf het aardappelrooien het goedkoopste kan geschie den door de loonwerker waarbij deze ook voor het transport tot in de bewaarplaats zorg draagt. Be palend voor de werkwijze en organisatie van de aardappeloogst zijn o.m. de volgende faktoren: 1. De te verwachten (bruto)opbrengsten; 2. Het aantal beschikbare arbeidskrachten; 3. De perceelslengte; 4. De afstand perceel-opslagplaats; 5. Het aantal rooibare dagen. BIJ een goed opgestelde organisatie, dus de goedkoopste manier van werken, hoeft nie mand op iemand te wachten. En wachten kost veel! De afstelling van de machine is mede bepalend voor de kwaliteit van het te leveren produkt. Dit kan van perceel tot perceel sterk verschillen. Maar wel geldt voor alle machines dat er voldoende grond op de kettingen meegenomen moet worden om ontvellingen en beschadiging tegen te gaan. Bij de huidige konjunktuur in de westerse wereld koopt men alleen het mooiste en het beste en dit brengt de boer het meeste op. Zorg dan dat ook uw hele partij aan die eis voldoet. Het toevoegen van een antispruitmiddel direkt bij het inbrengen in de bewaarplaats kan alleen tot het gewenste resultaat leiden als de partij droog en goed afgehard is. Naast handwerk of „de nylon kous" is er tegenwoordig een mechanisme in de handel dat op de transporteur gemonteerd kan worden. Eventueel natte partijen of partijen met veel ziek of rot moeten direkt drooggeblazen- worden. Dit droogblazen moet ook weer op een verantwoor de wijze gebeuren om onnodig vochtverlies uit de aardappel te voorkomen. Vochtverlies is gewichts verlies. Over het bewaren van het produkt zijn reeds hele pagina's in dit blad beschreven. Wel moet u nu steeds weer overwegen „kan het eenvoudiger, kan het goedkoper". Er wordt nog steeds te veel traditioneel gedacht en traditie kost vaak geld AARDAPPELOPSLAG Op de markt verschenen telkens nieuwe typen rooimachines die het rooien op zich steeds meer perfektioneren. Maar opvallend is dat er weinig of geen aandacht besteed wordt aan de kriel, die weer terug op het land gedeponeerd wordt. Dit is een nadeel van de moderne rooimachines, want opslag van aardappelen is: een bijzonder lastig en hardnekkig onkruid, speciaal geldt dat voor percelen met suikerbie ten en uien; f een infektiebron voor de verspreiding van de phytophthora. Het is te hopen dat er spoedig een krielkneuzer gekonstrueerd wordt die onder alle omstandig heden goed werk levert UIEN Over de oogst van de zaaiuien kan kortweg ver wezen worden naar het artikel van de heer L. N. Bax in een vorig nummer. Voor hen die het niet gelezen hebben, geven wij hier in het kort de voornaamste punten: In vergelijking met machinaal rooien brengt plukken met de hand slechts 1,50 per uur op. Oprapen met minimaal ingestelde schudders om beschadigingen te voorkomen. Zorg voor een vol met uien bezette ketting. Bij lang op het land drogen wordt de kleur minder. Daarom, indien nodig, na 710 dagen kunstmatig nadrogen met lucht van 30° C. Ver warmen stoppen wanneer de temperatuur bo ven in de partij 25° C is geworden. Dan over gaan op intern ventileren, waarna met buiten lucht gewerkt kan worden. Deze droging (kcp- rotdroging) duurt maximaal 3 dagen. Bij een storthoogte van 33.5 is per m3 pro dukt een hoeveelheid lucht nodig van 150 m3 per uur. Zijn de uien droog, dan is de beste bewaartem- peratuur 1% tot 2° C. Hierbij 2030 uur per week ventileren. SUIKERBIETEN De eerste levering van de suikerbieten komt aan het eind van de maand aan de orde. Wat organi satie betreft kan naar het onderwerp „aardappe len" verwezen worden. Om deze organisatie nog eens goed onder de loupe te nemen, wordt begin oktober in het Noord-Sloe een rooidemonstratie gehouden. Naast elkaar zijn dan te zien 1-, 2- en 6-rijïge machines alsmede opladers. Al deze ma chines zullen werken in machinaal gedunde bie ten. De afstelling van de machine is dan ook een voornaam punt, Rooiverliezen zijn er altiid. maar probeer ze tot het minimale te beperken. Vóór deze oogst zijn uitrustingen als verlichting, remmen, e.d. natuurlijk in orde. Zorg er voor geen gevaar op de weg te zijn. Hierdoor kunne veel narigheden voorkomen worden. DE VERZORGING DE GROND De grond is een voorname produktiefaktor van het bedrijf. Het hoogste rendement van de grond kan alleen verwacht worden wanneer het een optimaal milieu vormt voor de plantenwortel. Zo wel de struktuur, de waterhuishouding als de be mestingstoestand van de grond moet dus in orde zijn. Voor een juiste bemesting is grondonderzoek het kompas. Wil men met het oog op een bestel ling van kunstmest de analyse van het grondonder zoek tijdig in bezit hebben, dan is het zaak om nu daarvoor de grondmonsternemer in te schakelen. Bij de huidige ekonomische omstandigheden kunnen we ons geen matige opbrengsten meer veroorloven ONKRUID- EN ZIEKTEBESTRIJDING Klein hoefblad kan in de stoppel chemisch bestre den worden met 5 liter 2,4-D amine per ha. Spui ten op jong niet te klein blad en bij groeizaam, vooral niet te droog weer. Ook bij de kweekbestrijding is wat vochtige grond en groeizaam weer gewenst. Op jonge goed ontwikkelde kweekplanten kan met dalapon een goed resultaat bereikt worden. TCA alleen spuiten als men goed de wortels kan raken. Amitrol/cya- naat kan gebruikt worden als er kweek plus klein K

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 10