Van de Europese schijn terug naar de werkelijkheid Lering uit Franse les Deze week 3 (Vervolg van pagina 1.) Ten aanzien van de niet gereglementeerde pro ducten de vrije producten als aardappelen, vlas, lucerne zal voor zover nu bekend dit systeem niet gelden. Daar is dus het „vrije" handelsverkeer sran kracht. Het betekent nu de Franse boer dus te weinig krijgt, gezien de verlaagde waarde van de frank dat de Franse produkten goedkoper te krijgen zijn en onze import m Frankrijk duurder is. Het betekent kortweg gezegd een verslechtering San onze positie! Ir. C. S. KNOTTNERUS. Verleden week had ik een artikel klaar gemaakt over de moeilijkheden waarvoor een valutawijzi ging in een van de E.E.G.-partnerlanden ons zou kunnen stellen. Blijkbaar had ik een voorgevoel dat er iets zou aan gebeuren. Toch ook weer net niet genoeg, want ik wisselde nog juist die bewuste vrij dagmiddag guldens om in Franse francs om zater dag en zondag in Frankrijk te kunnen verblijven. Maar het artikel werd zodanig door de feiten ach terhaald dat het niet meer geplaatst kon worden. De heer Struikenkamp heeft inmiddels in onze land bouwbladen de nieuwe situatie al van een voorlo pig kommentaar voorzien. De aktualiteit overheerst op dit ogenblik een beetje de problematiek. NAUWELIJKS D1REKTE HINDER. Natuurlijk is het op dit moment veel belangrij ker om te weten hoe onze im- en export met Frank rijk zich zal gedragen indevolgende weken dan om na te gaan hoe de verhoudingen over enige jaren er uit zullen zien. Voorlopig ziet het er naar uit dat by een juiste uitvoering van de gemaakte afspraak er geen schadelijke gevolgen voor Nederland in de an dere partnerlanden van Frankrijk in de E.E.G. zul len optreden. Frankrijk immers moet zijn afwijkende lager ge houden prijspeil aan de grens korrigeren, d.w.z. het moet zijn import subsidiëren en aan zijn export een heffing opleggen. Beide behoren aan elkaar gelijk te zijn voor hetzelfde produkt. Hierdoor kan Frank rijk zijn eerste levensbehoeften laag in prijs houden. Het kan dan ook een lager loonniveau handhaven en dus zijn konkurrentiepositie versterken. M.a.w. hierdoor kan het de gunstige gevolgen van een devaluatie inkasseren. Op het eerste gezicht lijkt dus een goede oplossing te zijn gekozen. Minister Witteveen heeft dit ook met zoveel woorden gezegd. Maar het geeft wei te denken, dat velen, zoals minister Witteveen, me nen dat hiermee de zaak is opgelost, en de toch aan wezige grote bezwaren niet willen zien. Het kan tot gevolg hebben dat het voorbeeld van Frankrijk nog door andere landen wordt gevolgd. Twee bezwaren zijn volgens mij zodanig belangrijk dat ik wil pro beren ze duidelijk te maken. Het lijkt ons nogal duidelijk, dat deze situatie 'n nieuwe positiebepaling van de Nederlandse landbouw vraagt. Bij dit alles komt namelijk nog dat de Duitse manipulaties op de graanmarkt (met de z.g. interventie B en een hardheidsclausule tegen de opwaardering van de mark) een even- sterke ondergraving betekent van de E.E.G. Hoewel we gaarne een volgende keer hierop nader terugkomen, moeten we nu reeds stellen dat deze interventie B (met opslagprenrie en hard GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT OPGESCHORT Er is dan in de eerste plaats het feit dat door deze devaluatie de Franse markt eigenlijk terug is ge geven aan de Franse autoriteiten. Frankrijk mag immers wel na verkregen toestemming van de Commissie te Brussel de heffingen en restituties al dan niet toepassen of gedeeltelijk toepassen. Zolang het een belang van Frankrijk is dat de prijzen laag blijven zullen de importsubsidies wel ongeveer gelijk zijn aan het nu bestaande officiële prijsverschil met de rest van de E.E.G. Zodra dat niet meer zo noodzakelijk is of als de Franse boe ren door de natuurlijk door de devaluatie stijgen de overige kosten voldoende argumenten hebben om hun produktenprijzen verhoogd te krijgen, zul len echter de subsidies worden verlaagd. Of dan tegelijkertijd ook de exportheffingen op andere pro- dukten zullen worden verlaagd moet worden afge wacht. Bij sommige produkten zal dit zelfs niet zijn te kontroleren. Ik denk hier aan granen waarvoor in Frankrijk nog steeds een monopoliepositie van de ONIC bestaat. Voor enkele tuinbouwprodukten kennen wij in terventieprijzen. Zal Frankrijk deze interventieprij zen in Franse francs op dezelfde hoogte houden en zal het voor deze produkten dus ook een subsidie bij import toekennen of zal zij gebruik maken van de mogelijkheid om deze interventieprijzen slechts gedeeltelijk in rekeneenheden lager vast te stellen, dus in Franse francs en daar komt het voor de Franse producent op aan hoger? Maar zal Frankrijk als er niet geïntervenieerd wordt wel subsidie op de import geven? Zal het als er wei geïntervenieerd wordt, import toestaan? De Franse tuinbouw krijgt in dat geval m.i. zeker een hogere bescherming dan de Nederlandse zoals de Franse melkveehouder dat al lange tijd "heeft ge had. En nu ook gedurende de overeengekomen overgangsperiode, althans het eerste jaar, wel zal houden. Dit nu is een groot bezwaar dat ik tegen deze situatie heb: Frankrijk kan weer autonoom zijn pro ducenten of een deel van hen een betere bescher ming geven dan de Gemeenschap. Het toezicht van de Commissie op deze regelingen kan ik niet erg hoog aanslaan, omdat bij het voor bereiden van de maatregelen gebleken is dat de Commissie, en met name de heer Mansholt. voor stander van deze oplossing is. Een oplossing, die de gemeenchappelijke markt weer illusoir maakt. NATIONAAL DENKENDE FINANCIERS Mijn tweede bezwaar tegen de gang van zaken is van heel andere aard. Dat vloeit voort uit het feit dat het besluit in strijd is met de geest van het ver drag van Rome. Men is kennelijk nu al vergeten waarom wij aan deze gemeenschap zijn begonnen. Na vele pogingen om tot een grotere Europese een heid te geraken is het uiteindelijk gelukt het ver drag van Rome tot stand te brengen omdat men zich bij het Verdrag van Rome beperkte bij het aantal deelnemers en ook bij de ogenblikke heidsclausule) een minimale en direkt uit te voeren maatregel is, die voor de Nederlandse akkerbouw moet worden toegepast. Het Landbouwschap toont begrip te hebben voor de ernstige situatie in de akkerbouw d«or deze eis direkt bij de Minister op tafel te hebben gelegd. In zijn algemeenheid moet ons van het hartdat de tijdwaarin de Minister van Landbouw naar Brussel kon verwijzen als het om noodzakelijke maatregelen gingvoorbij is. De verantwoordelijk heid voor bedrijfstakken als bijv. de fruitteelt en de akkerbouw komen nu wel heel duidelijk te lig gen. Het is voor de Nederlandse Minister een terug van de Europese schijn naar de nationale werke lijkheid. Pr. lijke doelstellingen. Men had de hoop dat men bij deze beperkte doelstellingen toch kon komen tot een groter verenigd Europa, wat alle deelnemers bij het sluiten van het verdrag voor ogen stond. Een begin op beperkte schaal zou leiden en moeten lei den tot een steeds groter wordende samenwerking van steeds meer landen. Het is gebleken, nu wij in deze dwangpositie zijn geraakt, dat de financiële top. figuren nog niet bereid zijn hun zelfstandigheid op te geven. Hier hebben wij op grote schaal een situa tie die wij in de landbouw zo goed kennen bij fusies van coöperaties. Voor de eenwording van Europa is het een heel slecht teken. Het jongste besluit is daarom ook een slecht besluit omdat onze monetaire autoriteiten naar mijn mening blijk geven de situatie volslagen van de monetaire kant te willen bekijken. De deva luatie geeft enig soelaas omdat men binnenlands een tijd lang de idee heeft dat er niets is gebeurd terwijl de ruilvoet met het buitenland aanzienlijk is verbe terd. De import wordt afgeremd en de export wordt be vorderd. Nu is de economie van geen enkel land zo danig van de buitenwereld afgesloten, dat niet lang zaam maar zeker het prijspeil de neiging heeft zich weer op te trekken aan het buitenland. Het is duide lijk dat dit des te eerder zal gebeuren naar mate de verwevenheid van de economie met dat buitenland groter is. MOEILIJKE EENMAKING. Nu hebben wij in de statistieken kunnen zien, en iedereen heeft dat toegejuicht als een zeer gunstig verschijnsel, dat de handel tussen de landen van de gemeenschap zich enorm heeft uitgebreid. Dat be tekent dus dat de verwevenheid van de economieën steeds groter wordt en dat dus een devaluatie des te minder zin heeft. Immers de tijdsduur die verloopt van het moment van de devaluatie tot het moment waarop de gevol gen zijn uitgewerkt wordt steeds korter. De moge lijkheid om het evenwicht tussen produktie en kon- sumptie per land te herstellen wordt dus steeds ge ringer. Een land dat een keer in de dalende lijn zit zal er dus steeds moeilijker uit kunnen komen. Wil men de gemeenschap handhaven dan zullen de an deren bij moeten springen of zij willen of niet. En wanneer zij dat niet willen dan kan men er evengoed mee ophouden. Dit is misschien nog wei de belangrijkste reden waarom deze maatregel van 14 dagen geleden niet een goede maar een slechte is geweest. Ik zou er nog deze opmerking aan willen verbin den; ook uit alle verkeerde dingen moet men le ring proberen te trekken. Uit dit besluit kan men de konklusie trekken dat het eenmaken van Europa een heel moeilijke zaak is, en dat velen de samen hang van het een en het ander nog niet duidelijk zien. Voorts geloof ik dat gesteld moet worden dat Frankrijk de zaak weer bijzonder goed heeft uitge voerd. Als lichtpunt zie ik wel dat er op korte ter mijn geen al te grote verstoringen op de E.E.G.- markt zullen optreden. DE rente is gestegen tot een peil zoals sedert mensenheugenis niet is voorgekomen. „De beleggers beleven een gouden tijd", beweerde iemand deze week. Dit is maar gedeeltelijk juist. De uitdrukking had moeten zijn: Degene die op dit moment geld te beleggen heeft, beleeft een goe de tijd". De invloed van de zeer hoge rentevoet doet zich toch overal gevoelen. De koersen van obligaties zijn ongeveer als volgt: 7 Nederlandse Staatslening 93 6'A idem 88 6 idem 83 5 idem 80 4 idem 77 3 idem (1937 80 3 Grootboeklening 40 Zoals men ziet is voor degene die zijn geld reeds in obligaties belegd heeft, de situatie niet zo roos kleurig. Zolang hij niet tot verkoop moet overgaan, is zijn verlies niet zo groot, alleen heeft hij tegen een te lage rente geleend en kan daar niet dan tegen een belangrijk koersverlies van af. tjET verschil in de koersen van obligaties wordt T* gedeeltelijk door de rentevoet maar ook ge deeltelijk door de looptijd bepaald. Hoe langer de lening met een lage rente nog loopt hoe meer koers verlies (disagio). Is voor de belegger de hoge rente niet onverdeeld gunstig, de situatie voor de crediet- nemer die momenteel een beroep op de kapitaal markt moet doen of een geldlening heeft gesloten waarbij de rente wordt aangepast aan de geldende rentevoet, is bepaald in een kritiek stadium ge komen. De rente voor hypotheken is gestegen tot 7 a 8 de kosten voor rekening-courant krediet bedraagt met renteomzetprovisie e.d. meer dan 10 Geld is voor velen onbetaalbaar geworden en deze duurte zal niet nalaten zijn invloed op inves teringen en prijzen te doen gelden. Deze duurte is een gevolg van de grote kapitaal behoeften van onze op techniek gebaseerde voort brenging en op overheidsmaatregelen waardoor de ondernemingen onvoldoende mogelijkheden heb ben om in hun eigen kredietbehoeften te voorzien. TT/IJ zijn er vast van overtuigd dat de gevolgen niet zullen uitblijven. Denkt u maar eens aan jonge ondernemers in de landbouw, die onge veer vijf jaar geleden hebben gekocht en die nu een rente moeten betalen die 3 a 3'/t hoger is dan toen. Dit feit gevoegd bij de tegengestelde prijsont wikkeling plaatst sommige ondernemers voor haast onoplosbare problemen. De rente is niet alleen in ons land zo hoog. Ook in verschillende andere landen heeft de rentevoet voor geleende gelden een hoog peil bereikt. Ter vergelijking enkele percentages van de disconto percentages, dat zijn de officiële wisseldisconto's van de centrale banken in diverse landen: Dene marken 9%, Engeland en Canada 8%, België Frankrijk, Nederland en Zweden 7 Verenigde Staten 6 Duitsland 5 Zwitserland 3 De verschillen in onze buurlanden zijn zoals uit vorenstaande blijkt zeer groot, en Nederland be vindt zich in de middenmoot. Wij dachten te schrijven in de goede midden moot. naar dit te beweren komt ons te gewaagd voor. De tijd zal het leren. PAAUWE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 3